Tweede Versie Godsdienst

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

KAREL DE GROTE HOGESCHOOL

Educatieve bachelor lager onderwijs


Onderwijsgroep Onderwijs
Campus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 Antwerpen
M: stage.basisonderwijs@kdg.be
W :http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING
Administratieve gegevens
Naam Jana Vindevogel Stage 1 Klasgroep 2B
School G.v.b.s. De Brug Leerjaar 2de Aantal lln. 21
Datum 10/05
Mentor Anneleen Quaeyhaegens Uur 13.35-14.25

Leergebied/ Rooms-katholieke godsdienst Leerdomein/ Verbonden met zichzelf, anderen,


ontwikkelveld(en) ontwikkelthema’s gemeenschappen, natuur en cultuur
Lesonderwerp Christenen dragen zorg

Bedenkingen door mentor


De mentor noteert hieronder enkel de conclusie van de feedback. De concrete feedback vermeldt de mentor in de lesvoorbereiding zelf.
□ Met deze lesvoorbereiding mag je lesgeven, als je aan de slag gaat met de feedback op je lesvoorbereiding en in de
lesrealisatie.
□ Deze les diende je te laat in. Je mag deze les niet of maar gedeeltelijk geven.
□ Deze les moet je verder uitwerken op het lesvoorbereidingsformulier. Toevoegingen op het bestaand materiaal volstaan
niet.
□ Deze lesvoorbereiding moet je opnieuw maken want…

Beginsituatie
Leerlingspecifieke gegevens – voorkennis van de klasgroep - organisatie.
Organisatie
In fase 1 starten we de les met een korte inleiding.
In fase 2 leren de leerlingen de personen kennen en verwerken ze deze aan de hand van een spel.
In fase 3 vullen de leerlingen hun werkboek in en sluiten ze de les af.
Voorkennis van de klasgroep

De personen zijn nog niet echt gekend door de leerlingen (tenzij van vorig jaar).

Leerlingspecifieke gegevens
/

Kerndoel
 Nummer de kerndoelen.
 Evalueer na de les of de leerlingen de kerndoelen al dan niet bereikt hebben door de kerndoelen te markeren.
 Noteer bij elk kerndoel wat de kernvragen zijn die de leerlingen moeten kunnen beantwoorden en beantwoord ze ook zelf.
 Als leerlingen deze vragen kunnen beantwoorden, tonen ze aan de kerndoelen bereikt te hebben.
De leerlingen kennen christenen die dragers zijn. Dat houdt in dat ze ...
 Christenen leren kennen die mensen dragen én zorg dragen voor mensen, door beelden en/of verhalen
van vroeger en van nu, van dichtbij (bv. Ziekenzorg, Welzijnszorg, ...) en wereldwijd (bv. Broederlijk Delen,
missionarissen, ...).

De leerlingen weten dat gelovige mensen zich gedragen weten door Jezus, door God. Dat houdt in dat ze ...
 Ontdekken dat christenen zich vandaag door God en door Jezus gedragen weten.

De leerlingen ontdekken dat gelovige mensen het goede willen doen vanuit hun geloof in God. Dat houdt in dat ze
 Voorbeelden zien van christenen die vanuit hun geloof in God goed willen doen: christenen christenen
van vandaag.
Situering in het leerplan en de eindtermen
Geef de juiste leerplandoelen (tot op het niveau van de ontwikkelstappen bij ZILL) en corresponderende eindtermen weer.
Leerplandoelen
Leerplan ZILL (KOV, 2018)
RKve2 – Zich gedragen weten door, verbonden voelen met en aangesproken door de andere. Zich laten inspireren
door de wijze waarop Jezus met anderen omgaat en oproept tot ‘ver-ander-ing’
RKve3 – Zich gedragen weten door, verbonden voelen met en aangesproken door gemeenschappen dichtbij en
veraf. Ontdekken hoe mensen (geloofs)gemeenschappen vormen
Eindtermen
/

Bronnen
Notering volgens de APA-normen: handboeken, naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …
Handleiding Tuin van Heden.nu – Dragen en gedragen worden

Bijlagen
Geef kort aan welke bijlagen bij deze lesvoorbereiding horen, o.a. handleidingen, …
Bijlagen 1: Wie is het kaarten
Bijlagen 2: Infoblad
Bordschema
Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.
FASE 1: Inleiding
Concrete lesdoelen Materiaal:

De leerlingen weten wat ‘vrienden van God/Jezus’ zijn. Digibord


PowerPoint
De leerlingen leren het ichtusteken kennen.

Werkvorm(en): Groeperingsvormen:

Interactievorm Klassikaal

Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
/
Leerinhoud voor de leerlingen

De leerlingen maken kennis met het onderwerp van de les.

Analyse van deze leerinhoud


Wat is het ichtusteken:
 Het ichtusteken is bij de eerste christenen ontstaan. Wanneer ze vervolgd werden, gebruikten ze het als een soort
herkenningsteken. Ze tekenden een visje in het zand. Als de persoon die bij hen stond zelf ook een christen was, wist
hij of zij wat dat visje betekende.
 Het Griekse woord ‘ichtus’ betekent ‘vis’. De I staat voor Ièsous (Jezus), de CH voor Christos (Christus), de TH voor
Theou (van God), de U voor Uios (zoon) en de S voor Soter (redder, verlosser). Ruw vertaald betekent ‘ichtus’ dus:
‘Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser’.

Timing Onderwijs- en leeractiviteiten


Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen vragen (voor)doen, … alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, …

(13’) De leerkracht vraagt om het stil te maken en naar voor te kijken.

De leerkracht zegt:
 Vandaag gaan we het hebben over “vrienden van God”.
 Wat maakt iemand een “vriend van God”?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Vrienden van God, zijn mensen die elkaar helpen, niet pesten en niemand uitlachen, …
 Zo een mensen zijn ook “vrienden van Jezus”.

De leerkracht zegt:
 Kent er iemand nog een andere naam voor een “vriend van Jezus”?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 “Vrienden van Jezus”, noemen we ook wel Christenen.
 Wisten jullie dat er voor Christenen een speciaal teken bestaat?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht projecteert aan de hand van de PowerPoint het ichtusteken en zegt:


 Kent er iemand de betekenis van het teken?
De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Het teken is bij de eerste christenen ontstaan.
 Het woord “ichtus’, vis in het Grieks, is samengesteld uit de beginletters van de Griekse
woorden voor Jezus, Christus, Gods Zoon en redder

De leerkracht laat op de PowerPoint nog een afbeelding zien.


FASE 2: Leren + spel
Concrete lesdoelen Materiaal:

De leerlingen leren “vrienden van Jezus” kennen. Digibord


PowerPoint
Kaartjes (Zie bijlagen 1)
Infoblad (Zie bijlagen 2)
Werkboek

Werkvorm(en): Groeperingsvormen:

Instructievorm + Spelvorm Klassikaal + In groep

Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
Een missionaris is iemand die de boodschap van Jezus zo belangrijk vindt dat hij ze wil doorgeven aan mensen hier heel ver
vandaan. Missionarissen vertrokken naar Afrika, naar China of naar Japan, naar Brazilië of Peru en kwamen vaak nooit meer
terug naar huis. Ze leerden de taal van de plaats waar ze werkten, ze leerden de gewoontes van de mensen kennen en ze
probeerden een plaats te geven aan de boodschap van Jezus.
Leerinhoud voor de leerlingen

De leerlingen leren “vrienden van Jezus” kennen.

Analyse van deze leerinhoud


Maria & Jozef
Sinterklaas
Sint-Franciscus
Pater Damiaan
Moeder Teresa
Jeanne Devos
Timing Onderwijs- en leeractiviteiten
Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen vragen (voor)doen, … alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, …

De leerkracht zegt:
(30’)  Ik ga jullie zo dadelijk enkele foto’s laten zien van vrienden van Jezus.
 Ik ga aan jullie vragen of iemand de persoon kent en wat die heeft gedaan.
 Nadien geef ik er nog een kort woordje uitleg bij.

De leerkracht projecteert de eerste foto. (Jozef & Maria)

De leerkracht zegt:
 Weet iemand wie deze personen zijn?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Dit zijn inderdaad Jozef en Maria.
 Jozef en Maria zijn de ouders van Jezus.
 Ze waren onderweg (naar Bethlem) toen Jezus opeens geboren werd in een stal.

De leerkracht projecteert de volgende foto. (Sinterklaas)

De leerkracht zegt:
 Ik denk dat jullie allemaal hem wel kennen?

De leerlingen antwoorden.
De leerkracht zegt:
 Dit is zoals jullie wel weten Sinterklaas.
 Wat doet Sinterklaas allemaal?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Sinterklaas is inderdaad een hele lieve man die op 6 december pakjes komt brengen naar de
kinderen.

De leerkracht projecteert de volgende dia. (Sint-Franciscus)

De leerkracht zegt:
 Kent er iemand deze man?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Dit is Sint-Franciscus.
 Hij wou in zijn leven God dienen, hij wou God ten volle liefhebben.
 Hij ging de armen en zieken mensen helpen.

(Leerkracht zet filmpje over hem op als dit nodig is.)

De leerkracht zegt:
 Een klein weetje: Sint-Franciscus was ook een grote dierenvriend, daarom is het op zijn
sterfdag (4 oktober) dag van de dieren.

De leerlingen stellen vragen als ze deze hebben.

De leerkracht laat de volgende afbeelding zien en zegt: (Pater Damiaan)


 Kent er iemand deze man?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Dit is Pater Damiaan.
 Hij is een man die altijd de zieke mensen (lepra patiënten --> huidafwijkingen, …) wou helpen.
 Hij probeerde de levensomstandigheden te verbeteren, zorgde voor meer hygiëne, …

De leerkracht zegt:
 Nu komt de voorlaatste persoon

De leerkracht projecteert de afbeelding. (Moeder Teresa)

De leerkracht zegt:
 Is er iemand die haar kent?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Deze vrouw is Moeder Teresa.
 Net zoals de vorige, wou zij de zieken, stervenden en hongerige mensen helpen.
 Zij zette zich in voor de armen en won (de Nobelprijs) voor de vrede.
 Weet er iemand wat een Nobelprijs is?
De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Tot slot heb ik nog 1 vrouw die jullie gaan leren.

De leerkracht projecteert de afbeelding van Jeanne Devos.

De leerkracht zegt:
 Dit is Zuster Jeanne Devos.
 Net zoals Moeder Teresa zette Zuster Jeanne Devos haar in voor de armen, maar zij ging nog
een stapje verder.
 Ze richtte een organisatie, waarmee ze ervoor zorgde dat vrouwen en kinderen die in de
slavernij leefden een stem kregen en gezien werden. (Recht op onderwijs voor kinderen, …)
 Ze nam het dus ook hard op voor vrouwen en kinderen.
 (Ook zij won een prijs voor de vrede.)

De leerkracht zegt:
 Zo, we hebben al de mensen gezien, maar ik denk niet dat jullie ze allemaal al goed kennen.
 Daarom gaan we een klein spelletje spelen in groepjes.
 We spelen het spel “wie ben ik”.
 Jullie krijgen zo dadelijk kaartjes met afbeeldingen van de personen die we net hebben gezien.
 Om de beurt trek je een kaartje, zonder naar de afbeelding te kijken.
 Nadien plak je (of iemand van je groepje) het kaartje vast op je voorhoofd.
 Dan is het de bedoeling dat je om de beurt een ja-nee vraag stelt over je persoon.
 Je kan vragen stellen over uiterlijke kenmerken, wat de persoon heeft gedaan, …
 De andere leerlingen van je groep antwoorden dan met ja of nee.
 Zo probeer je uiteindelijk te raden welke persoon er op je voorhoofd plakt.
 Ik geef elk groepje ook een blad met uitleg over al de personen, voor moest je er al vergeten
zijn.
 Dit blad laat je gewoon in het midden van de bank liggen, zodat iedereen ernaar kan kijken.
 Als iemand zijn persoon heeft geraden blijven de andere leerlingen verder doen tot het spel
gedaan is.
 Als er dan nog tijd is kan je eens van kaartje wisselen.
 Snapt iedereen wat ze moeten doen?

De leerlingen stellen vragen als ze deze hebben.

De leerkracht verdeelt de groepjes en geeft de leerlingen de kaartjes.

De leerkracht zegt:
 Jullie mogen beginnen!

De leerkracht loopt rond en kijkt of de leerlingen het spel goed spelen.


FASE 3: Slot
Concrete lesdoelen Materiaal:

De leerlingen reflecteren over de les en vullen hun Werkboek


werkboek in. Digibord

Werkvorm(en): Groeperingsvormen:

Opdrachtvorm + Interactievorm Klassikaal

Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
/
Leerinhoud voor de leerlingen

De leerlingen vullen klassikaal hun werkboek in.

Analyse van deze leerinhoud


/
Timing Onderwijs- en leeractiviteiten
Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen vragen (voor)doen, … alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, …

(8’) De leerkracht zegt:


 Jullie mogen al de kaartjes terug in de enveloppe steken.
 Nadien neem je je werkboek van Godsdienst op pagina 39.

De leerkracht schrijft het paginanummer op het bord.

De leerkracht zegt:
 We maken samen oefening 1.
 Ik denk niet dat het nu nog moeilijk is.
 Wie kan er mij vertellen wie we links vanboven zien.

De leerlingen antwoorden. (Maria)

De leerkracht doet dit voor de 7 afbeeldingen en projecteert telkens de antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Je mag ook oefening 2 proberen maken
 Hier schrijf je de naam van een “vriend van Jezus.”

De leerkracht zegt:
 Jullie mogen je werkboek terug dicht doen.
 Wat vonden jullie van de les?
 Hebben jullie veel bijgeleerd?
 Iemand die al de personen al kende?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht sluit de les af.


Bijlagen

Bijlagen 1: Wie is het kaartjes


Bijlagen 2: Infoblad

MARIA
JOZEF
SINT-
FRANCISCUS

 Mama van Jezus


 Vrouw van Jozef  Papa van Jezus  Armen en zieken
 Man van Maria helpen
 Werelddierendag

SINTERKLAAS

PATER DAMIAAN

MOEDER TERESA
 Levensomstandighede
 Cadeautjes n verbeteren
rondbrengen  Hygiëne  Inzetten voor de
 Roetpiet armere mensen
 Mensen helpen
 6 december

JEANNE DEVOS

 Mensen helpen
 Opkomen voor
vrouwen en kinderen

You might also like