Professional Documents
Culture Documents
Tweede Versie WO Verkeersborden
Tweede Versie WO Verkeersborden
Tweede Versie WO Verkeersborden
LESVOORBEREIDING
Administratieve gegevens
Naam Jana Vindevogel Stage 1 Klasgroep 2B
School G.v.b.s. De Brug Leerjaar 2de Aantal lln. 21
Datum 10/05/2022
Mentor Anneleen Quaeyhaegens Uur 50 minuten
Beginsituatie
Leerlingspecifieke gegevens – voorkennis van de klasgroep - organisatie.
Organisatie
In fase 1 activeren de leerlingen klassikaal hun voorkennis over de verkeersborden.
In fase 2 leren ze klassikaal door middel van spelletjes de soorten verkeersborden en hun betekenis.
In fase 3 vullen de leerlingen individueel hun werkboek in.
Voorkennis van de klasgroep
De leerlingen kennen al een aantal verkeersborden die ze tegenkomen op hun weg naar school, maar de meeste
verkeersborden zijn nieuw.
Leerlingspecifieke gegevens
/
Kerndoel
Nummer de kerndoelen.
Evalueer na de les of de leerlingen de kerndoelen al dan niet bereikt hebben door de kerndoelen te markeren.
Noteer bij elk kerndoel wat de kernvragen zijn die de leerlingen moeten kunnen beantwoorden en beantwoord ze ook zelf.
Als leerlingen deze vragen kunnen beantwoorden, tonen ze aan de kerndoelen bereikt te hebben.
1. De leerlingen leren de betekenis kennen van verkeersborden voor voetgangers en fietsers.
Welke soorten verkeersborden zijn er? Wat is de betekenis van de verkeersborden?
De 4 soorten verkeersborden:
Kijk, hier is… (Aanwijzingsborden)
Ik mag hier nier… (Verbodsborden)
Ik moet hier… (Gebodsborden)
Ik pas op voor… (Gevaarsborden)
Bronnen
Notering volgens de APA-normen: handboeken, naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …
Verkenning, O. (z.d.). In het verkeer - Op verkenning. Van in. Geraadpleegd op 16 april 2022, van
https://opverkenning.be/nl/verkeer
Bijlagen
Geef kort aan welke bijlagen bij deze lesvoorbereiding horen, o.a. handleidingen, …
Bijlage 1: Verkeersborden + betekenis
+ PowerPoint presentatie
Bordschema
Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.
FASE 1: Start
Concrete lesdoelen Materiaal:
Werkvorm(en): Groeperingsvormen:
Gespreksvorm Klassikaal
Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
/
Leerinhoud voor de leerlingen
De leerlingen activeren hun voorkennis over de verschillende soorten verkeersborden en worden warm gemaakt
om deze te ontdekken.
De leerkracht zegt:
Dit blauwe ronde bord waar je een mannetje met een kindje op ziet staan, wil dus inderdaad
zeggen dat je als voetganger hier moet stappen.
Waarschijnlijk kennen jullie nog wel een paar andere borden, maar vandaag gaan we ook
enkele nieuwe verkeersborden leren.
FASE 2: Kern
Concrete lesdoelen Materiaal:
Werkvorm(en): Groeperingsvormen:
Klassikaal
Spelvorm
Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
Hetzelfde als de leerinhoud van de leerlingen met als extra info:
Kijk, hier is… (Aanwijzingsborden)
Ik mag hier nier… (Verbodsborden)
Ik moet hier… (Gebodsborden)
Ik pas op voor… (Gevaarsborden)
(Voorrangsborden)
Leerinhoud voor de leerlingen
De leerkracht zegt:
De verkeersborden zijn reflecterend gemaakt, zodat je deze ook nog goed in het donker zou
kunnen zien.
Als de lichten van een auto op het verkeersbord schijnt, zijn ze goed zichtbaar.
In het filmpje zag je ook dat verkeersborden een bepaalde kleur en vorm hebben.
Die kleuren en vormen hebben een betekenis die we samen gaan aanleren.
Leerkracht schrijft (Kijk, hier is…/ik mag niet…/pas op, …/ik moet …) op het bord en zegt:
Je mag je schrijfbordje nemen
Ik ga jullie zo dadelijk 4 borden laten zien, die telkens een andere vorm hebben.
Jullie schrijven op je bord het zinnetje dat bij het bord hoort.
De leerkracht zegt:
Het juiste antwoordt was ‘ik mag niet’.
De verkeersborden die een rode buitencirkel hebben en wit vanbinnen, zijn borden die zeggen
dat iets verboden is.
Weet iemand van jullie hoe we zo een bord noemen?
De leerlingen antwoorden.
De leerkracht zegt:
Deze borden noemen we verbodsborden.
Ze zeggen dus dat we iets niet mogen doen.
De leerkracht zegt:
Dit is een bord dat zegt dat je iets moet doen. In het begin van de les zagen we ook zo een bord
waar er stond dat je hier moest stappen. Dat was dat bord met het mannetje en het kindje.
Ook deze blauwe borden hebben een speciale naam.
Weet iemand hoe dit noemt?
De leerlingen antwoorden.
De leerkracht zegt:
Dit zijn de gebodsborden.
De leerkracht zegt:
Steek jullie bord maar in de lucht.
Dit zijn borden die zeggen “kijk, hier is … (een oversteekplaats).”
Blauwe vierkantige borden noemen we aanwijzingsborden. Ze wijzen aan dat er iets is.
De leerkracht zegt:
Normaal gezien blijft er nu nog maar 1 zin over.
Weet er iemand wat dit bord wil zeggen?
De leerkracht zegt:
Verkeersborden met een rode driehoek zijn gevaarsborden. Ze waarschuwen ons dat er gevaar
is.
De leerkracht zegt:
Dit verkeersbord ziet er een beetje anders uit dan de andere verkeersborden.
Het heeft als enige een achthoekige vorm. Die vorm zorgt ervoor dat dit bord ook vanaf de
achterkant als stopbord te herkennen is.
Het is een heel belangrijk bord.
Het dient om in gevaarlijke situaties het verkeer af te remmen.
Als je dus dit bord ziet, dan moet je direct stoppen.
Het bord wordt ook wel voorrangsbord genoemd.
In andere landen gebruiken ze hetzelfde bord, zo weet iedereen op de wereld wat je bij dat
bord moet doen.
De leerkracht zegt:
Ik zet nu nog een kort filmpje op, waarin ze herhalen wat we net hebben geleerd.
Let dus allemaal goed op!
De leerkracht zegt:
We gaan nu een aantal nieuwe verkeersborden leren.
Jullie krijgen van mij zo dadelijk per 2 een envelop met 12 verschillende verkeersborden en ook
12 kaartjes waarop de betekenis van de borden staat.
Het is de bedoeling dat je de betekenis bij het juiste bord plaatst.
Nadien overlopen we samen wat de betekenis is.
De leerkracht zegt:
Ik heb al heel wat goede dingen gezien op jullie tafels.
Het is nu tijd om de antwoorden te overlopen.
De leerkracht projecteert aan de hand van een PowerPoint het eerste bord.
De leerkracht zegt:
Kan er iemand mij vertellen welk bord dit is? (Antwoord: “Ik moet hier stoppen en alle anderen
voor laten.”)
Weet iemand wat het volgende bord wil zeggen? (Antwoord: “Ik moet hier fietsen.”)
Weet er iemand nog waarom je hier moet fietsen?
De leerlingen antwoorden. (Het is een blauw rond bord dat zegt dat je iets moet doen.)
De leerkracht zegt:
Klopt, zo een bord kreeg de naam gebodsbord.
Wat hebben jullie bij het volgende bord? (Antwoord: “Kijk, hier is een oversteekplaats voor
voetgangers.”)
De leerkracht overloopt de volgende 9 borden nog klassikaal en vraagt eerst altijd het antwoord aan de
leerlingen.
Antwoorden:
1. Ik moet hier stoppen en alle anderen voor laten.
2. Ik moet hier fietsen.
3. Kijk, hier is een oversteekplaats voor voetgangers.
4. Pas op, ik nader werken.
5. Ik mag hier niet te voet door.
6. Ik mag hier lang beide kanten niet in rijden.
7. Ik moet hier links fietsen en rechts stappen.
8. Ik moet hier stappen.
9. Pas op, ik nader verkeerslichten.
10. Ik moet hier stappen of fietsen.
11. Ik mag hier als fietser niet in rijden.
12. Kijk, hier is een oversteekplaats voor fietsers.
De leerkracht zegt:
Jullie hebben het super gedaan!
Laat de kaartjes maar even op jullie bank liggen, want dit kunnen jullie straks nog gebruiken
voor de oefeningen.
(De leerlingen spelen het bingospel niet deze les, want er is te weinig tijd. Het spel wordt gebruikt in de les muvo
als opfrissing.)
FASE 3: Verwerking + afronding
Concrete lesdoelen Materiaal:
Werkvorm(en): Groeperingsvormen:
Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
/
Leerinhoud voor de leerlingen
De leerkracht zegt:
Doe jullie boek open op pagina 14.
We gaan beginnen met oefening 1.
Wil er iemand de oefening eens voorlezen.
De leerkracht zegt:
Jullie moeten het bord verbinden met de juiste betekenis.
Denk goed na wat we daarnet allemaal gezegd hebben.
Jullie krijgen 2 minuten om dit te doen.
De leerkracht zegt:
Wil er iemand oefening 2 voorlezen?
De leerkracht zegt:
Bij opdracht 2 zet je het juiste nummer bij de borden.
Als je het niet meer goed weet kan je altijd nog eens kijken naar de oefening van daarnet.
De leerlingen krijgen hier ook enkele minuten de tijd voor en overlopen nadien de antwoorden.
De leerkracht zegt:
We hebben vandaag enkele nieuwe verkeersborden bekeken.
Het is heel belangrijk dat je ze kent.
Kijk zeker eens straks als je naar huis gaat rond op straat, om te zien of je deze borden ergens
tegenkomt.
Bijlagen
Bijlage 1: Verkeersborden + betekenis