Tweede Versie WO Verkeersborden

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 12

KAREL DE GROTE HOGESCHOOL

Educatieve bachelor lager onderwijs


Onderwijsgroep Onderwijs
Campus Zuid, Brusselstraat 45 - 2018 Antwerpen
M: stage.basisonderwijs@kdg.be
W :http://praktijkweb.kdg.be

LESVOORBEREIDING
Administratieve gegevens
Naam Jana Vindevogel Stage 1 Klasgroep 2B
School G.v.b.s. De Brug Leerjaar 2de Aantal lln. 21
Datum 10/05/2022
Mentor Anneleen Quaeyhaegens Uur 50 minuten

Leergebied/ Ontwikkeling van oriëntatie op de Leerdomein/ Oriëntatie op de ruimte


ontwikkelveld(en) wereld ontwikkelthema’s
Lesonderwerp De verkeersborden

Bedenkingen door mentor


De mentor noteert hieronder enkel de conclusie van de feedback. De concrete feedback vermeldt de mentor in de lesvoorbereiding zelf.
□ Met deze lesvoorbereiding mag je lesgeven, als je aan de slag gaat met de feedback op je lesvoorbereiding en in de
lesrealisatie.
□ Deze les diende je te laat in. Je mag deze les niet of maar gedeeltelijk geven.
□ Deze les moet je verder uitwerken op het lesvoorbereidingsformulier. Toevoegingen op het bestaand materiaal volstaan
niet.
□ Deze lesvoorbereiding moet je opnieuw maken want…

Beginsituatie
Leerlingspecifieke gegevens – voorkennis van de klasgroep - organisatie.
Organisatie
In fase 1 activeren de leerlingen klassikaal hun voorkennis over de verkeersborden.
In fase 2 leren ze klassikaal door middel van spelletjes de soorten verkeersborden en hun betekenis.
In fase 3 vullen de leerlingen individueel hun werkboek in.
Voorkennis van de klasgroep
De leerlingen kennen al een aantal verkeersborden die ze tegenkomen op hun weg naar school, maar de meeste
verkeersborden zijn nieuw.
Leerlingspecifieke gegevens
/

Kerndoel
 Nummer de kerndoelen.
 Evalueer na de les of de leerlingen de kerndoelen al dan niet bereikt hebben door de kerndoelen te markeren.
 Noteer bij elk kerndoel wat de kernvragen zijn die de leerlingen moeten kunnen beantwoorden en beantwoord ze ook zelf.
 Als leerlingen deze vragen kunnen beantwoorden, tonen ze aan de kerndoelen bereikt te hebben.
1. De leerlingen leren de betekenis kennen van verkeersborden voor voetgangers en fietsers.
 Welke soorten verkeersborden zijn er? Wat is de betekenis van de verkeersborden?
 De 4 soorten verkeersborden:
 Kijk, hier is… (Aanwijzingsborden)
 Ik mag hier nier… (Verbodsborden)
 Ik moet hier… (Gebodsborden)
 Ik pas op voor… (Gevaarsborden)

 De betekenis van de verkeersborden:


o Ik mag hier niet langs beide kanten in rijden.
o Ik mag hier niet te voet door.
o Ik moet hier stoppen en alle anderen voor laten. (Voorrangsborden)
o Ik pas op, ik nader verkeerslichten.
o Ik moet hier links fietsen en rechts stappen.
o Ik moet hier fietsen.
o Ik moet hier stappen.
o Ik pas op, ik nader werken.
o Kijk, hier is een plaats om over te steken.
o Ik moet hier stappen of fietsen.

Situering in het leerplan en de eindtermen


Geef de juiste leerplandoelen (tot op het niveau van de ontwikkelstappen bij ZILL) en corresponderende eindtermen weer.
Leerplandoelen
Leerplan ZILL (KOV, 2018)
OWru7 - Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van
verkeerssituaties in de omgeving inschatten
 7-10j Langs een voor hen vertrouwde route de verkeerstekens, -borden en -regels voor voetgangers zelfstandig
naleven - veilig oversteken zonder begeleiding
Eindtermen
MM ET 4.15
De leerlingen beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie en ze
kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs
een voor hen vertrouwde route.

Bronnen
Notering volgens de APA-normen: handboeken, naslagwerken, www, documentatie v/d stageschool of hogeschool, …
Verkenning, O. (z.d.). In het verkeer - Op verkenning. Van in. Geraadpleegd op 16 april 2022, van
https://opverkenning.be/nl/verkeer

Wat betekenen de verkeersborden? (z.d.). YouTube. Geraadpleegd op 28 april 2022, van


https://www.youtube.com/watch?v=F7CjDeOJTKQ

Bijlagen
Geef kort aan welke bijlagen bij deze lesvoorbereiding horen, o.a. handleidingen, …
Bijlage 1: Verkeersborden + betekenis

+ PowerPoint presentatie
Bordschema
Zo ziet je bordplan eruit op het einde van de les. Bij gebruik van het digibord: voeg alle ‘slides’ toe, dus niet enkel het bordboek.
FASE 1: Start
Concrete lesdoelen Materiaal:

De leerlingen activeren hun voorkennis over de soorten Bordboek


verkeersborden.

Werkvorm(en): Groeperingsvormen:

Gespreksvorm Klassikaal

Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
/
Leerinhoud voor de leerlingen

De leerlingen activeren hun voorkennis over de verschillende soorten verkeersborden en worden warm gemaakt
om deze te ontdekken.

Analyse van deze leerinhoud


/
Timing Onderwijs- en leeractiviteiten
Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen vragen (voor)doen, … alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, …

(5’) De leerkracht zegt:


 Vandaag gaan we het hebben over de verschillende verkeersborden die er allemaal bestaan.
 Waarom bestaan verkeersborden eigenlijk?
 Welke kennen jullie al?

De leerlingen antwoorden. (“Om het verkeer veiliger te maken”)

De leerkracht projecteert de ontdekplaat en zegt:


 Herkent iemand het verkeersbord dat zegt waar je als voetganger moet stappen?

Een leerling antwoordt en de leerkracht duidt het verkeersbord aan.

De leerkracht zegt:
 Dit blauwe ronde bord waar je een mannetje met een kindje op ziet staan, wil dus inderdaad
zeggen dat je als voetganger hier moet stappen.
 Waarschijnlijk kennen jullie nog wel een paar andere borden, maar vandaag gaan we ook
enkele nieuwe verkeersborden leren.
FASE 2: Kern
Concrete lesdoelen Materiaal:

De leerlingen leren de betekenis kennen van Bordboek


verkeersborden voor voetgangers en fietsers. PowerPoint
Bijlage 1: Verkeersborden + betekenis
https://www.youtube.com/watch?v=F7CjDeOJTKQ

Werkvorm(en): Groeperingsvormen:

Klassikaal
Spelvorm
Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
Hetzelfde als de leerinhoud van de leerlingen met als extra info:
 Kijk, hier is… (Aanwijzingsborden)
 Ik mag hier nier… (Verbodsborden)
 Ik moet hier… (Gebodsborden)
 Ik pas op voor… (Gevaarsborden)
 (Voorrangsborden)
Leerinhoud voor de leerlingen

De leerlingen leren de betekenis + vorm kennen van verkeersborden.

Analyse van deze leerinhoud


Wat zijn reflecterende verkeersborden? Waarom zijn ze belangrijk in het verkeer?
 Lichtweerkaatsend + Om de verkeersborden ook in het donker goed te kunnen zien.

Welke soorten verkeersborden zijn er?


 Kijk, hier is…
 Ik mag hier nier…
 Ik moet hier…
 Ik pas op voor…

Wat is de betekenis van de verkeersborden?


 Ik mag hier niet langs beide kanten in rijden.
 Ik mag hier niet te voet door.
 Ik moet hier stoppen en alle anderen voor laten.
 Ik pas op, ik nader verkeerslichten.
 Ik moet hier links fietsen en rechts stappen.
 Ik moet hier fietsen.
 Ik moet hier stappen.
 Ik pas op, ik nader werken.
 Kijk, hier is een plaats om over te steken.
 Ik moet hier stappen of fietsen.
Timing Onderwijs- en leeractiviteiten
Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen vragen (voor)doen, … alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, …

(35’) De leerkracht zegt:


 Voor we beginnen met het leren van de verkeersborden zullen we eens kijken hoe
verkeersborden gemaakt worden.

De leerkracht zet het filmpje op.


De leerkracht zegt:
 In het filmpje wordt er gesproken over een reflecterend verkeersbord.
 Weet er iemand wat reflecterend betekent?

De leerlingen antwoorden. (“lichtweerkaatsend”)

De leerkracht zegt:
 De verkeersborden zijn reflecterend gemaakt, zodat je deze ook nog goed in het donker zou
kunnen zien.
 Als de lichten van een auto op het verkeersbord schijnt, zijn ze goed zichtbaar.
 In het filmpje zag je ook dat verkeersborden een bepaalde kleur en vorm hebben.
 Die kleuren en vormen hebben een betekenis die we samen gaan aanleren.

Leerkracht schrijft (Kijk, hier is…/ik mag niet…/pas op, …/ik moet …) op het bord en zegt:
 Je mag je schrijfbordje nemen
 Ik ga jullie zo dadelijk 4 borden laten zien, die telkens een andere vorm hebben.
 Jullie schrijven op je bord het zinnetje dat bij het bord hoort.

De leerkracht projecteert het eerste bord en de leerlingen schrijven op hun bord.

De leerkracht zegt:
 Het juiste antwoordt was ‘ik mag niet’.
 De verkeersborden die een rode buitencirkel hebben en wit vanbinnen, zijn borden die zeggen
dat iets verboden is.
 Weet iemand van jullie hoe we zo een bord noemen?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Deze borden noemen we verbodsborden.
 Ze zeggen dus dat we iets niet mogen doen.

De leerkracht projecteert het volgende bord en zegt:


 Schrijf maar op je bordje.

De leerkracht zegt:
 Dit is een bord dat zegt dat je iets moet doen. In het begin van de les zagen we ook zo een bord
waar er stond dat je hier moest stappen. Dat was dat bord met het mannetje en het kindje.
 Ook deze blauwe borden hebben een speciale naam.
 Weet iemand hoe dit noemt?

De leerlingen antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Dit zijn de gebodsborden.

De leerkracht laat het volgende bord zien.

De leerkracht zegt:
 Steek jullie bord maar in de lucht.
 Dit zijn borden die zeggen “kijk, hier is … (een oversteekplaats).”
 Blauwe vierkantige borden noemen we aanwijzingsborden. Ze wijzen aan dat er iets is.

De leerkracht projecteert het volgende bord.

De leerkracht zegt:
 Normaal gezien blijft er nu nog maar 1 zin over.
 Weet er iemand wat dit bord wil zeggen?

De leerlingen antwoorden. (Gevaar)

De leerkracht zegt:
 Verkeersborden met een rode driehoek zijn gevaarsborden. Ze waarschuwen ons dat er gevaar
is.

De leerkracht projecteert het stopbord.

De leerkracht zegt:
 Dit verkeersbord ziet er een beetje anders uit dan de andere verkeersborden.
 Het heeft als enige een achthoekige vorm. Die vorm zorgt ervoor dat dit bord ook vanaf de
achterkant als stopbord te herkennen is.
 Het is een heel belangrijk bord.
 Het dient om in gevaarlijke situaties het verkeer af te remmen.
 Als je dus dit bord ziet, dan moet je direct stoppen.
 Het bord wordt ook wel voorrangsbord genoemd.
 In andere landen gebruiken ze hetzelfde bord, zo weet iedereen op de wereld wat je bij dat
bord moet doen.

Leerkracht laat de stopborden uit andere landen zien.

De leerkracht zegt:
 Ik zet nu nog een kort filmpje op, waarin ze herhalen wat we net hebben geleerd.
 Let dus allemaal goed op!

De leerkracht zet het filmpje op. https://www.youtube.com/watch?v=F7CjDeOJTKQ

De leerkracht zegt:
 We gaan nu een aantal nieuwe verkeersborden leren.
 Jullie krijgen van mij zo dadelijk per 2 een envelop met 12 verschillende verkeersborden en ook
12 kaartjes waarop de betekenis van de borden staat.
 Het is de bedoeling dat je de betekenis bij het juiste bord plaatst.
 Nadien overlopen we samen wat de betekenis is.

De leerkracht deelt de enveloppen uit en de leerlingen starten aan de opdracht.

De leerkracht loopt rond en kijkt of de leerlingen goed bezig zijn.

De leerkracht zegt:
 Ik heb al heel wat goede dingen gezien op jullie tafels.
 Het is nu tijd om de antwoorden te overlopen.

De leerkracht projecteert aan de hand van een PowerPoint het eerste bord.

De leerkracht zegt:
 Kan er iemand mij vertellen welk bord dit is? (Antwoord: “Ik moet hier stoppen en alle anderen
voor laten.”)
 Weet iemand wat het volgende bord wil zeggen? (Antwoord: “Ik moet hier fietsen.”)
 Weet er iemand nog waarom je hier moet fietsen?

De leerlingen antwoorden. (Het is een blauw rond bord dat zegt dat je iets moet doen.)

De leerkracht zegt:
 Klopt, zo een bord kreeg de naam gebodsbord.
 Wat hebben jullie bij het volgende bord? (Antwoord: “Kijk, hier is een oversteekplaats voor
voetgangers.”)

De leerkracht overloopt de volgende 9 borden nog klassikaal en vraagt eerst altijd het antwoord aan de
leerlingen.

Antwoorden:
1. Ik moet hier stoppen en alle anderen voor laten.
2. Ik moet hier fietsen.
3. Kijk, hier is een oversteekplaats voor voetgangers.
4. Pas op, ik nader werken.
5. Ik mag hier niet te voet door.
6. Ik mag hier lang beide kanten niet in rijden.
7. Ik moet hier links fietsen en rechts stappen.
8. Ik moet hier stappen.
9. Pas op, ik nader verkeerslichten.
10. Ik moet hier stappen of fietsen.
11. Ik mag hier als fietser niet in rijden.
12. Kijk, hier is een oversteekplaats voor fietsers.

De leerkracht geeft bij elk bord een woordje uitleg.

De leerkracht zegt:
 Jullie hebben het super gedaan!
 Laat de kaartjes maar even op jullie bank liggen, want dit kunnen jullie straks nog gebruiken
voor de oefeningen.

(De leerlingen spelen het bingospel niet deze les, want er is te weinig tijd. Het spel wordt gebruikt in de les muvo
als opfrissing.)
FASE 3: Verwerking + afronding
Concrete lesdoelen Materiaal:

De leerlingen kennen bovenstaande lesdoelen en Werkboek


herhalen deze voor een laatste keer door hun
werkboek in te vullen.

Werkvorm(en): Groeperingsvormen:

Opdrachtvorm Individueel + Klassikaal

Leerinhoud
Je noteert zeer gedetailleerd en eenduidig de leerstof die per lesfase aan bod komt.
Achtergrondinformatie voor de leerkracht
/
Leerinhoud voor de leerlingen

De leerlingen leren de betekenis + vorm kennen van verkeersborden.

Analyse van deze leerinhoud


Welke soorten verkeersborden zijn er?
 Kijk, hier is…
 Ik mag hier nier…
 Ik moet hier…
 Ik pas op voor…

Wat is de betekenis van de verkeersborden?


 Ik mag hier niet langs beide kanten in rijden.
 Ik mag hier niet te voet door.
 Ik moet hier stoppen en alle anderen voor laten.
 Ik pas op, ik nader verkeerslichten.
 Ik moet hier links fietsen en rechts stappen.
 Ik moet hier fietsen.
 Ik moet hier stappen.
 Ik pas op, ik nader werken.
 Kijk, hier is een plaats om over te steken.
Ik moet hier stappen of fietsen.

Timing Onderwijs- en leeractiviteiten


Je noteert alles wat je tijdens de les zal zeggen vragen (voor)doen, … alsook alles wat de leerlingen zullen doen, antwoorden, …

(10’) De leerkracht zegt:


 Jullie mogen allemaal je werkboek uit jullie bank of bakje halen.

De leerlingen halen hun werkboek.

De leerkracht zegt:
 Doe jullie boek open op pagina 14.
 We gaan beginnen met oefening 1.
 Wil er iemand de oefening eens voorlezen.

De leerkracht duidt iemand aan om de opdracht voor te lezen.

De leerkracht zegt:
 Jullie moeten het bord verbinden met de juiste betekenis.
 Denk goed na wat we daarnet allemaal gezegd hebben.
 Jullie krijgen 2 minuten om dit te doen.

De leerlingen verbinden de juiste betekenis met de borden en overlopen nadien de antwoorden.

De leerkracht zegt:
 Wil er iemand oefening 2 voorlezen?

De leerkracht duidt iemand aan en leest de 2de opdracht voor.

De leerkracht zegt:
 Bij opdracht 2 zet je het juiste nummer bij de borden.
 Als je het niet meer goed weet kan je altijd nog eens kijken naar de oefening van daarnet.

De leerlingen krijgen hier ook enkele minuten de tijd voor en overlopen nadien de antwoorden.

De leerkracht zegt:
 We hebben vandaag enkele nieuwe verkeersborden bekeken.
 Het is heel belangrijk dat je ze kent.
 Kijk zeker eens straks als je naar huis gaat rond op straat, om te zien of je deze borden ergens
tegenkomt.
Bijlagen
Bijlage 1: Verkeersborden + betekenis

You might also like