Bio samenvatting bassistof 2

Mensen, dieren en planten gebruiken de energie uit glucose om te kunnen groeien, bewegen en ga
zo maar door

 Dit noemen we verbranding (voor verbranding is ook zuurstof nodig)

Verbranding in je lichaam
 Je verbrand de brandstof  glucose
 Bij verbranding ontstaan afvalstoffen  water en koolstofdioxide

Formule verbranding

Glucose + zuurstof  water + koolstofdioxide + energie

|_______|___ brandstof

 Hoe groter de inspanning hoe meer verbranding

Energie

Alle organisme hebben energie nodig

 Met energie vind er verbranding plaats

 Geen energie geen verbranding

Koudbloedig

 geen vaste lichaams tempratuur

 reptielen, vissen en amfibieën

de verbranding in de cellen is afhankelijk van de tempratuur

 hoge tempratuur; meer verbranding

 lage tempratuur; minder verbranding

als er weinig verbranding is, word er ook weinig energie verbruikt. Daarom gaan sommige dieren in
een winterslaap

Warmbloedig

 Vaste lichaams tempratuur (en isolatie)

 Vogels en zoogdieren

Zoogdieren hebben constant veel verbranding omdat het lichaam de lichaams tempratuur constant
het zelfde moet houden

 Daardoor kunnen Zoogdieren en vogels ook in de winter actief zijn

Trek = verplaatsen naar een andere delen van de wereld omdat het daar dan warmer is