Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Hoofdstuk 7 Consultatiebureau Zuigeling Deel 1

Sleutel

III Vocabulaire

A Hoe wordt het volgende in het gesprek gezegd?


1a hij … aangekomen, r3
2a Zijn … evenwicht. r4
3 m Ik … klein. r5
4a We … houden. r 10-11
5a Als … spugen. r 26-27
6a is … gegroeid? r 30
7 m Dat … rug, r 31
8 m Ik … hebben, r 31-32
9a D… heeft. r 39
10 m hij … ’s nachts. r 41
11 m dan … aan. r 42
12 m ik… zielig. r 55

D Vul een juist voorzetsel in.


1 onder
2 aan
3 Aan
4 Na/ Met
5 van, voor
6 aan/ tegen, na
7 in
8 met, na/met
9 over, van
10 van, mee/om

IV Grammatica

A Vul in: er of daar en het juiste voorzetsel.


1 m Oké, ik zal erop letten.
2 m Nee, Daan had er niet meer genoeg aan.
3 m Nee, daar is hij gelukkig overheen gegroeid.
4 a Maar hij zuigt er toch wel op?
5 a Nee, dat zit er al in.
6 m Kan ik er wat aan doen om …
7 m O, daar had hij de vorige keer flink last.

B Vul een juist voegwoord in.


1 of
2 Als, en, of
3 Hoe, hoe
4 zolang/als
5 want
6 nu
7 ook al

1
8 maar
9 Als

You might also like