backen

backte | gebackt

Aantonende wijs

onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) voltooid tegenwoordige tijd (vtt)

ik back ik heb gebackt

jij/u (je) backt jij/u (je) hebt gebackt
hij/zij/het backt hij/zij/het heeft gebackt
wij (we) backen wij (we) hebben gebackt
jullie backen jullie hebben gebackt
zij (ze) backen zij (ze) hebben gebackt

onvoltooid verleden tijd (ovt) voltooid verleden tijd (vvt)

ik backte ik had gebackt

jij/u (je) backte jij/u (je) had gebackt
hij/zij/het backte hij/zij/het had gebackt
wij (we) backten wij (we) hadden gebackt
jullie backten jullie hadden gebackt
zij (ze) backten zij (ze) hadden gebackt

onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt... voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)

ik zal backen ik zal gebackt hebben

jij/u (je) zult backen jij/u (je) zult gebackt hebben
hij/zij/het zal backen hij/zij/het zal gebackt hebben
wij (we) zullen backen wij (we) zullen gebackt hebben
jullie zullen backen jullie zullen gebackt hebben
zij (ze) zullen backen zij (ze) zullen gebackt hebben

Voorwaardelijke wijs

onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt) voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)

ik zou backen ik zou gebackt hebben

jij/u (je) zou backen jij/u (je) zou gebackt hebben
hij/zij/het zou backen hij/zij/het zou gebackt hebben
wij (we) zouden backen wij (we) zouden gebackt hebben
jullie zouden backen jullie zouden gebackt hebben
zij (ze) zouden backen zij (ze) zouden gebackt hebben

Gebiedende wijs

gebiedende wijs

jij/u (je) back

jullie back

Deelwoord

onvoltooid deelwoord voltooid deelwoord

backend gebackt

Página 1 25.01.2023
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)