Professional Documents
Culture Documents
Studiewijzer H4 Geschiedenis p3
Studiewijzer H4 Geschiedenis p3
Activiteiten:
Herhaling
Nieuwe stof
Kenmerkende aspecten
5. Ik ken de kenmerkende aspecten van tijdvak 5, 6 en 7 en ik kan deze in mijn eigen
woorden uitleggen.
6. Ik kan deze kenmerkende aspecten in de juiste tijd plaatsen.
7. Ik kan per kenmerkend aspect de belangrijkste oorzaken en gevolgen beschrijven.
Paragraaf 7.1, KA: Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle
terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale
verhoudingen
8. Ik kan de volgende begrippen in mijn eigen woorden uitleggen:
Verlichting,=In deze periode werd er minder na gedacht over natuurkundige dingen
maar meer over politiek en hoe je met elkaar om ging en alles (tolerantie, vrijheid en
gelijkheid.)
rationeel denken,= dat is het mendeslijk denkvermogen
optimisme, = het geloven in een goede afloop
sociale verhoudingen,= de wijze waarop mensen zich van elkaaronderscheiden
(zoals arm en rijk)
deïsme, = de gedachte dat het mogelijk is het bestaan van God te kennen met behulp
van alleen de rede.
natuurrechten,= de rechten die iedereen heeft wie je ook bent of waar je ook bent.
(grondwegt) die wetten krijg je als je word geboren
trias politica, =de scheiding van de machten (rehterlijk, wetgevend en uitvoerend)
volkssoevereiniteit.= het volk heeft het grootste gezag
Paragraaf 7.1, KA: Voortbestaan van het Ancien Régime met pogingen om het
vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (Verlicht Absolutisme)
12. Ik kan de volgende begrippen in mijn eigen woorden uitleggen:
ancien regime, = de periode uit de Europese geschiedenis die begint aan het einde
van de Middeleeuwen en eindigt met de Franse Revolutie. Het is een tijd waarin de
meerderheid van de Europese bevolking nog van de landbouw leeft en in kleine
dorpen op het platteland woont.
standenmaatschappij,=een samenleving waarbij de bevolking is verdeeld in
verschillende groepen (standen).
verlicht absolutisme.= de verlichte vorst zich inzette voor het algemeen belang en
het volk meer vrijheid gaf, maar geen inspraak
13. Ik kan 4 kenmerken van het ancien regime noemen.
-absolute monarchie( de vorst beschikt over alle machten
- standen maatschappij (kijk begrippen)
- vrijheid godsdienst
-
14. Ik kan uitleggen wat het motto was van het verlicht absolutisme.
'alles voor het volk, niks door het volk'. Dit betekent dat de verlichte vorst zich
inzette voor het algemeen belang en het volk meer vrijheid gaf, maar geen inspraak.
15. Ik kan uitleggen wat dit motto concreet inhield voor de bevolking in landen die
werden geregeerd door een verlicht absoluut vorst.
dat de vorst hun wel steunde en zorgde dat ze goed leven hadden dat ze onderwijs
en goede zorg hadden maar ze mochten niks bepalen over de leiding van
desbetreffende land
16. Ik kan uitleggen waarom Frederik de Grote van Pruisen en Catherina de Grote
van Rusland goede voorbeelden zijn van verlicht absolute vorsten.
??????
Paragraaf 7.2, KA: Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van
plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de
opkomst van het abolitionisme
17. Ik kan de volgende begrippen in mijn eigen woorden uitleggen:
plantagekolonie, = op deze plantages waren slaven werkzaam die de
grondbezitters kochten via de transatlantische salvenhandel (onderdeel van de
driehoekshandel)
trans-atlantische= Omdat de mensen die woonde in het land waar de plantages
stonden niet geschikt waren voor het werk omdat ze vaak snel ziek waren enzo. dus
namen ze afrikanen die wel geschikt waren. zo ontstond driehoekshandel
slavenhandel, = Mensen (vaak donkere afrikanen) die werden verhandeld om te
werken op plantages
driehoekshandel,= europa ruilde wapens met afrikaanse stammen voor slaven, als
die afrikaanse stammen sterke wapens hadden konden ze andere stammen weer
gevangen nemen en weer verhandelen met europa voor wapens, europa bracht
vervolgens de slaven naar amerika om ze te verhandelen voor suiker koffie tabak
enzv
abolitionisme, = streven
naar afschaffing van de slavernij, die bewegingen onstonde in de 18e eeuw
WIC.=
In 1621 wordt de West-Indische Compagnie opgericht. De onderneming krijgt van de
Staten-Generaal het alleenrecht op kolonisatie, handel en kaapvaart in de gebieden
rond de Atlantische Oceaan
18. Ik kan aangeven in welke gebieden de Europese overheersing zich in de 17e
eeuw uitbreidde.
atlantische gebieden
19. Ik kan uitleggen hoe slaven zich verzetten tegen slavernij.
Ze saboteren het werk, vernielen de oogst of doen alsof ze te ziek zijn om te werken.
En regelmatig probeert iemand zijn of haar meester te vermoorden, bijvoorbeeld met
vergif.
20. Ik kan uitleggen waarom het abolitionisme past in het Verlichtingsdenken en bij
uitgangspunten van het christendom.
Paragraaf 7.3 KA:De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg
discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
21. Ik kan de volgende begrippen in mijn eigen woorden uitleggen:
grondwet, = de wet die je er bij krijgt bij je geboorte
grondrechten,= de rechten die ieder persoon heeft
democratische revolutie= Wijzigingen dat de burgers meer macht geven dan de
vorst
, constitutionele monarchie,= de positie van de koning is vastgelegd in de
grondwet
republiek= Een republiek is een staat waarvan het staatshoofd niet door
erfopvolging wordt aangewezen, maar op een of andere manier wordt verkozen.
22. Ik kan uitleggen wat de belangrijkste oorzaken waren voor de Franse Revolutie
- armoede in het volk
- de koning die veel geld uitgeeft
- stemrecht
23. Ik kan de verschillende fases van de Franse Revolutie benoemen en uitleggen
in hoeverre Verlichtingsidealen in de verschillende fases voorkomen.
er waren 2 a 3 fases. burgers adel geestelijke, ze hadden allemaal 1 stem. maar
dat was niet eerlijk
fase 1: burgers komen in verzet, er komt een grondwet,verklaring rechten van de
mens (verlichting)
fase 2: Terrenz gebruikte een machine die mensen onthoofden, als je tegen hem was
of waar hij voor stond(geen verlichting)
fase 3: napoleon grijpt de macht (half verlichting)
24. Ik kan uitleggen waarom Napoleon gezien kan worden als een verlicht absoluut
vorst.
Een koning die alle macht heeft maar alsnog naar de mensen lusiterd. Napoleon toen
hij keizer werdt had hij alle macht gepakt. en hij gebruikte de macht om nuttige
dingen te doen. Zoals de achternamen, iedereen rechtsrijden. cm mm m is ook door
napoleon ingevoert.
25. Ik kan uitleggen waarom Napoleon belangrijk is geweest voor de verspreiding
van de Verlichtingsidealen.
door de oorlogen en vele volgelingen die hij had
Algemeen
26. Ik kan aangeven wat er gebeurde in de volgende jaren m.b.t. dit onderwerp:
a. 1620
b. 1776
c. 1807
d. 1833
27. Ik kan de volgende begrippen in mijn eigen woorden uitleggen: kolonie,
kolonisten, Pilgrim Fathers, inheemse bevolking, vestigingskolonie, plantage
economie, Caribisch gebied, slaafgemaakten, driehoekshandel, trias politica,
volkssoevereiniteit, natuurlijke rechten, federale staat, abolitionisme.
28. Ik kan uitleggen welke kenmerkende aspecten (p.209) passen bij deze HC1.1 en
waarom.
Motivatie voor kolonisatie, Plantages in Virginia, Pilgrim Fathers in New England &
Oorlog en ziekte (bladzijde 209-212)
29. Ik kan uitleggen met welk doel de Engelsen in de 16e eeuw de kust van Noord-
Amerika verkenden.
30. Ik kan uitleggen met welk doel de Pilgrim Fathers een Engelse nederzetting
stichtten in Noord-Amerika.
31. Ik kan 3 motieven geven van mensen om in de 17e eeuw naar Amerika te
verhuizen.
32. Ik kan beschrijven hoe de contacten tussen kolonisten en indianen zich
ontwikkelden.
33. Ik kan verklaren waarom de komst van kolonisten zorgde voor een snelle
afname van het aantal indianen.