Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Belastingen zo krom als

een banaan
Als het om problemen met onze belastingen gaat, gaat alle aandacht naar de toeslagen. En
terecht. Maar niet alleen vanwege de toeslagenaffaire waardoor het kabinet aftrad. De
problemen rond toeslagen zijn groot en fundamenteel. Ze zijn bedacht als inkomenssteun.
Maar in werkelijkheid zorgen ze te vaak voor financiële problemen bij mensen die de
toeslagen het hardst nodig hebben: mensen met lage inkomens en weinig buffers. Ze worden
namelijk als voorschot uitgekeerd, en moeten vaak deels worden terugbetaald. Bijvoorbeeld
als het inkomen later hoger blijkt. Dat terugbetalen zorgt bij mensen met weinig geld voor
problemen. De overheid wil dus steunen, maar zorgt zélf voor financiële onzekerheid.
Buitengewoon pijnlijk, constateerden ambtenaren van het ministerie van Financiën eind 2019.

Maar er is meer mis met ons belastingstelsel. In aanloop naar deze verkiezingen schreven 30
economen er een boekwerk over, onder aanvoering van Sijbren Cnossen en Bas Jacobs. En in
mei stuurden ambtenaren van Financiën elf rapporten met verbeteringen naar de Tweede
Kamer. Kern van de problemen die beide analyses zien: de belastingdruk is scheef verdeeld
en in een aantal gevallen hebben de handigste harry’s, toch vaak de mensen met geld, daar
voordeel van.

Die scheve belastingdruk is er bijvoorbeeld tussen een- en tweeverdieners, tussen


verschillende soorten werkende mensen (zzp’ers, werknemers) en tussen verschillende
soorten inkomsten uit vermogen. Dat is niet alleen raar (om niet te zeggen oneerlijk), het zorgt
er ook voor dat mensen die het kunnen betalen een belastingadviseur inhuren om zo min
mogelijk belasting af te dragen. „Waardoor vooral over grote vermogens en inkomens
belasting wordt ontweken”, schreven de ambtenaren in mei.

Een intrigerend voorbeeld is box 2. Bij veel mensen is die box onbekend, want maar 400.000
Nederlanders betalen belasting in box 2. Maar in deze box met de bijnaam ‘de pretbox’ is wel
wat aan de hand volgens de economen en ambtenaren.

Iedereen die meer dan 5 procent van de aandelen bezit in een bedrijf moet belasting over de
inkomsten daarvan betalen in box 2. Een directeur-grootaandeelhouder doet dat ook. De
ambtenaren schatten dat er veel vermogen onder box 2 valt – 400 miljard euro – maar dat er
relatief weinig belasting wordt betaald. Minder dan spaarders en beleggers in box 3 betalen.
Dat komt doordat er allerhande constructies mogelijk zijn met bv’s in box 2. Het vermogen
dat onder box 2 valt, is ook nog eens zeer scheef verdeeld: een groot deel is in handen van een
kleine groep. „Daarmee draagt de fiscale wetgeving bij aan vermogensongelijkheid,”
concludeerden de ambtenaren.

Er is nog meer scheef: de belastingdruk op werk is relatief hoog, en die op vermogen laag,
vergeleken met landen om ons heen. En dat terwijl je werken liever niet wilt ontmoedigen.
Als een nieuw kabinet niks doet, neemt die lastendruk bovendien toe door stijgende
zorgkosten en premies.

Als je de twee studies leest, kun je niet anders dan concluderen dat er veel anders moet. Een
ingewikkelde technische, maar politiek ook zeer gevoelige klus. En dan heeft de
Belastingdienst het ook nog zwaar: een lading complexe nieuwe regels is de komende jaren te
veel, waarschuwden de ambtenaren. Eis nummer één aan een nieuw kabinet is dus dat het niet
alleen eerlijker, maar vooral ook eenvoudiger moet.

Marike Stellinga is econoom en politiek verslaggever. Ze schrijft elke week op deze plek
over politiek en economie.

You might also like