Professional Documents
Culture Documents
Europese Integratie (Samenvatting)
Europese Integratie (Samenvatting)
EUROPESE INTEGRATIE
SUMMARY / SAMENVATTING
INSTITUTIONS
EC EUROPEAN COMMISSION
De EC is een supranationale institutie die zetelt in het Berlaymontgebouw in Brussel. Onder
de taken valt het ontwikkelen van wetsvoorstellen, het monitoren van de implementatie van
nieuwe wetten in de lidstaten, het ontwikkelen en beheren van het EU-budget, het
vertegenwoordigen van de EU bij internationale onderhandelingen, het overzien van
uitbreiding van de EU en de coördinatie van EU-ontwikkelingshulp. De EC bestaat uit 28
commissieleden (één per land) die voor vijf jaar worden gekozen, ieder over een specifiek
beleidsterrein gaan, en de belangen van de EU vertegenwoordigen. Elk commissielid heeft
een kabinet, een kleine groep assistenten en adviseurs geleid door een kabinetschef. Er is
één voorzitter van de commissie (Ursula von der Leyen), die moet worden genomineerd
door de ER en moet worden goedgekeurd door het EP voor een ambtstermijn van vijf jaar.
De directoraten-generaal vormen departementen binnen de EC die onder leiding van de
directeur-generaal verantwoordelijk zijn voor het overzien van de invoering en toepassing
van beleid voor een bepaald specifiek beleidsterrein. De wetsvoorstellen worden geschreven
door stafleden van een specifiek directoraat-generaal, vervolgens wordt het wetsvoorstel
gekeurd door de andere directoraten-generaal en door de juridische dienst. Daarna wordt
het nog eens doorgenomen op een ontmoeting van de kabinetschefs en later ook op een
ontmoeting van het College van Commissieleden. Uiteindelijk wordt het naar de Raad van
Ministers en het EP gestuurd en als het dan wordt goedgekeurd wordt het onder toezicht
van de EC geïmplementeerd in de lidstaten.
EP EUROPEAN PARLIAMENT
Het EP is een supranationale institutie die zetelt in de Espace Leopold in Brussel en in het
Louise-Weissgebouw in Straatsburg. Het kan wetsvoorstellen en het EU-budget goed- en
afkeuren, kan druk uitoefenen op de EC om met bepaalde wetsvoorstellen te komen, wordt
door de EC en de Raad van Ministers op de hoogte gehouden van hun activiteiten, heeft de
mogelijkheid om kandidaten voor de positie van EC-president en Hoge Vertegenwoordiger
van BuZa en Veiligheid goed- of af te keuren en kan het College van Commissieleden
afzetten. Het EP bestaat uit 751 MEP’s uit alle lidstaten gekozen door de Europese
bevolking voor vijf jaar. Ieder land heeft een bepaald aantal zetels voorgeschreven staan
waarvoor gekozen kan worden in relatieve verhouding met het inwoneraantal Er is één
president (Davide Sassoli) die wordt verkozen door de groepen in het parlement voor een
termijn van vijf jaar. De president is kamervoorzitter tijdens de debatten, tekent het EU-
budget en alle andere wetsvoorstellen, brengt wetsvoorstellen onder bij comités, en
representeert het EP in juridische zaken en in relatie met andere Europese instituties. MEP’s
verenigen zich in transnationale groepen op basis van ideologie of zijn lid als
1
onafhankelijken. De grootste partijen zijn de christendemocraten (EPP) en de sociaal-
democraten (S&D). Andere partijen zijn het linkse GUE/NGL, het groene Greens/EFA, het
liberale ALDE, het conservatieve ECR en het eurosceptische EFDD. Specifiek werk wordt
gedaan door comités, bestaande uit bepaalde parlementsleden per specifiek
beleidsonderwerp. De Conferentie van Presidenten vormt het belangrijkste administratieve
bestanddeel van de EP. Het bestaat uit de voorzitters van de politieke groepen en wordt
voorgezeten door de president van het EP. Het is verantwoordelijk voor het beheren van de
plenaire sessies en het comité-systeem van de EP. Het EP kende in eerste instantie de
consultatieprocedure, die inhield dat het EP alleen kon reageren op wetsvoorstellen van de
EC om ze te vertragen. Vervolgens kwam met de Europese Akte de coöperatieprocedure,
die inhield dat het EP bepaalde wetsvoorstellen een tweede keer mag doornemen. Hierna
kwam de tegenwoordig meest gebruikte procedure, namelijk de gewone
wetgevingsprocedure, waarin het EP wetsvoorstellen drie keer mag doornemen, net als de
Raad van Ministers. Ook zien we tegenwoordig vaker de consentprocedure, waarin het EP
vetorecht heeft op het gebied van bijvoorbeeld de toelating van nieuwe lidstaten tot de EU.
Het EC stuurt wetsvoorstellen door naar het EP en de Raad van Ministers. Nadat een
rapporteur er een rapport over schrijft houdt het relevante EP-comité de eerste lezing en
stemming. Als de Raad met het voorstel instemt, wordt het geaccepteerd. Als dat niet zo is,
maakt de Raad toevoegingen en gaat het door naar het EP. Het comité doet vervolgens
hetzelfde, waarna de EC haar mening geeft en het voorstel teruggaat naar de Raad en kan
worden goedgekeurd. Als de Raad weer niet tevreden is gaat een specifiek EC-comité er
naar kijken en hebben de EP en de Raad een laatste mogelijkheid om het voorstel goed te
keuren, voordat het definitief wordt afgekeurd.
2
middels gekwalificeerde meerderheid, waarbij er een substantiële meerderheid nodig is om
te winnen. Het EC stuurt voorstellen naar de Raad en het relevante deel van de Raad
beoordeeld dit voorstel. Vervolgens wordt het naar Coreper gestuurd zodat het door
vertegenwoordigers van de lidstaten kan worden besproken. Daarna wordt het naar de
relevante ministeriële raad gestuurd en is er sprake van een ‘heen-en-weer’-proces met het
EP, waarna uiteindelijk een definitieve beslissing over het wetsvoorstel wordt genomen.
3
Onderwijsbeleid focust zich om de stimulatie van uitwisseling van studenten en staf van
onderwijsinstellingen tussen landen en de stimulatie van meer samenwerking op educatief
gebied tussen de lidstaten. Het Bolognaproces is een akkoord tussen Europese staten om
certificaten voor het hoger onderwijs meer eenduidig te maken. De Erasmusgeneratie is een
groep studenten die mee hebben gedaan aan het Erasmus-uitwisselingsprogramma sinds
1987.
4
NAVO, gebaseerd op de Petersbergtaken en het behoud van militaire mogelijkheden op de
korte termijn. De Europese Veiligheidsstrategie is de eerste duidelijke uitwerking van de
prioriteiten en doelen van het veiligheidsbeleid van de EU.
TREATIES
1951 TREATY OF PARIS
Het Verdrag van Parijs trad in werking in 1952 en zorgde voor de creatie van de EGKS.
5
1992 TREATY OF THE EUROPEAN UNION / MAASTRICHT
Het Verdrag van de Europese Unie werd getekend in Maastricht, trad in werking in 1993 en
gaf de Europese gemeenschap een nieuwe naam (EU), creëerde de drie pilaren van de
EU*, vergrote het beleidsterrein van de EU, maakte de aanloop voor de creatie van een
economische en monetaire unie en het voornemen om een gemeenschappelijk
buitenlandbeleid te creëren. Het creëerde de drie pilaren van de EU als compromis waarin
de creatie van gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid en beleid op het gebied
van justitie en binnenlandbeleid wettelijk gescheiden werd van de Europese gemeenschap
om zo intergouvernementele samenwerking binnen deze sectoren te waarborgen.
INTEGRATION THEORIES
... NEOFUNCTIONALISM
Het neofunctionalisme is bedacht door Ernst B. Haas en omvat het volgende: het Europese
integratieproces wordt gestuurd door de Europese bureaucratie zelf en kan niet worden
tegengehouden door individuele landen. Er is sprake van functionele spillover, politieke
spillover, geografische spillover en gecultiveerde spillover, en het Europese integratieproces
6
leidt uiteindelijk tot een federaal Europa. Het neofunctionalisme is gebaseerd op de theorie
van het functionalisme van David Mitrany, die zegt dat het integratieproces zich van
binnenuit ontwikkeld doordat er binnen de gecreëerde instituties een eigen interne dynamiek
is ontstaan
... REALISM
Volgens het realisme bestaat er een anarchisch globaal systeem zonder regels of
bovenstaande autoriteit en internationale betrekkingen worden gestuurd door het streven
naar macht van individuele staten. Het realisme vormt de fundering voor de academische
discipline van internationale betrekkingen.
7
... ORGANIZATION FOR EUROPEAN ECONOMIC COOPERATION
De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEEC) was een internationale
institutie die werd opgericht om het Marshallplan te beheren en coördineren, wat kan worden
gezien als de eerste stap richting Europese integratie na de Tweede Wereldoorlog.
8
ging boycotten. Uiteindelijk werd in 1966 het Luxemburg-compromis gesloten, wat er
informeel voor zorgde dat de consensus de nieuwe manier van beleidsvorming werd.
... EUROSCLEROSIS
Eurosclerosis is een term die wordt gebruikt om de periode van inflexibiliteit op de West-
Europese banenmarkt en de mislukking van de creatie van nieuwe banen vanaf 1985 aan te
geven.
CONCEPTS
... ACQUIS COMMUNAUTAIRE
Acquis communautaire is het geheel aan verdragen, wetten en regulaties dat is ingevoerd
door de EU.
... OPT-OUTS
Opt-outs zijn de mogelijkheid voor staten om niet mee te doen aan een bepaald akkoord van
de EU. Uit de opt-outs komt gedifferentieerde integratie voort.
... SUBSIDIARITY
Subsidiariteit is het idee dat de EU zich zou moeten beperken tot het beleid dat beter
gezamenlijk dan op het niveau van de lidstaat kan worden uitgevoerd.
... THINKTANK
9
Een denktank is een organisatie die onderzoek doet op een specifiek beleidsgebied met als
doel het beïnvloeden van het publieke debat en de politieke gang van zaken.
... LOBBYING
Lobbyen is het beïnvloeden van mensen die toegang hebben tot het beleidsvormingsproces
namens individuen, groepen of organisaties.
... EUROBAROMETER
De Eurobarometer is het peilsysteem van de EU die 2 belangrijke enquêtes uitgeeft per jaar
en regelmatig met kleinere enquêtes komt over specifieke onderwerpen. Het stelt zich ten
doel de publieke opinie in kaart te brengen.
... EUROSCEPTICISM
Euroscepticisme is oppositie tegen het Europese integratieproces, of twijfel aan de manier
waarop het integratieproces zich voorzet, gebaseerd op bezorgdheid over het verlies van
soevereiniteit van de staten of over de mate van ondemocratische beleidsvorming binnen de
EU.
... INCREMENTALISM
Incrementalisme is een methode van beleidsontwikkeling door de nadruk te leggen op kleine
en vaak ongeplande veranderingen in plaats van meer radicale veranderingen.
10
... WESTBINDUNG
Westbindung was de buitenlandpolitiek van Konrad Adenauer om West-Duitsland te
verbinden aan West-Europa door te stellen dat dat in de Duitse traditie valt, wat opzich niet
zo is.
FEDERATION → De EU verdragen vormen het functionele alternatief voor een grondwet, er zijn
tenminste twee wetssystemen in de EU (Europees en nationaal), de EU heeft een aparte bureaucratie,
wetgevende macht en justitieel hof naast het bestaan van de nationale equivalenten, de EU heeft een
hoge mate van autoriteit op het gebied van landbouw, milieu, handel en monetaire zaken en de
burgers van de EU identificeren zich steeds meer als Europeaan.
11
NO → Een lage verkiezingsopkomst is niet per se een teken van een afnemend vertrouwen in de
politiek maar kan ook betekenen dat mensen zich op een andere wijze politiek willen laten gelden,
sommige mensen stemmen niet omdat ze het gevoel hebben dat een machtsverandering weinig
invloed zal uitmaken, een lage verkiezingsopkomst is misschien meer een teken van een afname van
vertrouwen in politieke partijen en een lage verkiezingsopkomst wekt misschien de suggestie dat de
interesse in politiek is afgenomen, wat op zich niet slecht is.
NO → De euro kent vanaf het begin af aan kritieke ontwerpfouten zoals het overlaten van fiscaal
beleid aan de lidstaten, er is nog steeds niet genoeg vertrouwen in de leiders van de eurozone, de
eurozone-landen hebben nog altijd economieën die substantieel van elkaar verschillen en er is een
kans dat lidstaten de eurozone verlaten en er een nieuwe, kleinere valuta-unie zal ontstaan.
NO → Militaire concurrentie is voor Europa vaak een grote spanningsbron geweest, het onderhouden
van een leger is duur en zou ten koste gaan van andere beleidsterreinen, militaire macht kan
tekortschieten in zijn doelen en leiden tot een vergroting van de dreiging van andere actoren en
lidstaten van de EU hebben laten zien dat ze vaak niet in staat zijn om overeen te komen op het gebied
van defensie.
INSTITUTIES
12
EC EUROPESE COMMISSIE
De EC is een supranationale institutie die zetelt in het Berlaymontgebouw in Brussel. Onder
de taken valt het ontwikkelen van wetsvoorstellen, het monitoren van de implementatie van
nieuwe wetten in de lidstaten, het ontwikkelen en beheren van het EU-budget, het
vertegenwoordigen van de EU bij internationale onderhandelingen, het overzien van
uitbreiding van de EU en de coördinatie van EU-ontwikkelingshulp. De EC bestaat uit 28
commissieleden (één per land) die voor vijf jaar worden gekozen, ieder over een specifiek
beleidsterrein gaan, en de belangen van de EU vertegenwoordigen. Elk commissielid heeft
een kabinet, een kleine groep assistenten en adviseurs geleid door een kabinetschef. Er is
één voorzitter van de commissie (Ursula von der Leyen), die moet worden genomineerd
door de ER en moet worden goedgekeurd door het EP voor een ambtstermijn van vijf jaar.
De directoraten-generaal vormen departementen binnen de EC die onder leiding van de
directeur-generaal verantwoordelijk zijn voor het overzien van de invoering en toepassing
van beleid voor een bepaald specifiek beleidsterrein. De wetsvoorstellen worden geschreven
door stafleden van een specifiek directoraat-generaal, vervolgens wordt het wetsvoorstel
gekeurd door de andere directoraten-generaal en door de juridische dienst. Daarna wordt
het nog eens doorgenomen op een ontmoeting van de kabinetschefs en later ook op een
ontmoeting van het College van Commissieleden. Uiteindelijk wordt het naar de Raad van
Ministers en het EP gestuurd en als het dan wordt goedgekeurd wordt het onder toezicht
van de EC geïmplementeerd in de lidstaten.
EP EUROPESE PARLEMENT
Het EP is een supranationale institutie die zetelt in de Espace Leopold in Brussel en in het
Louise-Weissgebouw in Straatsburg. Het kan wetsvoorstellen en het EU-budget goed- en
afkeuren, kan druk uitoefenen op de EC om met bepaalde wetsvoorstellen te komen, wordt
door de EC en de Raad van Ministers op de hoogte gehouden van hun activiteiten, heeft de
mogelijkheid om kandidaten voor de positie van EC-president en Hoge Vertegenwoordiger
van BuZa en Veiligheid goed- of af te keuren en kan het College van Commissieleden
afzetten. Het EP bestaat uit 751 MEP’s uit alle lidstaten gekozen door de Europese
bevolking voor vijf jaar. Ieder land heeft een bepaald aantal zetels voorgeschreven staan
waarvoor gekozen kan worden in relatieve verhouding met het inwoneraantal Er is één
president (Davide Sassoli) die wordt verkozen door de groepen in het parlement voor een
termijn van vijf jaar. De president is kamervoorzitter tijdens de debatten, tekent het EU-
budget en alle andere wetsvoorstellen, brengt wetsvoorstellen onder bij comités, en
representeert het EP in juridische zaken en in relatie met andere Europese instituties. MEP’s
verenigen zich in transnationale groepen op basis van ideologie of zijn lid als
onafhankelijken. De grootste partijen zijn de christendemocraten (EPP) en de sociaal-
democraten (S&D). Andere partijen zijn het linkse GUE/NGL, het groene Greens/EFA, het
liberale ALDE, het conservatieve ECR en het eurosceptische EFDD. Specifiek werk wordt
gedaan door comités, bestaande uit bepaalde parlementsleden per specifiek
beleidsonderwerp. De Conferentie van Presidenten vormt het belangrijkste administratieve
bestanddeel van de EP. Het bestaat uit de voorzitters van de politieke groepen en wordt
voorgezeten door de president van het EP. Het is verantwoordelijk voor het beheren van de
plenaire sessies en het comité-systeem van de EP. Het EP kende in eerste instantie de
consultatieprocedure, die inhield dat het EP alleen kon reageren op wetsvoorstellen van de
EC om ze te vertragen. Vervolgens kwam met de Europese Akte de coöperatieprocedure,
die inhield dat het EP bepaalde wetsvoorstellen een tweede keer mag doornemen. Hierna
13
kwam de tegenwoordig meest gebruikte procedure, namelijk de gewone
wetgevingsprocedure, waarin het EP wetsvoorstellen drie keer mag doornemen, net als de
Raad van Ministers. Ook zien we tegenwoordig vaker de consentprocedure, waarin het EP
vetorecht heeft op het gebied van bijvoorbeeld de toelating van nieuwe lidstaten tot de EU.
Het EC stuurt wetsvoorstellen door naar het EP en de Raad van Ministers. Nadat een
rapporteur er een rapport over schrijft houdt het relevante EP-comité de eerste lezing en
stemming. Als de Raad met het voorstel instemt, wordt het geaccepteerd. Als dat niet zo is,
maakt de Raad toevoegingen en gaat het door naar het EP. Het comité doet vervolgens
hetzelfde, waarna de EC haar mening geeft en het voorstel teruggaat naar de Raad en kan
worden goedgekeurd. Als de Raad weer niet tevreden is gaat een specifiek EC-comité er
naar kijken en hebben de EP en de Raad een laatste mogelijkheid om het voorstel goed te
keuren, voordat het definitief wordt afgekeurd.
ER EUROPESE RAAD
De ER is een intergouvernementele institutie die zetelt in Brussel. De ER bestaat uit de
staatshoofden van de lidstaten onder de noemer ‘het raad van bestuur’ en een voorzitter
(Charles Michel) die benoemt wordt door de ER voor een termijn van tweeënhalf jaar. Ze
komen tenminste vier keer per jaar samen om strategische beslissingen te nemen,
kandidaten te nomineren voor bepalende posities binnen de EU (zoals voorzitter van de EC,
Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor de GBVB en president van de ECB).
14
rechtbanken indien hierom wordt gevraagd en neemt direct besluit in zaken tussen
bijvoorbeeld EU instituties en lidstaten. Het bestaat uit één president voor een termijn van
drie jaar die wordt gekozen uit de achtentwintig rechters. De rechters worden geassisteerd
door elf advocaten-generaal die voor zes jaar worden benoemd, die de zaken doornemen
voordat de rechters dat doen en adviezen geven over welke wetten zouden moeten worden
toegepast.. Een rechter-rapporteur is een rechter op het Hof van Justitie die verschillende
delen van de beoordeling van een zaak overziet. De rechters worden ook geassisteerd door
een lager gerechtshof (Algemeen Hof) bestaande uit achtentwintig rechters die minder
gecompliceerde zaken overziet voordat die doorgaan naar het Hof van Justitie. De griffier
wordt gevraagd het gerechtsproces te starten. Vervolgens wordt een zaak toegewezen aan
een rechter-rapporteur en een advocaat-generaal. Daarna wordt de zaak toegewezen aan
een kamer en besproken door de betrokken partijen. Vervolgens geeft de advocaat-generaal
zijn mening en afsluitend velt het Hof zijn oordeel
SPECIFIEKE BELEIDSTERREINEN
EEFP ECONOMISCH BELEID
De Europa 2020-strategie is een economische strategie voor de lange termijn met als doel
het creëren van banen, het verhogen van onderwijsmogelijkheden en het creëren van
duurzame economische groei. Het Europees wisselkoersmechanisme (ERM) was een
afspraak ten tijde van de EEC om de waarden van de verschillende valuta’s op een stabiel
niveau te houden. Het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) ontstond in 1997 en hield in dat
overheden van toekomstige euro-landen actief hun budgettaire tekorten gaan controleren in
het belang van het stabiliseren van hun valuta’s.
ECP COHESIEBELEID
Cohesiebeleid stelt zich ten doel om de welvaart te herverdelen en nieuwe kansen te
creëren voor minder bedeelde gebieden binnen de EU met als uiteindelijke doel om de
inkomenskloof te verkleinen. Regionaal beleid stelt zich ten doel om de economische
verschillen tussen regio’s binnen de EU te verkleinen met als voornaamste focus het creëren
van banen en economische groei. Structurele fondsen zijn fondsen die worden beheerd door
de EU en zijn ontworpen om te investeren in economische ontwikkeling en de creatie van
werkgelegenheid in armere delen van de EU.
ETP ONDERWIJSBELEID
Onderwijsbeleid focust zich om de stimulatie van uitwisseling van studenten en staf van
onderwijsinstellingen tussen landen en de stimulatie van meer samenwerking op educatief
gebied tussen de lidstaten. Het Bolognaproces is een akkoord tussen Europese staten om
certificaten voor het hoger onderwijs meer eenduidig te maken. De Erasmusgeneratie is een
groep studenten die mee hebben gedaan aan het Erasmus-uitwisselingsprogramma sinds
1987.
CAP LANDBOUWBELEID
Landbouwbeleid is beleid op het gebied van de productie en distributie van voedsel, met een
speciale focus op bevoorrading, prijzen, kwaliteit, landgebruik, handel en baanzekerheid.
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (CAP) is een van de oudste en meest
15
controversiële delen van het EU beleid, oorspronkelijk gebaseerd op een systeem van
prijsondersteuning voor boeren, maar later hervormd.
CFP VISSERIJBELEID
Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (CFP) stelt zich ten doel de vispopulatie te beheren
en de visindustrie te reguleren
EEP MILIEUBELEID
Milieubeleid houdt zich bezig met het beheer van hernieuwbare natuurlijke bronnen, zoals
water land en bossen, en het beperken van de negatieve invloed van de mens op het milieu.
De belangrijkste beleidsgebieden binnen het Milieubeleid zijn waterkwaliteit, afvalcontrole,
luchtkwaliteit, chemicaliën, biodiversiteit, genetisch gemodificeerde organismen en
geluidsoverlast. Het emissiehandelssysteem is een marktmechanisme om broeikasgassen
te verlagen door toestemming om bepaalde hoeveelheden emissie uit te stoten in beperkte
mate op de markt te brengen.
CFSP BUITENLANDBELEID
Buitenlandbeleid gaat over de relatie tussen de staat en andere staten en draait specifiek
om problemen op het gebied van veiligheid, handel immigratie en economische relaties. Het
Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid (GBVB) is een poging van het verdrag
van Maastricht om een gemeenschappelijke positie op het gebied van buitenlandbeleid vast
te stellen.
CSDP VEILIGHEIDSBELEID
Veiligheidsbeleid draait om de verhouding tussen (militaire) dreiging en nationale belangen.
De Petersbergtaken is een drietal taken - humanitair werk, reddingswerk en vredebehoud -
die sinds 1992 de kern vormde van de West-Europese Unie en inmiddels de basis van het
veiligheidsbeleid van de EU vormt. Het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB)
vormde een kritieke stap in de ontwikkeling van het Europese veiligheidsbeleid buiten de
NAVO, gebaseerd op de Petersbergtaken en het behoud van militaire mogelijkheden op de
korte termijn. De Europese Veiligheidsstrategie is de eerste duidelijke uitwerking van de
prioriteiten en doelen van het veiligheidsbeleid van de EU.
CCP HANDELSBELEID
Het Gemeenschappelijk Commercieel Beleid (CCP) was een deel van het verdrag van
Rome en bepaalde de manier van onderhandeling met derde partijen op het gebied van
handelsconflicten
ENP NABUURSCHAPSBELEID
16
Het Barcelona-proces is een programma dat zich ten doel stelt om de banden tussen de EU
en haar Noord-Afrikaanse en Midden-Oosterse buren te versterken. De Unie van de
Mediterranee was een herlancering van het Barcelona-proces in 2008, met een focus op
veiligheid, immigratie, het milieu, transport en onderwijs. Het Europees Nabuurschapsbeleid
(ENP) stelt zich ten doel om democratie en kapitalisme bij de Oost-Europese en Noord-
Afrikaanse buren van de EU te promoten.
TREATIES
1951 VERDRAG VAN PARIJS
Het Verdrag van Parijs trad in werking in 1952 en zorgde voor de creatie van de EGKS.
1985 SCHENGENAKKOORDEN
De Schengenakkoorden traden in werking in 1990 en deed grenscontroles tussen
deelnemende landen verdwijnen.
17
1997 VERDRAG VAN AMSTERDAM
Het Verdrag van Amsterdam trad in werking in 1999 en vergrote het beleidsterrein van de
EU en zorgde voor organisatorische veranderingen.
INTEGRATIETHEORIEËN
... NEOFUNCTIONALISME
Het neofunctionalisme is bedacht door Ernst B. Haas en omvat het volgende: het Europese
integratieproces wordt gestuurd door de Europese bureaucratie zelf en kan niet worden
tegengehouden door individuele landen. Er is sprake van functionele spillover, politieke
spillover, geografische spillover en gecultiveerde spillover, en het Europese integratieproces
leidt uiteindelijk tot een federaal Europa. Het neofunctionalisme is gebaseerd op de theorie
van het functionalisme van David Mitrany, die zegt dat het integratieproces zich van
binnenuit ontwikkeld doordat er binnen de gecreëerde instituties een eigen interne dynamiek
is ontstaan
18
op de theorie van het intergouvernementalisme, die zegt dat belangrijke beslissingen op het
gebied van samenwerking worden genomen als resultaat van onderhandelingen tussen
vertegenwoordigers van de betrokken landen
... REALISME
Volgens het realisme bestaat er een anarchisch globaal systeem zonder regels of
bovenstaande autoriteit en internationale betrekkingen worden gestuurd door het streven
naar macht van individuele staten. Het realisme vormt de fundering voor de academische
discipline van internationale betrekkingen.
19
De Schumanverklaring was een verklaring die grotendeels werd voorbereid door Jean
Monnet en werd voorgedragen door Robert Schuman in 1950 en het plan voor de oprichting
van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal aankondigd.
... LEGESTOELCRISIS
De legestoelcrisis was een dispuut in 1965 of de relatieve macht van de EEC-instituties over
de overheden van de lidstaten, waardoor Frankrijk ontmoetingen van de Raad van Ministers
ging boycotten. Uiteindelijk werd in 1966 het Luxemburg-compromis gesloten, wat er
informeel voor zorgde dat de consensus de nieuwe manier van beleidsvorming werd.
20
... EUROSCLEROSIS
Eurosclerosis is een term die wordt gebruikt om de periode van inflexibiliteit op de West-
Europese banenmarkt en de mislukking van de creatie van nieuwe banen vanaf 1985 aan te
geven.
... LISSABONSTRATEGIE
De Lissabonstrategie is een poging uit 2000 om doelen te stellen voor economische
modernisering binnen de EU, met als doel om Europa binnen 10 jaar de meest dynamische
markt ter wereld te maken.
CONCEPTS
... ACQUIS COMMUNAUTAIRE
Acquis communautaire is het geheel aan verdragen, wetten en regulaties dat is ingevoerd
door de EU.
... OPT-OUTS
Opt-outs zijn de mogelijkheid voor staten om niet mee te doen aan een bepaald akkoord van
de EU. Uit de opt-outs komt gedifferentieerde integratie voort.
... SUBSIDIARITEIT
Subsidiariteit is het idee dat de EU zich zou moeten beperken tot het beleid dat beter
gezamenlijk dan op het niveau van de lidstaat kan worden uitgevoerd.
... KOPENHAGENVOORWAARDEN
De Kopenhagenvoorwaarden zijn de in 1993 bepaalde voorwaarden voor toetreding tot de
EU. Potentiële lidstaten moeten beschikken over een democratie, kapitalisme en de wil en
mogelijkheid om alle bestaande EU-wetten in te voeren.
... DENKTANK
Een denktank is een organisatie die onderzoek doet op een specifiek beleidsgebied met als
doel het beïnvloeden van het publieke debat en de politieke gang van zaken.
... LOBBYEN
Lobbyen is het beïnvloeden van mensen die toegang hebben tot het beleidsvormingsproces
namens individuen, groepen of organisaties.
... EUROBAROMETER
21
De Eurobarometer is het peilsysteem van de EU die 2 belangrijke enquêtes uitgeeft per jaar
en regelmatig met kleinere enquêtes komt over specifieke onderwerpen. Het stelt zich ten
doel de publieke opinie in kaart te brengen.
... EUROSCEPTICISME
Euroscepticisme is oppositie tegen het Europese integratieproces, of twijfel aan de manier
waarop het integratieproces zich voorzet, gebaseerd op bezorgdheid over het verlies van
soevereiniteit van de staten of over de mate van ondemocratische beleidsvorming binnen de
EU.
... EU BELEIDSCYCLUS
De EU beleidscyclus begint bij agendasetting: het bepalen welke problemen op de publieke
agenda moeten komen te staan. Vervolgens komt de formulering, de ontwikkeling van een
antwoord op de problemen op de agenda, Hierna volgt de adoptie, het formeel aannemen
van wetsvoorstellen door ze in te voeren in de wet. Daarna komt de implementatie, het
uitvoeren van het aangenomen beleid en ten slotte komt de evaluatie, het herzien van de
effecten van het beleid. Het kan zijn dat er aanpassingen nodig zijn en het proces weer van
voor af aan begint.
... INCREMENTALISME
Incrementalisme is een methode van beleidsontwikkeling door de nadruk te leggen op kleine
en vaak ongeplande veranderingen in plaats van meer radicale veranderingen.
... WESTBINDUNG
Westbindung was de buitenlandpolitiek van Konrad Adenauer om West-Duitsland te
verbinden aan West-Europa door te stellen dat dat in de Duitse traditie valt, wat opzich niet
zo is.
22
POSSIBLE EXAM QUESTIONS
... IS DE EU EEN CONFEDERATIE OF EEN FEDERATIE?
CONFEDERATIE → Er is geen Europese grondwet, de EU is een een unie van staten en geen
overheidssysteem, de belangen van burgers van de lidstaten worden door hun overheden binnen de
EU behartigd, de Eu lidstaten zijn afzonderlijke politieke eenheden, de burgers van de EU voelen
meer aanhankelijkheid aan hun landen dan aan de EU en de EU is een vrijwillige associatie.
FEDERATIE → De EU verdragen vormen het functionele alternatief voor een grondwet, er zijn
tenminste twee wetssystemen in de EU (Europees en nationaal), de EU heeft een aparte bureaucratie,
wetgevende macht en justitieel hof naast het bestaan van de nationale equivalenten, de EU heeft een
hoge mate van autoriteit op het gebied van landbouw, milieu, handel en monetaire zaken en de
burgers van de EU identificeren zich steeds meer als Europeaan.
NEE → De verdragen vormen al de grondwet van de EU, in bijvoorbeeld Groot-Brittannie weet men
ook prima te functioneren zonder grondwet, debatten over de inhoud en invoering van de grondwet
kunnen het integratieproces schaden door de invloed van actoren die het willen gebruiken voor eigen
politieke doeleinden en de lidstaten zouden zich moeten focussen op het efficiënter maken van het
bestaande systeem.
NEE → Een lage verkiezingsopkomst is niet per se een teken van een afnemend vertrouwen in de
politiek maar kan ook betekenen dat mensen zich op een andere wijze politiek willen laten gelden,
sommige mensen stemmen niet omdat ze het gevoel hebben dat een machtsverandering weinig
invloed zal uitmaken, een lage verkiezingsopkomst is misschien meer een teken van een afname van
vertrouwen in politieke partijen en een lage verkiezingsopkomst wekt misschien de suggestie dat de
interesse in politiek is afgenomen, wat op zich niet slecht is.
23
JA → Buiten het EP is er geen directe vertegenwoordiging voor de burgers van de Europese Unie
binnen de Europese instituties, het gebrek aan invloed van de burgers op de EU leidt tot een gebrek
aan interesse en begrip en Europese leiders worden vooral gedreven door nationale in plaats van
Europese belangen, wat voor een verminderde geloofwaardigheid voor de EU op internationaal
gebied zorgt.
NEE → De euro kent vanaf het begin af aan kritieke ontwerpfouten zoals het overlaten van fiscaal
beleid aan de lidstaten, er is nog steeds niet genoeg vertrouwen in de leiders van de eurozone, de
eurozone-landen hebben nog altijd economieën die substantieel van elkaar verschillen en er is een
kans dat lidstaten de eurozone verlaten en er een nieuwe, kleinere valuta-unie zal ontstaan.
NEE → Militaire concurrentie is voor Europa vaak een grote spanningsbron geweest, het
onderhouden van een leger is duur en zou ten koste gaan van andere beleidsterreinen, militaire macht
kan tekortschieten in zijn doelen en leiden tot een vergroting van de dreiging van andere actoren en
lidstaten van de EU hebben laten zien dat ze vaak niet in staat zijn om overeen te komen op het gebied
van defensie.
24