Vraagstukken Over Arbeid en Kostprijsberekeningdeel2

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

Vraagstukken over arbeid en kostprijsberekening.

1. Een generator heeft een vermogen van 25 kw. Hoeveel arbeid levert
de generator in een ½ uur.

2. Een koffiezetapparaat met een weerstand van 46 Ω neemt een


stroom op van 5 A. Bereken de arbeid na 2 uur.

3. In een kantoor hangen 6 armaturen van 4 x 40W. Hoeveel kost het


om deze gedurende 5 dagen 8uur per dag te laten branden.
(1KWH 0.27€)

4. Drie lampen van 99 Ω zijn aangesloten op 66 V. Hoeveel arbeid


hebben deze lampen na 2 dagen geleverd. En wat is de kostprijs als
1KWH 0.27€ bedraagt.
5. Een elektrisch verwarmingstoestel van 220V-660Wwordt
aangesloten op 220V. Hoe groot is de stroom?

6. Twee weerstanden zijn geschikt voor 220V. De eerste heeft een


vermogen van 800W. De tweede een vermogen van 1200W. Welke
weerstand heeft de kleinste waarde? Verklaar.

7. Om 1 kWh verbruik te bekomen mogen we:


een gloeilamp van 25W …………..uren laten branden.
een gloeilamp van 40W …………..uren laten branden.
een gloeilamp van 25W …………..uren laten branden.
een stofzuiger van 500W …………..uren laten werken.
een strijkijzer van …………….W één uur gebruiken.
een kookplaat van ……………W een half uur aangeschakeld laten.
8. Hoeveel zal men moeten betalen als een lamp van 25W 80 uren
brandt en 1kWh 0,27€ kost?

9. Een gsm laadt gemiddeld 2 uur op met een lader van 5 Watt.
Hoeveel kost dit op een jaar als we deze iedere dag volledig
opladen? 1kWh=0.27€

10. 3 lampen van 6V en 12Ω branden gedurende een week tussen


20h00 en 23h00. Bereken de kostprijs?

You might also like