Oefening Time management

Plannen schrijven, leren voor de tentamens, lid zijn van een studentenvereniging, je
sociale leven onderhouden, sporten en misschien heb je daarbovenop ook nog
een bijbaan. Kortom: als student heb je een ontzettend druk leven. Om je tijd
optimaal te kunnen benutten is het belangrijk dat je leert prioriteiten te stellen.

Prioriteiten stellen
Vraag je af: “Wat heb ik nou eigenlijk gedaan vandaag?” Gedurende de dag word je
regelmatig afgeleid door bijvoorbeeld sociale media en door anderen die een beroep
op je doen. Veel stress komt voort uit het feit dat we beslissingen impulsief nemen
zonder stil te staan bij de mate van urgentie en belangrijkheid van wat we
aanpakken. De volgende oefeningen helpen jou om prioriteiten te stellen:

Oefening 1: Dringend en belangrijk

Neem de afgelopen week in gedachten en schrijf op:
 Welke werkzaamheden/activiteiten die voor jou belangrijk en dringend zijn,
heb je verricht?
 Welke werkzaamheden/activiteiten die voor jou belangrijk zijn, had je kunnen
laten liggen, maar heb je toch gedaan?
 Welke onbelangrijke, maar wel dringende werkzaamheden/activiteiten heb je
verricht?
 Welke onbelangrijke en niet dringende werkzaamheden/activiteiten heb je
uitgevoerd?

Oefening 2: De volgende week/deze week

Maak nu een inventarisatie van de werkzaamheden van deze of komende week.
Maak een lijst van wat allemaal te wachten staat:
 Activiteiten deze of komende week: Schatting benodigde tijd
 Incidentele activiteiten: Schatting benodigde tijd
 Maak een planning

Vervolg oefening: Analyse

Kijk naar de voorgenomen planning en naar hoe je planning is verlopen en maak de

volgende opdracht:

Je hebt nu materiaal verzameld om te kijken naar jouw prioriteiten. Als je het geheel
overziet, ontdek je misschien een patroon. Wat valt je op? Zit er eenzelfde patroon in
de dagen? Werk aan de hand van onderstaande punten uit, wat voor jou
kenmerkend is.
 Hoeveel tijd ben je bezig met belangrijke en dringende zaken?
 Hoeveel tijd ben je bezig met belangrijke en niet dringende zaken?
 Hoeveel tijd ben je bezig met niet belangrijke en dringende zaken?
 Hoeveel tijd ben je kwijt met niet belangrijke en niet dringende zaken?

Welke conclusie kun je daaruit trekken? Welk doel ga je jezelf nu stellen?