Responsiecollege

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Responsiecollege

Inverzekeringstelling is pas toegestaan bij een onderzoeksbelang


(onduidelijkheid over betrokkenheid)
Voorlopige hechtenis mag worden toegepast indien er ernstige bezwaren zijn
Twee gevallen waarin bijzondere opsporingsbevoegdheden mogen worden
toegepast terwijl er nog geen verdachte is:
i. Georganiseerd verband (domein 2)
ii. Terroristisch misdrijf (domein 3)
Aanwijzingen kan volgens de memorie van toelichting aangeduid worden als
informatie die wijst op en ook enkele aanwijzing betreffen.
Voorbereidend onderzoek:
1. Opsporingsonderzoek (148 lid 2 Sv)
2. Vervolgingsbeslissing (167 Sv; seponeren zonder onderzoek (niet kenbaar
maken aan verdachte))
3. Onderzoek door de RC (181 & 182 Sv)
4. Verdere vervolgingsbeslissing van de OvJ 242 Sv; seponeren na
plaatsvinden van onderzoek (wel kenbaar maken aan verdachte))
RC is onderzoeksrechter tijdens het voorbereidend onderzoek, die ka bijdragen
aan opsporing.
 Toepassing van bepaalde dwangmiddelen is van hem afhankelijk (art 97,
110 Sv)
 Toezicht houden op opsporingsonderzoek
= geven van opdrachten aan opsporingsambtenaren (177 Sv)
= bewaken van voortgang van het opsporingsonderzoek (170 lid 2 jo. 180
Sv)
 Toetsende rol bij verlenging van inverzekeringstelling (59a Sv)
De OvJ heeft de leiding over het opsporingsonderzoek (art 148 Sv) & hij kan
vervolgen
 Uitbrengen van een dagvaarding (258 Sv)
 Uitvaardigen van een strafbeschikking (257a Sv)
 Transactieaanbod (74 Sr) (voorwaarden in de wet)
 Voorwaardelijk seponeren (167 Sv) (voorwaarden niet in de wet)
 Kan van vervolging afzien door te weinig bewijs of o.g.v. algemeen belang
(167 Sv)
Hij kan bij de RC nader onderzoek vorderen, evenals de verdachte
Proportionaliteit: redelijke verhouding tussen dwangmiddel en getroffen belang
Subsidiariteit: àls een belang mag worden opgeofferd ten behoeve van de
opsporing, er niet meer wordt opgeofferd dan strikt noodzakelijk
 Eis dat de toepassing van dwangmiddelen en opsporingsmethoden in het
concrete geval steeds een redelijk middel tot een redelijk doel moet zijn
Codificatiegedachte en legaliteitsbeginsel
 Beide te beschouwen als rechtsbescherming van de burger tegen de
straffende overheid
 Codificatiegedachte benadrukt dat recht geschreven en kenbaar moet zijn
 Legaliteitsbeginsel benadrukt dat ieder handelen (ook van de overheid)
basis moet hebben in de wet
Art 91 Sr; alle bepalingen uit het eerste boek gelden voor alle bijzondere en
commune wetten tenzij bij de wet anders bepaald.
Arrest marktplaatsoplichting
De feiten
Er wordt een telefonische afspraak gemaakt tussen koper en verkoper naar
aanleiding van een advertentie op marktplaats.
 Koper ontvangt de laptop nadat betaling is ontvangen
= de verdachte (verkoper) heeft de laptop echter niet geleverd
Rechtsvraag
Is er sprake van samenweefstel van verdichtsels? (oplichting)
Overweging
Er wordt zodanig voorgedaan dat de koper vertrouwen vestigt op de verkoper
hoewel dit vertrouwen niet geplaatst is. (de verkoper komt zijn afspraak niet na)
Rechtsregel
Het Hof heeft jurisprudentie in acht genomen en geoordeeld dat de verdachte
door een samenweefsel van verdichtsels de koper heeft bewogen tot afgifte van
een geldbedrag niet zonder meer begrijpelijk.

Niet ontvankelijkheid OM
HR herhaalt zijn opvatting over het niet-ontvankelijk verklaren van het OM
 Er dient sprake te zijn van uitzonderlijke opstandigheden, die de persoon
van de verdachte betreffen
 De omstandigheden meebrengen dat geen redelijk handelend lid van het
OM heeft kunnen oordelen dat met voortzetting van de vervolging enig
door strafrechtelijk handhaving beschermd belang gediend kon zijn.

Motorpapierenarrest
Iemand kocht een motor, waarop hij aan een politieagent vroeg of hij alle
papieren bezat. Deze beantwoorde de vraag instemmend
 De eigenaar van de motor werd aangehouden en bleken de papieren toch
niet in orde, was een probleem voor invoerbelasting, waardoor strafbaar
aan belastingfraude
= verontschuldigbare dwaling
nagevraagd aan een instantie, waardoor verwijtbaarheid ontbrak

Plastic boodschappentasje arrest


Een bekende winkeldief wordt door de politiegevraagd naar de inhoud van zijn
boodschappentasje (antw. = 4 boeken) wat is de herkomst daarvan (antw. =
zojuist gestolen).
Rechtsvraag: hadden ze de verdachte moeten mededelen dat hij niet tot
antwoorden verplicht was? (cauie)
HR stelt dat de agenten vrijblijvend informeerden naar de inhoud van het
boodschappentasje; er was geen sprake van een verdachte. In dat geval hoefden
zij nog geen cautie te geven en konden ze gewoon vragen stellen.
Advocaat bij politieverhoor
Elke verdachte mag zelf een raadsman kiezen, maar die moet hij dan wel zelf
betalen. (art 38 Sv)
 Vaker wordt een advocaat toegevoegd (art 39-41 Sv)

Strafbaarheid van rechtspersonen


Art 51 Sr bevat strafbaarheid van rechtspersonen

You might also like