Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 13

drukvulgroep ,

luchtf ilter en
luchtkoeler Sectie R
1. DRUKVULGROEP
Voor-een gedetailleerde beschrijving van de drukvulgroep, zie deel 3
(HANDLEIDINGEN VAN ONDERLEVERANCIERS).

1.1 Doling van de spoelluchtdruk


t.g.v. inwendige vervuiling van de drukvulgroep.
De drukdaling en de daarmee gepaard gaande achteruitgang van het
veilig toelaatbare motorvermogen kan, afgezien van de vervuiling
van de luchtkoeler en/of van het luchtfilter, veroorzaakt worden
door de zich in de aangezogen lucht bevindende verontreinigingen,
welke een doortochtverkleinend laagje kunnen vormen op de waaier
en diffusor van de drukvulgroep.
De grootte van de drukdaling in een bepaalde tijd is sterk af°-
hankelijk van de verontreiniging van de lucht in de omgeving van
de dieselinstallatie en van de toestand waarin het luchtfilter
zich bevindt.
Een doling van de luchtdruk bij vollast, dus max. toerental van
de motor en max. vulling van de brandstofpompen, tot beneden
85% van de oorspronkelijk in het beproevingsprotokol vermelde
waarde is absoluut ontoelaatbaar, dear dit een thermische over-
belasting van de motor betekent.
Nadat men er zich van overtuigd heeft dot de drukdaling niet het
direkte gevolg is van een vervuild luchtfilter en/of luchtkoeler
I
is het noodzakelijk de drukvulgroep te demonteren voor inspektie
en reiniging.
De waaier en diffusor van het kompressorgedeelte met hierop aan-
sluitende luchtkanalen dienen met brandstofolie schoongeborsteld
te worden.
Indien ook het turbinegedeelte vuilafzetting vertoont, dient dot
met heet water te worden gereinigd, eventueel nog gevolgd door
afborstelen met brandstofolie.

1.2 Reinigen kompressorzijde.


Bij drukvulgroepen ken de geringste vervuiling een belangrijke
drukverlaging teweeg brengen.
Reiniging vindt pleats tijdens bedrijf d.m.v. waterinjektie.
Het toepassen van vetoplossende vloeistoffen ~n ender reinigings-
middelen is niet toegestaan i.v.m. brandbaarheid, chemische can-

Rl - DR - 8500.0

J
drukvulgroep,
I uchtf i lter en
luchtkoeler Sectie R
tasting van machinedelen e.d ••
Voor een intensieve reiniging moet de motor 75% belast droaien.
Het reinigingsproces dient als volgt te verlopen:

1 • 2. 1 V66r het inspui ten;


Motor 45 minuten min. 75% belcst laten draaien.
Bij deze belcsting de vuldruk noteren~

1.2.2 Inspuiten
Tankje afnemen, vullen en weer zorgvuldig op zijn pleats brengen.
- Achtereenvolgens luchtdrukkraan en waterkraan openen.
In ca, 5 seconden is het water verspoten.
- Daoraa kranen sluiten.

1.2.3 N6 het inspuiten.


- Vuldruk kontroleren.

1.2.4 Zie 66k deel 2 (HANDLEIDINGEN VAN Ot-.OERLEVERAl'CIERS), BBC- hand-


leiding hoofdstuk 2 (MAINTENAl'CE).

1.3 Reinigen turbinezijde, indien de motor op I.F.O. (Intermediate


Fuel Oil) draoit.
Voor instrukties, zie BBC-hondleiding.

2. Ltx:HTFILTER (Reiniging).
Het luchtfilter moet van tijd tot tijd gereinigd worden.
Het aantal reinigingsbeurten hangt of van het stofgehalte van de
aangezogen lucht en het aantal bedrijfsuren van de motor.
Aon de hand van de in sectie D aanbevolen meetrapporten, kan men
nagaan of er belangrijke verschillen optreden in de uitloatgassen-
temperatuur.
Bij het bepalen van het tijdstip, waorop het filter moet worden ge-
reinigd, dienen bovengenoemde gegevens in acht te worden genomen.
Het filterelement kan gedemonteerd worden door de vleugelmoeren los
te droaien en het deksel te verwijderen.
Alvorens het filterelement in heet sodawoter of in een andere vet-
oplossende vloeistof uit te spoelen, dient het losse vuil er eerst
ofgeschud te worden.
Het element daarno goed loten drogen en vervolgens in smeerolie dom-

R2 - DR - 8500.0
drukvulgroep,
I uchtfi lter en
luchtkoeler Sectie R
pelen en 12 tot 24 uur bij kamertemperatuur laten afdruipen.
~et filter mag in geen geval bloot worden gesteld aan een vrije
vlam of grate hitte.
Om het aanzuigen van valse lucht te voorkomen, moeten de vleugel-
moeren bi j het inelkaar zetten van het filter, vast aangehaald
worden.

3. LlXHTKOELER
Voor een gedetailleerde beschrijving van de luchtkoeler, zie deel
3 (HANDLEIDINGEN VAN ONDERLEVERANCIERS).
De luchtkoeier(s) is (zijn) voorzien van een ofvoeropening, waar-
door kontinue enige lucht met eventueel kondenswater wordt afge-
voerd.
Men dient van tijd tot tijd te kontroleren of deze opening niet
verstopt is.

R3 - DR - 8500.0
koelwatersysteem Secties
1. Koelwat•pompen.
a. Ru~oelwaterpomp.
De waaier is met een spie en een moer op het conische uiteinde van
de pompaa beveatigd. Het aangedreven einde van de pompas is met
een flena gemonteerd tegen een aongedreven tandwiel.
De.afdichting van de pompaa in het huis wordt verkregen door een
special• aaafdichting,
De pomp ia voorzien van een vetslot in de pakkingbus.
Bij normaal bedrijf is het voldoende om af en toe het vetslot bij
te vullen door een geachikte vetaoort in de smeernippel te pompen.
Hiervoor komen in oanmerking waterbestendige vetsoorten op basis
van calciumzeep met een penetratiewaarde volgens ASTM 265 - 295,
terwijl de maximum toelaatbore temperotuur 55° C. bedraagt.
Met betrekking tot het z.z. (=zelfaanzuigend) geaeelte van deze
pomp is hat noodzakelijk de pers van het z.z. gecl.. lte separaat af
te voeren t.o.v. het persgedeelte van de grote pomp; dit teneinde
rondpompen tegen te goon en het zelfaanzuigen van de pomp te
verzekeren.
b. Reinkoelwatereonw·
De waaier is met een spie en een moer op het conische uiteinde van
de p<>111pas beveatigd. Het aangedreven einde van de pompaa is met
een flena gemonteerd tegen een aangedreven tandwiel.
De afdichting van de pompaa in het huia wordt verkregen door een
special• asafdichting.

2.Aandrijving koelWllt•pomp.
De koelwaterpo111p ia door middel van een tandwielkast t.p.v. --de tand-
wielaondrijving van de nokas tegen de zijkant van het cilinderblok
bevestigd.
Door middel van vulplaten tussen de tondwielkast en het cilinderblok
wordt de tandwielspeling.bepaald.
De pomp wordt via een tuaaentandwiel aongedreven door een tussenwiel
van de nokasaondrijving.
Dit tussenwiel is d.m.v. een astap in de tandwielkast gelagerd.
Om beschadiging te voorkomen moet voor de montage van deze astap in
de tandwielkast eerst aon de niet-borgboutzijde een rubber af-
dichtingsring in de daarvoor bestemde groef aongebracht worden.
Daarna de as doorschuiven, tot de tweede rubberring aan de andere
zijde gemonteerd kan worden.
Nadat de astap op de juiste pleats is aangebracht, deze borgen.

3. Regeling van de koelwatertemperatuur.


De koelwatertemperatuur wordt geregeld door een thermostatische
regelklep. Deze regelklep regelt de waterhoeveelheid die buiten

51 • R ·7506
koelwatersysteem .s
de waterkoeler om via een omloopleiding ongekoeld naar de afvoerzijde
van de koeler en vandaar tezamen met het gekoelde water naar de motor
wordt gevoerd.
Bij een koude start zal aanvankelijk praktisch al het water door de
omloopleiding goon.
Bij een hogere teniperotuur zal ••n gedeelte van het water door de koeler
stromen, te~ijl bij .. n temperatuur hoger dan de bovenste grens van het
temperatuurbereik van de thermoataat praktisch al het water door de
koeler gevoerd zal worden.
Daar de te11peratuuro,-,. gew.nate hoogte gehouden wordt door de
thermoataat, ia regeling van buitenaf dua niet nodigt
Er kon alleen volataan wo.rden inet het kontroleren van de temperaturen.
Te hog• tew1peraturen kunnen o.o. het gevolg zijn van:
a. vuile keeler
b. defekte ,-pen
c. overbelaating
d. defekte then,oataatkleppen.
Te loge temperaturen kunnen wijzen op een defekte thettnostaatklep.

S2 • R ·7506
koelwatersysteem Sectie S
KOELWATERVOORSCHRIFTEN
Het koelwoter voor een gesloten koelsysteem dient aan de volgende
e1sen te voldoen:

a.:Maximum chloride-gehalte van 200 mg/! els CJ


Een te hoog chloride-geholte kon ernstige korrosieverschijnselen
veroorzoken.
In het zoetkoelwatersyeteem dient ruw/brak koelwater ten alle tij-
de vermeden te worden.

Als noodkoeling mag olleen gebruik gemaakt worden van zoetkoelwoter,


bijvoorbeeld door middel van een apart circuit met een stand-by
elektrisch gedreven zoetkoe!waterpomp.

b. Totale hardheid: maximaal 12° dH (Duitse hordheid)


Het gebruik van te hard water kan tot afzettingen en vervuiling
van de motor leiden.
Het is daorom gewenst zo zacht mogelijk water toe te passen, bij-
voorbeeld water uit een verdamperinstollatie.

c. Het koelwater dient volkomen schoon en vrij van gos en lucht te


zijn
Het onvoldoende ontluchten van het koelwotersysteem kan in korte
tijd ernstige schade veroorzaken aan de met koelwater in aanra-
king komende delen, zoals cilinderblok, cilindervoeringen etc.
(kavitatie).
Kontinu goed ontluchten is daarom absoluut noodzakelijk, waarbij
het wateroppervlok in de cirkulatietank zo rustig mogelijk moet
worden gehouden.

d. Het koelwater dient behondeld te zi'n met een koelwaterbehonde-


lin smiddel o nitriet-boraot-basis
Het beschikbore leidingwater is doorgaans niet zondermeer ge-
schikt voor gebruik in een dieselmotor.
Behandeling van het koelwater is absoluut noodzakelijk om geen
onnodige risiko's te nemen met betrekking tot het optreden van
ofzettingen, vervuiling, korrosie, kavitatie, bakterievorming
en intering in het zoetkoelwatersysteem.

531 - DR - 8500.0
koelwatersysteern Secties
Indien verontreinigingen met olie in het koelwater hebben plaats-
,gevonden, of in geval van korrosie of kalkaf zettingen, d ient eerst
het systeem gereinigd te warden, voordat met de koelwaterbehande-
ling wordt begonnen.

Wellicht ten overvloede w1Jzen wij U erop dot het toevoegen van
chemicalien·en de kontrole op de kwaliteit van het zoetkoelwater
alleen dient te gebeuren met inachtneming van de voorschriften en
de gebruiksaanwijzingen van de leverancier van het betreffende
produkt.

Antivries:
Dient in overleg met de leverancier van het koelwaterbehandelings-
middel te warden toegepast bij omgevingstemperaturen beneden het
vriespunt.

Enige bekende leveranciers van koelwoterbehandelingsmiddelen zijn:

H & T 101: Nederlandse agent:


Houseman & Thompson Ltd. Houseman & Dirkzwager N.V.
The Priory Marconilaan 10
Burnham, Buckinghamshire 4622 RD Bergen op Zoom
United Kingdom
Tel: Burnham
(062-86) 4488

Nalfleet 9 - 121 (poeder} Nederlondse agent:


Nalfleet 9 - 131C(vloeistof) P. van Oldenborghloon 47
Nalcool 2000 (vloeistof) 4797 ZG Willemstad
Nolfloc Limited

De wt-NC Nederlandse agent:


Drew Chemical Corp. Scheepsmakershaven 60
522 Fifth Avenue 3011 VD Rotterdam
New York
U.S.A.

KONTROLE OP KOELWATERKWALITEIT
Kontrole dient wekelijks en no iedere vervanging en/of toevoeging
te geschieden.

532 - DR - 8500.0
koelwatersysteem Secties
Gekontroleerd dient te warden op:

Nitrietgehalte %
Aantal speciale tabletten of druppels die, opgelost in water, een
kleurverandering teweegbrengen.

Chloridegehalte %

pH waarde:
Kleurverondering van speciaal indikatiepapier.

Een en ender volgens de specifieke voorschriften en gebruiksaan-


wijzingen van de leverancier van het betreffende produkt.

N.B.: Swt>iesel aanvaardt ten aanzien van de toepassing van midde-


len voor koelwaterbehandeling geen aansprakelijkheid.

-o-0-0-0-o-o-o-

533 - DR - 8500.0
uit laatgassenleid i ng SectiT
Re~lmatig moeten uitlaatleiding en geluiddemper grondig worden
gereinigd. Zie S.ctie E.
Water dat zich verzameld heeft, moet echter van tijd tot tijd worden
ven,ijderd.
Indien in de uitloatleiding brand zou ontataon, mag in geen geval de
motor ato,pzet wor•n, 411ear dan de vlam in de motor zou slaan.
Integende.l, Men MOet noflMICll doordroaien, woarbij de uitlaatleiding
achoon brarMlt.

T1 · FR · 7506
-····- -~-- .... ·~- -. ·-··-· ---- - ·~- ~~.

manometers

Sterk trillende manometerwijzers kvnnen aanleiding z1Jn tot het


v
def•kt geroken van deze meters en zijn tevens moeilijk af te lezen.
Geadviseerd wordt in deze gevollen de bijbehorende rnanometerkranen
zover dicht te draaien, dot de wijzers nog slechts een lichte
trilli"9 uitvoeren.
Ook kon •n teneincle de meters te sporen de bijbehorende kranen
gealoten ~" en ollffn voor het afle:zen van de meters de:z:e
tijclelijk••n weinig openen.

V 1 • Y • 7506
storingen

1. Met • ..,ntten v.., de motor mialukt.


Vel'tllOedelijke oorzaak: Het verhelpen daarvon:
a. Brondstoftank i• l•ev· Vul de tonk en ontlucht het brand-

'le.
·atoffilter, de leidingen en
eventu.el de brond,tofpomp.
b. Kroon bJ'Ond•t•ft.- Open de kroan.
ge,loten.
c. ll'tlfMlltoft•voerpijp wi-at-,t MNk • 1tijp 111et zuivere petroleum
.of filterbinn.nwrk wrvuild. achoen verniew het filterelement
en ontluoht.
d. Lucht in brandatofpomp of POMp en leiding op de bekende
· lei4ingen. wijze ontluchten.
•· De brand,tof,-.pplunjer ia HontNr een k...,leet reaervestel,
bea•hodigd en blijft hangen. dua plunjer ... t veering.
f. Een per1klep van ••n brond- Vervijder • ldep en kontrolffr de
atofpOMp blijft hangen. klepalag, de teleiding en de
zitting van de klep; in~ien ''" van
deae beachodigd is, breng dan een
r.aerw,tel eon.
g. 0. komp.reaaie is te 1--, .e..r- Kontrolffr of C,. apelint tuaaen
dat de kle,,.n ni•t sluit•n. klepateel en kle,hefboom in orde
ia. Zie het beproevingaprotokol.
Ia dit niet het geval, atel d.n
deze apelin9 bij. r--:

Blijven de kleppe~ hongen, aMeer


don de klepatelen met petroleum,
WOGraon een weinig smeerolie ia
toegevoegd en beweeg de kleppen
enkele keren op en neer. Zijn de
kleppen of zittingen beachadigd,
don moeten zij op elkaar worden
nageschuurd.

2. Onvoldoende nrrnogen van de motor.


a. Het luchtfilter is vuil, waar- Luchtfilter re1n1gen volgens
door de luchttoevoer noar de voorschrift onder Sectie R.
motor vermindert.
b. De kompressie is te laog, Klepspeling kontroleren en zo-
omdat de kleppen niet nodig bijstellen. Nazien of de
sluiten. kleppen niet blijven hangen en
zonodig nt1schuren.

W1 · Y · 7506
storingen

•· Persklep of persklephuis van Klep met klephuis samen vervangen


brandatofpomp beschadigd op door een reservestel.
zitting of geleiding.
f. Plunjerveer van brandstofpomp Vervang deze door een reserveveer.
gebroken.
g. 0. plunjer von een brandatof- Demonteren, zorgvuldig reinigen
pOlllp blijft zo nu en dan en weer aonbrengen.
hante" door vuil. Indien verder nog moeilijkheden,
monteer dan ••n reservestel, dus
een plunjer met voering.

4 11 .
a." S...t•li•filter is verstopt. Oemonteren, re1n1gen en weer in
elkaar zetten.
b. De olieeverstortklep blijft Indien vreetnde bestan4delen de
ha,...n tengevolge van vuil. vrije beweging van de overatort-
klep beletten, kan ~it gewoonlijk
worden beffterict oan de 1110n0Mter.
Neetn de klep.eruit en reinig
de:ze.
c. 0. v.. r w,, •overstortkl-,, Menteer een reserveveer.
is gebrllken.
d. De ..... roli• ia ongeachikt Carter aftappen en van nieuwe
gevorden·. olie voorzien. (Zi• S.cti• 0).
•· Te weinig. olie in het carter. 0. oliestand in ~t carter,...,MOet
bij draaiende motor tuasen de
merkstrepen op de peilstok
liggen.
f. De filterplaat in het carter De plaat schoonmaken.
is veratopt.
g. Lekkage in de'smeerolieleiding. Kontroleer het smeeroliesysteem
en herstel het defekt.

5. De centrifuw••l-koelwaterpomp gNft geen w•t•r.


a. De afsluiter in de zuigleiding Open de afsluiter.
i$ gesloten.
b. Zuigkorf.is verstopt, Reinig de zuigkorf.

W3 · Y · 7506.1
----·- ~-~-----~ ---- - -----

storingen w
c. De waaier is beachadigd of de Vervang de beschodigde onder-
spie is gebroken. delen.
d. De pomp is afgeslagen omdat de Het lek dichten.
zuigleiding lek is.

W4 · Y · 7506

You might also like