Professional Documents
Culture Documents
Drukvulgroep Luchtf Ilter en Luchtkoeler: N H E Leve I
Drukvulgroep Luchtf Ilter en Luchtkoeler: N H E Leve I
luchtf ilter en
luchtkoeler Sectie R
1. DRUKVULGROEP
Voor-een gedetailleerde beschrijving van de drukvulgroep, zie deel 3
(HANDLEIDINGEN VAN ONDERLEVERANCIERS).
Rl - DR - 8500.0
J
drukvulgroep,
I uchtf i lter en
luchtkoeler Sectie R
tasting van machinedelen e.d ••
Voor een intensieve reiniging moet de motor 75% belast droaien.
Het reinigingsproces dient als volgt te verlopen:
1.2.2 Inspuiten
Tankje afnemen, vullen en weer zorgvuldig op zijn pleats brengen.
- Achtereenvolgens luchtdrukkraan en waterkraan openen.
In ca, 5 seconden is het water verspoten.
- Daoraa kranen sluiten.
2. Ltx:HTFILTER (Reiniging).
Het luchtfilter moet van tijd tot tijd gereinigd worden.
Het aantal reinigingsbeurten hangt of van het stofgehalte van de
aangezogen lucht en het aantal bedrijfsuren van de motor.
Aon de hand van de in sectie D aanbevolen meetrapporten, kan men
nagaan of er belangrijke verschillen optreden in de uitloatgassen-
temperatuur.
Bij het bepalen van het tijdstip, waorop het filter moet worden ge-
reinigd, dienen bovengenoemde gegevens in acht te worden genomen.
Het filterelement kan gedemonteerd worden door de vleugelmoeren los
te droaien en het deksel te verwijderen.
Alvorens het filterelement in heet sodawoter of in een andere vet-
oplossende vloeistof uit te spoelen, dient het losse vuil er eerst
ofgeschud te worden.
Het element daarno goed loten drogen en vervolgens in smeerolie dom-
R2 - DR - 8500.0
drukvulgroep,
I uchtfi lter en
luchtkoeler Sectie R
pelen en 12 tot 24 uur bij kamertemperatuur laten afdruipen.
~et filter mag in geen geval bloot worden gesteld aan een vrije
vlam of grate hitte.
Om het aanzuigen van valse lucht te voorkomen, moeten de vleugel-
moeren bi j het inelkaar zetten van het filter, vast aangehaald
worden.
3. LlXHTKOELER
Voor een gedetailleerde beschrijving van de luchtkoeler, zie deel
3 (HANDLEIDINGEN VAN ONDERLEVERANCIERS).
De luchtkoeier(s) is (zijn) voorzien van een ofvoeropening, waar-
door kontinue enige lucht met eventueel kondenswater wordt afge-
voerd.
Men dient van tijd tot tijd te kontroleren of deze opening niet
verstopt is.
R3 - DR - 8500.0
koelwatersysteem Secties
1. Koelwat•pompen.
a. Ru~oelwaterpomp.
De waaier is met een spie en een moer op het conische uiteinde van
de pompaa beveatigd. Het aangedreven einde van de pompas is met
een flena gemonteerd tegen een aongedreven tandwiel.
De.afdichting van de pompaa in het huis wordt verkregen door een
special• aaafdichting,
De pomp ia voorzien van een vetslot in de pakkingbus.
Bij normaal bedrijf is het voldoende om af en toe het vetslot bij
te vullen door een geachikte vetaoort in de smeernippel te pompen.
Hiervoor komen in oanmerking waterbestendige vetsoorten op basis
van calciumzeep met een penetratiewaarde volgens ASTM 265 - 295,
terwijl de maximum toelaatbore temperotuur 55° C. bedraagt.
Met betrekking tot het z.z. (=zelfaanzuigend) geaeelte van deze
pomp is hat noodzakelijk de pers van het z.z. gecl.. lte separaat af
te voeren t.o.v. het persgedeelte van de grote pomp; dit teneinde
rondpompen tegen te goon en het zelfaanzuigen van de pomp te
verzekeren.
b. Reinkoelwatereonw·
De waaier is met een spie en een moer op het conische uiteinde van
de p<>111pas beveatigd. Het aangedreven einde van de pompaa is met
een flena gemonteerd tegen een aangedreven tandwiel.
De afdichting van de pompaa in het huia wordt verkregen door een
special• asafdichting.
2.Aandrijving koelWllt•pomp.
De koelwaterpo111p ia door middel van een tandwielkast t.p.v. --de tand-
wielaondrijving van de nokas tegen de zijkant van het cilinderblok
bevestigd.
Door middel van vulplaten tussen de tondwielkast en het cilinderblok
wordt de tandwielspeling.bepaald.
De pomp wordt via een tuaaentandwiel aongedreven door een tussenwiel
van de nokasaondrijving.
Dit tussenwiel is d.m.v. een astap in de tandwielkast gelagerd.
Om beschadiging te voorkomen moet voor de montage van deze astap in
de tandwielkast eerst aon de niet-borgboutzijde een rubber af-
dichtingsring in de daarvoor bestemde groef aongebracht worden.
Daarna de as doorschuiven, tot de tweede rubberring aan de andere
zijde gemonteerd kan worden.
Nadat de astap op de juiste pleats is aangebracht, deze borgen.
51 • R ·7506
koelwatersysteem .s
de waterkoeler om via een omloopleiding ongekoeld naar de afvoerzijde
van de koeler en vandaar tezamen met het gekoelde water naar de motor
wordt gevoerd.
Bij een koude start zal aanvankelijk praktisch al het water door de
omloopleiding goon.
Bij een hogere teniperotuur zal ••n gedeelte van het water door de koeler
stromen, te~ijl bij .. n temperatuur hoger dan de bovenste grens van het
temperatuurbereik van de thermoataat praktisch al het water door de
koeler gevoerd zal worden.
Daar de te11peratuuro,-,. gew.nate hoogte gehouden wordt door de
thermoataat, ia regeling van buitenaf dua niet nodigt
Er kon alleen volataan wo.rden inet het kontroleren van de temperaturen.
Te hog• tew1peraturen kunnen o.o. het gevolg zijn van:
a. vuile keeler
b. defekte ,-pen
c. overbelaating
d. defekte then,oataatkleppen.
Te loge temperaturen kunnen wijzen op een defekte thettnostaatklep.
S2 • R ·7506
koelwatersysteem Sectie S
KOELWATERVOORSCHRIFTEN
Het koelwoter voor een gesloten koelsysteem dient aan de volgende
e1sen te voldoen:
531 - DR - 8500.0
koelwatersysteern Secties
Indien verontreinigingen met olie in het koelwater hebben plaats-
,gevonden, of in geval van korrosie of kalkaf zettingen, d ient eerst
het systeem gereinigd te warden, voordat met de koelwaterbehande-
ling wordt begonnen.
Wellicht ten overvloede w1Jzen wij U erop dot het toevoegen van
chemicalien·en de kontrole op de kwaliteit van het zoetkoelwater
alleen dient te gebeuren met inachtneming van de voorschriften en
de gebruiksaanwijzingen van de leverancier van het betreffende
produkt.
Antivries:
Dient in overleg met de leverancier van het koelwaterbehandelings-
middel te warden toegepast bij omgevingstemperaturen beneden het
vriespunt.
KONTROLE OP KOELWATERKWALITEIT
Kontrole dient wekelijks en no iedere vervanging en/of toevoeging
te geschieden.
532 - DR - 8500.0
koelwatersysteem Secties
Gekontroleerd dient te warden op:
Nitrietgehalte %
Aantal speciale tabletten of druppels die, opgelost in water, een
kleurverandering teweegbrengen.
Chloridegehalte %
pH waarde:
Kleurverondering van speciaal indikatiepapier.
-o-0-0-0-o-o-o-
533 - DR - 8500.0
uit laatgassenleid i ng SectiT
Re~lmatig moeten uitlaatleiding en geluiddemper grondig worden
gereinigd. Zie S.ctie E.
Water dat zich verzameld heeft, moet echter van tijd tot tijd worden
ven,ijderd.
Indien in de uitloatleiding brand zou ontataon, mag in geen geval de
motor ato,pzet wor•n, 411ear dan de vlam in de motor zou slaan.
Integende.l, Men MOet noflMICll doordroaien, woarbij de uitlaatleiding
achoon brarMlt.
T1 · FR · 7506
-····- -~-- .... ·~- -. ·-··-· ---- - ·~- ~~.
manometers
V 1 • Y • 7506
storingen
'le.
·atoffilter, de leidingen en
eventu.el de brond,tofpomp.
b. Kroon bJ'Ond•t•ft.- Open de kroan.
ge,loten.
c. ll'tlfMlltoft•voerpijp wi-at-,t MNk • 1tijp 111et zuivere petroleum
.of filterbinn.nwrk wrvuild. achoen verniew het filterelement
en ontluoht.
d. Lucht in brandatofpomp of POMp en leiding op de bekende
· lei4ingen. wijze ontluchten.
•· De brand,tof,-.pplunjer ia HontNr een k...,leet reaervestel,
bea•hodigd en blijft hangen. dua plunjer ... t veering.
f. Een per1klep van ••n brond- Vervijder • ldep en kontrolffr de
atofpOMp blijft hangen. klepalag, de teleiding en de
zitting van de klep; in~ien ''" van
deae beachodigd is, breng dan een
r.aerw,tel eon.
g. 0. komp.reaaie is te 1--, .e..r- Kontrolffr of C,. apelint tuaaen
dat de kle,,.n ni•t sluit•n. klepateel en kle,hefboom in orde
ia. Zie het beproevingaprotokol.
Ia dit niet het geval, atel d.n
deze apelin9 bij. r--:
W1 · Y · 7506
storingen
4 11 .
a." S...t•li•filter is verstopt. Oemonteren, re1n1gen en weer in
elkaar zetten.
b. De olieeverstortklep blijft Indien vreetnde bestan4delen de
ha,...n tengevolge van vuil. vrije beweging van de overatort-
klep beletten, kan ~it gewoonlijk
worden beffterict oan de 1110n0Mter.
Neetn de klep.eruit en reinig
de:ze.
c. 0. v.. r w,, •overstortkl-,, Menteer een reserveveer.
is gebrllken.
d. De ..... roli• ia ongeachikt Carter aftappen en van nieuwe
gevorden·. olie voorzien. (Zi• S.cti• 0).
•· Te weinig. olie in het carter. 0. oliestand in ~t carter,...,MOet
bij draaiende motor tuasen de
merkstrepen op de peilstok
liggen.
f. De filterplaat in het carter De plaat schoonmaken.
is veratopt.
g. Lekkage in de'smeerolieleiding. Kontroleer het smeeroliesysteem
en herstel het defekt.
W3 · Y · 7506.1
----·- ~-~-----~ ---- - -----
storingen w
c. De waaier is beachadigd of de Vervang de beschodigde onder-
spie is gebroken. delen.
d. De pomp is afgeslagen omdat de Het lek dichten.
zuigleiding lek is.
W4 · Y · 7506