Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 102

Toelatingsexamen arts

2023
Generieke competenties: CLEAR
Angelica Meers en Kristin Van den Bogerd
UA Vaardighedenonderwijs
Toelatingsexamen arts 2023
Generieke competenties: CLEAR

• Inleiding
• Interactieve oefeningen
Opleiding tot arts: CanMeds-rollen

• Steunt op internationale
eindtermen

• Leidraad voor curriculum


Geneeskunde

3
Opleiding geneeskunde aan de U.A.

BA 1 BA 2 BA 3 MA 1 MA 2 MA 3
B
KENNISLIJN K
A
L
KLINISCHE LIJN I S
N. I
WETENSCHAPPELIJKE LIJN S
* S
T A
ARTS- & MAATSCHAPPIJLIJN A R
G
INTEGRATIELIJN E
T
S

*Geïntegreerd eindexamen, selectie, co-schap,


IPSIG, masterproef
Klinische lijn – communicatievaardigheden
Organisatie van de trainingen

▪ In kleine groepen (docent met 2-15 studenten)


▪ Interactief
▪ Training met simulatie-patiënten
▪ Constructieve feedback
▪ Evaluatie: multiple-choice examens, stationsexamens, portfolio
▪ Special days “come back to exercise with EMSA”

5
Klinische lijn – communicatievaardigheden
Inhoud van de trainingen
T1 T2 T3 T4 T5 T6 T7 T8

Ba 1
Basis vaardigheden (non-verbaal, actief luisteren, intake en anamnese, structuur
Ba 2 medisch consult, diversiteit…)

Ba 3
Attitude en emoties, mindful practice

Ma 1 Gevorderde vaardigheden (slecht nieuws, omgaan met agressie, ..)


en integratie van communicatie- en medisch-technische vaardigheden
Ma 2 (Consultvoeren)

Ma 3 Stage: Integratie, professionalisering


Handvaten voor een goede arts-patiënt relatie
• Een goede verstandhouding ontwikkelen
• De patiënt bij de gang van zaken betrekken
• Gelijkwaardigheid als mens met respect voor wie de
ander is, wat hij denkt, wat hij voelt, wat hij verwacht
• Je tracht de patiënt zoveel mogelijk te respecteren in
zijn autonomie
• Maar jij bent als arts wel de medisch deskundige die
weet wat er medisch best moet gebeuren en dit met
respect voorhoudt
Toelatingsexamen arts 2023

Kennis/inzicht in wetenschappen (KIW)


Biologie, Chemie, Fysica, Wiskunde

Generieke competenties (GC)


VAARDIG
CLEAR(R)
Toelatingsexamen arts 2023

Kennis/inzicht in wetenschappen: (KIW)


Biologie, Chemie, Fysica, Wiskunde

Generieke competenties (GC)


VAARDIG
CLEAR(R)
Toelatingsexamen arts 2023: CLEAR(R)
15 meerkeuzevragen
45 punten

Giscorrectie: +3 correct
0 geen antwoord
-1 fout
Toelatingsexamen arts 2023: CLEAR(R)
Toetst Communicatieve competenties

CASUS:
welke reactie/houding is MEEST gepast om
bepaalde uitkomst te bereiken

OPGAVE: bepaalde relationele/gespreksstijl:


welke uitspraak/boodschap past hier BEST bij
CLEAR(R): Inhoud
Conflict/hevige emotie of uitzichtloosheid: constructieve
houding aannemen
Constructief communiceren
Luistervaardigheid: actief, verdiepend
Empathie: Je inleven in de situatie en belevingswereld van de
ander
Aandacht voor loyaliteit en waardigheid van alle betrokkenen
Onderscheid maken tussen objectieve feiten, interpretaties
ervan en subjectieve beleving
Respect: persoonlijke aandacht geven aan de ander en
respectvol met elkaar omgaan
Reflectie: gevolgen van eigen gedrag inschatten in relationele
situatie met kwetsbare personen
CLEAR(R)
Voorbeeld Casussen
CLEAR(R)
CONFLICThanteren
CONSTRUCTIEF communiceren
Constructieve houding aannemen
bij hevige emotie of uitzichtloosheid
C1
Marie doet als verpleegkundige stage in een ziekenhuis. Ze wil graag een goed
stageverslag, zodat ze nadien vast in dienst kan treden in het ziekenhuis. Het
ziekenhuis heeft een grote kantine waar broodjes te koop zijn en ’s middags
gaat Marie er altijd lunchen met enkele vaste personeelsleden, waaronder
Joris. Joris zit tijdens deze middagpauze steeds met Marie te flirten. Hij heeft
duidelijk een boon voor haar en de laatste keer maakte hij zelfs avances.
Marie vindt dit zelf vreselijk onaangenaam. Ze is bang dat de situatie
helemaal zal escaleren en ze uiteindelijk een negatief stageverslag zal krijgen
door deze toestand.
Wat is een gepaste manier om hiermee om te gaan?

A. Marie spreekt Joris op een rustig moment aan over zijn flirterige gedrag en
vraagt hem om hiermee op te houden.
B. Marie vraagt aan haar stagebegeleider om een andere stageplaats voor
haar te zoeken.
C. Marie kaart het probleem aan bij haar stagebegeleider en hoopt dat Joris
via deze weg een berisping krijgt en haar met rust laat.
D. Marie vraagt Joris tijdens de lunch, en in het bijzijn van andere
personeelsleden, om te stoppen met zijn onaanvaardbaar gedrag.
15
C2
Tijdens een vakantiekamp heb je samen met enkele andere leeftijdsgenoten
de leiding over een groepje kinderen. Het is een warme dag en jullie gaan met
de groep naar een recreatiedomein waar de kinderen vrij kunnen zwemmen.
Pieter zit op zijn smartphone spelletjes te spelen in plaats van de kinderen in
het oog te houden. Je vindt dit absoluut niet kunnen. Vorig jaar is er immers
een kind verdronken in een recreatiedomein doordat de leiding onoplettend
was.
Hoe kaart je dit op een constructieve manier aan bij Pieter?
A. “Pieter, we hebben helemaal niets aan jou als je de kinderen niet in het oog
houdt. We zijn hier met een missie.”
B. “Pieter, als een van de kinderen verdrinkt zal het jouw schuld zijn. Jij kijkt
niet naar hen om. Je ziet het gevaar niet komen.”
C. “Pieter, je kan niet gelijktijdig op je smartphone kijken en de kinderen in het
oog houden.”
D. “Pieter, als je je smartphone niet onmiddellijk weglegt, stap ik naar de
hoofdleider van het kamp om over jou te klagen.”

16
C3
Je zit met vier op kot en er zijn verschillende huishoudelijke taken die jullie
volgens een beurtrolsysteem onder elkaar verdeeld hebben: het vuilnis en
papier buiten zetten, de keuken poetsen, de koelkast bacterievrij houden, de
badkamer poetsen, etc. Sommigen doen hun taken vaak niet of maar half.
Deze situatie zorgt bij jou voor toenemende irritatie.
Met welke reactie vergroot je de kans dat jouw irritatie snel verdwijnt?

A. Je laat de dingen op zijn beloop en kijkt uit naar een ander kot voor volgend
academiejaar.
B. Je maakt er een gewoonte van om aan het begin van de week iedereen te
attenderen op zijn taken.
C. Je hangt een ‘not done’-briefje in de keuken, telkens als een afspraak niet is
nagekomen.
D. Je organiseert een kotoverleg om het beurtrolsysteem te herbekijken en te
optimaliseren.

17
C4
Je bent student Bewegingswetenschappen en jobstudent in een café van jouw
geboortestad. Je wordt aan tafel geroepen waar vier jonge mannen aan het
discussiëren zijn over voetbal en wie nu de beste ploeg van het land is. Je had
al kunnen observeren dat het drie tegen één is en dat ze de jongste van hen
willen plagen met de keuze voor zijn favoriete ploeg. De meest luidruchtige
van de vier vraagt je of jij enig begrip kunt hebben voor het “supporter zijn
van zo’n tweederangsploeg”.

Welke reactie van jou is het meest gepast in deze situatie?

A. “Ik weet niets en wil ook niets weten over dat overgewaardeerde spelletje.”
B. “Het lijkt me belangrijker dat jullie hier een leuke tijd hebben samen.”
C. “Ik vind het totaal ongepast om een vriend zo in de hoek te drummen.”
D. “De financiële gezondheid van een club is belangrijker dan de resultaten.”

18
C5
De trainer wil graag een ontspannen sfeer in jouw voetbalploegje. Maar hij is
vaak de ‘flauwe plezante’ en zijn moppen zijn meestal niet geslaagd. Je vindt
het vervelend dat hij jou altijd wil betrekken in zijn grappen, wellicht omdat
hij in zijn jeugd in dezelfde ploeg heeft gespeeld als jouw vader.
Welke reactie is meest effectief om deze situatie op te lossen?

A. De trainer een e-mail sturen met als onderwerp ‘genoeg flauwe grappen’,
uit naam van de spelersgroep.
B. De clubvoorzitter vragen om de trainer op het matje te roepen en bij te
sturen.
C. Jouw vader vragen om aan de trainer jouw ongenoegen over te brengen.
D. Een gesprek onder vier ogen met de trainer vragen, om jouw irritatie naar
hem te communiceren.

19
20
op tijd te laat

respect hebben
structuur Tijd = beleving
houvast rekbaar
Rekening houden In het
met anderen moment zijn
Omgaan met problemen
Communicatie
Direct, expliciet Indirect, impliciet

Bron: Yang Liu


C6
Je hebt jouw cursusnota’s uitgeleend aan een studiegenoot. Hij geeft ze terug
met de boodschap: “Bedankt, maar ik heb iemand anders gevraagd, want
jouw geschrift is voor niemand leesbaar.” Je vindt deze opmerking ongepast.
Welke reactie sluit het meest aan bij jouw gevoel?

A. "Ik zal het onthouden, moest je me nog eens om studiehulp vragen."


B. "Sorry, maar ik heb dat hele kleine geschrift al sinds mijn eerste leerjaar."
C. "Oei, dat is wel vervelend voor jou dat je twee mensen hebt moeten
inschakelen."
D. "Ik waardeer jouw eerlijkheid, maar jouw conclusie vind ik niet prettig."

24
C7
Een groep vrienden heeft samen een studentenwoning gehuurd. Samen vormen
ze een gezellige bende en zorgen ze voor de nodige ontspannende momenten
terwijl ze elkaar ook steunen in de studies. Timur is de grappigste van de groep
en tegelijk is hij ook begaan met iedereen.
Aan het begin van het academiejaar hebben ze goede afspraken gemaakt om de
gemeenschappelijke ruimtes en vooral de keuken netjes te houden. Maar de
goede voornemens worden niet altijd in de praktijk gebracht. Het gebeurt wel
vaker dat gebruikte borden en bestek gewoon op het keukenblad blijven staan.
Het is al meermaals herhaald dat dit moet veranderen.
Ilsan en Raoul hebben er een zware dag op zitten met trainingen in hun
sportopleiding en willen nu rustig het avondmaal klaarmaken. Maar voor ze
daaraan kunnen beginnen zijn ze verplicht om eerst nog de afwas te doen,
restanten van de maaltijd die Timur en enkele van zijn klasgenoten vroeger op de
avond hebben genuttigd. Ilsan wordt nu echt boos. Timur komt net met een
kwinkslag de keuken binnen.
Met welke reactie maakt Ilsan het meest kans op een constructief gesprek?
iets over jezelf
vertellen
A. "Waarom kom jij onze afspraken over de keuken niet na?"
B. "Met grappen en grollen maak je onze irritatie over de vuile troep niet
ongedaan!"
C. "Is dat de manier waarop je onze vriendschap ziet?"
D. "Niet afgewassen ... daar word ik boos over ... hoe zit dat met onze afspraken?"

25
C8
Tijdens je stage in een ziekenhuis ben je samen met een medestudent
verantwoordelijk voor de begeleiding van patiënten naar de juiste afdeling. De
job bestaat erin dat je aan het algemeen onthaal de mensen begroet en met
hen meegaat tot ze aangemeld zijn bij de onthaalbalie van de dienst. Je wordt
verondersteld om dit te doen in goede teamwerking met je medestagiairs
zodat je korte en verre afstanden wat kan verdelen. Je collega houdt zich niet
aan de afgesproken werktijden door te laat te komen en vroeger te
vertrekken.
Welke feedback maakt het meest kans op een positief gevolg?
A. “Je neemt de afgesproken werktijden nogal losjes op… Ik zou graag zien dat
je je houdt aan wat we vooraf hebben afgesproken.”
B. “Ik stel vast dat je de voorbije week drie keer te laat gekomen bent en
tweemaal vroeger bent vertrokken. Ik vind dat erg vervelend en ik vraag me af
of je je stage wel serieus neemt?”
C. “Ik stel vast dat je je de voorbije week niet gehouden hebt aan de
werktijden. Ik voel me hierdoor geïrriteerd omdat ik graag goed met je zou
samenwerken. Hoe zie je dit zelf?”
D. “Je bent de voorbije week drie keer te laat gekomen en tweemaal vroeger
vertrokken. Dat is erg vervelend. Ik denk dat je je stage niet serieus genoeg
neemt.”
26
C9
In je laatste jaar van het secundair onderwijs, moet je binnen een week het
groepswerk over ‘mobiliteit in al zijn aspecten’ indienen dat je met drie
medeleerlingen hebt gekozen. De teksten zijn naar elkaar doorgestuurd en
het is vrij opvallend dat een van de groepsleden een tekst heeft ingediend die
erg ongenuanceerd en eenzijdig is.
Hoe kan je dit probleem het meest respectvol oplossen?

A. Rondvragen bij de anderen of iemand tijd en zin heeft om die zwakke tekst
te herschrijven.
B. Voorstellen dat vooraan in de tekstbundel duidelijk wordt gemaakt wie
welke tekst heeft geschreven.
C. Ervan uitgaan dat één op vier ongenuanceerde teksten geen probleem zal
geven, mits een aangepaste lay-out.
D. De schrijver van de zwakke tekst vragen om in de tijd die nog rest meer
nuances aan te brengen.

27
C10
Het is de laatste dag van een citytrip naar Parijs samen met je partner. Jij vindt
dat een bezoek aan Parijs niet volledig is zonder een bezoek aan de Eiffeltoren
en je wil de laatste uren van je vakantie dan ook hieraan besteden. Je partner
ziet dit echter helemaal niet zitten. Hij is een grote liefhebber van
impressionistische kunst en wil dan ook heel graag naar het musée d’Orsay.
Hoe komen jullie tot een effectieve beslissing waarbij de kans op tevredenheid
voor allebei het grootst is?

A. Jullie bespreken samen de pro’s en contra’s van jullie voorkeuren en


beslissen uiteindelijk om de Eiffeltoren te gaan bezoeken.
B. Je partner kan je overtuigen om naar het museum gaan. Er loopt immers
een tijdelijke expositie die de moeite waard is.
C. Jullie beslissen om samen een boottocht op de Seine te maken en
eventueel in de toekomst nog eens terug te keren naar Parijs.
D. Je praat in op je partner om toch mee naar de Eiffeltoren te gaan. Jij hebt je
in het verleden ook al aangepast aan zijn voorkeur.

28
C11
Je hebt ter afscheid van een huisgenoot die volgend academiejaar naar
het buitenland vertrekt een korte jazzsessie gepland met enkele
medestudenten die sax spelen op amateurniveau. Gezien het
schitterende weer, zou je die sessie in de kleine stadstuin willen
organiseren. Je wil de buren op de hoogte brengen van de mogelijke
geluidsoverlast.
Welke slotzin van dit bericht is het meest constructief?

A. We denken dat jullie het best een buitenshuisactiviteit plannen op


die avond.
B. We zijn er zeker van dat jullie deze muziek ook zullen kunnen
smaken.
C. We zullen ons wel houden aan de voorschriften van de lokale politie.
D. Als jullie daar bezwaren tegen hebben, laat het ons weten.

29
C12
Je zit op kot (studentenkamer) met zes medestudenten. Omdat jullie de
fietsen tegen de gevel van het huis plaatsen, zetten jullie de vuilniszakken
tegen de gevel van de buurman, waar altijd plaats is. Op een morgen gebeurt
dit weer. De buurman komt woedend naar buiten en hij scheldt jullie uit dat
jullie grote egoïsten zijn.
Welke reactie zal het conflict niet doen escaleren?

A. “Sorry, we gingen er misschien te gemakkelijk van uit dat dit u niet


hinderde.”
B. “Wie dat zegt? We hebben de voorbije maanden nooit een vriendelijk
woord gekregen.”
C. “Wij egoïsten? Mochten er meer parkeerplaatsen zijn voor fietsen, dan
was het opgelost.”
D. “Maak u toch niet zo druk. Het zijn maar vuilniszakken hoor, geen
bompakketten.”

30
C13
Je zit in je eerste jaar aan de universiteit. Samen met drie
medestudenten moet je over een week een groepswerk inleveren.
Jullie hebben een maand geleden in samenspraak beslist wie er welk
deel voor zijn rekening zou nemen tegen welke datum. Deze deadline
is intussen reeds enkele dagen verstreken en Maryse heeft nog steeds
haar deel niet doorgestuurd naar de andere groepsleden.
Hoe kunnen jullie dit probleem op de meest respectvolle wijze
aankaarten bij Maryse?
A. Haar zeggen dat ze al vier dagen te laat is en dat het haar schuld is
als jullie niet op tijd klaar geraken.
B. Haar zeggen dat je de professor van het vak zal inlichten over het
feit dat zij zich niet professioneel gedraagt.
C. Erover zwijgen en hopen dat ze haar deel alsnog nu spoedig afwerkt
en aan de rest van de paper toevoegt.
D. Haar vragen hoe het komt dat ze te laat is en haar aan jullie afspraak
en aan de inleveringsdatum herinneren.

31
C14
Bij het openen van de verpakking blijken de ontbijtgranen die je gisteren in de
buurtwinkel had gekocht, beschimmeld te zijn. Je gaat terug naar de winkel
om je geld terug te vragen. De vrouw aan de kassa doet echter moeilijk en
zegt dat het niet mogelijk is om je terug te betalen aangezien je je kassaticket
niet meer hebt. Bovendien zegt ze dat ze gelooft dat jij die ontbijtgranen al
veel langer geleden hebt gekocht en ze niet op een droge plek hebt bewaard
maar in een vochtige opbergruimte.
Welke reactie van jou is het meest oplossingsgericht?
A. “Dat is dan meteen de laatste keer dat ik hier iets gekocht heb. Ik
ga volgende keer wel naar het grootwarenhuis.”
B. “Ik zal met plezier mijn verhaal via sociale media delen zodat
iedereen kan zien hoe klantvriendelijk jullie hier zijn.”
C. “Ik vind het ongepast om mij ervan te beschuldigen dat ik die ontbijtgranen
al lange tijd vochtig bewaar.”
D. “Het spijt me dat ik het aankoopbewijs niet bij heb... Kan u het via mijn
elektronische klantenkaart opzoeken?”

32
c15
Je ging al enkele keren babysitten bij de nieuwe buren. Het is mei en dus
bijna examens, maar als de ouders je opbellen om diezelfde avond nog te
komen, stem je in omdat je hen uit de nood wil helpen. Aangezien hun
kindjes twee en vier jaar zijn, gaan ze vroeg slapen en kan jij studeren.
Wanneer je arriveert, wordt de volgende vraag gesteld: “Je vindt het toch niet
erg om ook voor de kleine Kasper van zes maanden te zorgen? We gaan
samen op stap met zijn ouders en zij vonden geen babysit vanavond. Zie jij
het zitten om hem binnen een uurtje zijn flesje te geven en hem dan in bed te
stoppen?” Je vindt het niet fijn dat je voor een voldongen feit gesteld wordt.
Hoe kom je op de beste manier uit voor je eigen mening en gevoel?

1. Je zegt duidelijk dat je het niet fijn vindt dat ze jou voor een voldongen
feit stellen omdat je van plan was om te studeren.
2. Je vertelt een leugentje om bestwil: je zegt dat je Kasper er vast en zeker
wil bijnemen maar dat je nog nooit voor zo’n klein kindje gezorgd hebt
en dat je dus denkt dat het geen verstandig idee is.
3. Je geeft aan dat je verrast bent door de vraag omdat je vanavond wilde
studeren. Je zegt dat je dit graag op voorhand had geweten om zelf te
kunnen beslissen om al dan niet komen babysitten die avond.
4. Je zegt dat je geen ja had gezegd als je dit geweten had, maar je stelt
voor dat ze je omwille van de extra inspanningen en de laattijdige
verwittiging dubbel betalen voor de babysit vanavond.
33
C16
Mevrouw Desmedt, een jonge vrouw van 23, komt langs bij de huisarts. Als de
consultatie beëindigd is, stelt ze een relatieprobleem aan de orde. Ze vertelt dat haar
echtgenoot Wim beslist heeft dat hij de verbouwing van hun recent aangekochte huis
zelf wil doen. Zij ziet dat niet zitten omdat hij dan elk weekend zal werken en zij alleen
thuis zal zitten met hun zoontje van 18 maanden. Zij vindt nu al dat Wim zijn zoontje
te weinig aandacht en tijd schenkt. Daarom vraagt mevrouw Desmedt de huisarts een
gesprek te hebben met haar echtgenoot, waarbij de huisarts hem sterk zou afraden
zelf te renoveren. Mevrouw Desmedt vraagt de huisarts een klinisch onderzoek te
doen bij haar echtgenoot en hem vervolgens te vertellen dat hij een afwijking van een
ruggenwervel heeft met een sterk vergrote kans op een hernia. Wim heeft een vriend
die een hernia heeft en hij zal niet willen dat hem dat overkomt. De arts reageert op
dit verzoek van mevrouw Desmedt dat dit medisch niet correct is. De arts wil dat het
gesprek hierover zo constructief mogelijk verloopt voor alle betrokken partijen.
Hoe interpreteert hij het gedrag van mevrouw Desmedt het best?
A. Mevrouw is bezorgd over de impact van een verbouwing op de tijd om samen te
zijn als gezin en zoekt een manier om op te komen voor het gezin.
B. Mevrouw beseft niet dat het onaanvaardbaar is om medisch onjuiste argumenten te
gebruiken om het gezin te beschermen.
C. Mevrouw is gefrustreerd dat haar man minder tijd en aandacht besteedt aan hun
zoontje dan zij en wil dat hij ook zijn deel van de opvoeding opneemt.
D. Mevrouw wil de dokter gebruiken om meer gezinstijd te verkrijgen voor haar, haar
man en hun zoontje samen.
34
C17
In de gemeenschappelijke eetruimte van een studentenhuis ben je spaghetti
aan het klaarmaken. Een medestudent die net gegeten heeft, steekt een
sigaret op, terwijl dit volgens het huishoudelijk reglement niet kan. En de
rook is storend voor jouw eetlust.
Welke communicatie draagt bij tot een goede verstandhouding?

A. Je maakt een briefje om aan de deur van de eetruimte op te hangen,


waarin herinnerd wordt aan het rookverbod.
B. Je maakt stilzwijgend je pasta klaar en vertrekt met pot en eetgerei naar
jouw kamer om daar te eten.
C. Je spreekt je medestudent aan om te zeggen dat de eetplaats een rookvrije
ruimte is en dat zijn roken je stoort.
D. Je schrijft een email naar de verhuurder van de studentenkamers om te
melden dat het reglement niet gevolgd wordt.

35
C18
Je huurt met medestudenten een huis met een tuin. Je wil een
afscheidsbarbecue houden voor een huisgenoot die voor enkele
maanden vertrekt op buitenlandse stage. Gezien het schitterend weer
is, wil je de barbecue in de tuin organiseren, wat mogelijk voor
geluidsoverlast zal zorgen voor de bewoners van de aanpalende
huizen. Daarom wil je een bericht op papier zetten dat je in de
brievenbus van de buren zal steken.
Welk bericht is het meest constructief?
A. “Als jullie ramen en deuren aan de tuinzijde sluiten, zal de
geluidsoverlast wellicht best meevallen.”
B. “We hopen echt dat dit feestje onze uitstekende relatie niet in
gevaar zal brengen.”
C. “Als jullie te veel hinder ondervinden, zouden we het op prijs stellen
dat jullie ons dit komen melden.”
D. “We zouden het bijzonder jammer vinden, moesten jullie een
beroep doen op de lokale politie.”

36
C19
Je werkt als verzorgende bij een thuiszorgdienst die zorgbehoevende mensen
een aantal medische en niet-medische zorgen komt brengen. Je komt aan bij
Mevrouw Janssen die voor het ochtendtoilet hulp nodig heeft bij het wassen
en aankleden. Maar vandaag ben je meer dan een uur te laat omdat een
persoon die je vroeger in de ochtend ging helpen, ernstig ziek geworden was
en dringende hulp nodig had. Je hebt daar de tijd genomen om het nodige te
doen zoals spoeddiensten oproepen, familie verwittigen, de poes eten geven,
het huis afsluiten enz. Mevrouw Janssen is zeer boos en beschuldigt u ervan
dat u nooit op tijd komt.
Welke reactie houdt het meest rekening met de gevoelens van mevrouw
Janssen?

A. ‘Het is waar, ik ben te laat en als ik in uw schoenen zou staan, zou ik ook boos zijn.’
B. ‘Ik ben alleen vandaag te laat en ik heb daar echt een goede reden voor.’
C. ‘Het is voor niemand leuk om te moeten wachten, maar u wou toch niet
buitengaan?’
D. ‘Vertel me eens waarom u daar zo boos over bent?’

37
C20
Komende zomervakantie willen jullie met de vriendengroep een bergtocht
maken. Bij ieder overleg blijkt nu dat Joeri zijn taken niet of zeer onvolledig
uitvoert en bij iedere bespreking minimaliseert hij dat met een kwinkslag.
Katrien vindt Joeri een toffe gast. Ze was blij om wat nauwer met hem te
kunnen samenwerken in het vooruitzicht van de gezamenlijke reis, maar ze
ergert zich steeds meer aan zijn nonchalant gedrag.
Nu blijkt opnieuw dat de voorschotten niet betaald zijn en dat Joeri de
reservaties in de berghutten niet bevestigd heeft.
Met welke reactie maakt Katrien het meest kans op een constructief gesprek?
A. “Waarom kom jij onze afspraken niet na? Dat zou de zaken vooruit helpen.”
B. “Geef je echt wel om onze groep? Op deze manier kunnen we niet
vertrekken.”
C. “Noem jij dit vriendschap? Echte vrienden komen hun afspraken na.”
D. “Nog niet betaald? Dat is schrikken … ik zou graag zien dat je onze
afspraken nakomt.”

38
C21
Mevrouw Pieters belt je boos op. Als tandarts heb je haar dertienjarige dochter
Petra tijdens een vorig consult verwezen naar de orthodontist omwille van een
kruisbeet. Bij een kruisbeet vallen sommige van de bovenste tanden bij het
bijten binnen de onderste tanden. Petra heeft een beugel gekregen. Vorige week
is ze niet gerangschikt bij de eerste ploeg in de zwemcompetitie bij de junioren.
De trainer heeft laten weten dat ze een beetje snelheid te kort komt. Moeder
Pieters is boos: “die stomme beugel hindert haar bij het zwemmen!”
Hoe toon je als tandarts het best begrip voor de reactie van de moeder en
behoud je tegelijk de kans op een goede mondverzorging?
A. "Ik had gehoopt dat Petra bij de selectie zou geweest zijn. Maar wellicht kan
ze ook een toffe zwemcarrière beleven zonder in de eerste ploeg te zwemmen."
B. "Ik verneem wel vaker dat de trainers subjectief zijn bij de selectie. Iedere
ouder zou hier boos en ontgoocheld over zijn."
C. "Ik hoor dat u boos bent. Maar er is geen enkel aantoonbaar verband tussen
het dragen van een beugel en verminderde zwemprestaties."
D. "Ik begrijp uw frustratie over het feit dat Petra niet geselecteerd is voor de
eerste ploeg. Hoe kan ik u op dit moment het best verder helpen?"

39
C22
De moeder van Elisabeth verblijft sedert enkele weken in woonzorgcentrum Ter
Linden. Ze lijdt aan een vorm van dementie en kan nog moeilijk voor zichzelf
zorgen. Elisabeth heeft de zorg voor haar moeder lange tijd zelf ter harte
genomen, maar nu ze ook ’s nachts hulp nodig heeft, is dit niet meer vol te
houden.
Nu komt Elisabeth boos aankloppen bij de directeur van het woonzorgcentrum.
Ze doet haar beklag: “Mijn moeder, die altijd verzorgd aangekleed is, tref ik nu
aan in een jogging pak. Niet alleen droeg moeder nooit in haar leven een jogging.
Daarbij komt dat dit kledingstuk ook niet van haar is. Waar zijn moeders kleren
naartoe? Jullie geven absoluut geen aandacht aan de outfit van de bewoners!
Weten jullie wel hoe belangrijk dat is voor het zelfwaardegevoel van mensen die
zich nog moeilijk kunnen uitdrukken? “
Welke reactie van de directeur is het beste om een conflict te vermijden?
A. “We waarderen een open communicatie met de familie van onze bewoners.”
B. “Dat uw moeder een jogging draagt, betekent toch niet dat we geen aandacht
hebben voor de outfit van de bewoners?”
C. “Het spijt me dat uw moeder kledij aan heeft die niet bij haar gewoontes
aansluit. Wat wil u dat er gebeurt?”
D. “Inderdaad, de kledij van onze bewoners is niet ons belangrijkste
aandachtspunt in de zorg.”
40
C L EAR(R)
Luistervaardigheid:
actief, VERDIEPEND
L1
Je zit zoals elke vrijdagavond samen met je neef op de trein. Normaal gezien
praten jullie honderduit over jullie avonturen als eerstejaarsstudent aan de
universiteit. Vandaag heeft hij echter nog geen woord gezegd en zit hij
stilletjes voor zich uit te staren.
Welke reactie biedt het meest kans op een echt gesprek?

A. “We hebben een lang weekend in het vooruitzicht, dat zal deugd doen!”
B. “Zo stil vandaag… Wat scheelt er…?”
C. “Je bent zeker moe van het vele feesten deze week?”
D. “Ik zie dat je niet veel zin hebt om te praten... ik zal je met rust laten.”

42
L2 besef je wel= meestal aanvallend

Een medestudent neemt je in vertrouwen en vertelt dat hij tijdens zijn stage
af en toe vanuit het ziekenhuis medicatie meenam voor zijn zieke opa. Het
was een duur medicijn en opa voelde er zich beter door. Hij was hem
dankbaar.
Met welke reactie stimuleer je bij je medestudent reflectie over het
grensoverschrijdende steelgedrag?

A. "Besef je wel dat je omwille van de dankbaarheid van je opa je eigen


carrière in gevaar brengt?"
B. "Besef je wel dat je me medeplichtig maakt door me te informeren over
jouw diefstal?"
C. "Stelen is een ernstige beroepsfout. Wat maakt dat je me dit vertelt en wat
verwacht je nu van mij?"
D. "Wat maakt dat je opa helpen voor jou zo zwaar doorweegt dat je een
dergelijk strafbaar feit wilde stellen?" ijsberg ! "binnenkant"

43
L3
Bij een ski-ongeval heeft een klasgenoot haar heup gebroken. Je weet van
jouw zus die ziekenhuisverpleegster is dat ze geopereerd wordt en enkele
dagen in het ziekenhuis moet verblijven. Je stuurt een WhatsApp-bericht met
de vraag of je eens langs kunt komen. Je krijgt als antwoord volgend berichtje:
“Ik krijg in deze tweepersoons ziekenhuiskamer liever geen bezoek. Ik moet
gelukkig maar enkele dagen blijven, en dan spreken we snel af”.

Welke reactie van jou getuigt van een goede luisterhouding?

A. “Jammer, jouw favoriete weekblad lag klaar om mee te nemen.”


B. “Dat doen we! Ik hoor het wel van zodra je weer thuis bent.”
C. C. “Oei, ik dacht dat een bezoek je plezier zou hebben gedaan.”
D. D. “Ik kan ook heel stilletjes praten hoor en zal niet lang blijven.”

44
Luistervaardigheid: actief, VERDIEPEND

Geen oordeel
RUIMTE geven

BELEVING
naast informatie

Open vragen,
gevoelsreflectie, …

45
Het ijsbergmodel
Festivals Clothing Music Food Literature Language Rituals

Beliefs Values Unconscious Rules Assumptions Definition of Sin

Patterns of Relations Ethics Group vs individual Leadership

Conceptions of Justice Ordering of Time Nature of Friendschip

Notions of Family Decision-Making Space Ways of handling Emotions

46
L4
Jo is 19 en verblijft sinds zijn auto-ongeval zes maanden geleden in een
revalidatiecentrum. In het begin verliep zijn revalidatie zeer vlot. De laatste
weken stoot hij echter steeds vaker op zijn limieten en is zijn motivatie om
zich aan zijn oefenschema te houden sterk afgenomen. Hij wil zo graag terug
naar huis. Tijdens de kinesitherapiesessies komt hij ongelukkig over.
Hoe kan de kinesist zich het meest luisterend opstellen?

A. “Ik merk dat het de laatste weken wat moeilijker is voor jou?”
B. “Houdt de pijn je tegen om je oefeningen elke dag te doen?”
C. “Het lijkt me toch belangrijk dat je je aan je oefenschema houdt.”
D. “Het komt wel goed, nog even volhouden nu!”

47
L5
Een klasgenoot belt je met de vraag of je niet coronaveilig kunt afspreken om
hem enkele romans uit de bibliotheek van je ouders uit te lenen. Hij klinkt erg
triest en klaagt er over dat hij zo weinig contact heeft met leeftijdsgenoten.
Hij vertelt ook dat hij de voorbije weken verschillende thrillers heeft gelezen,
van verschillende auteurs.
Welke reactie getuigt het meest van luistervaardigheid?

A. “Welke thriller-auteur kon jou het meeste boeien?"


B. "Ik begrijp dat je op dit moment geen thrillers meer wil lezen."
C. "Wil je dat ik aan mijn ouders vraag welke roman ze aanbevelen?"
D. "Als je wil, kunnen we er een wandeling in het park aan koppelen."

48
L6
Een buurjongen belt je met de vraag of jij soms een paar eieren kunt missen.
De winkels zijn dicht en hij heeft geen zin om nog maar eens voor hem alleen
te koken. Een omelet maken is het enige wat hij naar eigen zeggen ziet zitten.
Hij voegt er aan toe dat hij het alleen zijn beu is nu zijn ouders voor COVID-19
gevlucht zijn naar hun verblijf op Tenerife en zijn zus met haar vriend in een
bubbel zit en niet meer naar huis komt.
Welke reactie getuigt het meest van luistervaardigheid?

A. "Je zou de omelet toch best verrijken met wat groenten, om een
volwaardige maaltijd te hebben."
B. "Willen we samen eens een afhaalgerecht opeten op een bank in het park
in de buurt?"
C. "Zal ik je een kookboek van Pascale Naessens uitlenen, met lekkere
gerechten die heel snel kunnen bereid worden?"
D. "Ik kan je een doosje met vier eieren bezorgen; dat is makkelijker om terug
te geven."

49
L7
Lucie, één van je jaargenoten (17 jaar), kreeg vorige week te horen dat ze
zwanger is. Lucie heeft al jaren een geheime relatie met Daan, een 10 jaar
oudere en gehuwde man die ze heel graag ziet. Ze is gefrustreerd dat Daan
zegt dat hij zal scheiden maar geen verdere stappen zet. Om hem jaloers te
maken heeft Lucie vorige maand een goede vriend van Daan verleid. Ze
vreest nu dat ze zwanger is van deze vriend. Omdat Lucie al een paar dagen
niet in de les is, ga je haar thuis bezoeken. Zij vertelt je: “Ik heb iets vreselijks
stoms gedaan en wellicht geraak ik Daan nu helemaal kwijt. Soms denk ik dat
het allemaal geen zin meer heeft.”
Hoe sluit je best aan bij de hopeloze gevoelens van je jaargenote?

A. “Ik ben bekommerd om je: ongewenst zwanger, je geliefde misschien


kwijtraken… Wat bedoel je met ‘het heeft allemaal geen zin meer’?”
B. “Ik leef met je mee…Hoeveel weken ben je al zwanger en heb je al beslist of
je het kindje wil houden?”
C. “Probeer je daar nu geen zorgen over te maken. Er zijn mogelijkheden om
je zwangerschap te beëindigen.”
D. “Moed houden, ik zal er voor je zijn en ik ben zeker dat ook andere mensen
je zullen begrijpen en steunen.”

50
L8
Olivia, een meisje dat je kent van in de sportclub, vertelt je dat ze vroeger een
aantal manisch-depressieve episodes heeft doorgemaakt. Dat is een psychische
ziekte waardoor je stemming verstoord is en waarbij je een groot risico op herval
hebt. Ze is ondertussen vier jaar stabiel en heeft een vriend. Door de medicatie
die ze neemt is het echter zeer moeilijk om haar gewicht onder controle te
houden en ook wordt haar afgeraden om kinderen te krijgen. Ze zegt: “Ik weet
dat Thomas mij echt graag ziet, maar soms vraag ik me toch af of hij het wel met
mij uithoudt.”
Welke reactie toont dat je actief luistert en inspeelt op wat Olivia bekommert op
dit moment?

A. “Je klinkt somber. Ik ga vanavond zwemmen. Lijkt het je een goed idee om
met me mee te gaan? Sporten kan je misschien helpen om terug wat
optimistischer naar je relatie en naar de toekomst te kijken.”
B. “Als je al vier jaar stabiel bent, is er toch geen reden voor paniek. Ik zou niet
weten waarom je vriend het niet met jou zou uithouden. De dingen die je
noemt, kent hij toch ook al van jou? Je zegt zelf dat hij je echt graag ziet.”
C. “Wat zorgt ervoor dat je je soms afvraagt of hij het wel met je uithoudt? Het
lijkt alsof je soms twijfelt of hij steeds opnieuw voor je zal kunnen kiezen
omwille van zaken die je zelf niet onder controle hebt.”
D. “Ik hoor dat je piekert over je gewicht en over het feit dat je geen kinderen
kan krijgen. Ik denk dat ik dat als de beste begrijp. Ook ik worstel met
mijn gewicht en ik denk niet dat kinderen aan mij besteed zijn.”
51
L9
Een ploeggenoot in jouw amateur voetbalclubje stuurt een WhatsApp
berichtje met de vraag of hij deze namiddag een fiets van jou kan gebruiken.
Als je hem belt met de vraag of het ook een damesfiets mag zijn, reageert hij
met: “Welke fiets kan me niet schelen. Ik moet even tot mezelf komen, mijn
vriendin heeft zonet laten weten dat ze onze relatie niet meer ziet zitten. Wat
ik nu nodig heb, is even alleen de natuur in en uitwaaien.”
Welke reactie getuigt het meest van luistervaardigheid?

A. “Dan kan je de fiets van mijn zus komen halen, want zij is toch in het
buitenland.”
B. “Over relatiebreuken kan ik meepraten. Zet ik een wijntje in de koelkast?”
C. “We kunnen ook samen fietsen. Ik was ook net van plan op mijn fiets te
springen.”
D. “Je kunt beter niet gaan fietsen als je zo woest bent op jouw ex-vriendin.”

52
CL E AR(R)
EMPATHIE:
Je inleven in de situatie en belevingswereld van de ander
E1
Binnen jullie vriendenclubje wordt er geregeld over partnerrelaties
gesproken. Het is één van de meest populaire gespreksonderwerpen, maar
niet voor Samuel. Hij spreekt nooit over een partner. Het wordt alleen maar
opvallender: de laatste keren dat het over partners ging, vond hij steeds weer
een reden om te verdwijnen. Als vriend wil je Samuel daarover aanspreken.
Welke communicatie van jou leunt het dichtst aan bij de feitelijke situatie?

A. "Je vertrekt telkens wanneer we over onze partners praten."


B. "Je voelt je blijkbaar heel onzeker over jouw partnerkeuze."
C. "Je bent blijkbaar bang van onze reactie op jouw vriend of vriendin."
D. "Je verkiest waarschijnlijk om jouw relatie voor ons geheim te houden."

54
E2
Je loopt stage in een woonzorgcentrum. Op een middag zit je samen met
enkele bewoners in de woonkamer en help je bij de maaltijd. Een van de
bewoners heeft zojuist een hartinfarct gekregen. Met een ambulance wordt
ze naar het ziekenhuis gebracht. Mevrouw Segers heeft alles zien gebeuren en
ze zegt tegen jou: “Mij moeten jullie niet meer naar het ziekenhuis brengen,
hoor, wanneer me dit zou overkomen!”
Hoe kan je het best reageren op deze uitspraak om in te spelen op de
gevoelens van mevrouw Segers?

A. “Komaan, u bent toch nog heel goed voor uw leeftijd.”


B. “Dat begrijp ik: ik zou zelf ook niet meer weggevoerd willen worden.”
C. “Waarom niet? In een ziekenhuis kunnen ze je toch het best helpen.”
D. “Ik begrijp dat dit dingen losmaakt … wil u er met mij over praten?”

55
E3
Je wordt niet geselecteerd voor het quizteam bij een interscholenwedstrijd. In
de gang bots je op de klastitularis die de uiteindelijke selectie heeft gemaakt,
en laat je horen: “Mijnheer Fransen, ik ben zwaar ontgoocheld”, gevolgd door
een diepe zucht en een stilte die doorbroken wordt met “in de klas vinden ze
ook dat er niemand meer van sport weet dan ik”.
Welke vraag getuigt van een empathische luisterhouding bij de klastitularis?

A. Hoe zwaar weegt jouw ontgoocheling?


B. Hoe weet je dat er veel sportvragen zullen zijn?
C. Heb je al jouw klasgenoten geraadpleegd?
D. Denk je de enige te zijn die veel van sport weet?

56
Empathie: Je inleven in de situatie en belevingswereld van de ander
E4
Eren is een 19-jarige student van Turkse origine. Wanneer hij bij de
studentenbegeleider komt, geeft zijn non-verbale communicatie aan dat hij
zeer gestresseerd is. Hij geeft in het gesprek aan zich depressief te voelen,
maar vindt het moeilijk om hier verder over te praten.
Welke reactie van de studentenbegeleider is het meest meelevend?

A. “Ik begrijp dat het voor mensen met uw culturele achtergrond moeilijk is
om over dat soort dingen te praten, maar als u dat niet doet, kan ik u
ook niet helpen.”
B. “Ik merk aan uw manier van doen dat u zich niet helemaal op uw gemak
voelt…?”
C. “Als u zich depressief voelt, kan onze studentenarts u antidepressiva
voorschrijven en dan maken wij een nieuwe afspraak.”
D. “En uw directe omgeving heeft waarschijnlijk weinig begrip voor uw
situatie? U hebt immers alles om gelukkig te zijn…”

58
E5
Je bent leider van een scoutsgroep. Met de leiding hebben jullie afgesproken
dat je wat extra aandacht zal geven aan een bepaalde jongen die dat blijkbaar
nodig heeft. Tijdens een trektocht vertelt de twaalfjarige jongen je het
volgende: ‘Meteen van de eerste dag op school heeft mijn juffrouw een pik op
mij. Ik maak niet meer drukte in de klas dan anderen, maar ze neemt mij altijd
te pakken wanneer ik iets uithaal. Ik denk dat ze mij eruit pikt omdat ze mij
niet mag. Tegen Jos Hermans gaat ze niet te keer en die doet gekker dan ik.’
Met welke tussenkomst geef je het best de gevoelens van de jongen weer?

A. “Het is een beetje verwarrend en je vraagt je af waarom ze jou eruit haalt.”


B. “Is er geen parallelklas? Misschien kan je van klas proberen te veranderen”
C. “Heb je hierover al eens met je ouders gepraat? Die kunnen dan met je juf
gaan praten.”
D. “Je bent kwaad en je vindt dat ze je op een oneerlijke manier behandelt?”

59
E6
Mijnheer Spillebeen wordt binnenkort 90 jaar maar geniet nog van het leven.
Hij heeft het steeds moeilijker om op eigen houtje zijn huishouden te doen.
Tegelijk wil hij geen hulp aanvaarden. Hij is van mening dat hij alles nog goed
alleen kan en hij wil geen bemoeienissen in zijn huis. De familie begint zich nu
stilaan zorgen te maken omdat het huis steeds vuiler wordt en hij ook niet
meer voldoende eet en sterk vermagert.
Na herhaalde vruchteloze pogingen om hulp in te schakelen, wil Jan, de
oudste van de vier kinderen, dit nu eens bespreekbaar maken met hun vader
om die situatie aan te pakken.
Met welke openingszin is Jan het meest respectvol?
A. We hebben met ons vieren eens over de toestand hier in huis gesproken en
we vinden dat het zo niet meer gaat.
B. Het zou goed zijn dat je toch wat meer hulp aanvaardt bij de maaltijden en
het huishouden, hier is het telefoonnummer van de dienst gezinszorg.
C. Wat denk je ervan om eens een dienst in te schakelen die hulp biedt bij het
huishouden en de maaltijden?
D. Wil je ons even helpen denken over wat er je de komende jaren het meest
comfort biedt?

60
E7
Je wordt niet geselecteerd voor het quizteam bij een interscholenwedstrijd. In
de gang bots je op de klastitularis die de uiteindelijke selectie heeft gemaakt,
en laat je horen: “ik ben verschrikkelijk kwaad”, gevolgd door een pijnlijke blik
en een stilte, die doorbroken wordt met “ik heb gehoord dat er nog
klasgenoten zijn die woest zijn over de selectie”.
Welke vraag getuigt van een empathische luisterhouding bij de klastitularis?

A. Hoeveel mensen lopen er nog kwaad rond in de klas?


B. Hoe pijnlijk is die niet-selectie bij jou aangekomen?
C. Zijn jullie samengekomen om over de selectie te praten?
D. Weet jij wel hoe moeilijk het is om zo een selectie te maken?

61
E8
Je zit op café met een vriend die recent een relatiebreuk heeft moeten
verwerken. Na enkele pintjes en wat gepraat over koetjes en kalfjes, laat hij
horen: “Soms zie ik het echt niet meer zitten“.
Welke reactie getuigt van empathisch luisteren?

A. “Weet je dat er een zelfmoordlijn bestaat?”


B. “Ik denk dat we genoeg gedronken hebben.”
C. “Wat bedoel je met ‘niet meer zien zitten’?”
D. “Een relatiebreuk mag je niet onderschatten.”

62
CLE A R(R)
Aandacht
voor loyaliteit en WAARDIGHEID van alle betrokkenen

Onderscheid maken
tussen objectieve FEITEN, INTERPRETATIES ervan en subjectieve BELEVING
A1
Vier vriendinnen doen mee aan een tiendaagse trektocht door de bergen. Op
het einde van de eerste dag, laat één van hen horen dat ze de volgende
morgen op haar eentje wil terugkeren naar de vertrekplaats. Ze vertelt dat ze
zich na één dag al uitgeput voelt en vreest dat ze één van de volgende dagen
zou moeten afhaken, wat voor iedereen veel vervelender zou zijn dan morgen
terug te keren.
Welke communicatie maakt de grootste kans dat ze haar mening herziet en
blijft meestappen?

A. "Je stapte vandaag vaak voorop aan een onnodig hoog tempo."
B. "Op hoogte wandelen vraagt altijd een dag aanpassing."
C. "De eerste dag is veruit de moeilijkste voor iedereen."
D. "Jouw fysieke conditie kan vermoedelijk beter."

64
A2

Welke uitspraak berust enkel op observatie en niet op


interpretatie? binnenkant

A. “Mijn vriendin is zonder twijfel een zeer verlegen persoon.”


B. “Mijn vriendin komt uit een doorsnee bemiddeld gezin.”
C. “De familie van mijn vriendin hangt sterk aan elkaar.”
D. “De familie van mijn vriendin spreekt Frans met elkaar.”

65
A3
Welke beschrijving berust op observatie en niet op interpretatie?

A. Piet maakt zich zorgen over het klimaat.


B. Piet neemt steeds de trein naar zijn werk.
C. Piet maakt geen verre reizen.
D. Piet lust geen vlees.

66
A4
Vier vrienden zijn op fietsdriedaagse in de Vogezen. Bij het avondmaal op de
eerste dag kondigt één van de vier aan dat hij de volgende dag niet meer mee
fietst, maar met de trein naar huis wil terugkeren. Hij heeft immers
ondervonden dat hij de zwakste van de vier is en voelt zich na één dag al
leeggereden. Hij vreest dat het alleen maar erger zal worden en dat hij de
volgende dagen echt een blok aan het been zal zijn voor de anderen.
Welke communicatie maakt de grootste kans dat de vriend zijn mening herziet
en blijft meefietsen?

A. "Samen uit, samen thuis’ is toch altijd ons motto geweest, niet?"
B. "Ik vind dat je de voorbije maanden enkele kilo’s bent aangekomen."
C. "De loden zon maakte het wel heel erg zwaar vandaag."
D. "Ik merkte dat je met veel te grote versnelling reed vandaag."

67
A5
Kotgenoot Bart heeft zonet zijn examenuitslagen ontvangen. Hij heeft een
zware onvoldoende voor anatomie, en vraagt zich hardop af of het wel zin
heeft om de studies bewegingswetenschappen verder te zetten.
Welke reactie van jou biedt de meeste kansen dat hij zijn studie niet meteen
opgeeft?

A. "De prof voor anatomie staat al jaren bekend om zijn zeer strenge
beoordelingen op examens."
B. "Ik heb je na het examen horen zeggen dat je anatomie als actieve sporter
te licht had opgenomen."
C. "Ik herinner me dat anatomie op een heel slecht moment geprogrammeerd
was."
D. "Je hebt me meermaals gezegd dat je met geheugenvakken altijd de
grootste moeite zult hebben."

68
A6
Welke van volgende uitspraken geeft enkel een eigen gevoel weer?

Antwoord
"Ik voel me gewaardeerd."
"Ik ben jaloers."
"Ik voel me opgenomen in de groep."
"Ik ben populair."

69
A7
Welke van volgende uitspraken geeft enkel een eigen gevoel weer?

A. “Ik ben onder druk gezet.”


B. “Ik ben ongeliefd.”
C. “Ik ben verdrietig.”
D. “Ik ben dapper.”

70
A8
Het is vrijdagavond en je bent met de trein op weg naar huis na een week op
kot. Zoals gewoonlijk zit de trein propvol. Er staan mensen in het gangpad en
her en der liggen koffers van studenten. Twee studenten zitten gezellig te
praten in een compartimentje van vier. Ze zitten schuin tegenover elkaar met
de benen gestrekt. Hun koffer staat eveneens in het compartimentje
waardoor er twee zitplaatsen onbruikbaar zijn.
Welke reactie is in deze situatie het meest aangewezen?

A. “Als de kaartjesknipper langs komt riskeren jullie een boete.”


B. “Wees eens een beetje hoffelijk, jullie zitten niet alleen op de trein.”
C. “Als de koffers boven op het rek gelegd worden, kunnen er nog twee
mensen zitten.”
D. “Ik hoorde op het gangpad iemand klagen over hoeveel ruimte jullie
innemen.”

71
CLEA R (R)
Respect
persoonlijke aandacht geven aan de ander
respectvol met elkaar omgaan
R1
Je studeert samen met een groepje medestudenten ter voorbereiding van de
examens. Het valt hen zwaar en ze worden stilaan moe, maar met Naima gaat
het duidelijk helemaal niet goed de laatste dagen. Ze ziet er zeer bleek uit,
heeft wallen onder de ogen en is sterk vermagerd. Het is iedereen al
opgevallen.
Vandaag ziet iedereen dat ze gehuild heeft. Niemand weet waarom dat zou
zijn. Bij een pauze zit Kato naast haar en probeert haar aan de praat te krijgen.
“Vooruit Naima, we maken ons allemaal zorgen over jou, vertel nu maar wat
er precies gaande is. Het gaat echt niet goed blijkbaar …” Naima wordt er
alleen maar bleker van en ze blijft zwijgen.
Welke reactie van jou is het meest respectvol?
A. “Toe nu, Naima, je ziet toch dat we het goed met je menen. Je kan ons wel
vertrouwen.”
B. “Stop er mee, Kato. Je ziet toch dat Naima ons niet in vertrouwen neemt.”
C. “Het is tijd om weer aan het werk te gaan. Onze studies komen op de
eerste plaats.”
D. “Ik denk dat we beter stoppen met Naima onder druk te zetten. Misschien
vertelt ze er later over.”

73
R2
Joris en Marijke wonen vlak bij het stadspark. Hun buurman is Jacques, een
hoogbejaarde man die op geregelde tijdstippen op wandel gaat met zijn hond,
Cesar. Bij die gelegenheden laat hij het dier meestal plassen tegen de gevels
waar hij voorbij komt. Joris en Marijke vinden dit niet alleen ongepast, maar
ook de geurhinder vinden ze vooral zeer onaangenaam. Ze willen dit graag
aankaarten zodat het niet meer gebeurt.
Welke aanpak is het meest respectvol?
A. Ze kopen een product om tegen de gevel te spuiten waarmee Cesar jeuk
krijgt wanneer hij in de buurt komt.
B. Wanneer ze een volgende keer Cesar zien plassen, spreken ze Jacques erop
aan dat ze dit onaangenaam vinden en vragen of hij hun gevel wil ontzien.
C. Wanneer ze een volgende keer Cesar zien plassen, wijzen ze Jacques op het
parkje aan het eind van de straat als betere plasplaats voor Cesar.
D. Ze organiseren een petitie bij alle buren die getroffen worden door de
plaspartijen en bezorgen Jacques een officiële vraag van de buurt.

74
R3
Je bent student kinesitherapie en ook scoutsleider. Je hebt aan jouw
scoutsgroep beloofd om mee een zomerkamp te organiseren en te leiden.
Twee maanden voor het vertrek krijg je een uitnodiging om voor een tornooi
in Zuid-Spanje mee te reizen met het frisbeeteam van de universiteit. Dat
tornooi valt binnen de kampperiode. Je kan er ervaring opdoen als sportkiné.
Het is geen gemakkelijke keuze, maar jouw toekomstdroom is om sportkiné te
worden, en dus beslis je om het kamp te laten vallen.
Welke communicatie naar de kampleiding is het meest gepast?
A. Je legt hen de situatie voor en ook hoe en waarom je deze beslissing hebt
genomen.
B. Je legt hen de situatie voor en stelt dat je nuttiger bent op het tornooi dan
op het kamp.
C. Je legt hen de situatie voor en vraagt hen welke beslissing zij zouden
nemen.
D.Je legt hen de situatie voor en spreekt de hoop uit dat zij het niet erg zullen
vinden.

75
R4
Betty is een lieve buurvrouw waarmee je geregeld een praatje maakt. Ze is een
fan van vegan. Nu volgt ze een cursus over veganistische desserts. Ze brengt je
geregeld een nieuw probeersel. De meeste gerechten smaken niet zo lekker maar
volgens Betty dragen ze bij tot een lang leven in goede gezondheid.
Met de beste bedoelingen en trots over haar eigen vorderingen in de cursus, heeft
ze nu weer een mandje met notenpasteitjes voor de deur gezet met een
vriendelijk briefje erbij. De smaak van het deeg is nogal zanderig en moeilijk thuis
te brengen. Dat bevalt je niet zo.

Met welk antwoord ben je respectvol en doe je tegelijk je eigen mening het minst
geweld aan?

A. “Niet helemaal mijn smaak…Toch erg bedankt!”


B. “Dank voor de gebakjes. Ik vond ze heerlijk!”
C. “Vooral de hazelnoten vond ik zeer lekker. Hartelijk dank.”
D. “Ik kijk al uit naar je volgende probeersel.”

76
R5
Je woont met acht personen in een studentenhuis. De sfeer is erg gespannen,
want het is examenperiode. Na een zwaar examen heb je behoefte aan
ontlading en je zet de muziek keihard, denkend dat jouw huisgenoten elders
aan het studeren zijn of examen aan het doen zijn. Tot er een huisgenoot
zonder kloppen jouw kamer binnenstuift en schreeuwt dat hij de nacht heeft
doorgewerkt en wil slapen.
Welke reactie is het meest respectvol voor alle betrokkenen?

A. Sorry, ik had eerst moeten checken of er nog iemand in huis was.


B. Sorry, ik dacht dat ik alleen in huis was en wou me afreageren.
C. Toch wel gek dat je in de examenperiode nog in bed ligt op de middag.
D. Ik zou willen dat je nooit meer zonder kloppen naar binnen komt.

77
R6
Op zondagochtend werk je als jobstudent bij de bakker. Tussen negen en elf
staat er altijd een lange rij klanten voor de winkel. Ook Lisette komt op zondag
wekelijks tussen tien en twaalf naar de bakker om twee gebakjes te kopen.
Lisette is 84 jaar en op zondagnamiddag komt haar dochter altijd langs voor
een kopje thee en een babbel. Voor Lisette is zondag een hoogdag. Ook naar
de bakker gaan, vindt Lisette leuk. Ze doet dan graag een babbel met jou tot
groot ongenoegen van de rij klanten die zich ergert aan haar babbel en
zichtbaar ongeduldig wordt.
Welke reactie is het meest effectief en respectvol naar iedereen?
A. Je probeert met je lichaamstaal aan Lisette duidelijk te maken dat er geen
tijd is voor een babbel.
B. Je negeert de boze blikken van de wachtenden en laat Lisette haar verhaal
doen.
C. Je stelt Lisette voor om volgende week na elf uur te komen omdat je dan
meer tijd hebt voor een praatje.
D. Je luistert met een half oor naar het verhaal van Lisette terwijl je
ondertussen de andere klanten bedient.

78
R7
Een kotgenoot heeft zonet zijn examenuitslagen ontvangen. Hij heeft een
zware onvoldoende voor statistiek, en vraagt zich luidop af of het wel zin
heeft om de studies psychologie verder te zetten.
Welke reactie van jou biedt de meeste kansen dat hij zijn studie niet meteen
opgeeft?

A. “Het gemiddelde voor statistiek ligt al jaar en dag een stuk lager dan dat
van alle andere vakken.”
B. “In een lange examenperiode hebben de meeste studenten wel eens een
onverklaarbare off-day.”
C. “Over statistiek heb ik je tijdens het semester nooit horen spreken.
Misschien heb je er te weinig aan gewerkt.”
D. “Het lijkt me wel dat statistiek een vak is dat het minst aansluit bij jouw
voorkennis en interesses.”

79
R8
Vier vriendinnen doen mee aan een tiendaagse trektocht door de bergen. Op
het einde van de eerste dag, laat één van hen horen dat ze de volgende
morgen op haar eentje wil terugkeren naar de vertrekplaats. Ze vertelt dat ze
zich de hele dag lusteloos heeft gevoeld en vreest dat ze één van de volgende
dagen zou moeten afhaken, wat voor iedereen veel vervelender zou zijn dan
morgen terug te keren.
Welke communicatie maakt de grootste kans dat ze haar mening herziet en
blijft meestappen?

A. “De ene dag is de andere niet, is een cliché met veel waarheid.”
B. “Ik heb je niet van jouw waterfles zien drinken vandaag.”
C. “Jij met je pessimistische gedachten … kop op!”
D. “Een goed nachtje slapen zal je wel op andere gedachten brengen …”

80
R9
Kotgenoot Peter heeft zonet zijn examenuitslagen voor het eerste semester
ontvangen. Hij heeft één licht onvoldoende maar heel mooie cijfers voor de
andere vakken. Hij spreekt zijn hoop uit om te slagen voor alle vakken in het
tweede semester, wat hem zou mogelijk maken om een lange vakantie te
nemen.
Met welke verklaring voor zijn eerste semesterpunten geef je Peter het
grootste vertrouwen voor de volgende examenreeks?

A. “Jouw balans van studeren en ontspannen zat ook goed in evenwicht.”


B. “Jouw vriendin was het voorbije semester op Erasmus in Zuid-Afrika.”
C. “Het rotweer tijdens de examenperiode maakte studeren gemakkelijker.”
D. “Bij een paar examens heb je veel geluk gehad met de vragen.”

81
CLEAR (R)
Reflectie
Gevolgen van gedrag inschatten in relationele situatie
Ref1
Een klasgenoot vraagt je of je volgend weekend wil meegaan naar een
optreden. Je hebt dan wel tijd en ruimte om uit te gaan, maar je zou veel
liever met deze persoon een gezellige cafébabbel hebben dan naar een
optreden te gaan van een muziekgroep die je niet aanspreekt.
Welke uitspraak van jou is het meest relatie-bevorderend? Hoe reageer je?

A. “Voor wat ik er van gehoord heb, ligt hun muziek me niet.”


B. “Ik heb na een zware week behoefte aan een rustig weekend.”
C. “Ik ben blij dat je me uitnodigt voor het optreden.”
D. “Ik zou veel liever een gezellige babbel hebben met jou.”

83
Ref2
Je werkt als stagiair bij een rusthuis en een demente bejaarde moet naar het
ziekenhuis gebracht worden. Een andere demente patiënt zegt: ‘Mij moeten
ze nooit naar het ziekenhuis voeren hoor’.
Hoe reageer je?

A. Je schrijft het op in haar dossier zodat de verpleegkundigen er later op


kunnen terugkomen.
B. Je reageert niet. Ze zal het toch weer vergeten.
C. Je vraagt waarom ze niet naar het ziekenhuis zou willen.
D. Je reageert luchtig met: “Jij moet je geen zorgen maken, je bent nog
springlevend.”

84
Ref3
Je bent op bezoek bij een vriend die heel binnenkort vader wordt. Hij vertelt
jou dat hij zijn vader, met wie hij sinds zijn huwelijk een minder goede band
heeft, wil vragen om het peterschap op te nemen. Enerzijds zou dat
peterschap hun relatie mogelijk beter kunnen maken. Anderzijds twijfelt hij
eraan of zijn vader genoeg aandacht voor zijn kindje zal tonen. Daarom vraagt
hij aan jou of jij er soms iets voor voelt om het peterschap op te nemen.
Hoe kan je best een open en constructief gesprek aangaan met jouw vriend
over het peterschap?

A. “Ik wil graag peter zijn, maar zou je niet beter wachten met een beslissing
tot je een echt gesprek hebt gehad met je vader?”
B. “Ik denk dat jouw vader liever zelf peter zou willen zijn en het je kwalijk zal
nemen als je hem niet de eerste kans geeft om te beslissen.”
C. Het is en blijft jouw vader en je moet deze unieke kans grijpen om je relatie
met hem te herstellen. Kleinkinderen brengen dikwijls generaties bij
elkaar.”
D. “Ik hoor dat jij veel verwacht van een peter, maar ik zal je niet
ontgoochelen. Ik zal alleszins meer betrokken zijn dan je vader.”

85
Ref4
Je bent vreselijk ontgoocheld omdat een gewaardeerde kennis jouw mails niet
beantwoordt.
Hoe kan je best omgaan met deze emotie?

A. Je stuurt een emotionele mail, waarin je jouw ontgoocheling de vrije loop


laat.
B. Je stuurt een nieuwe mail met de vraag of hij jouw mails goed ontvangen
en gelezen heeft.
C. Je brengt je gemeenschappelijke kennissen op de hoogte en vraagt te
bemiddelen.
D. Zonder verdere uitleg schrap je de persoon van je vriendenlijst op
Facebook.

86
Ref5
Je zit in het tweede jaar aan de unief. Laura, een dochter van de
vriendin van je moeder komt op bezoek om te horen wat jouw
ervaringen waren in het eerste jaar aan de universiteit. Om indruk te
maken pak je uit met serieus aangedikte verhalen over het wilde
studentenleven, over softdrugs en de vrije liefde.
Welke zelfreflectie is het meest passend na het doen van deze
verhalen?

A. Een verwittigde vrouw is er twee waard en is het beter de gevaren


van het studentenleven niet te onderschatten.
B. Er mag al eens gelachen worden en het lag er zo dik op dat Laura
wel zal beseft hebben dat de verhalen fel overdreven waren.
C. Ik kan Laura beter nog eens uitnodigen om de verhalen in een wat
realistischer perspectief te plaatsen.
D. Ik moet mijn moeder verwittigen dat ik wat overdreven heb en dat
ze best haar vriendin hierover aanspreekt.

87
Ref6
Communicatie in een groep kan bekeken worden vanuit het effect dat
de tussenkomst van een groepslid heeft. Taakgerichte tussenkomsten
dragen vooral bij tot het voltooien van de groepstaak. Procesgerichte
tussenkomsten dragen vooral bij tot de goede relaties in de groep.
Dysfunctionele tussenkomsten dienen het eigen belang en zijn storend
voor het voltooien van de groepstaak of de goede
samenwerkingsrelaties in de groep.
Welk van volgende tussenkomsten is niet dysfunctioneel?

A. Uitweiden naar zaken die geen verband hebben met de opdracht


B. Zich terugtrekken op de eigen laptop of smartphone
C. Grapjes maken en gekke gezichten trekken
D. Een gespannen situatie in een bredere context plaatsen

88
Ref7
Communicatie in een groep kan bekeken worden vanuit het effect dat
de tussenkomst van een groepslid heeft. Taakgerichte tussenkomsten
dragen vooral bij tot het voltooien van de groepstaak. Procesgerichte
tussenkomsten dragen vooral bij tot de goede relaties in de groep.
Dysfunctionele tussenkomsten dienen het eigen belang en zijn storend
voor het voltooien van de groepstaak of de goede
samenwerkingsrelaties in de groep.
Welk van volgende tussenkomsten is overwegend taakgericht?

A. Zich hardop afvragen hoe een voorstel in de toekomst uitgewerkt zal


zijn
B. Vriendelijk reageren op tussenkomsten van de andere groepsleden
C. Non-verbaal sympathie uitdrukken voor je groepsleden
D. Grappig reageren op de voorstellen van groepsleden

89
Ref8
Tijdens een vakantiekamp met de jeugdbeweging heb je de leiding over een
groep jongeren. Een van de terugkerende activiteiten is samen gaan skaten.
Peter is haantje de voorste en kan het best van allemaal sprongen en salto’s
maken. Opvallend is wel dat hij het niet nauw neemt met de verplichte
veiligheidsmaatregelen die ook vooraf afgesproken zijn met de ouders. Hij
vergeet geregeld zijn helm en de knie- en polsbeschermers te gebruiken. Je
maakt je zorgen omdat de verzekering bij een eventueel ongeval niet zal
tussenkomen in de kosten. Verder denk je dat hij als rolmodel ook snel veel
navolging zal krijgen bij de anderen.
Hoe kan je dit probleem het best aankaarten?
A. Je neemt Peter apart en je vraagt hem om meer werk te maken van de
beschermingstools vooraleer verder te skaten.
B. Bij een groepsoverleg feliciteer je Peter met zijn skatetalenten en een
andere deelnemer voor perfect gebruikte beschermingstools.
C. Aan het begin van de volgende sessie vraag je de groep om vanaf nu extra
aandacht te besteden aan het goede gebruik van de beschermingstools.
D. Je neemt Peter apart en wijst hem op de gevaren van onbeschermd skaten
en op zijn voorbeeldfunctie in de groep. hem uitleg geven oevr wat hij fout deed

90
Ref9
Communicatie in een groep kan bekeken worden vanuit het effect dat de
tussenkomst van een groepslid heeft. Taakgerichte tussenkomsten dragen
vooral bij tot het voltooien van de groepstaak. Procesgerichte tussenkomsten
dragen vooral bij tot de goede relaties in de groep. Dysfunctionele
tussenkomsten dienen het eigen belang en zijn storend voor het voltooien van
de groepstaak of de goede samenwerkingsrelaties in de groep.
Welk van volgende tussenkomsten is overwegend taakgericht?

A. Vriendelijk zijn door warmte en belangstelling te tonen


B. Waardering uitspreken voor anderen en hun ideeën
C. Humoristisch reageren op de voorstellen van groepsleden
D. Een mening uitspreken over de geformuleerde voorstellen

91
Ref10
Jouw vriend Karel is op een dansfeestje smoorverliefd geworden. Hij heeft het
meisje de dag nadien een WhatsApp-bericht gestuurd, met het voorstel om
tijdens de paasvakantie samen een fietstocht te maken in de Ardennen. Ze
heeft met een sms’je geantwoord dat ze zijn voorstel moeilijk kon aannemen.
Karel is sindsdien erg onrustig. Hij weet niet wat hij met dat antwoord moet
doen en vraagt je hoe jij zou reageren.
Welke reactie op de vraag van Karel is het meest oplossingsgericht?

A. Het lijkt me duidelijk dat de verliefdheid maar van één kant komt.
B. Mijn ervaring is dat zo een plotse verliefdheid ook heel snel voorbij gaat.
C. Ik zou een gesprek onder vier ogen voorstellen in plaats van te
sms’en.
D. Ik zou haar laten weten dat je iemand anders zal zoeken voor de fietstocht.

92
Ref11
Een vriend van jou vraagt of hij een bepaald boek waarover jij zeer
enthousiast hebt gepraat, mag meenemen op zijn strandvakantie. Je hecht
veel waarde aan jouw exemplaar, dat je als geschenk hebt gekregen en waarin
je enkele persoonlijke notities hebt aangebracht. Het is wel zo dat je in het
voorbije jaar vaak de fiets van jouw vriend hebt mogen lenen.
Welke reactie ligt het meest in lijn met jouw gevoel?

A. Bij nader inzien denk ik dat dit toch geen boek is dat jou zal bevallen.
B. Ik wil graag uitleggen waarom ik verkies dat je een ander boek van mij
meeneemt.
C. Ik kan me niet voorstellen dat je op het strand zo een boek gaat lezen.
D. Ik heb dit boek cadeau gekregen en heb beloofd het nooit uit te lenen.

93
Ref12
Communicatie in een groep kan bekeken worden vanuit het effect dat de
tussenkomst van een groepslid heeft. Taakgerichte tussenkomsten dragen
vooral bij tot het voltooien van de groepstaak. Procesgerichte tussenkomsten
dragen vooral bij tot de goede relaties in de groep. Dysfunctionele
tussenkomsten dienen het eigen belang en zijn storend voor het voltooien van
de groepstaak of de goede samenwerkingsrelaties in de groep.
Welk van volgende tussenkomsten is overwegend procesgericht?

A. Een luisterende houding aannemen wanneer anderen spreken


B. Een samenvatting maken van de geformuleerde voorstellen
C. Vragen om verheldering van bepaalde voorstellen
D. Zich hardop afvragen hoe een voorstel in de toekomst uitgewerkt zal zijn

94
Ref13
Je biedt al geruime tijd een luisterend oor aan een goede vriendin die je al
vele jaren kent. Ze maakt een moeilijke periode door, dus je wil er graag voor
haar zijn. Sinds kort ervaar je echter frustratie wanneer je met haar afspreekt.
Ze praat enkel over zichzelf en vraagt nooit hoe het met jou gaat terwijl jij ook
je zorgen hebt. Je kan zelf niet bij haar terecht en dat begint jou mateloos te
ergeren. Tijdens jullie volgende afspraak steekt jouw vriendin opnieuw van
wal over de moeilijkheden die ze ervaart.
Hoe reageer je op de meest open en respectvolle manier?
A. Je zegt niets. De volgende keer dat ze vraagt om af te spreken verzin je een
excuus om niet te hoeven afspreken.
B. Je zegt haar dat je het stilaan beu bent om steeds weer naar die ellenlange
monologen te moeten luisteren.
C. Je luistert naar haar en maakt op het einde van de afspraak als opmerking:
“met mij gaat alles goed, moest je dat willen weten.”
D. zegt haar dat je begrijpt dat ze het moeilijk heeft maar dat het je stoort dat
zij niet vraagt hoe het met jou gaat.

95
Ref14
Barbara en jij zijn de fuifnummers van een vriendengroep en er valt iets te
vieren waar een fuif bij hoort. Er moet wel dringend een zaal vastgelegd
worden, want de zalen in de stad zijn nu eenmaal snel volzet. Verschillende
zalen behoren tot de mogelijkheden: de ene zaal is groot en ligt in het
centrum van de stad; de andere zaal is klein en ligt iets meer afgelegen; nog
een andere zaal is goedkoop en goed gelegen, maar daar moeten jullie wel
zelf voor de bediening zorgen, etc. Kortom, elke zaal heeft zo zijn voor- en
nadelen en die zijn voor iedereen verschillend in belangrijkheid.
Hoe komen jullie tot een keuze die het meest de verbondenheid tussen de
groepsleden bevordert?
A. Iedereen schrijft zijn top 3 op een briefje en de zaal met de meeste
stemmen wordt het.
B. Jullie doen alle zaalnamen in een pot en trekken de winnaar.
C. Barbara en jij stellen voor om de zalen te contacteren en met twee te
beslissen voor de groep.
D. De groep bespreekt de voor- en nadelen van elke optie en neemt samen
een beslissing.

96
Ref15
De vader van jouw huisgenoot Arthur is met spoed opgenomen in het
ziekenhuis. Arthur wil graag zo snel mogelijk naar zijn vader toe, maar het is al
laat op de avond en er rijden geen treinen meer. Jij bent de enige op kot met
een eigen wagen. Je hebt hem met je eigen geld gekocht en hij staat voor jou
gelijk aan vrijheid. Je huisgenoot is lichtelijk in paniek en helemaal aangedaan
door de situatie, en vraagt of hij jouw wagen mag lenen om zijn vader te gaan
bezoeken. Je leent enerzijds je wagen niet graag uit, maar je leeft anderzijds
ontzettend mee met Arthur.
Welke reactie is het meest in lijn met jouw gevoelens?
A. "Ik leen mijn wagen aan niemand uit want ik ben daar niet voor verzekerd."
B. "Zo laat op de avond ga je het ziekenhuis toch niet meer binnen mogen."
C. "Ik leen mijn wagen niet graag uit, maar ik wil je wel naar het ziekenhuis
brengen."
D. "Ik voel me ongerust bij het idee dat je in jouw toestand achter het stuur
kruipt."

97
Ref16
Een jarenlange vriendengroep komt aan het einde van de universitaire studie.
Het was altijd de afspraak om tijdens de zomervakantie na het afstuderen met
zijn allen op reis te gaan om het afscheid van de studentenjaren op gepaste
wijze te vieren. Jullie hebben al een heel jaar over deze reis zitten praten en
hier reikhalzend naar uitgekeken. Matthias, één van jullie, heeft echter een
zware reeks onvoldoendes en zou best de hele vakantie studeren.
Hoe pakken jullie deze situatie in de vriendengroep best aan?

A. Jullie komen samen zonder Matthias om de situatie te bespreken.


B. Jullie luisteren naar Matthias hoe hij de situatie inschat.
C. Jullie organiseren een geheime stemming over de kwestie.
D. Jullie wachten tot Matthias een beslissing heeft genomen.

98
Ref17
Je hebt een drietal vrienden uitgenodigd in het huis van jouw ouders, die op
weekend naar de Ardennen zijn. Je hebt veel werk gemaakt van het
avondeten, een oriëntaalse schotel met kip. Als het gerecht opgediend wordt,
laat één van de tafelgenoten weten dat hij een strikte vegetariër is en geen
vlees aanraakt.
Welke reactie doet recht aan de gevoelens van alle betrokkenen?

A. “Mijn domme schuld, ik had vooraf moeten vragen of er iemand vegetariër


is.”
B. “Ik vind het jammer van mijn werk, maar je mag het stuk kip zonder
problemen terugleggen.”
C. “Eventjes de grens verleggen kan toch geen kwaad, van kip eten is nog
niemand dood gegaan.”
D. “Kip is volgens recente wereldwijde statistieken het meest gegeten vlees.”

99
Ref18
Jullie gaan deze zomer met een vriendengroep van zes op vakantie. Er moet
dringend een bestemming worden gekozen want hoe langer jullie wachten,
hoe hoger de prijs oploopt. Het wordt ofwel een feestvakantie op Mallorca,
ofwel een trektocht door Oostenrijk.
Hoe komen jullie tot een effectieve beslissing waarbij de kans op tevredenheid
voor iedereen het grootst is?

A. Je gooit een muntstuk op en er wordt beslist aan de hand van kop of munt:
kop is Mallorca, munt is Oostenrijk.
B. Je maakt samen met je beste vriendin een keuze over de bestemming en
tracht de anderen van deze keuze te overtuigen.
C. Je maakt met de groep een lijstje van de pro’s en contra’s van elke
optie en beslist daarna samen waar jullie naartoe gaan.
D. De beslissing wordt genomen op basis van een anonieme stemming: de
optie met de meeste stemmen wint.

100
Ref19
Een vriendin vraagt of ze ‘dat leuke hoedje van jou’ mag lenen voor een fuif
van haar klas. Je bent erg gehecht aan dat hoedje en bovendien vind je je
vriendin vaak slordig. Je bent wel gevleid door de vraag maar je zou het heel
erg vinden mocht er met dat hoedje iets gebeuren.
Welke reactie is het meest in lijn met jouw gevoel?

A. Dat hoedje is een geschenk van mijn moeder en ik mag het niet uitlenen.
B. Ik zou willen dat je me kan geruststellen dat je het hoedje niet zal laten
rondslingeren.
C. Ik vind het wel fijn om horen dat je mijn hoedje leuk vindt.
D. Ik ben bang dat er op zo een fuif te veel dronken mensen rondlopen.

101
https://www.uantwerpen.be/nl/onderzoeksgroep/vaardigheidsonderwijs/

You might also like