Berekenen Samengestelde Doorsnede

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6

SAMENGESTELDE

DOORSNEDE
RU BR I EK R EKE N E N
I N D E PR A KTI J K

Dit is de 15e aflevering in de


Cement-rubriek ‘Rekenen in de
praktijk’. In deze rubriek staat
telkens één rekenopgave uit de
praktijk centraal. De rubriek
wordt samengesteld door een
werkgroep, bestaande uit:
Prefab-betonnen casco’s nemen een steeds Mustapha Attahiri (Ingenieurs-
bureau Gemeente Rotterdam),
belangrijker deel in de bouwproductie in. Maartje Dijk (Witteveen+Bos),
Lonneke van Haalen (ABT),

Diverse woontorens worden op dit moment Matthijs de Hertog (Nobleo),


Jorrit van Ingen (WSP), Jacques

in razend tempo op de bouw tot een geheel Linssen (redactie Cement) en


Bart Vosslamber (Heijmans).
De artikelen in deze rubriek
versleuteld, nadat ze in onderdelen zijn worden telkens opgesteld door
één van de leden van deze
aangevoerd. De enorme tijdwinst vraagt om werkgroep. Het wordt vervol-
gens gereviewd door de andere
langere voorbereiding en complexe leden en door minimaal één
senior adviseur binnen het
aansluitdetails. In deze case wordt zo’n bedrijf van de opsteller.
Ondanks deze zorgvuldigheid,
complex aansluitdetail onder de loep is de gepresenteerde rekenme-
thode de visie van een aantal
genomen. individuen.

Case
In deze case wordt een detail beschouwd van een prefab vloer met een balk erboven en eronder. Voor de samengestelde doorsnede worden diverse
controleberekeningen uitgevoerd: buigend moment, afschuiving, drukdiagonaal en overlappingslengte.

56  C E M E N T   4 2 02 1
rekenen in de praktijk (15)

foto 1 Voorbeeld prefab-betonnen casco

In deze case wordt een detail beschouwd van een de dwarskracht volgens de vakwerkanalogie door de
prefab vloer met een prefab balk erboven en eronder. samengestelde doorsnede te kunnen laten lopen, is
U I TG A N G S -
Het betreft hier een eindgevel, waarbij de prefab voldoende wapening nodig in de horizontale aansluit-
PUNTEN
vloer op overstek moet doorlopen in verband met vlakken. Hiervoor worden stekken opgenomen in het
balk onder en boven een omloop. Het detail is samengesteld uit die drie onderste element, die door de vloer steken en worden
de vloer
b x h = 350 x 500 mm²
constructieonderdelen: verankerd in de gaines van het bovenste element. Om
doorgaande vloer 1. een balk onder de vloer (afmeting 350 x 500 mm2); de case compact te houden, beperkt deze zich tot
d = 200 mm 2. een doorgaande vloer hier overheen (dik 200 mm); de eindsituatie. Afhankelijk van de bouwsystematiek
betonsterkteklasse
C55/57 3. een balk over de vloer (afmeting 350 x 500 mm2). kunnen de bouwfasering en tijdelijke situaties een rol
dekking In figuur 2 en 3 is respectievelijk een 3D-weergave en spelen, deze zijn echter niet uitgewerkt.
30 mm
een doorsnede getoond.
langswapening
4Ø25       Van deze drie onderdelen is samenwerking Algemene uitgangspunten voor de
stekken gewenst, zodanig dat het kan worden beschouwd als berekening
dubbele rij Ø16-300
beugels een monoliete doorsnede. De samengestelde afmeting Betondoorsneden op buiging en afschuiving kunnen
Ø16-300 is dan 350 x 1200 mm2. Om het buigend moment en worden gecontroleerd volgens de vakwerkanalogie.

C E M E N T 4 2021  5 7
fig. 2 3D-weergave fig. 3 Beschouwd detail

fig. 4 Vakwerkanalogie

Figuur 4 laat schematisch het krachtspel zien in de Dwarskracht Voor de dwarskracht wordt de maxi-
samengestelde doorsnede, waarbij (het ontbonden male dwarskracht in het balkdeel genomen, dit is de
deel van) de drukdiagonaal een horizontale schuif- verticale component volgens de vakwerkanalogie.
kracht veroorzaakt in de voegen. Als de kracht in Deze waarde wordt gebruikt voor het bepalen van de
de drukdiagonaal onderin de balk komt, moet deze dwarskrachtwapening. Voor het afschuivende deel in
met wapening weer verticaal naar boven worden het schuifvlak mag de gemiddelde dwarskracht over
getrokken. een afstand Δx zijn aangenomen. Dit is de helft van de
afstand tussen de doorsnede waar het moment 0 is en
Buigend moment Het buigend moment wordt opge- de doorsnede waar het moment maximaal is (fig. 6).
nomen door een inwendig koppel in de samengestelde Indien puntlasten optreden, behoort de lengte Δx de
doorsnede. Dit betekent een trekband, afhankelijk of afstand tussen de puntlasten niet te overschrijden
er sprake is van een positief of negatief moment, (NEN-EN 1992-1-1, art. 6.2.4(3)). De dwarskrachtwape-
geconcentreerd boven of onderin de samengestelde ning is een samenspel tussen stekken, de beugels en
doorsnede en een drukzone aan de andere zijde. haarspelden in de balkdelen.

58  C E M E N T   4 2 02 1
rekenen in de praktijk (15)
Voegen Tussen de elementen zijn twee voegen aanwe- Overlappingslengte stekken De toegepaste verticale
zig. De elementen worden geplaatst in een speciebed. stekken moeten voldoende worden verankerd in het
Het aansluitvlak is ruw (een oppervlak met ruwheden prefab betonelement. Bij overdimensionering van het
van tenminste 3 mm en tussenafstanden van ongeveer aantal stekken wordt de staalspanning lager en mag
40 mm): c = 0,40 en µ = 0,7. Hoewel NEN-EN 1992-1-1 de overlappingslengte worden gereduceerd. Voor de
geen voorschriften kent voor voegen in afschuifvlak- controle wordt de overlappingslengte aangehouden
ken, is in deze controle ook de factor k1 uit art. 10.9.4.3 conform NEN-EN 1992-1-1, art. 8.7.3. Hier wordt de
verwerkt in verband met de mogelijk lagere vulgraad.
De voeg wordt uitgevoerd in K70, met een 28-daagse
sterkte van 85 N/mm2. De (lagere) sterkteklasse van het
prefab beton (C55/67) is hierdoor maatgevend. In deze
case is k1 vastgesteld op 0,7.

Capaciteit afschuifvlak Het afschuifvlak wordt gecon-


troleerd conform NEN-EN 1992-1-1, art. 6.2.5. Hierbij
worden fck, fcd en fctd gereduceerd in verband met de
aanwezigheid van de voeg. Conform het artikel mag
een normaalspanning σn worden meegenomen indien
dit een uitwendige normaalkracht betreft. De normaal-
spanning op het afschuifvlak wordt in dit geval veroor-
zaakt door een inwendige kracht. Dit gunstige aandeel
mag daarom niet worden meegenomen.
      Het beton zelf heeft conform art. 6.2.5 een
afschuifcapaciteit van c fctd. Hoewel de norm dit niet
voorschrijft, kan bij een grote hoekverdraaiing ter
plaatse van het steunpunt, of bij wisselende belas-
tingen, worden geadviseerd deze bijdrage in de
berekening niet mee te nemen. De vervorming van
de vloerconstructies heeft in de onderhavige situatie fig. 5 Momentenlijnen
namelijk een nadelige invloed op de schuifsterkte van
een aansluitvlak. De invloed ervan zal leiden tot een
reductie van de adhesie tussen de vlakken.

Verticale wapening (beugels/haarspelden/stekken) 


De verticale wapening heeft drie functies:
V Dwarskracht: wapening om het vakwerksysteem
met verticale staven, drukdiagonalen en horizontale
staven (trekwapening, drukzone) mogelijk te maken.
H Afschuiven: wapening om het afschuiven van het
horizontale schuifvlak tegen te gaan.
O Ophangwapening: ophangen van belasting tot
bovenin de balk, conform NEN-EN 1992-1-1, art. 6.2.1(9).
Dit is aanvullende wapening.

De wapening voor V en H hoeft niet te worden opge-


teld. In toetsingsregel 6.2.5 wordt immers voor As alle
wapening aangegeven die het aansluitvlak doorkruist,
inclusief eventuele gewone dwarskrachtwapening. De
wapening voor V en H kan dus apart worden bepaald.
De ophangwapening voor O moet wèl bij beide
worden opgeteld. fig. 6 Dwarskrachtenlijnen

C E M E N T 4 2021  59
staalspanning aangehouden ten gevolge van afschui- Wapening:    
ven of trek (hoogste u.c.). fyd = 435 N/mm2

Controle drukdiagonaal De controle van de druk- Buigend moment 


diagonaal wordt uitgevoerd conform NEN-EN 1992-1-1. Voor het buigend moment wordt de inwendige
Hierbij wordt de aanwezigheid van de voeg meegeno- hefboomsarm bepaald, waarna de maximale buig-
men door de factor k1 = 0,7 over fck te nemen. capaciteit volgt.
a = cnom + ØBGL + ØHW = 30 + 16 + 25
Krachtswerking samengestelde doorsnede = 71 mm (zwaartepunt 2 x 2 staven Ø25)
De belasting die direct op de balk werkt bedraagt: d = h – a = 1200 – 71 = 1129 mm
qEd = 61,5 kN/m1. De krachtswerking in de balk is weer- As,prov = 4 ∙ 491 = 1963 mm2
gegeven in figuur 5 en 6. xu = As fyd / (b α fcd) = 1963 ∙ 435/(350 ∙ 0,71 ∙ 36,67)
= 93,8 mm
Controleberekening z = d – β ∙ xu = 1129 – 0,37 ∙ 93,8 = 1094 mm
In het nu volgende worden diverse controleberekeningen MRd = As fyd z = 1963 ∙ 435 ∙ 1094 ∙ 10-6 = 934 kNm
uitgevoerd. u.c. = 744 / 934 = 0,80

Uitgangspunten voor de berekening  Afschuiving 


Doorsnede:       350 x 1200 mm2 Eerst worden de inwendige krachten vastgesteld (fig. 7).
Betonsterkteklasse De verticaalkracht wordt gebruikt om de verticale
vloer en balken:    C55/67 (fcd = 36,67 N/mm2) wapening V te bepalen. De horizontaalkracht kan
Dekking:    30 mm worden omgezet naar een horizontale schuifspanning
Langswapening:    4Ø25 in de voeg, die daarna wordt gebruikt voor het bepalen
Stekken:    dubbele rij Ø16-300 van wapening H.
Beugels:         Ø16-300 Θ = 45°
Buigend moment:    MEd = 744 kNm Lz = z / tan (θ) = 1094 / tan (45) = 1094mm
Afschuifkracht:    VEd,max = 355 kN FC = 355 kN
   VEd,gem = 309 kN FH = FC / tan (θ) = 355 / tan (45) = 355 kN
   (alleen t.b.v. controle schuifvlak) FDIA = FC / sin (θ) = 355 / sin (45) = 502 kN
Lijnlast (ophangen):  qEd = 61,5 kN/m1 Asw,prov = 201 ∙ 2 ∙ 1000 / 300 = 1340 mm2/m1
Voeg:    K70, plaatsen in speciebed, υ = 0,6 ∙ (1 – fck / 250) = 0,6 ∙ (1 – 38,5 / 250)
   aansluitvlak ruw, k1 = 0,7 = 0,508      [6.6]
   (fcd = 51,0 N/mm2) Optredende horizontale schuifspanning:
vEdi = vRdi,req = VEd,gem / (b Lz) = 309 ∙ 103 / (350 ∙ 1094)
Materiaaleigenschappen  = 0,81 N/mm2
Betonbalk:     vRdi,max = 0,5 υ fcd = 0,5 ∙ 0,508 ∙ 25,67
fck = 55,00 N/mm2 = 6,51 N/mm2     [6.25]
fcm = 55,00 + 8 = 63,00 N/mm2 u.c. = 0,81 / 6,51 = 0,12
fctm = 2,12 ∙ ln (1 + 63,00 / 10) = 4,21 N/mm2
fctk0,005 = 0,7 ∙ 4,21 = 2,95 N/mm2
fcd = 55,00 / 1,5 = 36,67 N/mm2
fctd = 2,95 / 1,5 = 1,97 N/mm2

T.p.v. voeg:
fck = 0,7 ∙ 55,00 = 38,50 N/mm2 (balk maatgevende
boven voeg)
fcm = 38,50 + 8 = 46,50 N/mm2
fctm = 0,3 ∙ 38,52/3 = 3,42 N/mm2
fctk0,005 = 0,7 ∙ 3,42 = 2,39 N/mm2
fcd = 38,50 / 1,5 = 25,67 N/mm2
fctd = 2,39 / 1,5 = 1,60 N/mm2 fig. 7  Inwendige (dwars)krachten

60  C E M E N T   4 2 02 1
rekenen in de praktijk (15)
Omdat FC een inwendige kracht is, wordt deze niet α3 = 1,0 (geen opsluiting door dwarswapening)
meegenomen bij het bepalen van σn. Het aandeel c fctd α5 = 1,0 (geen drukspanning loodrecht op splijt-
wordt daarnaast ook op 0 gesteld. vlak)
α6 = 1,5 (trekstaaf, 100% overlapping in snede)
Asw,req,O   = qEd Lz / fyd = 61,5 ∙ 1094 / 435 = 155 mm2 l0,min = max (0,3 α6 lb,rqd ; 15Ø ; 200 mm)
= 141 mm2/m1 = max (0,3 ∙ 1,5 ∙ 313 = 141 mm ; 15 ∙ 16
Asw,req,V = VEd,max / fyd = 355 ∙ 103 / 435 = 816 mm2 = 240 mm ; 200 mm)     [8.10]
= 746 mm2/m1 l0 = α1 α2 α3 α5 α6 lb,rqd ≥ l0,min
Asw,req,V+O = 746 + 141 = 887 mm2/m1 = 1,0 ∙ 0,7 ∙ 1,0 ∙ 1,0 ∙ 1,5 ∙ 313 = 329 mm
u.c. = 887 / 1340 = 0,66 ≥ 240 mmb     [8.11]
u.c. = 240 / 329 = 0,73
ρreq = (vRdi,req – c fctd – µ σn) / (fyd µ)
= (0,81 – 0 – 0,7 ∙ 0 ) / (435 ∙ 0,7) Conclusie
= 0,00265    [6.25] Het samenstellen van constructie-elementen, en deze
Asw,req,H = ρreq b Lz = 0,00265 ∙ 350 ∙ 1094 = 1015 mm2 vervolgens als monoliete doorsnede laten samenwer-
= 928 mm2/m1 ken, blijkt met het gebruik van de basisregels uit
Asw,req,H+O = 928 + 141 = 1069 mm2/m1 NEN-EN 1992-1-1 goed uitvoerbaar. In deze case
u.c. = 1069 / 1340 = 0,80 hoeven de grenzen aan het toelaatbare niet te worden
opgezocht, mede door de flinke balkafmeting die
Drukdiagonaal beschikbaar is. Zodra de afmetingen kleiner worden,
υ1 = υ = 0,508 wordt met name het overlappen van de stekwapening
VRd,max = b z υ1 fcd / [cot(θ) + tan(θ)] met de beugels in het bovenste element steeds lastiger
= 350 ∙ 1094 ∙ 0,508 ∙ 25,67 / [cot(45) + tan(45)] en zal meer stekwapening nodig zijn om de staalspan-
∙ 10-3 = 2494 kN          [6.9] ning laag te houden. De overlappingslengte wordt dan
u.c. = 355 / 2494 = 0,14 maatgevend boven de berekende wapening voor V, H
en O. In dit rekenvoorbeeld was dat echter niet aan de
Overlappingslengte orde en mag worden gesteld dat het idee van samen-
In het bovenste element moeten de stekken Ø16 werking tussen verschillende prefab onderdelen, zeker
voldoende overlappen met de beugels Ø16. Voor het niet los gelaten hoeft te worden.
bepalen van de staalspanning wordt de hoogste u.c.
van de verticale wapening aangehouden.
lb,prov = 450 mm (zie fig. 3)
η1 = 1,0a
η2 = 1,0 (Ø < 25 mm)
fbd = 2,25 η1 η2 fctd = 2,25 ∙ 1,0 ∙ 1,0 ∙ 1,97
= 4,43 N/mm2      [8.2]
σsd = fyd Asw,req / Asw,prov = 435 ∙ 1069 / 1340
= 347 N/mm2
lb,rqd = 1/4 Ø σsd / fbd = 1/4 ∙ 16 ∙ 347 / 4,43
= 313 mm      [8.3]
cd = 60 mm (≈ halve afstand tussen stekken)
α1 = 1,0 (trekstaaf, recht)
α2 = 1 – 0,15 (cd – Ø) / Ø ≥ 0,7 ≤ 1,0
= 1 – 0,15 (60 - 16) / 16 = 0,59
≥ 0,7 (trekstaaf, recht)

a
 NEN-EN 1992-1-1 is niet duidelijk over de aanhechtingsomstan- b
 Conform 8.7.2(3) geldt: de vrije ruimte tussen overlappende staven
digheden van verticale staven. Aangenomen wordt dat nazakken behoort niet groter te zijn dan 4Ø of 50 mm; anders behoort de
van het beton bij verticale staven niet leidt tot holle ruimtes en overlappingslengte te zijn vergroot met een lengte gelijk aan de
verminderde aanhechting, zoals die bij horizontale staven wel vrije tussenruimte waar deze groter is dan 4Ø of 50 mm.
onder de staaf kunnen ontstaan.

C E M E N T 4 2021   61

You might also like