Professional Documents
Culture Documents
Berekenen Samengestelde Doorsnede
Berekenen Samengestelde Doorsnede
Berekenen Samengestelde Doorsnede
DOORSNEDE
RU BR I EK R EKE N E N
I N D E PR A KTI J K
Case
In deze case wordt een detail beschouwd van een prefab vloer met een balk erboven en eronder. Voor de samengestelde doorsnede worden diverse
controleberekeningen uitgevoerd: buigend moment, afschuiving, drukdiagonaal en overlappingslengte.
56 C E M E N T 4 2 02 1
rekenen in de praktijk (15)
In deze case wordt een detail beschouwd van een de dwarskracht volgens de vakwerkanalogie door de
prefab vloer met een prefab balk erboven en eronder. samengestelde doorsnede te kunnen laten lopen, is
U I TG A N G S -
Het betreft hier een eindgevel, waarbij de prefab voldoende wapening nodig in de horizontale aansluit-
PUNTEN
vloer op overstek moet doorlopen in verband met vlakken. Hiervoor worden stekken opgenomen in het
balk onder en boven een omloop. Het detail is samengesteld uit die drie onderste element, die door de vloer steken en worden
de vloer
b x h = 350 x 500 mm²
constructieonderdelen: verankerd in de gaines van het bovenste element. Om
doorgaande vloer 1. een balk onder de vloer (afmeting 350 x 500 mm2); de case compact te houden, beperkt deze zich tot
d = 200 mm 2. een doorgaande vloer hier overheen (dik 200 mm); de eindsituatie. Afhankelijk van de bouwsystematiek
betonsterkteklasse
C55/57 3. een balk over de vloer (afmeting 350 x 500 mm2). kunnen de bouwfasering en tijdelijke situaties een rol
dekking In figuur 2 en 3 is respectievelijk een 3D-weergave en spelen, deze zijn echter niet uitgewerkt.
30 mm
een doorsnede getoond.
langswapening
4Ø25 Van deze drie onderdelen is samenwerking Algemene uitgangspunten voor de
stekken gewenst, zodanig dat het kan worden beschouwd als berekening
dubbele rij Ø16-300
beugels een monoliete doorsnede. De samengestelde afmeting Betondoorsneden op buiging en afschuiving kunnen
Ø16-300 is dan 350 x 1200 mm2. Om het buigend moment en worden gecontroleerd volgens de vakwerkanalogie.
C E M E N T 4 2021 5 7
fig. 2 3D-weergave fig. 3 Beschouwd detail
fig. 4 Vakwerkanalogie
Figuur 4 laat schematisch het krachtspel zien in de Dwarskracht Voor de dwarskracht wordt de maxi-
samengestelde doorsnede, waarbij (het ontbonden male dwarskracht in het balkdeel genomen, dit is de
deel van) de drukdiagonaal een horizontale schuif- verticale component volgens de vakwerkanalogie.
kracht veroorzaakt in de voegen. Als de kracht in Deze waarde wordt gebruikt voor het bepalen van de
de drukdiagonaal onderin de balk komt, moet deze dwarskrachtwapening. Voor het afschuivende deel in
met wapening weer verticaal naar boven worden het schuifvlak mag de gemiddelde dwarskracht over
getrokken. een afstand Δx zijn aangenomen. Dit is de helft van de
afstand tussen de doorsnede waar het moment 0 is en
Buigend moment Het buigend moment wordt opge- de doorsnede waar het moment maximaal is (fig. 6).
nomen door een inwendig koppel in de samengestelde Indien puntlasten optreden, behoort de lengte Δx de
doorsnede. Dit betekent een trekband, afhankelijk of afstand tussen de puntlasten niet te overschrijden
er sprake is van een positief of negatief moment, (NEN-EN 1992-1-1, art. 6.2.4(3)). De dwarskrachtwape-
geconcentreerd boven of onderin de samengestelde ning is een samenspel tussen stekken, de beugels en
doorsnede en een drukzone aan de andere zijde. haarspelden in de balkdelen.
58 C E M E N T 4 2 02 1
rekenen in de praktijk (15)
Voegen Tussen de elementen zijn twee voegen aanwe- Overlappingslengte stekken De toegepaste verticale
zig. De elementen worden geplaatst in een speciebed. stekken moeten voldoende worden verankerd in het
Het aansluitvlak is ruw (een oppervlak met ruwheden prefab betonelement. Bij overdimensionering van het
van tenminste 3 mm en tussenafstanden van ongeveer aantal stekken wordt de staalspanning lager en mag
40 mm): c = 0,40 en µ = 0,7. Hoewel NEN-EN 1992-1-1 de overlappingslengte worden gereduceerd. Voor de
geen voorschriften kent voor voegen in afschuifvlak- controle wordt de overlappingslengte aangehouden
ken, is in deze controle ook de factor k1 uit art. 10.9.4.3 conform NEN-EN 1992-1-1, art. 8.7.3. Hier wordt de
verwerkt in verband met de mogelijk lagere vulgraad.
De voeg wordt uitgevoerd in K70, met een 28-daagse
sterkte van 85 N/mm2. De (lagere) sterkteklasse van het
prefab beton (C55/67) is hierdoor maatgevend. In deze
case is k1 vastgesteld op 0,7.
C E M E N T 4 2021 59
staalspanning aangehouden ten gevolge van afschui- Wapening:
ven of trek (hoogste u.c.). fyd = 435 N/mm2
T.p.v. voeg:
fck = 0,7 ∙ 55,00 = 38,50 N/mm2 (balk maatgevende
boven voeg)
fcm = 38,50 + 8 = 46,50 N/mm2
fctm = 0,3 ∙ 38,52/3 = 3,42 N/mm2
fctk0,005 = 0,7 ∙ 3,42 = 2,39 N/mm2
fcd = 38,50 / 1,5 = 25,67 N/mm2
fctd = 2,39 / 1,5 = 1,60 N/mm2 fig. 7 Inwendige (dwars)krachten
60 C E M E N T 4 2 02 1
rekenen in de praktijk (15)
Omdat FC een inwendige kracht is, wordt deze niet α3 = 1,0 (geen opsluiting door dwarswapening)
meegenomen bij het bepalen van σn. Het aandeel c fctd α5 = 1,0 (geen drukspanning loodrecht op splijt-
wordt daarnaast ook op 0 gesteld. vlak)
α6 = 1,5 (trekstaaf, 100% overlapping in snede)
Asw,req,O = qEd Lz / fyd = 61,5 ∙ 1094 / 435 = 155 mm2 l0,min = max (0,3 α6 lb,rqd ; 15Ø ; 200 mm)
= 141 mm2/m1 = max (0,3 ∙ 1,5 ∙ 313 = 141 mm ; 15 ∙ 16
Asw,req,V = VEd,max / fyd = 355 ∙ 103 / 435 = 816 mm2 = 240 mm ; 200 mm) [8.10]
= 746 mm2/m1 l0 = α1 α2 α3 α5 α6 lb,rqd ≥ l0,min
Asw,req,V+O = 746 + 141 = 887 mm2/m1 = 1,0 ∙ 0,7 ∙ 1,0 ∙ 1,0 ∙ 1,5 ∙ 313 = 329 mm
u.c. = 887 / 1340 = 0,66 ≥ 240 mmb [8.11]
u.c. = 240 / 329 = 0,73
ρreq = (vRdi,req – c fctd – µ σn) / (fyd µ)
= (0,81 – 0 – 0,7 ∙ 0 ) / (435 ∙ 0,7) Conclusie
= 0,00265 [6.25] Het samenstellen van constructie-elementen, en deze
Asw,req,H = ρreq b Lz = 0,00265 ∙ 350 ∙ 1094 = 1015 mm2 vervolgens als monoliete doorsnede laten samenwer-
= 928 mm2/m1 ken, blijkt met het gebruik van de basisregels uit
Asw,req,H+O = 928 + 141 = 1069 mm2/m1 NEN-EN 1992-1-1 goed uitvoerbaar. In deze case
u.c. = 1069 / 1340 = 0,80 hoeven de grenzen aan het toelaatbare niet te worden
opgezocht, mede door de flinke balkafmeting die
Drukdiagonaal beschikbaar is. Zodra de afmetingen kleiner worden,
υ1 = υ = 0,508 wordt met name het overlappen van de stekwapening
VRd,max = b z υ1 fcd / [cot(θ) + tan(θ)] met de beugels in het bovenste element steeds lastiger
= 350 ∙ 1094 ∙ 0,508 ∙ 25,67 / [cot(45) + tan(45)] en zal meer stekwapening nodig zijn om de staalspan-
∙ 10-3 = 2494 kN [6.9] ning laag te houden. De overlappingslengte wordt dan
u.c. = 355 / 2494 = 0,14 maatgevend boven de berekende wapening voor V, H
en O. In dit rekenvoorbeeld was dat echter niet aan de
Overlappingslengte orde en mag worden gesteld dat het idee van samen-
In het bovenste element moeten de stekken Ø16 werking tussen verschillende prefab onderdelen, zeker
voldoende overlappen met de beugels Ø16. Voor het niet los gelaten hoeft te worden.
bepalen van de staalspanning wordt de hoogste u.c.
van de verticale wapening aangehouden.
lb,prov = 450 mm (zie fig. 3)
η1 = 1,0a
η2 = 1,0 (Ø < 25 mm)
fbd = 2,25 η1 η2 fctd = 2,25 ∙ 1,0 ∙ 1,0 ∙ 1,97
= 4,43 N/mm2 [8.2]
σsd = fyd Asw,req / Asw,prov = 435 ∙ 1069 / 1340
= 347 N/mm2
lb,rqd = 1/4 Ø σsd / fbd = 1/4 ∙ 16 ∙ 347 / 4,43
= 313 mm [8.3]
cd = 60 mm (≈ halve afstand tussen stekken)
α1 = 1,0 (trekstaaf, recht)
α2 = 1 – 0,15 (cd – Ø) / Ø ≥ 0,7 ≤ 1,0
= 1 – 0,15 (60 - 16) / 16 = 0,59
≥ 0,7 (trekstaaf, recht)
a
NEN-EN 1992-1-1 is niet duidelijk over de aanhechtingsomstan- b
Conform 8.7.2(3) geldt: de vrije ruimte tussen overlappende staven
digheden van verticale staven. Aangenomen wordt dat nazakken behoort niet groter te zijn dan 4Ø of 50 mm; anders behoort de
van het beton bij verticale staven niet leidt tot holle ruimtes en overlappingslengte te zijn vergroot met een lengte gelijk aan de
verminderde aanhechting, zoals die bij horizontale staven wel vrije tussenruimte waar deze groter is dan 4Ø of 50 mm.
onder de staaf kunnen ontstaan.
C E M E N T 4 2021 61