Professional Documents
Culture Documents
Schieten Met Vrijgestelde Vuurwapens
Schieten Met Vrijgestelde Vuurwapens
Vanaf 19 december 2012 is het mogelijk om met een speciale wapenstatuscode vrijgestelde vuurwapens
voor de schietsport in te voeren in Verona.
Deze codes zijn:
Indien een vrijgesteld vuurwapen (code 18) vanwege de verkoop van een verlof wordt verwijderd met
code 19, dan kan hetzelfde wapen weer op een ander's verlof met code 18 opnieuw worden ingevoerd.
De oude wapenstatuscode 11 voor vrijgestelde vuurwapens is geen eindstatus meer, maar een code 11-
vuurwapen kan, indien gewenst, worden overgezet in code 18, code 19 of bij foutieve invoer: code 17 -
Foutief.
V vuurwapens met code 18, 19 of 11 kunnen nooit op een WM2 kunnen worden gezet.
De vrijgestelde vuurwapens met de wapenstatuscode 18-Vrijstelling SSP worden op het bijlageblad van
de verloven afgedrukt onder een aparte kop:
"Vrijgesteld wapen (art. 18 RWM) t.b.v. de schietsport"
Voorbeeld:
een verlofhouder wil graag sportschieten met zijn vrijgestelde geweer:
Ekog (afkorting voor Enkelloops kogelgeweer) , merk Beaumont, Model M1871, kaliber 11,3x50R en
wapennummer V291/3755.
2
Dit vuurwapen wordt dan vanaf 19 december 2012 als volgt ingevoerd:
NB: bij het type moet ALTIJD de modelnaam van het wapen worden ingevuld.
3
Met alleen de merknaam Winchester begin je niets, maar als je erbij vermeld: Model 1873 dan weet je
of kun je, in combinatie met het wapennummer, in ieder geval later ook nog opzoeken hoe het zit met de
vrijstelling.
NB: deze wijze van invoeren geldt uiteraard NIET voor moderne replica's van vuurwapens. Die replica's
blijven gewoon onder wapenstatuscode 01 bestaan.
Voorheen werd alleen de munitie op het wapenverlof vermeld. De gegevens van het betreffende
vuurwapen moesten worden ondergebracht in het blok: Vergunningenscherm 019 bij Nadere
beperkingen. Het omzetten van deze gegevens vanuit Nadere beperkingen in de wapeninvoer met
wapenstatuscode 18 is -helaas- een handmatige klus.
De eerder onder de wapenstatuscode 01 ingevoerde munitie kan na het inboeken van de vrijgestelde
vuurwapens worden afgevoerd met code 17-Foutief.
NB: munitie die al was ingevoerd voor het transformeren van hulzen, zoals bijv. het kaliber .348 Win
moet natuurlijk NIET worden verwijderd, want die praktijk blijft ongewijzigd.
In de Circulaire Wapens en Munitie (CWM-2012 en 2013) staat over het schieten met vrijgestelde
wapens onder andere:
De verwarring over het wel of niet bijschrijven van vrijgestelde vuurwapens op het eerste verlof is een
ontstaan door de tekst van art. 2.4.1.2 CWM:
Bij zijn eerste verlenging mag hij wel vuurwapens hebben, niet zijnde semi-auto geweren, voor de
Olympische disciplines, de ISSF en de Mlaic (Historische disciplines)
Met die historische disciplines worden niet alleen vrijgestelde vuurwapens, maar ook replica's bedoeld.
Dus een schutter mag op zijn allereerste verlof wel een origineel vrijgesteld vuurwapen bijgeschreven
krijgen (mits dit past in de KNSA disciplines), maar een soortgelijke moderne replica van hetzelfde
model mag pas bij zijn eerste verlenging ofwel in zijn tweede verlofjaar.
Het bestuur van de schietvereniging waarvan de schutter lid is verklaart op het formulier dat het
vuurwapen waarvoor het verlof tot voorhanden hebben van munitie wordt gevraagd, zal worden
aangewend voor een schietsportdiscipline, erkend of gereglementeerd in het KNSA Schiet- en
Wedstrijdreglement, die in het verband van de vereniging kan worden beoefend.
Onderstaand een kort overzicht wat moet worden verstaan onder een vrijgesteld vuurwapen:
Vuurwapens die onder de vrijstelling van art. 18 RWM vallen moeten, voldoen aan de gestelde eisen in
Art. 18, lid 1 onder:
b. vuurwapens die zijn vervaardigd vóór 1 januari 1870;
c. vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers, pistolen en combinatiewapens die ontworpen en
bestemd zijn om te worden geladen met:
1º. losse kogels en zwart kruit; of
5
2º. patronen, uitgezonderd randvuurpatronen in het kaliber .22 en centraalvuurpatronen;
d. vuurwapens in de vorm van geweren en pistolen, niet zijnde revolvers, die ontworpen en bestemd
zijn om te worden geladen met patronen waarvan de voortdrijvende lading bestaat uit zwart kruit of
alleen ontstekingsas, met uitzondering van randvuurpatronen in het kaliber .22 met een
patroonlengte van meer dan 18 mm;
e. geschut dat ontworpen en bestemd is om te worden geladen met losse projectielen en zwart kruit,
los of in kardoezen;
2. De vrijstellingen zoals vermeld onder c, d en e zijn uitsluitend van toepassing op wapens die zijn
vervaardigd vóór 1 januari 1945 (Let op ! bij punt d dus niet de centraalvuurrevolvers vóór 1945, want
die moeten zijn gemaakt vóór 1870)
Soms is het lastig om te bepalen of een vuurwapen wel of niet onder de vrijstelling valt. Let dan vooral op
of het aan de bovenstaande eisen van art. 18 RWM voldoet. Let er vooral bij Amerikaanse wapens op dat
het betreffende kaliber van oorsprong in zwartkruit is gemaakt. Raadpleeg daarvoor de Verona
wapentabellen-werkblad: Munitie. Kijk bovendien altijd naar proefbanktekens.
Een sportschutter die een vrijgesteld geweer op zijn wapenverlof wil laten bijschrijven en die aan alle
eisen voldoet hoeft niet persé zelf aan te tonen dat zijn vuurwapen vrijgesteld is. De vrijstelling kan aan
de hand van het beslissingsschema van de Bijlage C1 van de CWM worden gecontroleerd, zoals dit is
voorgeschreven in art. 2.4.5 CWM.
Dus: voor het bepalen van een eventuele vrijstelling kan worden gebruikt:
- het beslissingsschema van Bijlage C1 van de CWM;
- de Verona Vuurwapenencyclopedie;
- de Verona wapentabellen-Munitie: kijk of kaliber als zwartkruit vermeld staat;
- documentatie (bijv. uit een wapenboek) die door de aanvrager wordt verstrekt;
- een verklaring van vrijstelling van een erkenninghouder;
- een certificaat van vrijstelling van het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Wapenverzamelaars;
- een verklaring van een erkend gerechtelijk deskundige.
Let wel: de sportschutter of jager is niet verplicht om documentatie of een verklaring in te leveren. Onze
wetgever vindt het beslissingsschema van Bijlage C1 van de CWM voldoende.
In alle gevallen moet het vrijgestelde vuurwapen worden getoond (voor zover dat al niet is gebeurd bij het
bijschrijven van de munitie in het verleden).
Nog even een opmerking over het opbergen van vrijgestelde vuurwapens:
A.E. Hartink
Verona Vuurwapenexpertgroep