Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6

30102013

Schieten met vrijgestelde vuurwapens

Vanaf 19 december 2012 is het mogelijk om met een speciale wapenstatuscode vrijgestelde vuurwapens
voor de schietsport in te voeren in Verona.
Deze codes zijn:

- voor invoer: wapenstatuscode 18 - Vrijstelling SSP (SchietSPort)


- voor afvoer: wapenstatuscode 19 - Afvoer Vrijstelling/SSP

Indien een vrijgesteld vuurwapen (code 18) vanwege de verkoop van een verlof wordt verwijderd met
code 19, dan kan hetzelfde wapen weer op een ander's verlof met code 18 opnieuw worden ingevoerd.
De oude wapenstatuscode 11 voor vrijgestelde vuurwapens is geen eindstatus meer, maar een code 11-
vuurwapen kan, indien gewenst, worden overgezet in code 18, code 19 of bij foutieve invoer: code 17 -
Foutief.
V vuurwapens met code 18, 19 of 11 kunnen nooit op een WM2 kunnen worden gezet.

De vrijgestelde vuurwapens met de wapenstatuscode 18-Vrijstelling SSP worden op het bijlageblad van
de verloven afgedrukt onder een aparte kop:
"Vrijgesteld wapen (art. 18 RWM) t.b.v. de schietsport"

Vrijgestelde vuurwapens kunnen ook met wapenstatuscode 18 op de jachtakte worden ingevoerd.


Op het bijlageblad worden de gegevens van zo'n wapen dan afgedrukt onder de kop:
"Vrijgestelde wapens (art. 18 RWM) t.b.v. de jacht"
Dit zal hoofdzakelijk gaan om hagelgeweren. Het hagelkaliber daarvan wordt ingevoerd als 12 BP (Black
Powder), 16 BP of 20 BP.
Voor de vrijgestelde kogelgeweren voor de jacht/schadebestrijding moet er extra op worden gelet of de
kogelenergie van de munitie voldoet aan de eisen van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren.
Hiervoor hebben de afd. BW een apart info-document op de Verona wapenpagina: Ballistische gegevens
kogelkalibers. Dit document zal met een aantal zwartkruitkalibers worden uitgebreid. Zodra dit klaar is
zal er ook een "civiele versie" (zonder politielogo's) beschikbaar worden gesteld aan de wapenhandel.

Voorbeeld:
een verlofhouder wil graag sportschieten met zijn vrijgestelde geweer:
Ekog (afkorting voor Enkelloops kogelgeweer) , merk Beaumont, Model M1871, kaliber 11,3x50R en
wapennummer V291/3755.
2

Dit vuurwapen wordt dan vanaf 19 december 2012 als volgt ingevoerd:

NB: bij het type moet ALTIJD de modelnaam van het wapen worden ingevuld.
3
Met alleen de merknaam Winchester begin je niets, maar als je erbij vermeld: Model 1873 dan weet je
of kun je, in combinatie met het wapennummer, in ieder geval later ook nog opzoeken hoe het zit met de
vrijstelling.
NB: deze wijze van invoeren geldt uiteraard NIET voor moderne replica's van vuurwapens. Die replica's
blijven gewoon onder wapenstatuscode 01 bestaan.

Het bijlageblad van het wapenverlof komt er dan zo uit te zien:

Voorheen werd alleen de munitie op het wapenverlof vermeld. De gegevens van het betreffende
vuurwapen moesten worden ondergebracht in het blok: Vergunningenscherm 019 bij Nadere
beperkingen. Het omzetten van deze gegevens vanuit Nadere beperkingen in de wapeninvoer met
wapenstatuscode 18 is -helaas- een handmatige klus.

De eerder onder de wapenstatuscode 01 ingevoerde munitie kan na het inboeken van de vrijgestelde
vuurwapens worden afgevoerd met code 17-Foutief.
NB: munitie die al was ingevoerd voor het transformeren van hulzen, zoals bijv. het kaliber .348 Win
moet natuurlijk NIET worden verwijderd, want die praktijk blijft ongewijzigd.

Nummerloze vrijgestelde vuurwapens


Er is flink nagedacht over een manier om vrijgestelde vuurwapens voor de schietsport of jacht/schade-
bestrijding zonder wapennummer toch van een administratief nummer te voorzien. Dat werd heel erg
4
lastig en strikt genomen onnodig. Ten eerste zullen er weinig vrijgestelde vuurwapens zijn zonder
wapennummer, mits er heel erg goed naar gekeken wordt.
In de foto's van de Verona Vuurwapenencyclopedie zijn de plaatsen waar wapennummers op de wapens
staan met een rode pijl aangegeven.
En ten tweede: in de gevallen dat er echt geen wapennummer aanwezig is, gebruik dan gewoon:
"nummerloos". Bij afvoer met code 19- Afvoer vrijstelling/SSP verdwijnt het wapen in een soort
vergaarbak. Is later een zelfde soort+merk+type nummerloos wapen nodig, dan is die gewoon weer
zonder consequenties uit de vergaarbak "te plukken".

In de Circulaire Wapens en Munitie (CWM-2012 en 2013) staat over het schieten met vrijgestelde
wapens onder andere:

2.4.5. Schieten met vrijgestelde wapens


Het komt regelmatig voor dat sportschutters de schietsport willen beoefenen met vrijgestelde (antieke)
wapens waarvan het voorhanden hebben – op grond van artikel 18 van de RWM – is vrijgesteld. Zie ook
het in bijlage C1 opgenomen beslissingsschema.
Voor het schieten met een vrijgesteld wapen is een verlof tot het voorhanden hebben, nodig.
De munitie voor deze vrijgestelde (antieke) wapens is – met uitzondering van ronde loden kogels (zie
artikel 20 van de RWM) – echter niet vrijgesteld. Voor het beoefenen van de schietsport met een op grond
van artikel 18 van de RWM vrijgesteld wapen moet zowel het wapen als de munitie een verlof tot
voorhanden hebben vereist. Het vrijgestelde wapen wat op het verlof wordt vermeld, telt niet mee voor
het maximum aantal toegestane wapens op het verlof en is eveneens vrijgesteld van het in deze circulaire
onder 2.4.1.2 opgenomen systeem van opbouw van wapentypes.
De eerste aanvraag van een verlof voor een vrijgesteld wapen, kan betrekking hebben op de daarbij
gebruikelijke kalibers, toegelaten bij de reglementen van de KNSA en de Muzzle Loaders Associations
International Committee. Op deze eerste verlofaanvraag zijn de beperking die binnen het systeem van
opbouw in wapentypes, zoals uiteengezet in deze Circulaire, niet van toepassing. Derhalve is het bij de
eerste aanvraag van een verlof voor een vrijgesteld wapen, niet vereist dat het wapen geschikt is voor de
Olympische Disciplines.

De verwarring over het wel of niet bijschrijven van vrijgestelde vuurwapens op het eerste verlof is een
ontstaan door de tekst van art. 2.4.1.2 CWM:
Bij zijn eerste verlenging mag hij wel vuurwapens hebben, niet zijnde semi-auto geweren, voor de
Olympische disciplines, de ISSF en de Mlaic (Historische disciplines)
Met die historische disciplines worden niet alleen vrijgestelde vuurwapens, maar ook replica's bedoeld.
Dus een schutter mag op zijn allereerste verlof wel een origineel vrijgesteld vuurwapen bijgeschreven
krijgen (mits dit past in de KNSA disciplines), maar een soortgelijke moderne replica van hetzelfde
model mag pas bij zijn eerste verlenging ofwel in zijn tweede verlofjaar.

Het bestuur van de schietvereniging waarvan de schutter lid is verklaart op het formulier dat het
vuurwapen waarvoor het verlof tot voorhanden hebben van munitie wordt gevraagd, zal worden
aangewend voor een schietsportdiscipline, erkend of gereglementeerd in het KNSA Schiet- en
Wedstrijdreglement, die in het verband van de vereniging kan worden beoefend.

Let dus op dat het WM3 formulier goed en exact is ingevuld.


Geen vermelding van "Historisch wapen" of iets dergelijks, maar bijv. "Francotte"

Onderstaand een kort overzicht wat moet worden verstaan onder een vrijgesteld vuurwapen:
Vuurwapens die onder de vrijstelling van art. 18 RWM vallen moeten, voldoen aan de gestelde eisen in
Art. 18, lid 1 onder:
b. vuurwapens die zijn vervaardigd vóór 1 januari 1870;
c. vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers, pistolen en combinatiewapens die ontworpen en
bestemd zijn om te worden geladen met:
1º. losse kogels en zwart kruit; of
5
2º. patronen, uitgezonderd randvuurpatronen in het kaliber .22 en centraalvuurpatronen;
d. vuurwapens in de vorm van geweren en pistolen, niet zijnde revolvers, die ontworpen en bestemd
zijn om te worden geladen met patronen waarvan de voortdrijvende lading bestaat uit zwart kruit of
alleen ontstekingsas, met uitzondering van randvuurpatronen in het kaliber .22 met een
patroonlengte van meer dan 18 mm;
e. geschut dat ontworpen en bestemd is om te worden geladen met losse projectielen en zwart kruit,
los of in kardoezen;
2. De vrijstellingen zoals vermeld onder c, d en e zijn uitsluitend van toepassing op wapens die zijn
vervaardigd vóór 1 januari 1945 (Let op ! bij punt d dus niet de centraalvuurrevolvers vóór 1945, want
die moeten zijn gemaakt vóór 1870)

Soms is het lastig om te bepalen of een vuurwapen wel of niet onder de vrijstelling valt. Let dan vooral op
of het aan de bovenstaande eisen van art. 18 RWM voldoet. Let er vooral bij Amerikaanse wapens op dat
het betreffende kaliber van oorsprong in zwartkruit is gemaakt. Raadpleeg daarvoor de Verona
wapentabellen-werkblad: Munitie. Kijk bovendien altijd naar proefbanktekens.
Een sportschutter die een vrijgesteld geweer op zijn wapenverlof wil laten bijschrijven en die aan alle
eisen voldoet hoeft niet persé zelf aan te tonen dat zijn vuurwapen vrijgesteld is. De vrijstelling kan aan
de hand van het beslissingsschema van de Bijlage C1 van de CWM worden gecontroleerd, zoals dit is
voorgeschreven in art. 2.4.5 CWM.
Dus: voor het bepalen van een eventuele vrijstelling kan worden gebruikt:
- het beslissingsschema van Bijlage C1 van de CWM;
- de Verona Vuurwapenencyclopedie;
- de Verona wapentabellen-Munitie: kijk of kaliber als zwartkruit vermeld staat;
- documentatie (bijv. uit een wapenboek) die door de aanvrager wordt verstrekt;
- een verklaring van vrijstelling van een erkenninghouder;
- een certificaat van vrijstelling van het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Wapenverzamelaars;
- een verklaring van een erkend gerechtelijk deskundige.
Let wel: de sportschutter of jager is niet verplicht om documentatie of een verklaring in te leveren. Onze
wetgever vindt het beslissingsschema van Bijlage C1 van de CWM voldoende.

In alle gevallen moet het vrijgestelde vuurwapen worden getoond (voor zover dat al niet is gebeurd bij het
bijschrijven van de munitie in het verleden).

Nog even een opmerking over het opbergen van vrijgestelde vuurwapens:

8. Opbergen en het gemeenschappelijk gebruik van wapens (RWM)


De persoon aan wie een vergunning is verleend tot het voorhanden hebben van wapens en/of munitie
dient – indien de wapens en de bijbehorende munitie thuis voorhanden worden gehouden – er voor te
zorgen dat deze worden opgeborgen in afzonderlijke, deugdelijk afgesloten, en voor onbevoegden niet
gemakkelijk bereikbare bergplaatsen. De wapens dienen dus gescheiden van de munitie te worden
opgeborgen.
De bepalingen zijn echter niet van toepassing op de (onderdelen van) wapens en (onderdelen van)
munitie waarop de vrijstelling van artikel 18 van de Regeling wapens en munitie van toepassing is noch
op lege hulzen en projectielen die bestemd zijn voor het herladen. De onderstaande bepalingen zijn wel
van toepassing op de opslag van slaghoedjes maar zijn niet van toepassing op de opslag van kruit. Het
voorhanden hebben van kruit valt immers niet onder de werking van de WWM maar onder de werking
van de Wet Milieubeheer.
6
De afdelingen BW krijgen extra ondersteuning van de Verona wapenencyclopedie want daar staat
vaak belangrijke informatie in de afbeelding vermeld.
Komt een sportschutter dus met een onderstaand geweer aansjouwen in kaliber .32-20 Win en met een
wapennummer 85450, dan is dit NIET vrijgesteld omdat de vrijstelling slechts geldt voor dit model tot
wapennummer 84700.

Lees ook de info-documenten op de Verona wapenpagina:


- Deel 1: Vrijgestelde geweren voor de schietsport
- Herladen en transformeren van munitie
- KNSA-MLAIC wapendisciplines
- Schieten met vrijgestelde hagelgeweren
- Vrijgestelde vuurwapens
- Zwartkruitkaliberlijst (apart tabblad van de maandelijkse Verona Wapentabellen)
- Zwartkruit is alleen zwartkruit als het los gestort kan worden

A.E. Hartink
Verona Vuurwapenexpertgroep

You might also like