Leerlijn aardrijkskunde 2 havo/vwo technasium

2022-2023
trimester 3
Naam: Klas:

Leerdoelen H4 Steden

1.
‒ Je kunt uitleggen wat de verschillen zijn tussen een stad en een dorp.
‒ Je kunt uitleggen welke functies in de middeleeuwse stad aanwezig waren.
‒ Je kunt de vorm van de middeleeuwse stad herkennen op een luchtfoto, satellietbeeld of
plattegrond.
‒ Je kunt uitleggen hoe de vorm en de functies van de stad veranderden door de industriële
revolutie.
‒ Je kunt de locatie van stations en van oude fabrieksterreinen verklaren.
‒ Je hebt inzicht in de verschillende typen wijken die er in een stad zijn.
2.
‒ Je kunt uitleggen waarom vanaf 1960 in Nederland suburbanisatie plaatsvond.
‒ Je kunt uitleggen welke groepen mensen uit de stad vertrokken.
‒ Je kunt uitleggen welke gevolgen suburbanisatie had voor de stad.
‒ Je kunt uitleggen hoe gentrification werkt.
‒ Je kunt drie manieren waarop de Nederlandse regering suburbanisatie beïnvloedde benoemen
en wat dat voor de functie en vorm van de stad betekende.
3.
‒ Je kunt de onderdelen van de Arabische stad benoemen.
‒ Je kunt op een plattegrond of luchtfoto van een Arabische stad de medina en de ville nouvelle
aanwijzen.
‒ Je kunt de verschillen tussen de Nederlandse stad en de Arabische stad benoemen.
‒ Je kunt de relatie tussen inkomensverschillen in een gebied en de aanwezigheid van gated
communities uitleggen.
4.
‒ Je kunt op een gestructureerde manier gegevens verzamelen.
‒ Je kunt de verzamelde gegevens classificeren en jouw classificatie onderbouwen.
‒ Je kunt je gegevens in een thematische kaart presenteren.
‒ Je kunt de resultaten interpreteren en conclusies trekken.
Leerdoelen H5 Vorming van landschappen
1.
− Je kunt uitleggen welke vormen van verwering bestaan.
− Je kunt uitleggen hoe ijs, plantenwortels en wisselingen in temperatuur verwering veroorzaken.
− Je kunt uitleggen welke soorten verweringsmateriaal er zijn en hoe ze in grootte verschillen.
− Je kunt uitleggen hoe transport van verweringsmateriaal erosie kan veroorzaken.
2.
− Je kunt uitleggen op welke manieren verweringsmateriaal kan worden verplaatst.
− Je kunt uitleggen waarom een rivier verweringsmateriaal meer selecteert dan een gletsjer, en
minder dan de wind.
− Je kunt uitleggen waarom aan het einde van een gletsjer veel sediment ligt.
3.
− Je kunt uitleggen dat het klimaat in Nederland glacialen en interglacialen heeft gekend.
− Je kunt uitleggen welk deel van Nederland met ijs was bedekt in het Saalien.
− Je kunt elementen in het Nederlandse landschap noemen die het directe gevolg zijn van de
ijsbedekking.
− Je kunt uitleggen waarom de wind in het Weichselien grote invloed op het landschap had.
5.
− Je kunt een topografische kaart van een gewone overzichtskaart onderscheiden.
− Je kunt kleuren en symbolen op de topografische kaart verklaren met behulp van de atlas.
− Je kunt een kaartanalyse maken van een topografische kaart.
7.
− Je kunt benoemen welke sedimentatieprocessen het landschap in Noord-Holland hebben
gevormd.
− Je kunt uitleggen dat deze sedimentatie in stappen heeft plaatsgevonden.
− Je kunt uitleggen hoe veen ontstaat.
− Je kunt uitleggen welke invloed de mens op het landschap van Noord-Holland heeft gehad.

Resultaten cijfer weging

Toets hoofdstuk 4 Steden paragraaf 1 t/m 4
15%
Hoofdstuk 5.1, 5.2, 5.3, 5.5 en 5.7
Vorming van landschappen 20%

PO Verenigde Staten 10%