Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model ‘van Gelder’


Student(e): Charona Jansen Mentor: Petra Knapen
Klas (PABO): P13EHVC Datum :
Stageschool: Basisschool ’t Startblok Groep: Groep 6
Plaats: Eindhoven Aantal lln: 27 leerlingen; 12 meisjes, 15 jongens
Vak- vormingsgebied: Muziek
Speelwerkthema / onderwerp: Aanleren van een nieuw lied.
Beginsituatie:
De leerlingen kennen het lied nog niet.
De leerlingen hebben een methode voor muziek waar ze uit werken normaliter.

Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:


De leerlingen leren het lied aan. Het refrein en de drie coupletten. Ik herhaal het lied een aantal keren waardoor de leerlingen het lied leren.
Lesverloop
Tijd/ Didactische Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen /
Leerinhoud Werkvorm Leraar   leergedrag leerling(en) Organisatie
Inleiding Instructievorm; Ik leg de leerlingen uit wat we gaan doen. Ik vertel ze dat De leerlingen luisteren naar mijn uitleg. Het boek Eigenwijs.
7 minuten De leerlingen we een liedje aan gaan leren en dat ze nog niet kennen.
luisteren naar
wat ik zeg. Ik vertel de naam van het liedje.’De droomboom.’ Ik vraag De leerlingen vertellen aan mij waar ze aan denken als ze aan een droomboom
de leerlingen waar ze aan denken bij een droomboom. Wat denken.
Interactievorm; is hun droomboom?
Ik heb het met
de kinderen over
hun
droomboom.
Kern Instructievorm; Ik zing het refrein voor voor de leerlingen. Ik zing dit De leerlingen luisteren naar het refrein. Proberen daarna mee te zingen. Het boek Eigenwijs.
20 minuten Ik zing het lied refrein twee of drie keer waardoor de leerlingen goed
voor de kunnen luisteren en eventueel al mee kunnen zingen. De leerlingen zingen samen met mij de coupletten en het refrein. Door de http://www.youtube.com/
leerlingen constante herhaling leren ze het lied kennen. watch?v=flDL9z9LJtU
Ik laat het lied horen op internet, zodat de leerlingen weten
Interactievorm; hoe het lied klinkt. http://www.youtube.com/
Ik vraag de watch?v=b0kSN0P0iE0
leerlingen wat ze Ik zing het eerste couplet voor de leerlingen. Zin voor zin
ervan vinden oefen ik het eerste couplet met de leerlingen.
‘want aan het hoogste takje, daar groeit een klein gebakje’
Opdrachtvorm;
De leerlingen Ik zing het eerste couplet en het refrein met de leerlingen.
zingen mij na ‘in onze achtertuin daar staat een hele hoge boom. Die is
wanneer ik dit niet als de andere zo heel gewoon. Want aan het hoogste
vraag. takje, daar groeit een klein gebakje. Als ik dat zie dat denk
ik dat ik droom. Heel voorzichtig in mijn droom, klim ik
langzaam in die boom. Ben ik boven wat een pret. KRAK,
BOEM, naast m’n bed.’

Ik zing het tweede couplet voor de leerlingen. Zin voor zin


oefen ik het tweede couplet met de leerlingen.
‘want in het hoogste topje, daar groeit wel eens een
dropje.’

Ik zing het tweede couplet en het refrein met de leerlingen.


‘in onze achtertuin daar staat een hele hoge boom. Die is
niet als de andere zo heel gewoon. Want in het hoogste
topje, daar groeit wel eens een dropje. Als ik dat zie dat
denk ik dat ik droom. Heel voorzichtig in mijn droom,
klim ik langzaam in die boom. Ben ik boven wat een pret.
KRAK, BOEM, naast m’n bed.’

Ik zing het derde couplet voor de leerlingen. Zin voor zin


oefen ik het derde couplet met de leerlingen.
‘want naast het hoogste blaadje, daar groeit een
chocolaatje.’
Ik zing het derde couplet en het refrein met de leerlingen.
‘in onze achtertuin daar staat een hele hoge boom. Die is
niet als de andere zo heel gewoon. Want naast het hoogste
blaadje, daar groeit een chocolaatje.. Als ik dat zie dat
denk ik dat ik droom. Heel voorzichtig in mijn droom,
klim ik langzaam in die boom. Ben ik boven wat een pret.
KRAK, BOEM, naast m’n bed.’

Daarna zing ik het hele lied samen met de leerlingen.

‘in onze achtertuin daar staat een hele hoge boom. Die is
niet als de andere zo heel gewoon. Want aan het hoogste
takje, daar groeit een klein gebakje. Als ik dat zie dat denk
ik dat ik droom. Heel voorzichtig in mijn droom, klim ik
langzaam in die boom. Ben ik boven wat een pret. KRAK,
BOEM, naast m’n bed.’

‘in onze achtertuin daar staat een hele hoge boom. Die is
niet als de andere zo heel gewoon. Want in het hoogste
topje, daar groeit wel eens een dropje. Als ik dat zie dat
denk ik dat ik droom. Heel voorzichtig in mijn droom,
klim ik langzaam in die boom. Ben ik boven wat een pret.
KRAK, BOEM, naast m’n bed.’

‘in onze achtertuin daar staat een hele hoge boom. Die is
niet als de andere zo heel gewoon. Want aan het hoogste
takje, daar groeit een klein gebakje. Als ik dat zie dat denk
ik dat ik droom. Heel voorzichtig in mijn droom, klim ik
langzaam in die boom. Ben ik boven wat een pret. KRAK,
BOEM, naast m’n bed.’

Afsluiting Interactievorm; Ik vraag de leerlingen wat ze van het liedje vonden. De leerlingen antwoorden op mijn vragen. Ze denken na over hun droomboom. Het boek Eigenwijs.
3 minuten Ik vraag aan de Vonden ze het leuk, saai, grappig?
leerlingen wat ze
van het liedje Ik vraag de leerlingen of ze ook wel zo’n boom zouden
vonden. Ik vraag willen hebben. En wat zou je dan aan die boom willen
ze ook over een hebben hangen? Ook een chocolaatje of juist bijvoorbeeld
droomboom. koekjes.

You might also like