NL - NPRF - O-002-V01-Werken in Uitgravingen Algemene Bepalingen-1

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 14

Preventiefiche

Werken in uitgravingen – Algemene bepalingen


O002-08/2020

1 Beschrijving
Werken in uitgravingen vergt een goede voorbereiding, zodat de werknemers
beschermd worden tegen alle risico’s waaraan ze blootgesteld kunnen
worden.
In deze preventiefiche wordt een algemeen overzicht gegeven van de
voornaamste risico’s en de invloed van verschillende werfomstandigheden. Er
worden aanbevelingen gegeven die algemeen toepasbaar zijn of er wordt
verwezen naar andere preventiefiches en toolboxfiches die meer
gedetailleerde informatie geven die toepasbaar zijn in specifieke
omstandigheden.

2 Belangrijkste risico's en oorsprong

De belangrijkste risico’s zijn:


■ het instorten van de uitgegraven wanden, waardoor:
■ personen in de uitgraving kunnen bedolven worden
■ machines, voertuigen of constructies in de nabijheid van de
uitgraving kunnen kantelen of in de uitgraving vallen
■ de val van personen of voorwerpen in de uitgraving
■ de gevaren die veroorzaakt worden door de aanwezigheid van
nutsleidingen
■ de gevaren die veroorzaakt worden door de aanwezigheid van
gevaarlijke stoffen (bodemverontreiniging of bouwactiviteiten)
■ het foutief gebruik van beschoeiingsmiddelen (de
gebruiksvoorwaarden voor eenzijdige grondkeringen zijn verschillend
van deze voor tweezijdige beschoeiingen)
■ de invloed van klimatologische omstandigheden (regen en
regenwaterafvoer)

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 1/
www.constructiv.be  info@constructiv.be
3 Wetgeving

Het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele


Bouwplaatsen' (kortweg KB TMB) en artikelen 435 tot 437 van het ARAB
regelen de verplichtingen rond “aardewerken”.
Verder worden de werken in uitgravingen met een diepte > 1,2 m
beschouwd als activiteiten met verzwaarde risico’s volgens het artikel 26§1
Aangifte van werken: van het KB TMB. Dit houdt in dat hiervoor een aangifte van werken moet
gebeuren via de online dienst van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZ
https://www.socialsecu (zie link hiernaast). Constructiv en de Federale Overheidsdienst
rity.be/site_nl/employe Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) halen uit deze
r/applics/ddt/index.htm aangifte de informatie die voor hun diensten van belang is.

3.1 Normen
Bij gebrek aan Europese regels voor de uitvoering van uitgravingen, wordt
naar de bepalingen van de norm DIN 4124 (voor uitgravingen en
beschoeiingen) verwezen.
DIN 4124:2012-01 - Baugruben und Gräben - Böschungen, Verbau,
Arbeitsraumbreiten.
Voor diepere uitgravingen is het aangewezen om een meer uitgebreid
grondonderzoek te doen en de stabiliteit via berekening te controleren. De
ontwerpregels en de controle- en onderzoeksmethodes voor geotechnische
werken zijn opgenomen in de normenreeks NBN EN 1997 (Eurocode 7)
Geotechnical design.
Voor de uitrusting voor de beschoeiing van sleuven gelden volgende normen:
■ NBN-EN 13331-1:2002 : Sleufbekisting - Deel 1: Productspecificaties
■ NBN-EN 13331-2:2002 : Sleufbekisting - Deel 2: Beoordeling door
berekening of beproeving
Door de bepalingen van de normen te respecteren kan gewaarborgd worden
dat er bij het ontwerp van de beschoeiingen rekening gehouden is met de
minimale technische veiligheidseisen. Ter plaatse moeten de lokale
bodemgesteldheid en werkomstandigheden steeds gecontroleerd worden en
nagekeken of aan de berekenings- en gebruiksvoorwaarden is voldaan.

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 2/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
4 Algemene preventiemaatregelen

4.1 Wettelijke bepalingen


De bepalingen van het ARAB (Art 435 tot 437) leggen geen welbepaalde
technische preventiemiddelen op, maar ze verplichten de uitvoerder wel om de
nodige voorzorgen te nemen om zichzelf te beschermen tegen elk risico op
instorting.
In verband met de stabiliteit van de uitgegraven wanden is het belangrijk om
de volgende wettelijke verplichtingen in gedachten te houden:
■ naarmate de werken vorderen moeten de wanden van de uitgravingen
verstevigd worden met middelen die aangepast zijn aan de aard van
de grond.
■ Het personeel moet ervaren zijn en onder het toezicht staan van een
bevoegd persoon.
■ Er moeten maatregelen getroffen worden om ongevallen te
voorkomen, die veroorzaakt kunnen worden door de instorting van
opgehoopte aarde, opgestapelde bouwstoffen of het vallen van
materiaal of van eender welke voorwerpen.
■ De arbeiders die in uitgravingen werken, mogen zich nooit de ene
boven de anderen bevinden.
■ De plaatsen waar een hoogteverschil van de grond aanleiding kan
geven tot ongevallen, moeten afgedekt of afgebakend worden.

4.2 De geschikte PBM dragen op de werf


Gezien de werkomstandigheden is het aangewezen om extra aandacht te
besteden aan de keuze van de individuele beschermingsmiddelen.
■ Veiligheidsschoenen (norm NBN EN 20345) of indien nodig
veiligheidslaarzen.
■ Aangepaste werkkledij die voldoende beschermt tegen de vochtige
werkomstandigheden en tegen koude temperaturen;
■ Aangepaste beschermingskledij in geval van contact met
verontreinigde bodem, rioolwater of andere gevaarlijke stoffen.
■ Beschermende handschoenen die niet alleen weerstand bieden tegen
mechanische schokken en schuren (norm NBN EN 388), maar die ook
waterbestand zijn.
■ Een veiligheidshelm (norm NBN EN 397).

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 3/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5 Stabiliteit van de uitgraving

Bij gebrek aan geharmoniseerde Europese normen of Belgische referenties


zijn onderstaande aanbevelingen gebaseerd op de ervaring van onze
adviseurs en de bepalingen van de Duitse norm 'DIN 4124' over uitgravingen,
sleuven, taluds, beschoeiing en werkruimte.

Deze norm geeft een aantal richtlijnen in verband met:


■ de veiligheid van naastliggende constructies (veiligheidsstrook,
maximale diepte, …)
■ de stabiliteit van taluds (minimale helling, maximale diepte …)
■ het doorbreken van grondwater in de bodem van de uitgraving
(minimum dikte grondlaag)
■ veiligheidsafstanden en maximale hoogte voor opslag van materialen
■ veiligheidsafstanden voor circulatie van voertuigen (< of > 12 T) naast
de uitgraving
■ voorzien van horizontale vlakken voor personenverkeer (minimaal 60
cm breed)
■ uitgraving toegankelijk voor personen of niet

Een instorting is een fysisch fenomeen dat ontstaat wanneer een aantal
negatieve voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn. Als de bepalende parameters
gekend zijn, kan ook het risico op een instorting bepaald worden en kan dit
risico tot een minimum beperkt of helemaal vermeden worden. De stabiliteit
van de uitgegraven wand wordt bepaald of beïnvloed door:
■ de kwaliteit van de grond (samenstelling, cohesie, geroerd of
ongeroerd, homogene lagen, waterverzadiging, …)
■ de vorm van de uitgraving (diepte en helling) en de belastingen in de
nabijheid (constructies, voertuigen, installaties …)
■ Fysische agentia (trillingen of bevingen …)
Deze factoren moeten gecontroleerd worden, zowel voor de aanvang van de
werken bij de keuze van de grondkering, als tijdens de werken om de
veiligheid van de grondkering te controleren.

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 4/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.1 Voorbereiding van de werken
■ Indien geen specifieke aanvullende geotechnische voorschriften in het
lastenboek of in het Veiligheids- en Gezondheidsplan (VGP)
opgenomen zijn, moet rekening gehouden worden met volgende
punten om sleuven met afgeschuinde wanden goed te dimensioneren.
■ De fasering van de werkzaamheden optimaliseren, zodat de grond
gedurende een zo kort mogelijke tijd open ligt en de decompressie
van de grond beperkt blijft.
■ Kennis van de voorgeschiedenis van de site is onontbeerlijk om oude
sleuven, installaties, opgehoogde zones en andere afwijkende
situaties die aan de basis van een zwakke zone kunnen liggen, te
kunnen opsporen
■ Gerichte kennis van de bodemgesteldheid (ter plaatse in kaart
brengen, staalname, testverslagen indien beschikbaar, niveau van het
water, enz.) is nodig om de hieronder voorgestelde maatregelen
correct toe te passen.

Opmerking: in de ontwerpfase en bij het begin van de werkzaamheden moet


bijzondere aandacht besteed worden aan het in kaart brengen van alle
nutsleidingen, de signalisatie ervan en aan de verplaatsing of afkoppeling
vooraleer met de eigenlijke grondwerken te starten.
De aanwezigheid van nutsleidingen wijst ook op vroegere werken en op een
verstoring van de grondlagenstructuur. Extra waakzaamheid naar
grondstabiliteit is dan ook aanbevolen.

5.2 Aanbevolen afmetingen van de sleuven


De breedte B van de sleuven (die verticaal
of met afgeschuinde wanden uitgegraven
zijn) moet aan twee voorwaarden voldoen.

In functie van de diepte

H < 1,20 m B > 1/2 H


1,20 m tot 1,75 m B > 0,60 m
1,75 m tot 4,00 m B > 0,80 m
H > 4,00 m B > 1,00 m

In functie van de diameter van een eventueel te plaatsen leiding

D < 400 mm B > D + (2 x 0,20) m


400 tot 1.750 mm B > D + (2 x 0,35) m indien helling van de
talud > 60
B > D + (2 x 0,20) m indien helling van de
talud < 60°
D > 1.750 mm B > D + (2 x 0,50) m

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 5/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
Deze aanbevolen breedte houdt geen rekening met de extra breedte die nodig
is voor het plaatsen van de beschoeiing. Deze opgegeven breedtes zijn
aanbevelingen en vervangen in geen geval de eisen uit het lastenboek, die
omwille van technische redenen dikwijls grotere breedtes voorzien.
De breedte van de sleuf zal ook zijn invloed hebben op het toe te passen
systeem voor de beschoeiing en op de vereiste stevigheid van de toegepaste
stutten (knikbelasting).

5.3 Aanbevolen afmetingen voor bouwputten voor


ringfunderingen, kelderwanden …
De breedte van de uitgraving (die verticaal of met afgeschuinde wanden
uitgegraven is) moet aan beide zijden van
de ringfundering of de kelderwand
voldoende ruimte bieden om de
bekistingswerken uit te voeren. In de norm
wordt een minimale breedte van 0.50 m
voorgeschreven, maar bij een uitgraving
met een steile helling is dit in praktijk
meestal onvoldoende om op een vlotte en
veilige manier werken uit te voeren.

5.4 Keuze tussen aanbermen of beschoeien van


uitgravingen
Deze keuze wordt bepaald door de werfomstandigheden. Hierbij moet steeds
rekening gehouden worden met:
■ De samenhang van de grond
■ De aanwezigheid van grondwater of watervoerende lagen
■ De eventuele belastingen naast de uitgraving (opslag van materialen
of circulatie van werfvoertuigen)
■ De omvang van de uitgraving (smalle sleuf of ruime bouwput)
■ Toegankelijk voor personen of niet

Deze aanbevelingen zijn enkel van toepassing op 'natuurlijke' bodems zonder


overbelasting en voor werken van korte duur. Voor een opgehoogd of
bewegend terrein, geroerde grond en voor alle werken van lange duur is een
berekening door een deskundig ingenieur noodzakelijk volgens de regels van
de Eurocode 7 (Geotechnical Design).

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 6/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.4.1 Uitgraving van minder dan 1.25 m.
Op terreinen met samenhangende grond kan een uitgraving van minder dan
1,25 m diep uitgevoerd worden met verticale wanden zonder beschoeiing. Een
veiligheidszone van 1.5 m moet ingesteld worden waarbinnen geen voertuigen
mogen circuleren of zware materialen mogen opgeslagen worden
Er moet steeds nagekeken worden of er in de uitgegraven wand geen stenen
aanwezig zijn, die kunnen loskomen en de stabiliteit van de uitgegraven wand
in gevaar brengen.
Een analoog probleem kan zich stellen met aanwezige wortels, waarachter
machines of materialen kunnen blijven haken en waardoor de uitgegraven
wand kan inkalven.

Droge gebonden grond


a0,05 5.4.2 Uitgraving van meer dan 1.25 m en minder dan 5 m.
Om de stabiliteit van uitgegraven wanden van meer dan 1,25 m diep te
verzekeren moet bij een uitgraving met schuine wanden een voldoende helling
voorzien worden; bij verticaal uitgegraven wanden moet een grondkering of
beschoeiing gebruikt worden.
■ Aanberming
Voor de uitgraving van een wand met helling wordt de hellingshoek vastgelegd
in de Duitse norm DIN 4124, die in functie van de bodemgesteldheid de
volgende maximale hellingshoeken zonder specifieke berekening aanvaardt
voor taluds:
■ 45° voor bodems zonder zichtbaar samenhangende grond of
zachte bodems met samenhangende grond
■ 60° voor stevige bodems met samenhangende grond
■ 80° voor rotsbodems

■ Beschoeiing
In plaats van een uitgraving met
afgeschuinde wanden kan ook een
verticale uitgraving met een grondkering
gerealiseerd worden. Het uit te graven
volume is afhankelijk van het soort
constructie en de ruimte die nodig is voor
het uitvoeren van de werken. Er kan dan
onderscheid gemaakt worden tussen een
bouwput waarvan de afstand tussen de
tegenover mekaar liggende wanden
groot is en een sleuf waarbij de wanden
op beperkte afstand van mekaar
verwijderd zijn. Bij een bouwput zal de
grondkering eenzijdig belast en
geschoord worden terwijl bij een
sleufbekisting deze tweezijdig wordt belast en de uitgegraven wand op mekaar
worden afgestempeld. De horizontale gronddrukken zijn gemakkelijker op te
vangen bij een sleufbekisting dan bij een eenzijdig belaste grondkering. Om
deze reden mogen de aanbevelingen die gelden voor sleufbekistingen niet
zonder meer toegepast worden voor de grondkering in bouwputten.

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 7/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.4.3 Vereenvoudigde bepalingen
Onder strikte voorwaarden (in samenhangende grond en zonder externe
overbelasting) kan voor sleuven van beperkte diepte (tot 1.75m diep) een
combinatie toegelaten worden van een verticale uitgraving (max 1.25 m hoog)
en een schuine wand of beschoeiing over de resterende 0.50 m.
■ Het bovenste deel van de uitgraving wordt uitgevoerd met schuine
wanden van 45° en het diepere gedeelte als verticale sleuf met een
maximale hoogte van 1,25 m. (zie fig. A)
■ Het bovenstaande principe gebruiken aan één kant van de sleuf en
aan de andere kant een afgeschuinde wand maken van ofwel 45°,
ofwel 60°, afhankelijk van de bodemgesteldheid (aanbevelingen uit de
norm DIN 4124). (zie fig. B)
■ Enkel de 50 cm bovenaan de verticale sleuf beschoeien, zodat er
maximaal een hoogte van 1,25 m overblijft die niet beschoeid is. (zie
fig. C)

5.4.4 Uitgraving van meer dan 5 m. of grondkering bij niet


samenhangende grond
Als de diepte > 5 m is of de grond van niet samenhangende kwaliteit is, is een
geotechnische berekeningsnota nodig om de stabiliteit en de stevigheid van
de grondkeringen of beschoeiingen te waarborgen.
Hierbij moeten de bepalingen van Eurocode 7 (Geotechnical Design)
toegepast worden.
Zie gespecialiseerde literatuur.

5.5 Keuze van de machines


Bij het inzetten van hydraulische graafmachines moet rekening gehouden
worden met volgende risico’s:
■ Het gewicht van de machine vormt een bijkomende belasting op de
grondkering of beschoeiing of op de nog niet gesteunde
uitgravingswand. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de
kracht die uitgeoefend wordt door de giek en de graafbak bij het
uitgraven van dieper gelegen zeer samenhangende lagen of van oude
funderingen.
■ De bewegende graafbak of giek kunnen de horizontale stutten raken
en beschadigen (let op voor het knikgevaar)
■ Het zicht van de machinebestuurder is beperkt, waardoor hij moet
vertrouwen op de signalen van een seingever.
Door een grondzuiger te gebruiken kunnen de risico’s sterk beperkt worden.
Bij het inzetten van een grondzuiger zal de grond op een meer gelijkmatige
manier verwijderen rond leidingen, waardoor er minder krachten worden
uitgeoefend op de leiding zelf en waardoor het risico op beschadigingen
vermindert. Bij een eventueel contact met een nutsleiding van de beweegbaar
opgehangen zuigmond zal de impact ook kleiner zijn dan in het geval van een
contact met de bak die vast gemonteerd is op de hydraulische arm van een
graafmachine.

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 8/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
Bij het gebruik van de grondzuiger moeten de veiligheidsvoorschriften wel
gerespecteerd worden en moeten de bedienaars buiten de werkzone van de
zuigmond blijven.
Bij een manuele uitgraving moeten de nodige maatregelen getroffen worden
om de werknemers in de uitgraving te beveiligen.

5.6 Uitvoering van de beschoeiing (van sleuven)


De beschoeiing moet zo dicht mogelijk tegen de uitgegraven wand aansluiten
om de ontspanning van de grond en de hierdoor veroorzaakte vermindering
van de stabiliteit en draagkracht te beperken. Ze moet geplaatst worden
naarmate de uitgraving vordert, zowel horizontaal als verticaal. lineair Er moet
voor gezorgd worden dat er nooit een diepte van meer dan 50 cm
onbeschoeid blijft.
De gebruikslimieten van de beschoeiing worden in de technische handleiding
gepreciseerd. Deze handleiding moet geraadpleegd worden voor elk gebruik.
Wanneer een normatieve referentie ontbreekt, moet een berekeningsnota
opgesteld worden om de stabiliteit van de sleuven te verzekeren.

5.7 Gevolgen van overbelasting, trillingen en afstanden


De in de norm DIN 4124 vermelde hellingshoeken van taluds van 45°, 60° en
80° gelden enkel voor taluds zonder enige overbelasting.
Elke belasting op of naast de kruinlijn van een talud zal zijn invloed op de
onderliggende grond overbrengen volgens de inwendige wrijvingshoek van de
grond. Dat zal een horizontale stuwkracht veroorzaken die de stabiliteit van de
talud negatief beïnvloedt. De effecten van de lasten op de boven berm van de
talud kunnen als volgt ingeschat worden:
■ Voor een opgehoogd terrein of een terrein met onsamenhangende
grond: de last draagt zijn effecten over volgens een drukhoek van 30°.
■ Voor een terrein met samenhangende grond: de last draagt zijn
effecten over volgens een drukhoek van 45°.

 = hellingshoek van de uitgraving


 = hellingshoek van de invloedslijn van de belasting

■ Aangevulde en ongebonden grond  < 30°   45°


■ Vaste en gebonden grond  < 45°   60°
■ Rotsachtige grond   80°

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 9/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
Elke beschoeiing moet gekozen worden in functie van de configuratie van de
site, van de belastingen in de buurt van de sleuven (bv.: funderingen van een
gebouw) en van het verkeer van voertuigen en werfmachines die sterke
trillingen veroorzaken die de grondontlasting versnellen.
Om het effect van de trillingen te beperken moet de snelheid en de belasting
van de werfmachines beperkt worden.

5.7.1 Bij een uitgraving zonder beschoeiing (met afgeschuinde of


verticale wanden < 1,2 m)
Aan weerszijden van de sleuf moet er altijd een veiligheidsafstand afgebakend
worden waarbinnen geen enkele last neergezet mag worden en geen enkel
voertuig of machine mag rijden.
■ Tot een gewicht van 12 ton: minimale veiligheidsafstand van 1,5 m.
■ Meer dan 12 ton: veiligheidsafstand uitgebreid naar minstens 2,0 m.
Indien nodig moet de hierboven vermelde veiligheidsafstand uitgebreid
worden, rekening houdende met de eventuele overbelastingen en de
wrijvingshoek van de grond, zoals eerder aangehaald. De veiligheidsafstand
moet zo vastgesteld worden dat een last die buiten deze veiligheidszone
geplaatst wordt, geen druk uitoefent op de wand van de talud.

5.7.2 Bij een uitgraving zonder beschoeiing (met afgeschuinde


wanden 1,25 tot 5 m) of met houten beschoeiing
Aan weerszijden van de sleuf moet er altijd een extra veiligheidsafstand
afgebakend worden vanaf de kruinlijn van het talud, waarbinnen geen enkele
last neergezet mag worden of waar binnen geen enkel voertuig of machine
mag rijden.
■ Voor gelijkmatig verdeelde of statische belastingen (opslag van
materialen): minimale veiligheidsafstand van 0.60 m
■ Voor dynamische / mobiele belastingen of puntlasten tot 12 ton:
minimale veiligheidsafstand van 1,0 m.
■ Voor dynamische / mobiele belastingen of puntlasten meer dan 12
ton:
■ Veiligheidsafstand uitgebreid naar minstens 2,0 m.

 = hellingshoek van de uitgraving


s = toe te passen veiligheidsafstand

■ Verdeelde statische belasting (opslag,…) s = 0,60m


■ Mobiele puntbelasting (voertuigen, machines
< 12 ton s = 1,00m
> 12 ton s = 2,00m

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 10/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.7.3 Bij een verticale sleuf met (metalen) beschoeiing
De veiligheidsafstanden worden als volgt beperkt:
■ Tot 12 ton: veiligheidsafstand van minstens 0.60 m vanaf de kruinlijn.
■ Meer dan 12 ton: veiligheidsafstand van minstens 1.0 m.
■ Bijzondere aandacht is vereist
■ wanneer de beschoeiing is uitgevoerd door middel van op
elkander geplaatste maar niet gekoppelde onderling
beschoeiingselementen.
■ Wanneer het terrein naast de uitgraving onverhard is

5.7.4 Bij een verticale uitgraving met grondkering


De veiligheidsafstand moet zo bepaald worden dat de belasting te gevolge van
de opgeslagen materialen of ten gevolge van het verkeer van werfvoertuigen
of machines, geen druk uitoefent op de beschoeiing. Dit wil zeggen dat de
lasten zich buiten de invloedslijn van de grond moeten bevinden.
De DIN 4124 schrijft grotere veiligheidsafstanden voor, als horizontale
beschoeiingselementen (Bild 6 - Waagerecht) worden toegepast, dan wanneer
verticale (Bild 7 - Senkrecht) elementen worden gebruikt.

 = hellingshoek van de invloedslijn van de belasting

■ Aangevulde en ongebonden grond  < 30°°


■ Vaste en gebonden grond  < 45°
■ Rotsachtige grond   80°

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 11/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.8 Andere preventiemaatregelen
5.8.1 Valgevaar
Het is aan te bevelen dat de beschoeiing 15 cm boven de grond uitsteekt,
zodat ze ook dient als voetplint om de val van voorwerpen of aarde in de sleuf
te verhinderen.
Als de uitgraving dieper dan 2 m is, moet een signalisatie geplaatst worden om
de gevarenzone te visualiseren.
Als de sleuf > 2 m diep is, moet:
■ ofwel een leuning geplaatst worden op de kruinlijn van de talud;
■ ofwel de toegang verboden worden met een afbakening op minstens 2
m afstand van de kruinlijn. Als er arbeiders binnen deze perimeter
moeten werken, moeten ze uitgerust zijn met PBM tegen vallen
(harnas, vanglijn en stevige verankering met voldoende weerstand).
De vanglijn moet zo kort mogelijk zijn.
Voor de overbrugging van de sleuven moeten loopbruggen met leuningen van
klasse A geplaatst worden.

5.8.2 Evacuatie
Er moeten voldoende ladders beschikbaar zijn, zodat de arbeiders in en uit de
sleuf kunnen klimmen. De schoren mogen niet gebruikt worden als tredes.
Aan wie in een diepe sleuf werkt, wordt sterk aanbevolen om een (niet
aangelijnd) harnas te dragen en ervoor te zorgen dat een reddingstakel
aanwezig is, zodat in geval van nood hij zo snel mogelijk kan geholpen worden
(het harnas wordt pas bij de redding aan de takel gekoppeld).

5.8.3 Afwatering
Er wordt aangeraden om een afwateringssysteem te voorzien, om te
vermijden dat het regenwater naar de sleuven afwatert.
Bij waterdoorsijpeling (grondwater of oppervlaktewater) moet een droogzuiging
voorzien worden om de bodem van de sleuf droog te leggen. Indien dieper
dan het grondwaterniveau moet uitgegraven worden, moet door middel van
een bronbemaling de grondwaterspiegel verlaagd worden. Vooraleer een
bronbemaling toe te passen, moet het bestudeerd worden door een specialist,
gezien de verlaging van de grondwaterspiegel de draagkracht van het terrein
kan aantasten en zettingen veroorzaken. De DIN 4124 voorziet dat er een laag
grond boven de grondwaterspiegel moet behouden blijven met een dikte van
minimum van 0.50 m.
Na een lange werkonderbreking, na zware regenval, weersveranderingen
(bevriezen/ontdooien, regen-droogte, enz.) of na een belangrijke wijziging in
de drukverdeling van lasten (installatie van een kraan, realisatie van een
funderingsblok in de buurt, nieuw voertuigenverkeer, enz.) moeten de sleuven
geïnspecteerd worden om snel elke afwijking te kunnen opsporen en gepaste
maatregelen te kunnen nemen.

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 12/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.8.4 Werken aan bestaande rioleringsleidingen
Bij werken aan bestaande rioleringsnetten moet er over gewaakt worden dat
op geen enkel moment het rioolwater naar de bouwput kan lopen. Indien dit
risico bestaat moeten de rioolbuizen op een gepaste manier afgesloten
worden door middel van zandzakken of met een rioolstop (ballon). Deze
afscheiding moet op regelmatige tijdstippen gecontroleerd worden.

5.9 Toegang tot de bouwput of tot de sleuf


Bij de keuze van de arbeidsmiddelen voor de toegang tot de bouwpuit
(trappen of ladders) moet rekening gehouden worden met:
■ de diepte en de breedte van de bouwput en de helling van de
uitgegraven wanden
■ het gekozen systeem van beschoeiing of aanberming (risico om de
uitgegraven wand te doen instorten)
■ het aantal personen dat tewerkgesteld is en het feit of deze personen
eventueel lasten moeten dragen
Indien materialen met behulp van hijs- of heftoestellen in de bouwput moeten
gebracht worden, moet voldoende manoeuvreerruimte voorzien zijn zodat er
geen risico bestaat dat de hangende last de uitgegraven wand of delen van de
beschoeiing of grondkering kan raken. Hierdoor zou het evenwicht van de last
kunnen verstoord worden, of zou de uitgegraven wand of de beschoeiing of
grondkering beschadigd kunnen worden.

5.10 Tekenen van nakend gevaar


De instorting zelf treedt wel plotseling op, maar wordt meestal voorafgegaan
door een aantal voortekenen. Door het tijdig herkennen van deze voortekenen,
kunnen ongevallen vermeden worden, meer bepaald door de zone te
evacueren bij nakend gevaar of door gepaste maatregelen te nemen, zoals:
de hellingen vlakker maken, de lasten verder van de kruinlijn te plaatsen, de
waterstromen te beperken of door steunen te plaatsen om de taluds te
stabiliseren. Hieronder worden meerdere belangrijke signalen gegeven
waarvoor bijzondere aandachtig vereist is en waarop snel moet gereageerd
worden als ze zich voordoen:

5.10.1 Bij een uitgraving met aanberming


De helling van de talud verandert in de loop der tijd, zoals bijvoorbeeld:
■ Het opbollen van een laag in de helling of aan de voet van de talud
(teken van drukkracht en risico op afschuiving)
■ De uitspoeling in de helling van de talud (duidt op een progressief
verlies aan samenhang)
■ Het opduiken van geulen in de talud (teken van waterdoorbraken door
afwatering en/of gronddrainering)
■ Het ontstaan van scheuren evenwijdig aan de kruinlijn van de talud
(teken van kantelen)

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 13/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be
5.10.2 Bij een uitgraving met grondkering
■ De oppersing van grond langs de bodem van de bouwput (teken van
een mogelijke waterdoorbraak)
■ De vervorming van het beschoeiingssysteem (teken van onvoldoende
stevigheid van de beschoeiing)
■ Ongewone geluiden (die het gevolg kunnen zijn van een verzwakking
van de opbouw)

6 Praktische aanbevelingen voor de gebruiker

■ Toolboxfiches Constructiv
■ Toolboxfiche O-014 ‘Werken in beschoeide sleuven’
■ Toolboxfiche O-012 ‘Onderschoeien (in beton) vanuit een
beschoeide sleuf’
■ Toolboxfiche O-013 ‘Ondermetselen vauit een beschoeide sleuf’

■ Uitvoeringsfiches WTCB
■ Ondermetselen
■ Infofiche 72 – Onderschoeien van bestaande funderingen door
middel van een beschoeide sleuf

Constructiv streeft steeds naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, rekening houdend met de huidige stand van de regelgeving en de techniek. De organisatie kan echter niet
aansprakelijk worden gesteld voor de gepubliceerde informatie. De raadgevingen in deze preventiefiche ontslaan de lezer niet van de verplichting om de geldende regelgeving na te leven. De
reproductie van teksten en illustraties is toegestaan mits de uitdrukkelijke toestemming van Constructiv en duidelijke bronvermelding.

Constructiv
Koningsstraat 132 bus 1  1000 BRUSSEL
t +32 2 209 65 65  f +32 2 209 65 00 14/14
www.constructiv.be  info@constructiv.be

You might also like