§po*saï 3 Onderzoek de praktilk:van de volftssoevereiniteit.

De grondwet garandeerde ook de volkssoevereiniteit. Politieke inspraak van het volk betekent dat
het volk mag meebeslissen. Via stemrecht bijvoorbeeld. En zonder druk van buitenaí Was dat in
België het geval?

De katholieken en de liberalen hadden het nieuwe land op de kaart gezet. Ze hadden de rangen
gesloten en deelden de macht. Maar na tien jaar brokkelde de samenwerking aí Ze werden
concurrenten in een strijd voor de stem van de kiezer Die concurrentie ging hand in hand met een
ware propagandaslag. Niet alle Belgen hadden stemrecht tussen 1830 en 1893: alleen wie voldoende
cijns betaalde, kon dat. Dit is cijr:gkje:rerh:.

L'ELECTEUR.

l!,i{i
Spotprent, l877
De pastoor:'En Jan,jii) zo intelligent
en geen kiezer? Hier een verklaring
voortwee paarden.'
Jar:'Maar dat is liegen, mijnheer de
Pastoor.'
De postoor:'En die Nee dan ...1.'

Depastoor:'Niet nadenken,
gehoorzaam! Het is voor de goede
zaak. Anders geen vergeving van je
Tondenl'

a Op het platteland lag de cijns lager dan in de steden. Het bezit van paarden bi.lvoorbeeld, gaf de boer het stem-
recht. Waarom wil de priesterJan een verklaringgeven dat hij twee paarden bezit?

/15ltijpqarde1 bezit, kan hijgoan stemmen.

1.3 | or rattrstnet BELcli: IDEE EN PRAKTUK 61

3.3 DE NATIESTAAÍ BELGIE: IDEE EN PRAKTUK 93