LENINGSOVEREENKOMST

De ondergetekenden

1) de heer …………………..., woonachtig aan de …………………… te

……………………, verder te noemen de schuldenaar (geldontvanger),
en

2) de heer …………………..., woonachtig aan de …………………… te

……………………,, verder te noemen de schuldeiser (geldverstrekker),

verklaren te zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1 – Verstrekking geldlening

De schuldeiser heeft op …………. ter leen verstrekt aan de schuldenaar gelijk de
schuldenaar contant ter leen heeft ontvangen van de schuldeiser de som van
€ …………………,- (totale hoofdsom), zegge: …………………...

Artikel 2 - Rente
Schuldenaar betaalt over de hoofdsom geen rente.

Artikel 3 - Aflossing
De aflossing zal geschieden in onderling overleg tussen de schuldenaar en schuldeiser.
Dit zal nader bepaald en vastgelegd worden.

Artikel 4 – Opeisbaarheid geldlening

Als de schuldenaar stipt aan zijn verplichtingen tot betaling van aflossing op de
verschijndag voldoet, zal de (restant)hoofdsom in haar geheel niet opeisbaar zijn.
Als de schuldenaar de aflossing niet betaalt op de afgesproken wijze of ingeval de
schuldenaar failliet wordt verklaard, surseance van betaling aanvraagt, boedelafstand
doet, onder curatele of onder bewind wordt gesteld of zijn roerende of onroerende zaken
in beslag worden genomen, is de schuldeiser gerechtigd de hoofdsom of de restant
hoofdsom op te eisen bij een eenvoudig bevel tot betaling zonder ingebrekestelling of
andere formaliteit.

1 van 2
Artikel 6 – Overige bepalingen
Alle kosten die vooruit vloeien uit de leningsovereenkomst en de verstrekking van de
geldlening komen voor rekening van de schuldenaar.

Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te ………………. op …………………...

................................................... ...................................................
………………, schuldenaar ………………, schuldeiser

2 van 2