Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 6

Formele conflictbeslechting

Civil litigation in Belgium


Inhoud
3.1. algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek (onvolkomenheden in boek)
3.2. Vooraf
3.3. Inleiding
3.4. Conceptuele beschouwingen

Powerpoints bevat studiemateriaal


3.1. Algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek

3.1. Algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek


De tekst in het handboek kent een aantal tekortkomingen
De indeling in treden is niet altijd even zinvol. Soms is ‘lumping’ een mogelijkheid, maar niet
altijd…
 Overgangen van een trap x naar een hogere trap x+1 kenmerken zich door een daling
van het aantal cases dat nog in de running is (correct)
 Een daling van trap x naar trap x+1 kan doordat: het conflict opgelost is (door de
handeling die in trap x gesteld wordt) of doordat de partij het conflict ‘dropt’ (te veel
tijd, moeite, geld, …). Deze logica wordt verstoord door ‘lumping’ als expliciete
mogelijkheid op te nemen – op twee momenten…?
 Het grote probleem is dat relatieve en absolute aantallen soms verwisseld worden,
waardoor zinloze grafieken ontstaan.
 Wat is bv het nut van Figuur 4? ‘amount of cases in each layer related to the previous
one’….. ‘Amount’ is altijd absoluut. Dit is zinloos als je gaat ‘relateren’. (zou moeten
zijn ipv ‘amount’: proportion)

 Brede basis
 Per trapje omhoog om conflict op te lossen  top is de oplossing
 Relatieve en absolutie getallen door elkaar gehaald

3.1. Algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek


 Onderzoek naar sociaal proces dat leidt tot geschilbeslechting voor de civiele rechter
 Een methode: opstellen van de « pyramide van conflictoplossing »
(België, in navolging van onderzoek uit de VS, UK, AUS)
 In burgerlijke zaken proberen oplossing te zoeken, al dan niet voor de rechter
 Top van de ijsberg is 10% van de conflicten (US)
 Geschilbeslechtigingsdelta in NE : om te horen welke problemen men de laatste vijf
jaar gehad en hoe opgelost
 Uitgangspunt boek : bevraging gedaan  246 effectieve problemen eruit destilleren

3.1. Algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek


Uitgangspunten voor een correcte analyse : Studiemateriaal voor dit hoofdstuk
246 ervaren problemen = baselijn.
De gouden standard = vermeld in tabel/grafiek altijd de relatieve (%) en absolute cijfers.
à Dit weten we uit de tekst(en): Basislijn 100% (243) dus relatief
(absoluut)
à Ook weten we dat Contact (claim) = 77% (188). Relatief is altijd t.o.v.
vorige trap.
à Er is slechts een uitzondering toelaatbaar hierop: dat is de stap naar de
rechtbank – tav baseline! (Anders komen we nooit aan die +- 5 %)
Reconstrueer de pyramide vertrekkende van deze cijfers (dus vanaf 100% = 243 conflicten =
basislijn)
Beperkt tot VIJF ZINVOLLE TREDEN
Zoek de drie fases waaraan relatief de grootste uitval voorafging!
Welke verklaringen bestaan er voor die grote uitvallen?
 Wij moeten piramide kunnen bespreken en mee kunnen opbouwen (5 lagen) 
kijken in welke gevallen de uitvallers zijn

3.1. Algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek


achtergrond – geen studiemateriaal
Pyramide veronderstelt lineariteit: elke trede moet doorlopen worden maar dit is
problematisch als een uitkomst van een conflictbeslechtingswijze (succes/geen succes)
opgenomen wordt in de survey
 Bv, inschakelen derde kan succesvol zijn of niet. In pyramide p, 187 worden twee
trappen gemaakt: Third parties and Solution, en Third parties and no solution. Hoe
kunnen die trappen elkaar opvolgen, als de gevallen complementair zijn? Maw het is
idioot om een pyramide te tekenen waarin de laag ‘third parties and no solution’ een
percentage is van de voorgaande laag ‘third parties and solution’. Die laatste gevallen
zijn opgelost en moeten dus verdwijnen uit de pyramide. Maar het model een
stroomschema zou veel beter passen.
De relatie tot baseline is volledig zinloos –want nergens gebeurt iets met die 4428 situaties.
Op geen enkele wijze wordt in de pyramide naar die situaties verwezen. Wat is dan het nut?
Enkel tav de problemen (246 gevallen) wordt gerelateerd, bv als we zeggen dat minder dan
10% van mogelijke problemen of grieven tot de rechter doorstoot…. Deze vaststelling maakt
gehakt van de gepretendeerde ‘oplossing’ in het artikel op p. 187…”our solution to the
problem of the baseline.. is dat de pyramide juist niet mag vertrekken van problematische
situaties”

3.1. Algemene opmerkingen bij de tekst in het handboek


Wat moet je kennen en begrijpen?
de conceptuele opbouw van een pyramide (drie niveau’s, een of meerdere treden per stage)
de berekening van de relatieve uitval t.a.v een vorige trede, en de verklaringen daarvoor
het design van het empirisch onderzoek in Vlaanderen (de methode)
Het alternatief (vijf treden) en de uitvoerige verklaringen voor uitval in deze ppt
Wat moet je niet kennen? De concrete 9 (of 10)-trapsindeling van de pyramide met de cijfers
uit de engelstalige tekst in Dialogen. De berekening van die cijfers is immers niet altijd juist
omdat de relatieve waarden verkeerd berekend werden. Ook de indeling van beide bovenste
niveau’s in vier treden, o.m. een trede ‘lumping’, is weinig zinvol.

3.2. Vooraf
- DOEL: conflictbeslechtingspyramide voor België opmaken
- PROBLEEM: data over sociaal proces? Vind je niet in bestaande statistieken 
sociaal-wetenschappelijk onderzoek uitvoeren.
- METHODE:
- representatieve steekproef met 506 families
- Survey: 24 situaties waaruit problemen kunnen voortkomen werden
voorgelegd
- Respondenten vertelden welke situaties ze in de voorbije drie jaar hadden
ervaren
- Gevraagd werd dan naar wat ze ondernamen (of niet) per probleemsituatie.
- Startpunt voor piramide zijn 243 problemen.
- RESULTATEN:
(a) veel informele oplossingen of droppen
(b) terugtreden komt het vaakst voor net voor ‘spannende’ handeling: contact met
tegenpartij, derde inschakelen (advocaat bv) of starten procedure voor rechtbank.

3.3. Inleiding
In de USA empirisch onderzoek dat tot theoretische concepten heeft geleid: “Legal
Iceberg”/”Pyramid”: van Marc GALANTER
- Over het meten van “litigiousness”(geneigdheid tot geschilbeslechting) is
weinig of geen materiaal voorhanden in Vlaanderen
- 506 huishoudens in Vlaanderen at random geselecteerd (herfst 1989)
In 2022: wel internationaal, geen nationaal onderzoek in Be/Vl.
In Nederland daarentegen staat men verder – bvb met een alternatief voor de pyramide in
de vorm van een delta, een samenkomst van rivieren - ‘delta van geschillen’ (minder lineair;
laat toe om meer gelijktijdig optreden van meerdere parallelle manieren van
geschilbeslechting die tegelijk optreden te vatten )

3.4. Conceptuele beschouwingen


Vooral oog voor de vraagzijde
Ander onderzoek veel aandacht voor aanbodzijde
Confllicten komen uit verschillende plaatsen van de samenleving

3.4. Conceptuele beschouwingen


Eerste laag baseline
Dan hoe pakt men deze onder hande?
Als escalatie  hoe wordt het geschil behandeld? Meestal op niveau van rechtbank

3.4. Conceptuele beschouwingen

3.5. De reconstructie van de globale pyramide


1. baseline
4.428 situaties op 506 huishoudens
Gemiddeld 9 situaties per huishouden

2. Dispute assesment process


 Problemen: verschillen tussen 3 manieren
o spontane rapportage van problemen geeft grote onderschatting (slechts 72
van de 506 zeggen dat zij een probleem ervaren hebben)
 lijst van situaties voorleggen (55% rapporteert 0 of 1, 29% 2, 16% 3 of
meer)
 speciale vragenlijst nav elk probleem dat werd vermeld tijdens het
interview (72 %: 1 probleem; 18 %: 2 problemen)
 Verschillende manieren om die problemen in kaart te brengen
 Mensen een geheugesteuntje

Het lijstje van mogelijke probleemsituaties en de vastgestelde percentages


De drie fasen met treden in het vereenvoudigde model
1. Basislijn = grieven = problemen = als problematisch ervaren situaties die
mogelijkerwijze voor de rechter kunnen worden gebracht. Onderste (eerste) trede
2. Dispute assessment process = vaststelling van een dispuut (conflict). Bestaat uit
twee trappen: 1. contact opnemen met tegenpartij en eis formuleren 2. polarisatie
van partijen; het conflict heeft zich duidelijk afgetekend en informele oplossingen
zonder derde partij (dus: negotiatie) hebben niets opgeleverd. Tweede en derde
trede
3. Dispute handling process = behandeling van het dispuut, gereduceerd tot twee
trappen: 1. mbv een derde (die meestal een advocaat is); 2. voor de rechter. Vierde
en vijfde (laatste) trede.

Vijftrapsmodel : afwijkend van het handbook


 Fase tussen derde/advocaat en rechtbank is de grootste uitval (niet persé dat gevallen
is, kan ook opgelost zijn)

Een vijftrapsmodel met vermelding van uitval en percentages


Vereenvoudiging naar vijf treden: een voorbeeld
Bereken uitval tov vorige trap (o.b.v. Table 1.)
Japan
Court (43-4)/43 ≈ 90%
Lawyer …………….
Dispute (822 – 305)/822 = 63%
Claim (1000 – 822)/1000 = 18%
Problem 1000 = 100% grieven

USA
(116 – 38)/116 = 67%
(1000-857)/1000 = 14%
1000 = 100% grieven

Telkens de uitval aan de vorige laag


Advocaat: 86% (regel van drie)

Grootste uitval in dit geval voor USA


1. Van advocaat naar rechtbank: het is blijkbaar toch nog iets heel anders voor
partijen om een advocaat in te schakelen (als derde) dan de stap naar de rechter te
zetten. Verklaring kan zijn dat het conflict dan niet meer controleerbaar wordt – het
is uit handen gegeven, en de procedures zijn vastgelegd en uitkomsten
onvoorspelbaar. Partijen zijn toch wel voorzichtig hier.
Let op: de trede ‘raadplegen van derde’ wordt hier gemakshalve gelijkgesteld aan
raadplegen ‘van advocaat’.
2. Van eis naar dispuut: dwz dat er informele oplossingen zijn gevonden zonder
toedoen van een derde. Dan gaat het over negotiatie.

Verklaringen uitval en interpretatie !


Een grote procentuele uitval kan op minstens twee manieren verklaard worden: 
1) er zijn veel zaken opgelost in de betreffende trap, zodat we kunnen stellen dat er
voorafgaand aan de rechtbank blijkbaar ook andere manieren zijn om conflicten op te
lossen  
2) de huidige trap houdt een serieuze institutionele of dispositionele barrière in voor de
partijen om verder te gaan met het geschil, zodat ze het geschil maar droppen. 
Verklaringen uitval en interpretatie !
Kortom, uitval is een belangrijke rechtssociologische indicator voor 
1) het bestaan, in het algemeen, van niet-juridische manieren van conflictbeslechting uit
het geschilbeslechtingscontinuum (ADR) en het individuele belang van een concrete
methode van geschilbeslechting uit dat continuum (van negotiatie tot rechtbank);  
2) het bestaan en belang  van drempels  die de toegang tot advocaat of rechter
bemoeilijken.  Die drempels zijn structureel (concrete drempels als hoge kost, afstand tot
rechtbank, lange looptijd) of dispositioneel (perceptie van een drempel, meer
psychologisch en cultureel, zoals angst voor moeilijke taal en ongemakkelijke houding ten
aanzien van goedgeklede en dure advocaten in de dure wijken van de stad).

Reflectie
In de rechtssociologie laten empirische onderzoekstechnieken dus toe om die gevarieerde
manieren en drempels te identificeren (the 'law in action').  De studie van het positieve
recht  ( 'the law in the books') volstaat hier niet. 
Ten eerste laat het niet toe om deze drempels te identificeren, omdat ze niet voorkomen in
bv. de wetboeken van burgerlijke rechtsvordering. Het positieve recht vooronderstelt immers
het gelijkheidsbeginsel: de partijen zijn gelijk voor de wet en in de
geschilbeslechtingsprocedure. Drempels voor de minder fortuinlijken bestaan dus ook
niet 'in the books’.
Ten tweede zwijgt het recht over de alternatieve vormen van geschilbeslechting. De
rechtbank wordt bezien als de enige plaats waar conflicten beslecht worden. Dat is te
verklaren door het 'statisme': de staat monopoliseerde in de 19de en 20ste eeuw de enorme
variatie in vormen van geschilbeslechting (en ook regelgeving trouwens) die in de
samenleving in gebruik waren.  Gilden die vooral in meer stedelijke gebieden bestonden en
daar de beoefenaars van een ambacht verenigden, bijvoorbeeld, kenden eigen regels en
eigen straffen, met een eigen tribunaal waar conflicten tussen leden opgelost werden. Buiten
de steden, In rurale gemeenschappen, werden conflicten tussen burgers voor de
dorpsoudste, de druide, de lokale leider van een clan, een raad van wijzen enzovoort
gebracht en beslecht.

Let wel: de positie van het positieve recht tav drempels en ADR is hier zwart-wit geschetst.
Enige kleurschakeringen zijn nodig in deze tijden.
 De ongelijke toegang tot het recht - drempels - wordt al lang als een probleem erkend
en juridisch aangepakt: oorspronkelijk vanuit de advocatuur middels het pro deo-
systeem en later via de overheid door de organisatie van een stelsel van sociale
rechtshulp.
 De alternatieve vormen van geschilbeslechting worden meer en meer erkend en
toegepast, zelfs in die mate dat bv bemiddeling verplicht is in
echtscheidingsprocedures, of dat er een speciale afdeling in de rechtbanken van
eerste aanleg is opgericht waar bemiddeling in familiezaken gratis is.  De A uit ADR
stond  tot in de jaren 1960 nog terecht voor 'alternatief', waarmee niet-juridisch
bedoeld werd (en ook wel een beetje 'geitewollensok'). Maar dat zogenaamde
alternatieve karakter was wel de norm ten tijde van de gevarieerde vormen van
rechtspraak voor de opmars van de natiestaat die elke vorm van geschilbeslechting
naar zich toetrok en aan de statelijke rechtbanken en hoven toewees.
 Nu sinds enkele decennia meerdere vormen van ADR worden gepromoot door de
overheid, justitie en Europa (en de markt) kunnen we spreken van een terugkeer naar
de natuurlijke situatie van voor de radicale statelijke monopolisering van
geschilbeslechting. Met de opkomst van online commerce werd dit proces versneld.
o Europa wil digitale oplossingen inclusief ADR voor 'small claims-high volume'
(consumentenzaken). Voormalig Minister van Justitie Koen Geens heeft
meerdere initiatieven ontplooid om ADR meer plaats te geven - ook vanuit
bezorgdheid om de gerechtelijke achterstand weg te werken met beperkte
budgetten.  

Recente studie in Nederland


M. HOEKSTRA en M. TER VOERT, “Komen juridische problemen harder aan bij burgers in
kwetsbare omstandigheden?”, RdW 2022, 10-35.
 Interessant om te kijken naar het onderzoek van base-line: huishoudens ondervragen
 wat doen mensen als ze met probleem geconfronteerd
 In dit onderzoek: steekproef van 5000 gezinnen  vragenlijst om te kijken naar wat
doe je als je conflict hebt? Kijken naar individuele kwetsbaarheid
 Kijken in welke mate negatieve bijeffecten (van conflict en dat kan leiden tot nieuw
geschil?): niet enkel objectief kijken drop-out of niet  genuanceerdere studies
Recente studie in Nederland
 Nadelige effecten als gevolg van een juridisch probleem: stress, relatieproblemen,…
Recente studie in Nederland
 Mensen met lager inkomen: meer stress, slaapproblemen
 Geldproblemen, relatieproblemen en geschilproblemen niet perse samenhangend
 Lager opleidingsniveau niet perse negatieve correlatie met stress
 Hoe hoger opleidingsniveau hoe meer stress!
 Uitkering: negatieve gezondheidseffecten (wat is eerst?)
 Alleen staanden meer stress, slaapproblemen,…?,…. Zie pp
 Obv piramide onderzoek van ’80 nu al verder staan

You might also like