Po Biologie Verslag Ecosysteem

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 12

Oniscidea onder steen

SNELHEID TOENAME PISSEBEDDEN

Julia Howell 4vd


MENEER HIGLER | 05-2020

0
Inhoudsopgave

Inleiding.................................................................................................................................................1
Materiaal en methode...........................................................................................................................4
Resultaten.............................................................................................................................................5
Analyse (conclusie)................................................................................................................................8
Referenties..........................................................................................................................................10
Inleiding
Pissebedden (Isopoda) zijn schaaldieren die oorspronkelijk in water voorkomen. Bij dit
onderzoek wordt gekeken naar de onderorde landpissebedden (Oniscidea). Deze kleine groep
heeft de zee verlaten. Zij hebben wel hun kieuwen behouden, deze zijn nu aanwezig in de
vorm van aangepaste ‘poten’ van het achterlijf waarmee de dieren zuurstof opnemen uit hun
omgevig. De kieuwen moeten altijd vochtig
blijven omdat ze anders niet meer functioneren.
Landpissepedden kunnen dus niet lang overleven
in droge omgevingen. Vele soorten komen op het
land voor in vochtige microhabitats, zoals rottend
hout, onder stenen en in grotten. Behalve de
aanwezigheid van vochtigheid, voedsel en
schuilplaatsen zijn de omstandigheden voor de
leefomgeving van landpissebedden niet zozeer
van belang. De pissebed leeft van plantaardig Afbeelding 1: Ruwe pissebed (Porcellio
materiaal zoals o.a. rottend hout en dode scaber)
bladeren.
Het onderzoek zal plaatsvinden in een bloempot (35 x 35 x
40 cm). Hij zit tot 30 van de 40 cm hoogte gevuld met aarde.
Het ecosysteem in kwestie is de complete inhoud van de
bloempot. Tijdens het onderzoek wordt echter alleen
gekeken naar de oppervlakte van een hoek van ongeveer 10
bij 15 cm in de bloempot. Hierbij is de rest van de inhoud
van de bloempot wel van grote invloed. Hierom is het
gebruikte ecosysteem de volledige bloempot.
In de bloempot zit een volwassen plant
Festuca glauca, ook wel blauw schapengras genoemd. Dit is
een pollenvormend siergras met blauwgrijs, naaldvormig
blad. De plant in kwestie is ongeveer 25 cm hoog en heeft
een diameter van 35 cm. Afbeelding 2: Blauw schapengras
(Festuca glauca) gebruikt voor
De inhoud van deze bloempot is een werkend ecosysteem. onderzoek
Een ecosysteem bestaat uit organismen, abiotische factoren
en de wisselwerking tussen beiden.
De biotische factoren in dit ecosysteem zijn de producenten (het blauwe schapengras en de
kleinere plantjes op de bodem), de consumenten (de insecten die in en op de aarde leven en
tussen de grassprieten) en de reducenten (de schimmels en bacterien in de bodem).
De abiotische factoren in dit ecosysteem zijn o.a. de hoeveelheid regenval, de zuurgraad van
de bodem, de bodemstructuur (plantenwortels, bodemfauna), de bodemvochtigheid
(veroorzaakt door regen en verdamping door planten), de hoeveelheid lichtinval, de wind en
de temperatuur.

1
In ecosystemen bestaan voedselwebben. In dit ecosysteem is
er dus ook een. De consumenten, de insecten, eten de
producenten, de planten. De reducenten eten de dode
producenten en consumenten. Op deze manier vinden er
constant interacties tussen de organismen plaats. Er bestaat
een netwerk van relaties tussen de vele organismen.
In een goed werkend ecosysteem bestaat ook een circulatie -
een kringloop - van energie, koolstof en stikstof.
Energie wordt doorgegeven wanneer een organisme wordt
gegeten door een ander organisme. Hierbij spelen natuurlijk
de producenten, consumenten en reducenten een grote rol.
Er wordt daarbij de energie van het opgegeten organisme
opgenomen. Nu bevindt die energie zich in dat organisme. Afbeelding 3: 10 bij 15 cm stuk
Totdat dat organisme weer door en ander organisme wordt bodem waar bij onderzoek naar
opgegeten en die weer de energie opneemt enz. wordt gekeken
Op eenzelfde manier vindt de koolstofkringloop plaats. De
koolstof in de organismen van de producenten, consu-menten en reducenten wordt
doorgegeven wanneer zij elkaar verteren of hun resten verteren.
Stikstof zit in aminozuren en eiwitten dus eigenlijk moeten we naar de
stroom van die stoffen kijken wanneer we het hebben over de stikstofkringloop. Verder kan
met behulp van reducenten stikstof worden doorgegeven op min of meer dezelfde manier als
bij energie en koolstof.
Ook in het micro-ecosysteem gebruikt voor het onderzoek bestaan deze
kringlopen want zij zijn noodzakelijk voor een ecosysteem.
Nog een factor die kenmerkend is voor een ecosysteem en zich ook bevindt in de bloempot is
het zelfherstellend vermogen. Hierdoor worden verstoringen tot op zekere hoogte opge-
vangen. Zij worden zelfstandig weer gerepareerd en vervolgens kan het ecosysteem zoals van
tevoren weer verder.
De onderzoeksvraag van het onderzoek is ‘Hoe snel zal het aantal pissebedden op een gebied
groeien nadat er een zware steen op de bodem van het ecosysteem wordt neergelegd en hoe
snel herstelt het ecosysteem zich na deze interventie?’
Er wordt verondersteld dat het aantal pissebedden met een lineaire groei zal toenemen en
vervolgens op een bepaald punt stopt met groeien. Het zal aanvankelijk met een lineaire groei
van 1 groeien en bij 5 pissebedden zal de groei stoppen en zal het bij 5 blijven. Verder wordt
er ook verwacht dat het ecosysteem zich zeer snel zal herstellen na het verwijderen van de
interventie.
Deze hypothese is tot stand gekomen naar aanleiding van het feit dat pissebedden graag onder
stenen leven waar het donker en vochtig is. Wanneer de steen er ligt zullen de pissebedden in
het ecosysteem zich het liefst daar bevinden. Langzaam komen steeds meer pissebedden
onder de steen te zitten, vandaar de lineaire groei van 1. Bij 5 pissebedden zal de plek vol
zitten en zullen er niet meer pissebedden bijkomen.
Als het klopt dat het aantal pissebedden zal groeien met een lineaire groei van 1 tot de 5
pissebedden, dan is de snelheid van de groei van het aantal pissebedden onder een steen vrij
groot.
Materiaal en methode
De bedoeling van het onderzoek is om erachter te komen hoe snel het aantal pissebedden op
een gebied zal groeien nadat er een zware steen op de bodem van het ecosysteem wordt
neergelegd. De variabele in het onderzoek is dus de neergelegde steen op de bodem van het
ecosysteem.
Voor het onderzoek is dus het ecosysteem
dat wordt gebruikt en een zware steen
benodigd. De steen weegt circa 2,5 kg. De
steen is in de vorm van een scheef trapezium
9
en 5 cm dik. Zie afbeelding 5 voor de afme-
tingen.
Op de eerste dag is er vooraf gekeken of op
de bodem van het ecosysteem al pisse-
17
bedden te zien waren. Dit was niet het geval. 17
De steen is in de hoek van het ecosysteem
neergelegd.
Het onderzoek wordt in 2 delen opgesplitst.
Deel 1 is wanneer voor 7 dagen wordt
gekeken hoeveel pissebedden onder de steen 15
zijn gekomen. Deel 2 is wanneer de steen
wordt weggehaald en er 3 dagen gekeken
wordt hoeveel pissebedden zich bevinden op
dezelfde plek. Afbeelding 4: Gebruikte steen afmetingen in cm

Deel 1 gaat als volgt. Iedere dag rond 12 uur ’s middags


wordt de steen opgetild. Telkens is 15 seconden lang de
bodem en de onderkant van de steen geobserveerd. In die
tijd wordt het aantal pissebedden geteld en achteraf
genoteerd. Daarna wordt de steen teruggelegd. Dit proces
wordt voor 7 dagen herhaald.
Deel 2 gaat als volgt. Er wordt bij deel 2 onderzocht hoe
snel het ecosysyteem zich weer zal herpakken nadat de
interventie (de steen) weer wordt verwijderd. Dit proces zal
sneller gaan dan deel 1. Dit deel van het onderzoek zal dus
3 dagen duren. Elke dag, rond 12 uur ’s middags, wordt 15
seconden lang de bodem geobserveerd en het aantal
pissebedden geteld en genoteerd.
Afbeelding 5: Steen geplaatst
in ecosysteem
Resultaten
Na 10 dagen het ecosysteem onderzocht te hebben zijn alle resultaten verzameld. Het
onderzoek is succesvol verlopen, het is precies uitgevoerd als in het voorafgaande hoofdstuk
is genoemd - zonder moeilijkheden.
Vanaf de tweede dag van het onderzoek bleef het aantal pissebedden (oniscidea) min of meer
gelijk. Rond de 4 pissebedden. Zie tabel 1. De tabel laat de hoeveelheden waargenomen
pissebedden zien tijdens deel 1 van het onderzoek.

Dag van onderzoek Aantal pissebedden waargenomen


Dag 1 2
Dag 2 4
Dag 3 4
Dag 4 3
Dag 5 3
Dag 6 5
Dag 7 4
Tabel 1: Resultaten onderzoek deel
1
Deze gegevens zijn ook in een grafiek gezet zodat ze overzichtelijker bekeken kunnen
worden. Zie grafiek 1. Hier is duidelijk te zien wat de groei in de aantallen oniscidea is.

Grafiek 1: Aantal pissebedden gedurende deel 1 van het onderzoek


Het deel van het onderzoek waarbij de hoeveelheid pissebedden zonder steen is gemeten
duurde slechts 3 dagen. In tabel 2 hieronder staan de resultaten ordelijk onder elkaar. Er is te
zien dat er vrijwel geen pissebedden over de oppervlakte van het ecosysteem liepen.
Dag van onderzoek Aantal pissebedden waargenomen
Dag 8 0
Dag 9 1
Dag 10 0
Tabel 2: Resultaten onderzoek deel 2

Voor de overzichtelijkheid zijn deze resultaten eveneens in een grafiek gezet. Zie grafiek 2.

Aantal pissebedden deel 2


1.2

0.8

0.6

0.4

0.2

0
Dag 8 Dag 9 Dag 10

Aantal pissebedden deel 2

Grafiek 2: Aantal pissebedden gedurende deel 2 van het onderzoek

Hieronder zal in tabel 3 en grafiek 3 de gegevens van het onderzoek in zijn geheel worden
weergegeven. Op deze manier kan in één oogopslag de resultaten van het complete
onderzoek worden bekeken.

Dag van het onderzoek Aantal pissebedden waargenomen


Dag 1 2
Dag 2 4
Dag 3 4
Dag 4 3
Dag 5 3
Dag 6 5
Dag 7 4

Dag 8 0
Dag 9 1
Dag 10 0
Tabel 3: Resultaten van het gehele onderzoek
De stippenlijn tussen dag 7 en dag 8 indiceert het moment dat de steen is verwijderd.
Aantal pissebedden
6

0
Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7 Dag 8 Dag 9 Dag 10

Aantal pissebedden

Grafiek 3: Aantal pissebedden gedurende het gehele onderzoek


Analyse (conclusie)
De onderzoeksvraag wordt vooreerst even herhaald: ‘Hoe snel zal het aantal pissebedden op
een gebied groeien nadat er een zware steen op de bodem van het ecosysteem wordt
neergelegd en hoe snel herstelt het ecosysteem zich na deze interventie?’
Allereerst is het vrij vanzelfsprekend dat het aantal pissebedden op het onderzoeksgebied vrij
snel groeide. De eerste dag zijn er 2 pissebedden waargenomen maar de 6 resterende dagen
van deel 1 van het onderzoek blijft de hoeveelheid pissebedden vrij constant. Deze
schommelt rond de 3, 4 en 5 pissebedden. Er zou geconcludeerd kunnen worden dat op dag 1
het aantal nog groeit waarna het de opeenvolgende dagen al ongeveer de maximum heeft
bereikt. Op deze manier is er in het ecosysteem een nieuw evenwicht ontstaan.
Dit is niet vreemd aangezien zij zich graag onder stenen bevinden. De pissebedden
zijn er snel achter gekomen dat er een steen is verschenen en zijn daarnaartoe gegaan. Op dag
1 waren er vermoedelijk nog niet veel pissebedden die dat wisten, vandaar dat er die dag
maar 2 pissebedden liepen. Natuurlijk waren er de dagen daarna al meer pissebedden
gekomen. Dit getal is hoewel niet groter geworden dan 5. De conclusie wordt getrokken dat
er anders te veel pissebedden onder één steen zitten.
Op basis van deze bespreking kan zeker geconcludeerd worden dat het aantal pissebedden op
een gebied zeer snel groeit nadat er een zware steen is gesplaatst. Op de tweede dag is het
ecosysteem al gewend aan de interventie. Dat blijkt uit het feit dat er van dag 2 tot en met dag
7 er een vrij constant aantal pissebedden bevindt.
Dus na 1 volledige dag is het aantal pissebedden naar een min of meer constante
hoeveelheid gegroeid. Het gemiddelde van deze hoeveelheid is 4 pissebedden.

Tijdens deel 2 van het onderzoek was er gedurende 3 dagen slechts 1 pissebed waargenomen
(op de tweede dag van deel 2). De pissebedden die zich eerder onder de steen bevonden zijn
snel van de oppervlakte van het onderzoeksgebied verdwenen. Ze hebben een beter plekje in
het ecosysteem gevonden dan het onbeschutte hoekje. Pissebedden vinden het namelijk fijner
om in donkere vochtige microhabitats te leven i.p.v. open gebieden.
Voordat het onderzoek was begonnen waren er ook geen pissebedden te zien. Het
ecosysteem zag er na afloop van het onderzoek vrijwel hetzelfde uit als ervoor. Er kan dus
beslist geconcludeerd worden dat het ecosysteem zich zeer snel – na 1 dag – heeft hersteld.

Er zal nu besloten worden of de eerder genoemde hypothese verworpen of bevestigd zal


worden.
De verwachting en hypothese zoals eerder genoemd in de inleiding:
‘Er wordt verondersteld dat het aantal pissebedden met een lineaire groei zal toenemen en
vervolgens op een bepaald punt stopt met groeien. Het zal aanvankelijk met een lineaire
groei van 1 groeien en bij 5 pissebedden zal de groei stoppen en zal het bij 5 blijven. Verder
wordt er ook verwacht dat het ecosysteem zich zeer snel zal herstellen na het verwijderen van
de interventie.
Deze hypothese is tot stand gekomen naar aanleiding van het feit dat pissebedden graag
onder stenen leven waar het donker en vochtig is. Wanneer de steen er ligt zullen de
pissebedden in het ecosysteem zich het liefst daar bevinden. Langzaam komen steeds meer
pissebedden onder de steen te zitten, vandaar de lineaire groei van 1. Bij 5 pissebedden zal
de plek vol zitten en zullen er niet meer pissebedden bijkomen.
Als het klopt dat het aantal pissebedden zal groeien met een lineaire groei van 1 tot de 5
pissebedden, dan is de snelheid van de groei van het aantal pissebedden onder een steen vrij
groot.’
Uit de resultaten blijkt dat er geen lineaire groei is plaatsgevonden. Dit is ook duidelijk te
zien in tabel 1 en 3. Dag 1 waren er 2 pissebedden en vanaf dag 2 waren er ongeveer 4
pissebedden elke dag. Vanaf dag 2 vond er dus geen groei meer plaats. Dit deel van de
hypothese wordt dus verworpen.
Vervolgens wordt er gezegd dat er verwacht wordt dat de groei stopt bij 5 pissebedden. Dit
klopt niet helemaal omdat uit de resultaten eigenlijk blijkt dat het aantal pissebedden
schommelt rond de 4. Dit is minder dan 5 en dus wordt dit deel van de hypothese ook
verworpen.
Het volgende deel van de hypothese wordt echter wel bevestigd. Het ecosysteem heeft zich
inderdaad weer zeer snel herpakt na verwijdering van de interventie.
Wat verkeerd werd ingeschat in de hypothese is vooral dat er gedacht werd dat er langzaam
meer pissebedden bij zouden komen terwijl in de realiteit eigenlijk zeer snel het maximale
aantal pissebedden onder de steen is gekomen. Ook was het natuurlijk onrealistisch om te
denken dat het aantal bij 5 zou blijven. In de natuur zal het natuurlijk niet constant één getal
blijven, het schommelt en veranderd steeds.

Naar mijn mening is het onderzoek vrij goed gegaan. Het zou misschien interessant zijn om
het onderzoek zelfs te reproduceren op een ander ecosysteem. Misschien zou een volgende
keer het onderzoek wat langer uitgevoerd kunnen worden om zeker te zijn van het nieuwe
evenwicht dat was ontstaan deze keer. Of om te zien hoe de pissebedden zouden reageren als
het een ander seizoen was.

Door het uitvoeren van dit onderzoek en door mijn best te doen tijdens het schrijven van dit
verslag is mijn inzicht in de lesstof zeker verbeterd. Ik begrijp nu beter hoe een interventie
een verandering maakt in een ecosysteem en hoe dat ecosysteem die interventie ontvangt. De
reactie die het gebruikte ecosysteem in mijn eigen achtertuin heeft geleverd was heel
interessant om te zien. Deze praktische opdracht hij mij beslist geholpen om mijn blik te
veranderen op hoe ecosystemen werken en reageren.
Referenties

Pissebedden, Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Pissebedden


Pissebedden (familie), Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Pissebedden_(familie)
Landpissebedden, Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Landpissebedden
Festuca glauca, Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Festuca_glauca
Koolstofkringloop, Biologielessen https://biologielessen.nl/index.php/dna-11/730-
koolstofkringloop
Stikstofkringloop, Biologielessen https://biologielessen.nl/index.php/dna-11/731-
stikstofkringloop

You might also like