Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 158

Erasmushogeschool Brussel Universitaire Associatie Brussel Departement Toegepaste Taalkunde

Amaury Van Kenhove Charlotte Van Houtte

EEN ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN TWITTER DOOR VLAAMSE JOURNALISTEN:

EXPLORATIEF ONDERZOEK & ONLINE ENQUTE.

Masterproef ingediend voor het behalen van de graad van Master in de Journalistiek

Promotor : Jan Jagers

Academiejaar : 2010-2011

Abstract
In deze masterproef onderzoeken we het gebruik van de sociale netwerksite Twitter door Vlaamse journalisten. Journalistiek staat in de 21e eeuw voor heel wat uitdagingen en het werk van journalisten maakt hierdoor ook een hele revolutie mee. De sociale netwerksite Twitter zou een hulpmiddel kunnen zijn voor journalisten in de uitoefening van hun beroep in de digitale kennismaatschappij waarin we vandaag leven. Wij gaan in deze masterproef dieper in op de functies die deze site heeft voor nieuwsmedia en journalisten. We onderzoeken tevens de manier waarop sociale media vandaag de dag worden gebruikt door deze beroepsgroep. Het potentieel van sociale media in het algemeen wordt ook grondig nagegaan. Op basis van analyses van tweets van Vlaamse journalisten en van hun antwoorden op vragen over hun sociale mediagebruik in een door ons uitgevoerde online enqute concluderen we welke toekomst sociale media in de Vlaamse journalistiek tegemoet gaan. Globaal gezien blijkt dat in de eerste helft van 2011 slechts een klein deel van de Vlaamse journalisten al aanwezig op Twitter en dat het medium dus nog groeipotentieel heeft in ons land. Toch zijn er reeds vrij veel enthousiaste gebruikers die volgens ons een kritische massa kunnen bereiken, waardoor Twitter een vaste waarde op de redactievloer zou kunnen worden in Vlaanderen.

Persbericht
Vlaamse journalisten in Twitterland: a match made in heaven?
Twitter en Facebook zijn tegenwoordig niet meer weg te slaan uit de actualiteit. Deze sociale netwerksites brengen meer en meer nieuws naar buiten en ook journalisten ontdekken stilaan de wonderen van deze nieuwe media. Maar in hoeverre kunnen journalisten deze media gebruiken en hoe doen ze dat het best? Twee studenten van de Erasmushogeschool Brussel zochten het uit. Amaury Van Kenhove en Charlotte Van Houtte, twee studentes Journalistiek aan de Erasmus Hogeschool Brussel, probeerden in hun masterproef de link tussen Vlaamse journalisten en sociale media te onderzoeken. Welke journalisten gebruiken sociale media en vooral op welke manier? In hun literatuurstudie en gingen ze nog uit van een maximaal scenario, door alle sociale netwerksites erin te betrekken. Maar uiteindelijk kozen ze ervoor om enkel het gebruik van Twitter door journalisten onder de loep te nemen. Ze deden dit op twee manieren. Enerzijds analyseerden ze gedurende de maanden februari en maart 2011 de tweets van meer dan 170 journalisten. Anderzijds probeerden ze aan de hand van een online enqute met bijna 130 journalisten inzicht te krijgen in het gebruik van sociale media door journalisten, vooral het gebruik van Twitter. Uit de analyse van tweets blijkt dat dat de Vlaamse journalist een actief wezen is op Twitter, die zijn account actief gebruikt om reclame te maken voor zijn job (op welke manier dan ook), om nieuwsgerelateerde dingen te bespreken en om contact te houden met collegas. Daarnaast gebruikt hij/zij Twitter ook als een hulpmiddel. Om vragen te stellen, mensen te zoeken die hem/haar kunnen helpen bij een journalistieke opdracht enzovoort. Uit de online enqute blijkt dat de meeste journalisten nog steeds de verschillende mogelijkheden van Twitter aan het testen zijn. Maar hun houding tegenover het 3

sociale medium is toch overwegend positief: men spoort collegas aan om het uit te proberen en reageert voornamelijk positief op de gegeven stellingen. Zon ingesteldheid zorgt er volgens ons voor dat Twitter nog groeipotentieel heeft bij journalisten in ons land. Deze masterproef is waarschijnlijk maar het begin van het onderzoek naar het Twittergebruik bij Vlaamse journalisten. Een onderwerp dat zich zeker leent voor verdere opvolging. Contactgegevens: Amaury Van Kenhove: 0473389513, amoorie@gmail.com, twitter.com/amoorie Charlotte Van Houtte: 0494805719, vanhoutte_charlotte@hotmail.com, twitter.com/charlotte_vh1

Dankwoord
Wij willen graag de volgende personen bedanken voor de hulp die zij boden om deze masterproef tot een goed einde te brengen. Onze promotor Jan Jagers (@janjagers) & cordinator Wilfried Mostinckx. Ex-journalist en media relations expert Frank De Graeve (@fdgraeve) voor zijn hulp op vele vlakken en de aanlevering van ideen tijdens een lange rit van Zellik naar Gent na het mediadebat van BJIT (waarvoor ook nog eens dank). Interviewees Pol Deltour, Ivan De Vadder (@vadderi) , Lisbeth Imbo (@lisimbo), Patrick Van Gompel (@pvangompel) en Bart Eeckhout (@barteeckhout) voor hun eerlijke mening over Twitter en het gebruik ervan in de journalistieke wereld. En daarnaast ook alle journalisten die onze enqute invulden en die ongeweten en misschien ongewild deel uitmaakten van ons exploratief onderzoek. Daarnaast uiteraard ook alle journalisten die het belang van Twitter in hun beroep begrijpen en dus de basis van dit onderzoek vormen. Philippe Borremans (@HoratioNelson) voor de suggestie om surveygizmo.com te gebruiken om onze online enqute af te nemen. Dit is een heel handige tool gebleken, die bovendien gratis was, die ons een heel eind op weg heeft gezet bij ons kwantitatief onderzoek. En uiteraard ook iedereen die op Twitter maar ook daarbuiten bemoedigende woorden sprak, interesse toonde voor ons onderzoek en (soms zelfs zonder het te weten) meehielp aan deze masterproef door interessante links te sturen en handige opmerkingen te maken.

Inhoudstafel
EEN ONDERZOEK NAAR HET GEBRUIK VAN TWITTER DOOR VLAAMSE JOURNALISTEN: EXPLORATIEF ONDERZOEK & ONLINE ENQUTE. Abstract Persbericht Vlaamse journalisten in Twitterland: a match made in heaven? Dankwoord Inhoudstafel Maatschappelijke relevantie Wetenschappelijke relevantie Literatuurstudie Inleiding Wat is Twitter? Gebruikers Kritiek Probleemstelling & uitgangspunt Sociale media en hun impact op ons dagelijks leven Journalistiek in de 21e eeuw: veranderingen ten gevolge van de digitale kennismaatschappij Facebook en Twitter en hun journalistieke waarde Onderzoek naar het gebruik van sociale media/Twitter bij journalisten Empirie Inleiding Onderzoeksdesign & methode Steekproef Exploratief onderzoek Inleiding Procedure Onderzoeksvragen en opzet Resultaten Conclusies exploratief onderzoek Online enqute 21 24 27 37 37 37 38 39 39 39 39 41 47 49 1 1 2 3 3 5 6 8 9 10 10 10 11 14 17 19

Inleiding Procedure Onderzoeksvragen en opzet Resultaten Conclusies online enqute Conclusies Beperkingen Algemene conclusies uit het empirisch onderzoek Hoe ziet de journalistieke wereld in Belgi er de komende jaren uit? Aanbevelingen voor verder onderzoek Bibliografie Bijlagen Resultaten kwalitatief onderzoek Lijst van Vlaamse journalisten op Twitter Interview Pol Deltour Online enqute: vragen Online enqute: resultaten Interview Ivan De Vadder (De Zevende Dag VRT) Interview Lisbeth Imbo (De Ochtend Radio 1, VRT) Interview Patrick Van Gompel (Het Nieuws VTM) Interview Bart Eeckhout (De Morgen)

49 49 50 50 70 72 72 75 76 79 80 86 86 86 93 96 106 152 154 156 157

Aantal woorden (uitgezonderd bijlagen): 22.060 Aantal woorden (bijlagen inbegrepen): 31.757 Aantal paginas (uitgezonderd bijlagen): 85 Aantal paginas (bijlagen inbegrepen): 157

Waarom dit onderzoek?


Maatschappelijke relevantie Twitter is een sociale netwerksite die opgericht werd in oktober 2006. Het startte aanvankelijk als een onderzoeksproject binnen het Amerikaanse bedrijf Odeo. Sindsdien is de opmars van de site niet meer te stuiten. De hele wereld is in de ban van Twitter. Heel wat celebrities hebben mee gezorgd voor die enorme populariteit. Het fenomeen is intussen ook in Europa ingeburgerd. Heel wat belangrijke prominenten vinden meer en meer de weg naar Twitter. Dit is ook het geval in de media en de journalistiek. Heel wat (grote) kranten , televisie- en radiostations hebben een account op Twitter. In deze moderne tijd is dit ook belangrijk want we leven nu eenmaal in een digitaal tijdperk. Het is belangrijk dat de media interactief communiceren met hun luisteraars of lezers. Een treffende voorbeeld van het belang van interactiviteit wordt aangegeven in een artikel op de site Poynter, gespecialiseerd in de journalistiek (Sonderman, 2011, 24 mei). In dat artikel wordt uitgelegd waarom de gerenommeerde krant The New York Times zijn Twitteraccount (@nytimes) bemand voorheen was de account enkel een automatische feed van artikels die online verschijnen (the normal cyborg approach), dit is ook het geval bij alle grote Belgische media aanwezig op Twitter (bijvoorbeeld: De Tijd, De Morgen, De Redactie VRT). Er wordt met andere woorden geopteerd om echte redacteurs te laten tweeten n om hen te laten reageren op reacties van lezers en Twitteraars, ze geloven erin dat die interactive approach will be more effective. Uit eerdere experimenten want zo noemt de krant het , onder andere bij The Wall Street Journal, blijkt dat deze aanpak het inderdaad beter doet: what weve seen by measuring it closely, is that human-powered feeds do much, much better than automated ones, by any relevant metric. Deze bevinding kan al een eerste les zijn voor Vlaamse media en journalisten (cfr. infra). Het medium Twitter heeft dus redelijk wat voordelen te bieden (en niet enkel aan de journalistiek). Het is een bron van nieuws (of kan er n zijn/worden), hoe meer mensen je volgt, hoe meer je kan te weten komen wat er in de wereld gebeurt. We zien ook meer en meer dat kranten en televisiestations hun nieuws van Twitter halen. Kranten als De Morgen en Metro publiceren tweets in hun kranten.

Twitter is ook snel, want je kan het op ieder moment van de dag raadplegen en er een bericht van 140 tekens op posten. Deze eigenschap is vooral een voordeel voor journalisten. Die hebben bijna altijd een laptop of smartphone bij dus wanneer ze belangrijk nieuws willen naar buiten brengen, kunnen ze dit gemakkelijk doen via Twitter. Het gebeurt dan ook vaak dat journalisten scoops via Twitter op de wereld loslaten. Journalisten gebruiken Twitter ook vaak als nieuwsbron. Wanneer er ergens ter wereld een grote ramp gebeurt, zijn er heel vaak mensen die over die ramp rapporteren via Twitter (dit is een soort van burgerjournalistiek). Dit kan handig zijn voor journalisten als ze verschillende invalshoeken nodig hebben voor de nieuwsberichtgeving. Via Twitter kunnen journalisten ook met collegas communiceren . Wij willen in deze masterproef onderzoeken in welke mate Twitter is ingeburgerd onder journalisten en of deze er al voldoende gebruik van maken. We willen bovendien te weten komen of het voor hen een belangrijk medium is voor hun job. Wij willen op voorgaande vragen een antwoord krijgen door zowel een kwantitatieve bevraging te doen naar hun gebruik van Twitter alsook een kwalitatieve inhoudsanalyse van de tweets door deze journalisten te maken. Wetenschappelijke relevantie In onze wetenschappelijke analyse willen we vooral onontgonnen gebied aanpakken. In ons land is er nog zogoed als geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het gebruik van Twitter. Laat staan het gebruik van Twitter door journalisten. In de VS daarentegen, daar zijn er al verschillende studies gepubliceerd over Twitter. Wij willen vooral deze studies analyseren en kijken of Twitter daar al meer als een volwaardig medium wordt beschouwd en welke rol Twitter speelt in de maatschappij. Dan willen we natuurlijk kijken hoe de situatie in ons land is. Want journalisten kunnen (volgens ons) in de toekomst een voortrekkersrol spelen om Twitter meer en meer te laten inburgeren in de media. Het onderzoek dat Quadrant Communications (De Graeve, 2009 & 2010) reeds uitvoerde, vormt een goede basis voor ons onderzoek. In 2009 luidde het nog Belgische journalist loopt niet warm voor social media, maar dit was in 2010 al gekeerd naar Gebruik van social media bij Belgische journalisten voorbije jaar verdubbeld. Enkel deze trend was voor ons al een drijfveer om een wetenschappelijk onderbouwde studie aan dit onderwerp te wijden.

Literatuurstudie
Inleiding
Wanneer we er de actualiteit op naslaan is het duidelijk: sociale media zijn overal. Facebook, Twitter, het pas gelanceerde GooglePlus, ... we worden er bijna dagelijks via verschillende kanalen mee geconfronteerd. Wij focussen in deze paper in het bijzonder op Twitter, een zogeheten microblog al vinden velen deze term al achterhaald. De makers omschrijven het als social networking and microblogging service utilising instant messaging, SMS or a web interface (Twitter, 2011). Maar wat is Twitter nu precies en hoe werkt het? Wat is Twitter? Twitter is een sociale netwerksite die we velen een microblog beschrijven. Onder een sociale netwerksite (of sociaal medium) verstaan we het volgende: social media, the term commonly referring to blogs and social network sites online, haven been heralded as ushering in a change allowing worldwide, networked communications instantaneous. Such media describe the online practices that utilize technology and enable people to share content, opinions, experiences, insights and media themselves (Lariscy, Avery, Sweetser and Howes, 2009). Het medium werd in 2006 opgericht door de Amerikaanse softwareontwikkelaars Jack Dorsey, Biz Stone en Evan Williams. Het startte als een onderzoeksproject binnen het Amerikaanse bedrijf Odeo, maar ondertussen is het in een korte tijd uitgegroeid tot een wereldwijd medium. Twitter laat zijn gebruikers toe om in 140 lettertekens om het even welke informatie te delen met de buitenwereld. Op de about-pagina van Twitter.com wordt Twitter beschreven als een real-time information network powered by people all around the world that lets you share and discover whats happening now (Twitter, 2011). In de masterproef van Annelies Boddez (2010) vonden we de volgende bevinding: Twitter is een netwerk dat de uitwisseling van digitale boodschappen, met een maximale lengte van 140 lettertekens, toelaat in real time. Er komt dus geen moderatie of uitstel aan te pas en dat is een belangrijke eigenschap, omdat informatie daardoor zeer snel verspreid kan worden via het netwerk. Door de real time publicatie volgen de boodschappen elkaar in chronologische 10

volgorde op. Ze worden dus niet gewogen volgens populariteit of andere criteria. Iedereen kan gratis, en heel gemakkelijk, een account aanmaken met bijhorende accountnaam. Vervolgens kan iedere gebruiker zijn account personaliseren met een korte biografie, zo zien andere gebruikers een korte omschrijving van de persoon achter de account. Iedere account maakt ook gebruik van een profielfoto. Wanneer dit allemaal achter de rug is, kan de gebruiker boodschappen de wereld insturen onder de vorm van tweets, zo worden twitterberichten in het algemeen genoemd. Wat men juist uitdrukt in 140 tekens, daar is de gebruiker volledig vrij in. Aanvankelijk vroeg Twitter naar What are you doing?, zodat Twitter in het begin vooral een opsomming van statusupdates was. Ondertussen is de hoofdvraag vooral Whats happening?. Om deel uit te maken van de Twittergemeenschap is het belangrijk om naast het posten van tweets, ook het eigen netwerk uit te breiden naar keuze. Daarmee wordt bedoeld dat de gebruiker kiest welke accounts hij wil volgen. Als een gebruiker iemand volgt op Twitter, kiest die er consequent voor dat alle tweets van die account in zijn time line verschijnen. Deze time line is een verzameling van alle tweets van de accounts die gevolgd worden door de gebruiker. De Twittergebruiker kan op zijn beurt door andere account gevolgd worden. Een Twittergebruiker kan bij het aanmaken van zijn profiel ervoor kiezen om een publiek of een gesloten profiel te hebben. Wanneer iemand kiest voor een publiek profiel (wat bij de meeste accounts het geval is), kunnen ook mensen zonder account de tweets van de gebruiker bekijken. Dit is een opmerkelijk verschil met die andere grote sociale netwerksite Facebook. Daar kan je, door de nieuwe privacy-instellingen, meestal enkel iemand zijn profiel bekijken als die positief heeft gereageerd op een vriendschapsverzoek. Deze eigenschap zorgt ervoor dat Twitter een grote bron aan informatie is voor iedereen die het wenst te gebruiken/raadplegen. Twitter heeft dus een zeer open karakter. Gebruikers Sinds de oprichting in 2006, heeft Twitter al een lange weg afgelegd op het vlak van populariteit. Hoeveel gebruikers er juist gebruik maken van de microblogsite, is moeilijk te schatten. Er duiken geregeld tegenstrijdige berichten op. Op een persconferentie in april 2010 bevestigde het team van Twitter officieel dat ongeveer 11

105 miljoen gebruikers zich toen reeds hadden geregistreerd. Dagelijks zouden daar volgens hen nog 300 000 nieuwe profielen bijkomen. Volgens een artikel op Businessinsider.com (Carlson, 2011, 31 maart) zijn er minder gebruikers dan dat Twitter ons wil doen geloven. Op de about-pagina staat te lezen dat Twitter ondertussen 175 miljoen geregistreerde gebruikers heeft. Maar de vraag is of al deze accounts wel actief gebruik maken van Twitter? Facebook liet al weten dat hun site maandelijks door 600 miljoen mensen wordt bezocht. De helft daarvan bezoekt de site zelfs iedere dag. Twitter geeft daarvan geen cijfers. Het artikel kreeg na onderzoek inzicht in de API (Application Programming Interface, een verzameling definities van Twitter. waarbinnen Daarbij computerprogramma's werd vooral gekeken met elkaar de communiceren) naar

followers/following-statistieken. Daaruit bleek dat 119 miljoen accounts n of meer andere accounts volgen. Ook zijn er 85 miljoen accounts met n of meer volgers. Als we deze cijfers vergelijken met de 175 miljoen accounts die Twitter zelf claimt, blijkt dat er 56 miljoen gebruikers nul accounts volgen en dat er 90 miljoen Twitteraccounts zijn zonder volgers. Maar met deze informatie hebben we nog altijd geen antwoord op de vraag hoeveel actieve accounts er zijn op Twitter. Laten we stellen dat een actieve Twittergebruiker 10 accounts volgt. Hoeveel zijn er dan precies? De API-data toont aan dat er 56 miljoen gebruikers 8 of meer accounts volgen. 38 miljoen volgen 16 accounts of meer en slechts 12 miljoen gebruikers volgen meer dan 64 accounts.

12

Het is dus vooralsnog moeilijk in te schatten hoe groot het bereik van Twitter juist is. Ook omdat er ook heel wat niet-geregistreerde gebruikers zijn die de Twittersite bezoeken. De onderzoeksorganisatie Pew Internet & American Life Project schreef een rapport over de Amerikaanse gebruikers van Twitter. Lenhart en Fox (2009, pp.3-9, uit Boddez, 2010) constateren dat twittergebruikers een groep vormen die zich interesseert voor mobiele media. Meerbepaald gaan deze mensen meer dan gemiddeld online met hun gsm. Die gsm gebruiken ze ook opmerkelijk vaker om smsen te verzenden. Hun nieuws en informatie consumeren ze tevens vaak via hun gsm. De vaststelling dat gebruikers van social network services over het algemeens ook graag informatie delen met anderen gaat ook op voor twittergebruikers. For many Twitter users, learning about and sharing relevant and recent nuggets of information is a primary utility of the service. Aanhangers van Twitter wijzen er op hoe waardevol het sociale netwerk kan zijn. Zo wordt vaak verwezen naar de voorbeelden van hoe twittergebruikers sneller op de hoogte waren van nieuwsverhalen dan de klassieke media (Leonard, 2009 uit Boddez, 2010). Op de website van Twitter staat een relativerende, doch positieve boodschap.

13

Twitter kan zijn gebruikers genformeerd houden over wat hen interesseert en kan hen allerlei waardevoldde informatie laten ontdekken. Soms draagt Twitter breaking news aan, soms slechts nieuws over plaatselijke gebeurtenissen. Kritiek Twitter heeft natuurlijk ook tegenstanders. Critici van het communicatiekanaal hebben te kennen gegeven dat Twitter vooral een verzameling is van nutteloze berichten over welke boeken men graag leest of over wat iemand aan het eten is. Er komt ook heel wat kritiek op het feit dat er veel ruis zit tussen de nieuwsberichten. Daarmee willen critici vooral bedoelen dat er wel degelijk nieuwsberichten te vinden zijn op Twitter, maar evengoed duizenden nutteloze berichten. Twitterterminologie De komst van Twitter zorgde niet alleen voor een nieuw sociaal medium, het bracht ook een heel nieuw jargon met zich mee. Diegenen die niet vertrouwd zijn met het medium, snappen waarschijnlijk niet waar twitteraars onder elkaar over bezig zijn. Laten we het jargon eens onder de loep nemen. Twitter heeft ervoor gezorgd dat er heel wat nieuwe woorden in de samenleving opduiken. Vaak worden deze woorden voorafgegaan door het prefix tw-. Mensen die gebruik maken van Twitter worden vaak Tweople, tweeps, twitteraars, tweets, tweethearts, ... genoemd. De berichten die deze mensen lanceren op Twitter worden tweets genoemd. Wanneer deze persoon ook de tweets van andere accounts volgt, dan followt hij deze accounts. Deze tweets verschijnen dan dagelijks in zijn timeline. Deze timeline is een verzameling van alle andere twitteraars die deze persoon volgt. Wanneer een gebruikers gevolgd wordt door andere account, dan heeft hij followers. Wanneer een persoon niet meer genteresseerd is in een bepaalde account, kan die op ieder moment unfollowen. Wanneer een gebruiker contact wil leggen met een andere account, dan kan dit op twee manieren. Met kan iemand rechtstreeks aanspreken door de twitternaam voorafgegaan door een @-teken in het bericht te plaatsen. Dit bericht kan de andere persoon dan lezen in zijn mentions. Dat is een kolom waar iedere account de berichten

14

kan lezen waarin hij vermeldt is geweest door andere personen. Men kan een andere account ook een priv-bericht sturen, een Direct Message (vaak afgekort door DM) genaamd. Dit bericht is niet openbaar en kan enkel gestuurd worden naar een andere persoon als hij/zij jouw account volgt. Wanneer een gebruiker van Twitter in zijn timeline een interessante tweet leest, kan hij die verspreiden onder zijn followers door het bericht te retweeten (vaak afgekort door RT). De naam van de persoon die het originele bericht plaatste blijft erbij staan maar jouw followers kunnen zien het door jou geretweet is. Vaak gaat het om een quote, een link naar een webpagina, een oproep. Bij dat laatste wordt dan vaak gevraagd om het bericht zoveel mogelijk te retweeten. Meestal schrijft men dan RT=nice. Volgens Kwak, Lee, Park en Moon (2009) bereikt een retweet minstens 1000 Twittergebruikers, zonder dat het uitmaakt hoeveel followers de persoon heeft die het bericht retweet. Een retweet wordt als snel door andere followers geretweet. Dat zorgt voor een snelle verspreiding van de informatie na de eerste retweet. Op Twitter zijn er ook heel wat accounts die niet actief zijn. Deze personen worden lurkers genoemd. Een lurker is iemand die de tweets van andere personen volgt maar zelf nooit een tweet post. Tenslotte kunnen tweets worden opgewaardeerd met een hashtag, dit gebeurt door het #-teken. Met een hashtag kunnen personen een tweet labellen. Meestal verwijzen deze hashtags naar evenementen of onderwerpen die actueel zijn. Men kan ook om het even welk woord of uitspraak als hashtag gebruiken. Wanneer men dan op deze hashtag klikt, komt men automatisch op een twitterfeed. Dat is een pagina waar alle andere tweets met dezelfde hashtag verschijnen. Ook discussies tussen twitteraars kunnen makkelijker op gang komen dankzij het gebruik van een hashtag (Eliot, 2009, uit Boddez, 2010). Twitter zorgt er ook voor dat twitteraars evenementen organiseren waar deze personen samenkomen om elkaar te ontmoeten. Zon evenement wordt een Twunch genoemd. Zon Twunch kan door om het even wie worden georganiseerd. Meestal maken deze personen dan reclame op Twitter voor hun bijeenkomst. Een bekend voorbeeld daarvan is de TwunchQ van Minister Vincent Van Quickenborne. Als fervente twitteraar kan hij natuurlijk niet achterblijven.

15

Als we de terminologie bekijken, kunnen we besluiten dat de Twittergemeenschap een snelgroeiende groep is in onze samenleving, die vasthoudt aan zijn eigen jargon en openstaat voor nieuwe dingen (bijvoorbeeld een Twunch). Twitter heeft dus heel wat potentieel, als het juist gebruikt wordt. Waarom Twitter? In deze steeds meer gedigitaliseerde maatschappij duiken er steeds meer en meer sociale netwerksites op. Facebook is nog steeds de grootste die er te vinden is. Dus lijkt het ook logisch dat er onderzoek naar wordt gedaan. Wij kozen bewust omdat niet te doen. Waarom wij precies voor Twitter kozen als onderzoeksonderwerp en niet voor Facebook, willen we duidelijk maken in de volgende paragrafen. Facebook is volgens ons meer geschikt voor persoonlijk gebruik (vakantiekiekjes en dergelijke, anderen beschouwen het als vreemd als er geen fotos op jouw profiel staan, bij Twitter kijkt niemand hier van op) terwijl je op Twitter weinig van je persoonlijkheid hoeft te laten zien, maar wel actief kan zijn. Mini-case ter illustratie: Tim Vander Mensbrugghe post vaker en sneller zijn artikels voor Apache.be op zijn Twitter dan op zn Facebook. Hieruit leiden we af dat Twitter voor hem (een onderzoeksjournalist) een relevanter medium is. Twitter heeft zijn waarde als nieuwsmedium al meerdere keren bewezen. Een voorbeeld uit ons land: de eerste fotos van de treinramp in Buizingen verschenen op Twitter en bijgevolg kon een groot publiek meteen de ernst van de zaak inschatten. Een ander internationaal voorbeeld is de opkoop van Twitter-accounts door grote nieuwsbedrijven (Breaking News Online van Michal Van Poppel werd bijvoorbeeld opgekocht door MSNBC). Nog een ander voorbeeld is het feit dat sinds dit jaar Google tweets in de zoekresultaten weergeeft. Op Facebook kan nieuws onmogelijk zo snel verspreid worden als op Twitter, retweeten is een fluitje van een cent en je kan zoeken op woorden in de zoekrobot van Twitter. Bij Facebook is dit niet mogelijk: je kan niet zoeken in statussen van mensen op Facebook of zelfs je vrienden op Facebook. Bij Twitter moet je ook niet bevriend zijn met iemand om die persoon zijn profiel te zien (tenzij zijn profiel als beschermd staat ingesteld, dit is bij een miniem aantal accounts het geval). Je kan bijvoorbeeld gewoon een naam intypen in de zoekrobot en het gehele profiel van die persoon met alle tweets van hem of haar

16

onmiddellijk bekijken. Tenslotte bevordert het feit dat men op Twitter met hashtags werkt de snelle verspreiding van nieuwsfeiten. Op Twitter hoef je geen vriend te zijn om iemands tweets te lezen, je hoeft de persoon niet te kennen en je hoeft hem enkel volgen. Zelfs als je dit niet doet kan je door retweets of zoekacties gemakkelijk iedereen zijn posts lezen. Op Twitter kan je dingen zetten (links en fotos delen) zonder dat je eigen persoon erin vervat zit, het hoeft met andere woorden niet over jezelf te gaan, terwijl dit op Facebook meer het geval is (zit dichter op je huid). Op Facebook moet je wel bevriend om berichten van iemand te volgen, zeker nu met de nieuwe privacyinstellingen (daarbij komt ook nog eens dat op Facebook je ook kan instellen dat niemand je kan vinden via Google of de zoekrobot op Facebook. Op Twitter kan je iedereen vinden, als je de juiste naam ingeeft. Dit had zeker een belemmering geweest van ons onderzoek en daarom kozen we ervoor om in onze exploratieve analyse ons te concentreren op Twitter. Tenslotte kozen we voor Twitter om onze focus erbij te houden. We hebben gedurende de maanden februari en maart de tweets van 172 journalisten geanalyseerd. We achtten het onmogelijk dat deze journalisten ons ook allemaal op Facebook zouden geaccepteerd hebben om mee te werken aan het onderzoek. Dat had zeker een belemmering geweest. De keuze voor Twitter heeft ons niet belemmeringen opgeleverd.

Probleemstelling & uitgangspunt


De digitale revolutie die we het laatste decennium hebben meegemaakt en waar we ons nog steeds in bevinden, heeft belangrijke verschuivingen in onze maatschappij veroorzaakt, alle geledingen zijn erdoor benvloedt. Dit geldt dus uiteraard ook voor de mediawereld en in het bijzonder de journalistiek. Onderstaande afbeelding (Demarez & Dejonghe, 2009) toont de dynamiek die een veranderende maatschappij door de digitale revolutie ondergaat.

17

We zien ondermeer dat de digitalisering voor verschillende uitdagingen zorgt. De consument wordt erdoor overdonderd en wordt daardoor weer veeleisender, maar ook de sociale netwerken worden als een uitdaging beschouwd. Met deze evoluties indachtig formuleren wij hier onze probleemstelling. De veranderde ICT-omgeving zorgde en zorgt ervoor dat de journalistieke wereld aan heel wat verandering onderhevig is. Met sociale media en een consument die nieuws veel sneller en veel correcter wil met de journalist zelf wel mee evolueren. We zien in de actualiteit steeds meer berichten op duiken dat journalisten zich meer en meer tot sociale media (moeten) wenden. Krantenartikels met koppen als Journalisten moeten nieuwe kunstjes leren (De Standaard Online, 2010, 10 december) en Why Twitter matters for media organisations (Rusbridger, 2010, 19 november) doen beseffen dat de journalistiek een geheel nieuwe richting aan het inslaan is: die van de integratie van sociale media in hun beroepswereld. Deze masterproef stelt daarom ook volgende probleemstelling voorop: zijn Vlaamse journalisten reeds ingeburgerd in sociale media, gebruiken ze die en zoja, gebruiken ze die voor professionele redenen? Wij

18

proberen aan de hand van 2 onderzoeken

(cfr. infra) deze probleemstelling te

beantwoorden en een toekomstbeeld te schetsen voor de Vlaamse journalistiek.

Sociale media en hun impact op ons dagelijks leven


Sinds de opkomst van de verschillende social media is hun opmars nauwelijks te stuiten. Facebook, My Space, Twitter, Tumblr, ... zijn alomtegenwoordig in onze maatschappij. Bovendien zorgt de opmars van smart phones en tablets ervoor dat we deze social media altijd en overal kunnen bekijken. Legrand (2011) beschrijft in een recent artikel de invloed van Facebook, Twitter en de Ipad op onze dagelijkse bezigheden. Twitter, Facebook en tabletcomputers staan voor iets veel fundamentelers: een voortdurende, alomtegenwoordige verbondenheid met onlinedatabanken en netwerken, waarbij u teksten, beelden, geluid en videos uitwisselt met de hele wereld. Of u het wilt of niet, u leeft voortaan in een heel ecosysteem van sociale media: blogs, netwerken, forums, diensten om muziek, presentaties en videos te delen. Zijn deze sociale media dan echt alomtegenwoordig? Met Facebook gaat het inderdaad die richting uit. Het begon als een online netwerk waar alle Harvardstudenten zich bij konden aansluiten, vervolgens werden dat zowat alle studenten ter wereld, vervolgens de twenty somethings en sinds dit jaar hebben mensen van alle leeftijden, rangen en standen de weg naar Facebook gevonden. Met Twitter staat het nog niet zo ver maar het netwerk groeit snel, volgens Legrand. Niet alleen de (doorgaans) jeugdige fans van Justin Bieber, maar ook professionelen willen hun ei kwijt in berichtjes van 140 karakters. Volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau Forrester Research, gebruikten in het tweede kwartaal van 2008 75 procent van de internetsurfers Social Media door zich aan te sluiten bij sociale netwerksites, blogs te schrijven of door reviews te geven op online winkels. Dit is een groei van 57 procent in vergelijking met 2007. Deze groei is niet enkel te vinden bij tieners, ook leden van Generatie X (nu 35-44 jaar oud) waren actief aanwezig. Het is daarom ook toegelaten te concluderen dat sociale media een

19

revolutionaire trend voorstelt die veel onlinebedrijven zou moeten interesseren (Kaplan, Haenlein, 2009). Deze revolutie in onze maatschappij zorgt er ook voor dat doorgaans onaantastbare geachte bedrijven zich stilaan zorgen moeten beginnen maken. Google waande zich onklopbaar in het zoeken op het net. Maar tegenwoordig willen we vooral weten waar nu, op dit eigenste moment, de conversatie over gaat, en dan is zoeken op Twitter voor een snel toenemend aantal onderwerpen relevanter (Legrand, 2011). Historically, companies were able to control the information available about them through strategically placed press announcements and good public relations managers. Today, however, firms have been increasingly relegated to the sidelines as mere observers, having neither the knowledge nor the chance to alter publicly posted comments provided by their customers (Kaplan, Haenlein, 2009). In tegenstelling tot vroeger kan de consument via verschillende netwerken zijn ongenoegen uiten over een bedrijf. Men kan berichten en videos razendsnel verspreiden via Facebook en Twitter. Denken we daarbij maar aan de vele tweets die het voorbije jaar de wantoestanden (vertragingen, stakingen, incidenten) bij de NMBS aanklaagden. Dit kan al snel voor heel wat imagoschade zorgen. Maar niet alleen bedrijven moeten opletten voor de opkomst van sociale media, ook journalisten bezinnen zich beter over hun taak. Volgens Legrand waren die journalisten ooit de onmisbare tussenschakel om de opinies van experts bij het publiek te brengen. Tegenwoordig richten die experts zich rechtstreeks tot dat publiek via blogs, Facebook en Twitter. Mensen zien de wereld voortaan door de ogen van hun netwerk, niet door die van een of andere redactie. En dat netwerk is dankzij de smart phones en tablets altijd dichtbij. De tijd dat internet in huis beperkt was tot een hoekje van uw bureau lijkt al een eeuwigheid geleden. Draadloos breedband is de norm geworden, en waar u vroeger nog een laptop naar de sofa moest zeulen, volstaat het nu om uw tabletscherm ter hand te nemen (Legrand, 2011).

20

We kunnen dus besluiten dat sociale media een grote impact hebben op onze samenleving. Als steeds meer mensen deel uitmaken van de digitale maatschappij moeten grote bedrijven daarop inspelen. Laten we daarbij ook de grote mediabedrijven niet vergeten. Sociale media zorgen voor een vernieuwing in het medialandschap en deze bedrijven moeten zorgen dat ze mee zijn met deze trend. Daarom zien we ook in Vlaanderen dat grote mediabedrijven zoals de VRT, VMMa, SBS Belgium wel degelijk sociale media omarmen. Ze zijn vertegenwoordigd op Facebook, hebben een Twitteraccount en integreren interactie met het publiek in hun programmas. Bijvoorbeeld, bij de aankondiging van veel VRT-programmas wordt gevraagd om de discussie aan te gaan op Twitter tijdens het programma. Bij die aankondiging wordt ook de officile hashtag van het programma meegegeven. VTM en VRT hebben ook accounts op Twitter waar ze reclame maken voor de nieuwsartikels op hun site met de link erbij. Dit zorgt er ook voor dat steeds meer journalisten de weg vinden naar Twitter en andere sociale media. Dit kan de digitale gemeenschap, steeds op zoek naar nieuws, alleen maar ten goede komen.

Journalistiek in de 21e eeuw: veranderingen ten gevolge van de digitale kennismaatschappij


Buijs (2008, p. 105) omschrijft in zijn boek Journalistieke kwaliteit in het crossmediale tijdperk de problematiek waarmee de journalistiek vandaag geconfronteerd wordt. Internet is niet meer weg te denken in de journalistiek. Het maakte nieuwe en veel snellere manieren van informatiegaring mogelijk. Archieven en databanken zijn van grote afstand te raadplegen, experts zijn wereldwijd te traceren en via e-mail gaat de correspondentie met informanten razendsnel. Er staat tegenover dat de herkomst en betrouwbaarheid van informatie op het web vaak moeilijk te achterhalen is. Die grenzeloze informatierijkdom schept daardoor tegelijkertijd een druk om voortdurend in de gaten te houden of informatie bruikbaar is en hoe die gecontroleerd zou kunnen worden. En dat terwijl het steeds belangrijker is om nieuws zonder dralen te publiceren, omdat anders de concurrentie ermee aan de haal gaat. Het controleren van feiten en het toepassen van wederhoor komen erdoor in het gedrang. De informatieschat die snel en eenvoudig via de computer op het bureau van de journalist belandt, kan ook ten koste gaan van de noodzaak om zelf op pad te gaan om nieuws te zoeken en gebeurtenissen te verslaan. Ook Van der Linden (2010, p. 2)

21

omschrijft de situatie op deze manier in zijn eindproject: Er vindt een ontwikkeling plaats van een nieuw soort journalist. Iedereen kan aan nieuwsgaring doen en het nieuws direct verspreiden. [...] Het grote gevaar is echter dat iedereen zomaar dingen online kan plaatsen en dat nieuws zeer snel wordt opgepikt. De veranderingen die de digitale revolutie heeft teweeg gebracht in de journalistiek wereld hebben zowel vooren nadelen. Tsui (2009, p. 53) analyseert de situatie als volgt: while journalism seems to benefit from technological developments in news gathering (digital and smaller cameras, digital voice recorders, convergent technology), distribution (the internet, satellite), and exhibition (the world wide web, colour print, mobile phones), there is also a sense that technology is responsible, partially or wholly, for a devaluation of journalistic standards amateur bloggers who do not adhere to practices of fatchecking, deadlines that become shorter or even continuous because the internet is always on, sloppier writing, and more inaccuracies. Digitalisering kan dus wel degelijk een bedreiging vormen voor de journalistiek, volgens sommigen. Uiteraard is ook de nieuwsconsument veranderd (zie ook: Hermida, 2010, p. 303), de volgende quote van Bart De Waele (@netlash, een populaire twitteraar) op zijn blog geeft de nieuwe mentaliteit van de lezer/kijker goed weer, volgens ons. Tijdens de week verwacht ik factueel , up-to-date, snel nieuws. Just the facts. Verdieping en duiding, dat is voor tijdens het weekend, als ik daar de tijd voor neem. Die feiten verwacht ik real-time. Als er nu iets gebeurt, wil ik dat nu weten. Niet morgen (uit Van der Linden, 2010, p. 4). De snelheid van het nieuws in de 21e eeuw en de daarbij horende fouten die kunnen gemaakt worden, lijken hierdoor haast onvermijdelijk. De revolutie in de journalistiek viel samen met het begin van de jaren 2000. Enkele jaren geleden leek het wel alsof de klassieke media en hun journalisten op een zijspoor werden gezet, bloggers en burgerjournalisten namen hun taak over (Deckmyn, 2010, 10 december). Vandaag de dag blijkt dat klassieke media niet verdrongen zijn, de nieuwe en oude vormen zijn complementair aan elkaar geworden. De media zitten volgens Flip Voets, secretaris van de Raad voor de Journalistiek, nog in een leerproces. Volgens hem zullen internet en de laatste nieuwe media er niet voor zorgen dat de klassieke media verdwijnen, maar dat de berichtgeving correcter zal worden (Haegeman, 2010 in Van der Linden, 2010, p. 2). Dat de nieuwe mediavormen voor verandering zullen blijven zorgen blijkt ook uit het feit dat er bij vele mediabedrijven convergentie is opgetreden en dat de concurrerende bedrijven 22

daar niet altijd even blij mee zijn. Zo zijn dagbladuitgevers allesbehalve opgetogen over de trend waarbij we meer en meer zien dat de openbare omroepen een goeduitgebouwde nieuwssite met video en audio gratis aanbieden, terwijl bezoekers van sites van kranten moeten betalen voor dezelfde content (Soete, 2010, 5 maart). Het laatste woord is in de vele discussie die hier rond leven nog niet gezegd. De journalist moet in de 21e eeuw ook een duizendpoot zijn. Hij doet de research, gaat op pad, moet soms zelf monteren, ... Hij moet nu van alle markten thuis zijn (Buijs, 2008, p. 111), al blijkt dat dit niet altijd positief is (cfr. infra). Een grote druk die vroeger minder aanwezig was, zo blijkt uit een studie van de Britse universiteit van Cardiff. Die toonde aan dat journalisten steeds meer nieuws moeten produceren in minder tijd. Met een ongeveer gelijk aantal, moeten Britse journalisten nu drie maal zoveel nieuws produceren als 20 jaar geleden. Uit het onderzoek blijkt verder hoe dit onvermijdelijk leidt to een grotere afhankelijkheid van ready-made nieuws (Van Leuven & Bourgeois, 2010). Dit zou zich kunnen veruitwendigen door een toevlucht naar sociale media, waar vaak nieuws (kant en klaar) wordt aangegeven door burgerjournalisten, maar vooralsnog is dit nog niet het geval (cfr. infra). Een terechte opmerking hier omtrent: journalisten hebben een haat-liefdeverhouding met het internet: het zorgt voor problemen, maar ze kunnen tegelijkertijd niet meer zonder (Buijs, 2008, p. 105). Deze quote toont nogmaals de dubbelzinnige situatie aan waarin journalisten zich bevinden de dag van vandaag. Het monopolie van de professionele journalist is verdwenen, maar hij blijft nodig als hij iets doet wat het publiek niet kan, volgens Michal Opgenhaffen, docent media en journalistiek aan de Lessius Hogeschool in Antwerpen (De Standaard Online, 2011, 10 juni). Daarom, besluit hij, dat een journalist zich vandaag moet kunnen onderscheiden, bijvoorbeeld door zich als expert te profileren. En je moet tijd krijgen om te werken, want precies aan tijd om iets grondigs uit te spitten ontbreekt het de gewone internetgebruiker. Een andere paradox die het nieuwe millennium met zich mee heeft gebracht is de volgende: er wordt minder aan nieuwsgaring gedaan, maar wat er wordt geproduceerd, vindt zijn weg in mr media (Buijs, 2008, p. 116). Deze mulitmedialisering wordt echter niet door iedereen positief onthaald. Buijs vindt het onwaarschijnlijk dat ze een kwaliteitsverbetering inhoudt, omdat deze nieuwe journalistiek zich minder op de inhoud (het wat) en meer op het hoe en vooral op 23

het hoe snel concentreert. Volgens wetenschapper Deuze (2009, uit Hermida, 2010, p.299) is er dan ook a shift from individualistic, top down, monomedia journalism to team based, participatory media journalism.

Facebook en Twitter en hun journalistieke waarde


Sociale media zijn niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij en al zeker niet uit de online wereld. Op bijna elke site die je bezoekt bevindt zich wel een Likebutton of is er de mogelijkheid om de informatie op allerhande manieren te delen met wie je maar wil. We beschreven hierboven al dat er heel wat functies zijn die ook een handige toepassing kunnen zijn in de beroepswereld van journalisten. Maar helaas zijn er few academic studies [that] focus on how journalists use or do not usesocial media as a whole (Weaver Lariscy, Johnson, Sweeter, & Howes, 2009). Het belang dat sociale media hebben in de journalistiek wereld kunnen we echter wel afleiden uit het aantal berichten dat ons bereikt via online media. Zo was er in het Verenigd Koninkrijk onlangs een relletje over twitterende journalisten in de rechtszaal (De Standaard Online, 2010, 15 december), is er bij Skynews een correspondent die bijhoudt welke nieuwsontwikkelingen er gemeld worden op Twitter (Kiss, 2009, 5 maart), de directie van de Britse openbare omroep BBC zei onlangs te willen dat de journalisten meer met nieuwe media moeten bezig zijn (Reynolds, 2011, 14 juli), enzovoort. Uit de interviews die we deden (cfr. infra) met enkele hard core twitterende journalisten (cfr. supra) blijkt wel dat zij sociale media een belangrijke peiler vinden in hun job. De Morgenjournalist Bart Eeckhout vind zelfs dat deze media veel diverser, rijker, sneller dan de traditionele media zijn. Je kan natuurlijk niet alleen op Twitter vertrouwen maar het is een belangrijke indicator van wat belangrijk zou kunnen worden en het is een belangrijk nieuw kanaal dat je kan combineren met de traditionele kanalen. Er is dus enthousiasme, maar tegelijkertijd dient men ook voorzichtig er mee om te gaan. Sociale media [...] zijn laagdrempelige, (semi-) openbare bronnen. Er kan gebruik van worden gemaakt voor journalistieke doelen, om informatie te verzamelen of bronnen aan te boren. Maar informatie die je er op plaatst, kan ook door anderen worden gezien en gebruikt (Vandermeersch, 2011). Uiteraard kunnen we in deze masterproef de mogelijke negatieve gevolgen van

24

sociale media niet uit de weg gaan. Journalist Tim F. Van der Mensbrugghe beschrijft het in een blogpost op de mediakritische site Apache.be als volgt: het internet, een pest en een zegen. Hij neemt er Luc Van der Kelen, politiek commentator bij het Laatste Nieuws, op de korrel wanneer die zich afvraagt of journalisten, politici en politicologen niet moeten werken. Zijn antwoord daarop luidt: Dat sociale netwerksites een journalistieke tool kunnen zijn neemt Van der Kelen niet in overweging. Hij is ervan overtuigd dat Facebook en Twitter enkel dienen om je privleven in de etalage te plaatsen. Maar zeker Twitter geeft journalisten de mogelijkheid om direct n in alle openbaarheid in contact te komen met collegas, professoren, bedrijfsleiders, politici en lezers. De discussies zijn vaak stevig en de kritiek van gewone Twitteraars zit er vaak patat op. Van Aalten (2010, p. 58) ziet het ook zo: of [het] nu altijd even zinvol is of niet [...], al die mediatentakels geven wel een interessante politieke weerkaart van politici. Ze informeren de follower direct, niet via spindoctors, woordvoerders of partijgenoten. Het is voor de journalist een mogelijkheid om zelfs over de schouder mee te kijken en over bepaalde onderwerpen zelfs met de beperking van 140 tekens meer nuance te krijgen. Deze opmerking geldt volgens ons zelfs niet enkel voor politici, maar ook voor allerhande maatschappelijke gebeurtenissen en belangrijke figuren. In het verleden verdienden Twitter en Facebook ook al hun strepen bij rampen en ongevallen. Bij de crash van een vliegtuig in de Hudson-rivier in New York werden getuigenissen van zowel passagiers als omstaanders de wereld ingestuurd via Twitter (Boddez, 2010, p. 24; Weaver Lariscy, Johnson, Sweeter, & Howes, 2009, p. 314) en ook bij de revoluties in Egypte en Tunesi speelde ze en niet te verwaarlozen rol (Hensen, 2011, 21 februari). Een groot voordeel dat bij al deze gebeurtenissen meespeelde was de snelheid van het medium. Nederlands journalist Olaf Koens schrijft het in een blogpost op denieuwereporter.nl (2008, 1 juni) zo neer: Ik volg een aantal mensen die bij dagblad De Pers werken. Soms lees je nieuws op Twitter voor het online staat bij De Pers. Onbewust doe ik hetzelfde. Wanneer ik voor het ANP een selectie maak van het Russische nieuws haal ik de interessante links er uit en plaats ze op Twitter. Er zit zeker anderhalf uur tussen dat moment en het moment waarop een redactie dat ANP bericht online zet. Zulke tijdswinst kan doorslaggevend zijn. In Nederland zien we een veel snellere adaptatie van het medium dan in Vlaanderen, maar wat Koens hier zegt kan op termijn ook bij onze journalisten 25

ingeburgerd geraken. In het empirisch gedeelte van deze masterproef komen we op dit topic terug (cfr. infra). Snelheid kan uiteraard ook een nadeel zijn: de journalistieke code schrijft namelijk voor dat bronnen gecheckt en gedubbelcheckt worden, maar in dit geval kan dit inderdaad een gevaar inhouden. Onjuiste informatie geven door te snel te willen zijn is ook bij ons al meerdere malen voorgekomen (cfr. infra). Maar daar staat dan weer tegenover dat er steeds meer nieuws moet geproduceerd worden in minder tijd (cfr. supra). Een andere afweging bij de kritiek over de snelheid wordt geciteerd door Van Aalten (2010, p. 59). Sommige redacties zijn bang de boot te missen rondom een actuele gebeurtenis en stellen in blinde paniek een artikel of reportage samen, vaak opgevuld met deskundigen en archiefmateriaal, maar geen journalist heeft uiteindelijk echt veldwerk uitgevoerd. Dan zou je beter een Twitterstream tijdens een debat kunnen gebruiken als invalshoek. Er moet dus een constante afweging gemaakt worden wanneer over het snel zijn gaat. Maar hetgeen duidelijk is, is dat de journalist zal moeten mee-evolueren met zn tijd. Hij zal op een gepaste manier aanwezigheid op sociale media moeten tonen en de informatie op en correcte manier moeten gebruiken. De journalistiek heeft m.a.w. zeker niet afgedaan in het digitale tijdperk, hij zal zich wel nieuwe vaardigheden moeten aanmeten (Deckmyn, 2010). Weaver Lariscy, Johnson, Sweeter, & Howes deden in 2009 (p. 315) onderzoek naar de mogelijke functies van Twitter voor journalisten (zie ook: Rusbridger, 2010, 19 november & Hermida, 2010, p. 299). Veel van de op voorhand opgegeven antwoorden werden niet vaak gebruikt en in het algemeen werd aangegeven door de journalisten dat they did not feel social media improved their work, maar ook dat they do not appear to oppose it. Als we mogen afgaan op de getuigenissen van journalisten die we hierboven reeds citeerden, kunnen we stellen dat de houding tegenover sociale media ondertussen veranderd is. Dat blijkt ook uit de studie die Cision in 2010 uitvoerde. Onderstaande afbeelding toont dat Britse journalist het belang van sociale media niet meer onderschatten in hun werk.

26

Eveneens gebruiken deze journalisten ook vaak sociale media om eigen werk te promoten. Om te verifiren hoe het gebruik in Vlaanderen is, voerden we onze twee onderzoeken uit (cfr. infra). Twitter kunnen we volgens Hermida (2010, p.301) dus beschouwen als een vorm van ambient journalism: an awareness system that offers diverse means to collect, communicate, share and display news and information, serving diverse purposes. Een systeem dat zijn waarde voor de journalistieke wereld dus nog zal kunnen bewijzen, volgens sommigen.

Onderzoek naar het gebruik van sociale media/Twitter bij journalisten


Gezien sociale media nog niet heel lang bestaan, is er ook bijzonder weinig wetenschappelijk onderzoek over te vinden. Vooral over Twitter is er weinig te vinden. The relative newness of micro blogging means there is limited academic literature on the impact on journalism (Hermida, 2010, p. 299). In 2009 werkten Dejin Zhao en Mary Beth Rosson van Pennsylvania State University aan volgend onderzoek: How and why people Twitter: the use that micro-blogging plays in informal communication at work. Micro-blogs, a relatively new phenomenon, provide a new communication channel for people to broadcast information that they likely would not share otherwise using 27

existing channels (e.g., email, phone, IM, or weblogs). Micro-blogging has become popular quite quickly, raising its potential for serving as a new informal communication medium at work, providing a variety of impacts on collaborative work (e.g., enhancing information sharing, building common ground, and sustaining a feeling of connectedness among colleagues). This exploratory research project is aimed at gaining an in-depth understanding of how and why people use Twitter - a popular micro-blogging tool - and exploring micro-blogs potential impacts on informal communication at work. Dit werk is vooral een exploratief wetenschappelijk onderzoeksproject waarmee de wetenschappers in de eerste plaats een inzicht probeerden te krijgen in de manier waarop en waarom mensen Twitter gebruiken. Ook het onderzoek van Kwak, Lee, Park & Moon (2010) was van verkennende aard. Ze claimen zelfs the first quantitative study aon the entire Twittersphere and information diffusion on it te zijn. Ze gingen in deze studie na hoe het sociale medium precies functioneerde, met de narduk op retweets en trending topics, en besluiten de studie met de woorden our work is the first step towards exploring the great potentials of this new platform en ze kregen hier wel degelijk gelijk in. Het meest recente onderzoek over sociale media en journalisten, is dit van Oriella. Oriella PR Network is een alliantie van 15 communicatiebureaus uit 20 verschillende landen. Sinds vier jaar brengt dit bureau ieder jaar een annual Oriella Digital Journalism Study op de markt. Op 18 mei 2011 verscheen hun nieuwste editie. This is the fourth time we have carried out such the project, since launching in 2008 and this years study yielded the most interesting results to date. A key trend (and what became the main talking point at our launch event in London this morning) was the extent to which social media has infiltrated the newsroom. Het onderzoek werd gevoerd onder bijna 500 journalisten uit 15 verschillende landen wereldwijd. Voor de eerste keer werd gevraagd op welke schaal sociale media worden gebruikt op de nieuwsredacties. Op de vraag welke middelen er gebruikt worden om op zoek te gaan naar nieuwe verhalen, zijn de antwoorden het volgende: 47 procent van de ondervraagden gebruikt Twitter 35 procent zoekt toevlucht bij Facebook 30 procent haalt het van blogs die hen bekend zijn 28

42 procent haalt het van blogs die hen nog onbekend waren 61 procent baseert zich op informatie van PR-bureaus 59 procent haalt zijn informatie van bedrijfswoordvoerders

Welke middelen worden gebruikt om bestaande verhalen te checken?: 32,5 procent gebruikt Twitter 25 procent haalt het van Facebook 27,5 procent haalt het van blogs die hen bekend zijn 27,7 procent haalt het van blogs die hen nog onbekend waren 61 procent baseert zich op informatie van PR-bureaus 57 procent haalt zijn informatie van bedrijfswoordvoerders

Welk middel zou u het eerst kiezen om een nieuwsitem te researchen?: 21,5 procent kiest voor een persbericht 20, 5 procent houdt het bij interviews met bedrijfswoordvoerders 7 procent zoekt zijn toevlucht bij PR-bureaus 4 procent gebruikt Twitter en Facebook 12 procent gebruikt andere nieuwsmedia

Tenslotte werd er ook gevraagd welke formats er online worden aangeboden op de nieuwssites: 55 procent van de ondervraagden zegt dat hun artikel Twitter Feed kreeg: op de site verscheen een vakje met tweets die reageerden op artikels die op de site werden gepubliceerd. Dat is een stijging van 15 procent ivm vorig jaar. 54 procent biedt blogs aan die door eigen journalisten zijn geschreven. Dat is een stijging van 6 procent. 48 procent plaatst videoclips online. Dit cijfer is gestegen met 8 procent.

De conclusie luidde toen als volgt: sociale media worden vooral gebruikt door journalisten om op zoek te gaan naar nieuwe verhalen en om bestaande verhalen te 29

checken. Hoewel Twitter en Facebook nog maar miniem (4 procent) worden gebruikt als eerste middel om onderwerpen te researchen, is het wel opvallend dat deze sociale netwerksites ertussen staan. Dit was de voorbije jaren niet het geval in deze studie. Sociale media krijgen meer en meer invloed op het werk van journalisten. Deze gebruiken niet alleen blogs en Twitter voor hun research maar ook om hun artikels te publiceren. Mediabedrijven die wensen om boven andere bedrijven uit te steken, moeten ervoor zorgen dat hun verhalen en berichten zorgvuldig worden gecommuniceerd videos. Toch waarschuwt deze studie ook de mediabedrijven. Ze moeten zich beschermen tegen de digitale maatschappij. Een misplaatste tweet of vals bericht kan er al snel voor zorgen dat deze bedrijven in een mediastorm terechtkomen waar ze eigenlijk niets mee te maken hebben. Maar die wel voor schade kan zorgen aan het imago. Ze moeten dus zorgvuldig omgaan met deze nieuwe manieren van communicatie. Eind 2010 schreeft Niall Harbison, oprichter van Simply Zesty, een social mediaagentschap, een handleiding waarin hij 10 tips geeft aan journalisten hoe ze Twitter kunnen gebruiken. Enkele voorbeelden: Linking to articles: De auteur raadt journalisten aan om op hun Twitteraccount links te plaatsen naar de artikels die zij geschreven hebben. Het helpt om duidelijk aan te kondigen waar het artikel over gaat. naar hun doelgroep bijvoorbeeld met behulp van Twitter en

30

Creating community: Journalisten moeten Twitter gebruiken om een groot netwerk uit te bouwen. Hoe groter het netwerk, hoe meer informatie beschikbaar is voor de journalist en hoe meer mensen je kan bereiken met jouw ideen. Unparalleled research: Door Twitter te gebruiken, hebben journalisten toegang tot een real time zoekmachine van mensen over de hele wereld. Deze zoekmachine kan de journalist vertellen wat de mening van miljoenen mensen is over n onderwerp in een bepaald land. Ze kunnen bovendien hun netwerk vragen stellen waar een zoekmachine als bijvoorbeeld Google geen antwoord kan op geven.

Onderzoek uit Vlaanderen In 2010 kwam het Gentse onderzoeksbureau Quadrant Communications naar buiten met een onderzoek over het gebruik van sociale media door journalisten. Het onderzoek vond plaats in september 2010. 1800 journalisten kregen een uitnodiging voor de enqute via mail. 489 van hen vulden de enqute in. De voornaamste resultaten worden hier onder kort opgelijst. Twitter: 18 procent gebruikt Twitter voor professionele doeleinden. Dat is een verdubbeling ivm 2009 7 procent volgt enkel accounts op Twitter zonder zelf tweets te posten 31

Blogs:

3 procent gebruikt het persoonlijk 72 procent gebruikt het niet

20 procent vindt dat blogs nieuws verschaffen 22 procent vindt het achtergrondinformatie 58 procent is niet akkoord met de stelling dat blogs nieuws verschaffen

LinkedIn: 12 procent gebruikt LinkedIn voor profesionele doeleinden 25 procent gebruikt het om contacten te onderhouden 20 procent gebruikt het voor persoonlijk gebruik 43 procent gebruikt het niet

Facebook wordt door ons niet vermeld bij de resultaten omdat de vraag in de enqute was of PR-mensen journalisten konden contacteren via Facebook, en dit doet volgens ons hier niets ter zake. We kunnen concluderen dat slechts een minderheid van de journalisten in Belgi al gebruik maakt van sociale media maar dat de cijfers ieder jaar stijgen. De resultaten kunnen volgend jaar volledig anders zijn. Wat zijn volgens het onderzoek de redenen waarom voorlopig een minderheid van de journalisten gebruik maken van sociale media: Journalisten hebben geen vertrouwen in nieuwe technologien Veel journalisten zijn tegen het mixen van hun professioneel leven en priveleven. De transparante natuur van sociale media tegen de manier waarop journalisten werken. Ervaring journalisten wantrouwen hypes

Waarom zouden journalisten sociale media moeten gebruiken volgens het onderzoek:

32

Het is een handige tool om informatie te verkrijgen: LinkedIn om experts, rapporten en discussies te zoeken. Twitter om nieuws te zoeken, feedback te krijgen, bronnen te checken. En Facebook om vox pops te bekijken, getuigen te zoeken, ... Een journalist kan sociale media gebruiken om het publiek te tonen waar hij/zij mee bezig is. Dit kan door artikels te posten, reageren op de actualiteit,...

In 2011 presenteerde De Standaard Online-journalist Bart Van Belle zijn visie over Twitter en Facebook voor journalisten op de Nacht Van De Journalistiek (Brussel), enkele belangrijke bevindingen worden hier onder opgelijst: Twitter (als nieuwsbron): Vaak sneller dan reguliere media of organen: bijvoorbeeld: aardbevingen Mexico, China; aanslagen in Mumbai; Noodlanding in Hudsonrivier Niet altijd even betrouwbaar nieuws: moet gechekt worden Twitter is een extra bron Eenvoudig te updaten Sneller dan blogs en traditionele media

Tips om Twitter te gebruiken: Vrijwel alles kan in 140 tekens Volg en word gevolgd Volg de juiste mensen Tweet niet alleen over het werk Eerst de tweets, dan het artikel Vraag input en/of feedback aan je lezers. Eerst zijn is belangrijk Hou rekening met neutraliteit en objectiviteit

Facebook (gebruik voor journalisten): Maak een zo volledig mogelijk profiel Bouw een netwerk (vrienden, collegas,...) Promoot artikels via Facebook

33

Post ook andere interessante zaken Vertel de lezer dat je op Facebook zit Lees en reageer Maak kennis met je lezers Post Twitter-updates ook op Facebook

Tips om Facebook te gebruiken: Post artikels en videos Reageer op artikels/statusupdates van andeen Wees alert voor valse profielen Kijk hoe andere media/journalisten Facebook inzetten Waak over je privacy-instellingen

Conclusies: Twitter en Facebook dienen vooral om de zichtbaarheid van je medium te vergroten Op Twitter en Facebook valt voor weinig mediabedrijven weinig geld te verdienen Twitter en Facebook kunnen wel bezoek aan de website opleveren Nieuwe media vragen een aangepaste werkwijze Vertrouw niet zomaar alles wat je leest Ook op Facebook en Twitter vertegenwoordig je je medium Journalistieke principes gelden ook op Twitter en Facebook Zorg dat mensen eenvoudig jouw artikels kunnen delen op sociale netwerken

Tenslotte zijn er nog twee masterproeven die onderzoek deden naar het gebruik van sociale netwerksites door journalisten. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek van Annelies Boddez (2010): Journalistieke nieuwsgaring via Twitter: onderzoek bij de redacties van Apache, De Tijd en de Wereld Morgen: Enerzijds blijkt dat Twitter een bron is die een alarmfunctie heeft en die bevestigt dat er iets aan de hand is. In het geval van Buizingen en Mumbai kregen de journalisten

34

van De Tijd een eerste en heldere indruk over de nieuwsverhalen door informatie te vernemen via Twitter. Anderzijds wordt er ook wel eens vertrokken vanuit een gerucht dat via Twitter de ronde doet, maar niet kan bevestigd worden door andere bronnen. Dan is het niet zo dat het Twitterbericht niet kan bevestigd worden omdat de andere media achterlopen maar omdat het Twitterbericht fout is. We kunnen daaruit de conclusie trekken dat Twitter en de klassieke nieuwsbronnen, Reuters of Belga, complementaire tools zijn om aan nieuwsgaring te doen. Twitter krijgt dan een soort van alarmfunctie, als het nieuws eerst op het Twitternetwerk opsteekt. De andere nieuwsbronnen moeten het nieuws dan in een volgende fase weten te bevestigen of te ontkrachten. Uit haar onderzoek blijkt dat slechts n van de drie redacties nieuws op Twitter wist te halen (De Tijd). Belangrijkste conclusies uit het onderzoek van Katrien Wittemans (2009): Het gebruik van sociale netwerksites bij journalisten: Bij aanvang van het onderzoek kozen we voor een uses and gratifications aanpak. We zochten naar de motivaties van de journalisten voor het gebruik van sociale netwerksites. We kozen voor de uses and gratifications-theorie omdat deze theorie zeer vaak geciteerd wordt bij het onderzoek naar het gebruik van nieuwe media en internettoepassingen in het bijzonder. Op basis van de uses and graficiations-theorie gingen we na of journalisten sociale netwerksites gebruiken, waarom ze dat doen en wat het uiteindelijk oplevert voor de journalistieke praktijk. Zoals reeds in onze literatuurstudie aangehaald, somde Allan Mills (26.10.2004) acht motivaties aan waarom we gebruik maken van virtuele gemeenschappen. Die motivaties vonden we deels ook terug bij de journalisten: zo delen journalisten via de sociale netwerksites delen, ze werken mogelijk samen aan hetzelfde project (cfr. het contact met collegas via de sociale netwerksites), er wordt kennis gecreerd, de journalisten kunnen met andere mensen communiceren en middelen delen. 35

Zoals ook bleek uit internetonderzoek bij journalisten (Paulussen, 2007, pp. 222223), zijn journalisten nog te weinig vertrouwd met de mogelijkheden van het internet. Ook onze beperkte bevindingen passen hier in. Journalisten kennen en gebruiken sociale netwerksites, maar ze doen dat slechts in beperkte mate. Het gebruik is vooral priv, professioneel worden de mogelijkheden niet uitgebuit. We kunnen wel vaststellen dat in het verlengde van nieuwe media en internettoepassingen (Paulussen, 2004, p. 226-227), sociale netwerksites voorlopig nog niet echt ingang vinden in de journalistieke praktijk. Al moeten we steeds blijven vermelden dat we slechts verkennend onderzoek deden en er dus geen veralgemeenbaarheid mogelijk is. Uit deze masterproef blijkt dat er in 2009 weinig journalisten gebruik maakten van sociale media bij het uitoefenen van hun job. In onze masterproef wordt het duidelijk dat dit ondertussen heel sterk gevolueerd is.

36

Empirie
Inleiding
Op basis van de literatuur over sociale media en journalistiek vonden wij het opportuun om ons in dit onderzoek toe te spitsen op twee aspecten van Twitter. Aan de ene zijde gaan we dieper in op de inhoud: waarover wordt gepraat, hoe wordt het medium gehanteerd en wat kan er afgeleid uit de time lines van twitterende journalisten? Deze vragen worden beantwoord in het exploratieve onderzoek, hetgeen het eerder kwalitatieve luik van de empirie vormt. Hoe journalisten denken over Twitter en hoe zij hun gebruik omschrijven, wordt geanalyseerd in het tweede luik van dit empirisch gedeelte. Deze gegevens werden verzameld door middel van een online enqute. Dit kwantitatieve gedeelte vormt volgens ons een ideale aanvulling op het kwalitatieve gedeelte. De gekozen onderzoekstechnieken, onderzoeksvragen en resultaten worden hieronder uitvoerig in de twee eerder besproken luiken uitgezet.

Onderzoeksdesign & methode


In onze verkennende literatuurstudie gingen wij uit van een maximaal scenario: we betrokken er alle sociale netwerksites in en gingen na of er reeds onderzoek gedaan werd naar het gebruik ervan bij journalisten. In het empirische gedeelte van deze masterproef zullen wij onze focus vernauwen. Bij de kwantitatieve bevraging, een online enqute bij de Vlaamse twitterende journalisten die we voor onze kwalitatieve studie volgden op Twitter, die we uitvoerden, gaan we na of de conclusies uit de literatuurstudie stroken met de opinies van Vlaamse journalisten. Naast het kwantitatieve gedeelte wordt de focus nog vernauwd en concentreren we ons op het medium Twitter. De methodologie die we hiervoor willen gebruiken is de volgende: we analyseren berichten van journalisten die we volgen op Twitter gedurende 2 maanden, februari en maart 2011, en we registreren enkele zaken die ons later een beeld kunnen schetsen hoe en hoe actief Twitter gebruikt wordt in de journalistiek in ons landsgedeelte. Deze gegevens zijn natuurlijk snel gedateerd (cfr. beperkingen, supra). Het gemiddeld aantal tweets per dag werden ook berekend door de online tool tweetstats.com, zo konden we zien hoe actief Twitter wordt gebruikt en zelfs per maand bekijken

37

hoeveel tweets er werden gepost. Hieronder plaatsten we een voorbeeld van een resultaat bekomen door tweetstats.com.

Uiteraard houden we ook de twitteraccounts van de media waarvoor de journalisten werken in het oog om te zien welk nieuws er doorsijpelt, hetzij van journalist naar medium, hetzij omgekeerd.

Steekproef
Op Twitter kan iedereen kenbaar maken wie en/of wat hij is in 140 tekens, in een zogenaamde bio. De meeste gebruikers vullen hier hun job en/of hobbys en passies in. Zo kwamen we terecht bij heel wat journalisten, die we in een aparte lijst van gevolgde tweeps opnamen. De journalisten die we volgden gedurende de maanden februari en maart zijn dus gebruikers van wie we aan de hand van hun bio wisten dat ze journalisten zijn. In de bijlage werd de volledige lijst van gevolgde journalisten opgenomen met voornaam en naam (indien bekend), naam van de Twitteraccount en de werkgever (indien opgegeven in de bio). Uiteraard is dit onderzoek niet allesomvattend, want tijdens het onderzoek ondervonden we dat steeds meer journalisten de weg vonden naar het medium Twitter. We kunnen dus niet stellen dat lle Vlaamse twitterende journalisten in dit onderzoek werden opgenomen, de lijst is zeker niet volledig. Maar volgens ons is de steekproef wel een goede weerspiegeling van de twitterende Vlaamse journalist. We probeerden ook rekening te houden met het opnemen van journalisten werkzaam in verschillende mediabedrijven, zodat we geen oververtegenwoordiging zouden krijgen van n bepaalde werkgever (bijvoorbeeld: heel wat VRT-journalisten vonden

38

al de weg naar Twitter, terwijl VTM-journalisten nog niet zo talrijk aanwezig zijn). Stapsgewijs hebben we dus onze steekproef zo kunnen vastleggen. Uiteindelijk telde de lijst 172 te volgen journalisten. (de volledige lijst is opgenomen in de bijlage)

Exploratief onderzoek
Inleiding Het eerste luik van het empirisch gedeelte van deze masterproef bestaat uit een analyse van tweets van journalisten gedurende de maanden februari en maart 2011. Met dit onderzoek wilden we het gedrag van journalisten op Twitter bekijken. Wij beschrijven in dit deel de procedure van dit deel van ons onderzoek, de vragen en opzet en presenteren uiteindelijk de resultaten en conclusies. Procedure In het kwantitatieve gedeelte de online enqute was het vooral onze bedoeling om te weten te komen hoe journalisten tegenover Twitter en andere sociale media staan. In dit deel wilden we onderzoeken hoe journalisten zich gedragen op Twitter en waarvoor ze Twitter juist gebruiken. Aan de hand van een recent onderzoek van Quadrant Communications over sociale media, kwamen we terecht bij een lijst met journalisten op Twitter. Deze lijst bevatte meer dan honderd accounts. We hebben de lijst grondig gecontroleerd, zo konden we zien of de accounts nog actief waren en of ze wel degelijk van Vlaamse journalisten waren. Nadien konden we aan de slag met onze lijst en zochten we manieren om ze nog uit te breiden. Omdat veel journalisten op Twitter meestal ook hun andere collega-journalisten volgen op Twitter, konden we stelselmatig onze lijst groter maken. Tijdens het onderzoek waren er ook heel wat journalisten die lid werden van Twitter en daardoor konden we hen ook opnemen in onze lijst. In Twitter heb je de mogelijkheid om een lijst te maken met accounts. Zo kan je voor iedere categorie een lijst maken bijvoorbeeld vrienden, familie, collegas enzovoort. Op deze manier konden we onze journalisten in n lijst zetten zodat we enkel hun tweets te zien kregen. Onderzoeksvragen en opzet Aangezien veel journalisten heel actief zijn op Twitter, hadden we een grote hoeveelheid informatie die we moesten verwerken. Aan de hand van tien categorien konden we per journalist zijn/haar persoonlijk Twittergedrag analyseren:

39

Aantal tweets (sinds lid van Twitter): daardoor konden we zien of de journalist sinds het creren van zijn account veel of weinig getweet heeft. Following: hoeveel accounts volgt de journalist? Hoe meer accounts worden gevolgd, hoe meer informatie naar je toe komt. Followers: hoeveel volgers heeft de journalist? Hoe meer volgers, hoe meer invloed op Twitter. Zijn/haar tweets hebben een groter bereik. Gemiddeld aantal tweets/dag (tijdens de gevolgde maanden): zo konden we concreet zien hoe actief de journalist was tijdens de twee maanden dat we hem/haar volgden. Gemiddeld aantal tweets/2 maanden: idem met het vorige. Tweeten met collegas: hebben de journalisten op Twitter interactie met hun collegas? Zo konden we ook zien waarover ze met elkaar communiceren. Reclame voor journalistiek werk: Maakt de journalist op zijn/haar Twitteraccount reclame voor eigen werk, werk van collegas of zijn werkgever in het algemeen? Scoops: zorgen de journalisten voor scoops op hun Twitteraccount? Dat wil zeggen dat ze het nieuws sneller op Twitter zetten dan op het medium waarvoor ze werken. Retweets van Tweeps: retweeten de journalisten vaak tweets van andere mensen? Zo ja, van wie? Vergelijking actualiteitsgebonden tweets versus privtweets: tweeten de journalisten vooral nieuws of ook tweeten ze ook privdingen? Opvallende kenmerken aan deze gebruiker: zijn er tijdens de gevolgde maanden opvallende dingen die we opmerken bij deze gebruiker?

Bovendien hebben we vier interviews gedaan met journalisten die heel actief zijn op Twitter: Lisbeth Imbo (Radio 1, VRT), Ivan de Vadder (De Zevende Dag, VRT), Bart Eeckhout (De Morgen) en Patrick Van Gompel (Het Nieuws, VTM). Zo konden we aan de hand van een face-to-face interview hun Twittergedrag te weten komen. Die antwoorden kunnen we dan aan het gedrag van andere collega-journalisten linken. De lijst met journalisten en de bijhorende categorien werden integraal opgenomen in de bijlage.

40

Resultaten Nadat we de tweets in de verschillende categorien onderbrachten, hebben we ervoor gekozen om vooral bepaalde categorien onder de loep te nemen. Deze zijn: Gemiddeld aantal tweets/dag Aantal tweets tijdens de gevolgde maanden Tweeten met collegas Reclame voor journalistiek werk Scoops Vergelijking actualiteitstweets-privetweets

Zo kunnen we het beste een beeld schetsen van het twittergedrag van de Vlaamse journalisten. Gemiddeld aantal tweets per dag

Heel actief op Twitter (2 tweets/dag of meer): 52 van de 172 journalisten tweet twee keer of meer per dag. Dat is 30, 2 procent van onze lijst. Actief op Twitter (1 tweet per dag maar minder dan 2 tweets per dag): 32 van de 172 journalisten posten gemiddeld 1 tweet per dag maar minder dan twee. Dat is 18,6 procent van onze lijst.

41

Weinig actief op Twitter (minder dan 1 tweet/dag): 69 van de 172 journalisten, die we volgden, posten minder dan 1 tweet per dag. Dat is 40,1 procent van onze lijst. Deze journalisten zijn dus weinig actief op Twitter. De overige 11, 1 procent tweetten niet (Het kan zijn dat zijn enkel mensen volgen op Twitter zonder zelf iets te posten) of hun tweets zijn beschermd (dan kan je hen enkel volgen als zij daarvoor toestemming geven). 48,8 procent van onze lijst gevolgde journalisten post minstens 1 tweet per dag in de gevolgde periode. We kunnen daaruit afleiden dat bijna de helft van de Vlaamse journalisten die we volgden dagelijks actief zijn op Twitter. Ook Ivan de Vadder gebruikt Twitter dagelijks: Ja, maar ik maak graag een onderscheid tussen de drie manieren waarop ik Twitter gebruik. Ten eerste gebruik ik Twitter als een nieuwsbron. Twitter staat permanent op en vermits ik niet alleen veel volgers heb maar ook veel mensen volg, krijg ik daardoor eigenlijk een extra nieuwsbron van kranten, mensen, instellingen, enzovoort. De tweede manier is zelf dingen posten op Twitter, berichten meegeven, links publiceren. En het laatste is voor het programma De Zevende Dag. Op het moment dat de De Zevende Dag op tv te zien is, proberen we de discussie op gang te brengen onder de kijkers (met de hashtag #7dag). Dat zijn de drie manieren waarop ik Twitter gebruik. Dus ten eerste als bron. Het staat permanent op, van wanneer ik opsta tot wanneer ik ga slapen. Het tweede is zelf posten, maar doe ik niet iedere dag. Er zitten soms enkele dagen tussen. En het twitteren met De Zevende Dag, is enkel op zondag. Aantal tweets tijdens de gevolgde maanden Aan de hand van het gemiddeld aantal tweets per dag die we hierboven bespraken hebben we al een duidelijk beeld hoe actief de journalisten Twitter gebruiken. Als we deze categorie bekijken zijn er vijf namen die opvallen. @schellevis: 1728 tweets @vandepotgerukt: 1415 tweets 42

@andremeganck: 1254 tweets @abeelec: 1215 tweets @ezraeeman: 880 tweets Deze vijf accounts zijn de actiefste journalisten tijdens de twee gevolgde maanden. @schellevis: Joost Schellevis, journalist die werkt voor de informaticawebsite Tweakers.net. Deze website, met ook een drukbezocht forum, richt zich vooral op de gevorderde computergebruiker. Hij tweet voornamelijk persoonlijke zaken. Zijn Twitteraccount bestaat sinds mei 2007. @vandepotgerukt: Tom Lievens, Hij is columnist bij Apache. be. Hij werkt ook als correspondent in Spanje voor VRT-Radio (vooral Radio 1) en schrijft occassioneel voor De Morgen. Tijdens de protesten in Spanje van de afgelopen maanden was hij heel actief op Twitter. Zo konden veel mensen de situatie op de voet volgen. Staat ook bekend om zijn snedige tweets. Hij zit sinds september 2009 op Twitter. @andremeganck: Andr Meganck, hij werkt voor Sporza. Hij tweet voornamelijk wielernieuws. Tijdens wielerwedstrijden tweet hij allerlei info. Zoals bijvoorbeeld: welke renners zitten in een ontsnapping, wat is hun tussenstand, de winnaar, top 10, enzovoort. Hij zit sinds mei 2010 op Twitter. @abeelec: Chris Van Den Abeele, werkt als VRT-journalist. Hij geeft in zijn tweets vooral zijn mening over dingen die hem opvallen in de media. Vaak zijn het grappige opmerkingen. Zijn Twitteraccount bestaat sinds oktober 2010. @ezraeeman: Ezra Eeman, werkt voor het VTM-journaal. Zijn tweets hebben vooral met zijn job als journalist te maken. Hij maakt vooral reclame voor het VTM-nieuws. Zijn Twitteraccount bestaat sinds juli 2009.

43

Tweeten met collegas 26 van 172 journalisten tweeten nooit met collegas. Dat is 15, 1 procent van de gevolgde lijst journalisten. Maar de meesten van hen die niet met collegas communiceren op Twitter, tweeten ook in het algemeen niet veel. De overige journalisten communiceren met hun collegas op Twitter, al dan niet vaak. Reclame voor journalistiek werk Deze categorie kan breed genterpreteerd worden. Met reclame voor hun journalistiek werk bedoelen we bijvoorbeeld: de journalist plaatst een link naar een site waarop zijn bijdrage te zien/horen, lezen valt. Of hij laat weten waarmee hij bezig is, wie hij gaat interviewen enzoverder. Het kan ook zijn dat de journalist gewoon reclame maakt voor het medium waar hij/zij voor werkt: @timverheyden (Tim Verheyden) Werkloosheidscijfers lager dan verwacht in US. Wall Street opent stuk beter dan gisteren. Wantrouwen blijft wel nog #wallstreet @hetnieuws Twitter wordt door veel gebruikers als een ideaal personal branding-instrument, maar we merken op dat dit fenomeen weinig voorkomt onder de twitterende journalisten die we volgden. Er zijn heel wat journalisten die graag van hun Twitteraccount gebruik maken om toch enige vorm van reclame te maken voor hun journalistiek werk. De meeste doen dit door hun werkgever regelmatig te vermelden aan de hand van een hashtag bijvoorbeeld: #hetnieuws #vtm, #Demorgen, #Destandaard, ... VTM-journalist Patrick Van Gompel beschrijft hoe hij dit ziet: Ik gebruik het vooral om mijn volgers te enthousiasmeren over onze eigen programmas. Hetzij voor onze radiozenders, als ik daarop bijvoorbeeld genterviewd wordt over n of ander onderwerp. Ofwel voor de reportages die ik maak voor het nieuws. Het is dus eigenlijk eerder wervend dan om het grote haantje uit te hangen om te tonen wat ik allemaal weet. 44

In veel mindere mate gebeurt het dat journalisten specifiek een link plaatsten naar hun eigen geschreven artikel of eigen montage. Scoops In deze categorie wilden we vooral kijken of journalisten ook voor scoops zorgen op Twitter. Dat wil zeggen: als ze sneller nieuws op hun Twitteraccount plaatsen dan dat het nieuws naar buiten gebracht door hun werkgever. Enkele voorbeelden:

Op 6 maart 2011 tweet De Standaard-journalist Peter De Lobel dat Fernand Koekelberg zijn ontslag geeft. Het nieuws staat eerder op zijn twitteraccount dan op de site van De Standaard Katrien Verstraete (journaliste De Tijd) schrijft op Twitter dat Bart De Wever de boodschap curieuzeneuzemosterdpot op een blad heeft geschreven om de fotografen beet te nemen. Zij schrijft het om 15u58. (Het komt pas op deredactie.be om 17u02. Het verschijnt op De Standaard online om 16u32.) Op de Tijd.be verschijnt het om 16u54. Om 12u20 retweet Ivan De Vadder (vrtnieuws, De Zevende Dag) het nieuws van BBC-journaliste Anna Adams dat Julian Assange uitgeleverd wordt aan Zweden. Het nieuws staat pas op deredactie.be om 12u25. Jan Debackere (journalist De Morgen) tweet op 19 februari dat Phillipe Geubels een contract getekend heeft bij Woestijnvis. Het nieuws staat eerst op zijn account voor het op de site van De Morgen verschijnt.

Het is dus wel degelijk zo dat er scoops zijn op Twitter. In januari 2011 plaatste Ivan De Vadder ook al een scoop op Twitter. Hij had er het volgende over te zeggen: U zorgde als journalist meermaals voor een scoop op Twitter, zoals toen u tweette dat Johan Vande Lanotte zijn ontslag gaf als koninklijk bemiddelaar. Doet u dat bewust? Ja en nee. Ik doe het er niet om, als dat de vraag is. Maar ik doe het wel bewust. Ik heb op dat moment informatie en de snelste manier om die informatie door te geven,

45

is op dat moment Twitter geworden. Dus heb ik het ook op die manier meegegeven. Ik had op dat moment n bron, een bron waar ik wel honderd procent zeker van was, maar om zeker te zijn, heb je die tweede bron nodig. Mijn collegas van radio en televisie hebben ook gewacht tot ze die tweede bron hadden. Twitter laat mij toe om op basis van die ene bron, die ik honderd procent vertrouwde en die later ook bevestigd is gebleken, die informatie toch mee te geven. VTM-journalist Patrick Van Gompel houdt er een andere mening op na: Ik zou nooit zo dom zijn om een dikke primeur eerst op Twitter te verkopen en die daarna pas in uw eigen nieuwsuitzending te stoppen. Dat vind ik vrij dom. Maar ik denk dat het ook iets is dat journalisten en redacties zichzelf nog moeten aanleren. Dat het nog zelfcorrigerend zal werken. De meningen over scoops op Twitter zijn dus verdeeld. Het risico dat kwakkels op deze manier snel verspreid worden is niet uit te sluiten maar we wensen hierbij wel op te merken dat het bij de klassieke media ook niet te vermijden valt. De affaire Cortebeek, waarbij valse e-mails over zijn ontslag bij het ACV werden verspreid door De Standaard en de VRT, is hier een voorbeeld van. Vergelijking actualiteitsgebonden tweets en persoonlijke tweets Als we deze categorie bekijken kunnen we toch stellen dat 43 procent van de journalisten hun tweets voornamelijk nieuwsgerelateerd zijn. Ze geven nieuws mee, reageren op nieuwsfeiten die ze gelezen of gezien hebben of postten zelf links naar het nieuws.

Er zijn daarnaast ook journalisten die enkel over persoonlijke zaken tweeten, namelijk 21 procent van onze lijst. Bijvoorbeeld: waar ze gaan eten, wat ze die dag/avond gaan doen, waar ze op vakantie gaan. Al dan niet met een foto erbij gevoegd.

46

Toch zijn er ook heel wat journalisten die naast nieuws soms ook over persoonlijke zaken tweeten, een mix van beide dus. Dit is bij 24 procent van de gevolgde journalisten het geval. VRT-journaliste Lisbeth Imbo gebruikt haar Twitteraccount meestal beroepsmatig: Ik vind het een zeer snel medium geworden om dingen te weten te komen. Er zitten heel wat journalisten op die bijvoorbeeld tweeten dat Elio Di Rupo bij de koning zit. Als ik thuis ben, kan ik dat op deze manier goed volgen. Anderzijds zitten er ook veel commentatoren en politici op Twitter die op dingen reageren. Ze zien bijvoorbeeld iets op Terzake en reageren daarop. En vaak kan je dat dan gebruiken in een interview met een tegen- of medestander. Het is ook een handig opzoekmedium geworden. Als ik iets wil weten over een bepaalde uitspraak van iemand maar niet meer goed weet van wie het was, dan plaats ik het op Twitter. En dan krijg je meestal wel binnen het halfuur een antwoord.

Conclusies exploratief onderzoek Als we alle categorien nog eens onder de loep nemen kunnen we tot de volgende conclusies komen: De onderzochte Vlaamse journalisten zijn nogal actief op Twitter, 48,8 procent plaatst minstens n tweet per dag op zijn account. 15,1 procent tweet nooit met collegas, maar van die 15,1 procent tweetten de meesten in het algemeen dan ook niet vaak. Heel veel journalisten maken reclame voor hun journalistiek werk: door een link te plaatsen naar hun bijdrage, door reclame maken voor hun werkgever, door te vermelden wie ze gaan interviewen of waar ze op dat moment mee bezig zijn voor hun job. Twitter is dus zeker een sociaal medium die journalisten gebruiken voor hun job Scoops: Verschillende journalisten hebben in de gevolgde maanden een scoop op Twitter geplaatst. Wanneer dit gebeurde, merk je ook dat er onmiddellijk een discussie gestart wordt. Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje. Dit was bijvoorbeeld het geval toen ex-bisschop Roger Vangheluwe een exclusief interview gaf aan het nieuwsmagazine Vlaanderen Vandaag (VT4).

47

Journalisten kwamen via Twitter te weten dat het interview gaande was en de massale verontwaardiging bracht een grote discussie op gang op Twitter. Ook het feit dat VT4 de scoop had en VTM de beelden onrechtmatig gebruikte, waren voer voor discussie tussen verschillende journalisten zoals Ivan De Vadder, Lisbeth Imbo, Eric Goens, Kathleen Cools, ... (bron De Standaard online, 14 april 2011) De meeste journalisten die wij onderzochten gebruiken hun Twitteraccount voor nieuwsgerelateerde tweets. Ze geven een link mee die naar het nieuws leidt, ze discussiren erover met andere, ze geven hun mening erover enzovoort. Alle bovenstaande conclusies verenigd kunnen we stellen dat de Vlaamse journalist een actief wezen is op Twitter, die zijn account actief gebruikt om reclame te maken voor zijn job (op welke manier dan ook), om nieuwsgerelateerde dingen te bespreken en om contact te houden met collegas. Daarnaast gebruiken ze Twitter ook als een hulpmiddel. Om vragen te stellen, mensen te zoeken die hun kunnen helpen bij een journalistieke opdracht enzovoort. In de algemene conclusie vergelijken wij deze resultaten met die van de online enqute (cfr. infra).

48

Online enqute
Inleiding Het tweede luik van het empirisch gedeelte van deze masterproef bestaat uit een online enqute uitgevoerd in april en mei 2011. De enqute werd uitgevoerd om de exploratieve analyse van de tweets aan te vullen en omdat we wilden nagaan hoe journalisten zelf tegenover dit medium staan. Wij beschrijven in dit deel de procedure van dit deel van ons onderzoek, de vragen en opzet en presenteren uiteindelijk de resultaten en conclusies. Procedure Als aanvulling op het kwalitatieve gedeelte leek het ons opportuun om, op basis van de conclusies uit de literatuurstudie, enkele vragen op te stellen die inzicht konden geven op de ingesteldheid van de journalisten die Twitter gebruiken. De vragen werden verder opgelijst, er werd gekozen voor een mix van open en gesloten (meerkeuze) vragen. De vragen peilden naar de redenen waarom het medium wordt gebruikt en naar de manier waarop de journalist zelf vindt dat hij het medium gebruikt. Wij probeerden onze vragenlijst zo logisch mogelijk in te delen (cfr. supra) door te beginnen met enkele algemene socio-demografische vragen en vragen over sociale media. Daarna werd er gepeild naar het Twittergebruik, de manier waarop en vooral waarom men het gebruikt, om dan af te sluiten met enkele statements over Twitter die we hebben opgepikt tijdens het schrijven van deze masterproef1. Het opstellen van de vragenlijst gebeurde via de online tool Surveygizmo. We hielden het totaal van de vragen op 36, zodat de tijd om de enqute in te vullen ook niet te lang werd. Om ons onderzoek ruchtbaarheid te geven postten we de links naar ons onderzoek regelmatig op ons profiel, maar op Twitter kunnen enkel de mensen die jou volgen je tweets zien en aangezien niet elke journalist die we wilden bereiken ons volgt, moesten wij ook nog andere methodes gebruiken. We werden hierbij geholpen door andere Twittergebruikers die onze link hadden geretweet en door journalisten die de enqute hadden ingevuld, die de link dan op hun beurt hadden verspreid onder collegas. In totaal werden onze verschillende tweets die journalisten
1

Zo is de stelling elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben geponeerd door Ivan De

Vadder tijdens het BJIT-debat in Zellik.

49

aanspoorden om onze enqute in te vullen 70 keer geretweet, door zowel journalisten die het reeds invulden, als door bevriende twitteraars. Enkele journalisten konden we ook bereiken met Direct Messages (een berichtsysteem op Twitter waarbij je korte berichten kan sturen naar je volgers) en we merkten wel dat we hierop redelijk wat respons kregen2. Onderzoeksvragen en opzet Zoals reeds eerder vermeld wilden we een logische volgorde opstellen en ervoor zorgen dat onze enqute niet te lang duurde om te beantwoorden, daarom mikten we op 10 minuten invultijd. Toen we de enqute online hadden geplaatst kregen we toch nog enkele opmerkingen. Zo tweette Michael Opgenhaffen (@MichOpgenhaffen ) dat we beter een richttijd van 5 minuten hadden gebruikt en de socio-demografische vragen achteraan hadden geplaatst. De enqute stond toen reeds online en was al door enkelingen ingevuld, dus vonden we het niet opportuun nog zaken te veranderen, maar het voordeel van Twitter wordt hiermee nogmaals gellustreerd: de directe feedback kan heel wat kennis en informatie opleveren. De vragenlijst met mogelijke antwoorden werd integraal in de bijlage (cfr. infra) opgenomen vanwege de lengte ervan. Resultaten In dit gedeelte bespreken we de belangrijkste resultaten van de enqute per onderdeel. Het aantal respondenten dat een specifiek antwoord aangaf wordt steeds aangegeven door N=. Het totale aantal respondenten is 128, dus N=128. Socio-demografische gegevens In dit gedeelte vroegen we de respondenten hun geslacht, geboortejaar, woonplaats, werkgever en opleiding op te geven. Geslacht 78,5 procent (N=102) van de respondenten was een man, 21,5 procent (N=28) een vrouw.

De boodschap stuurden we op deze manier de wereld in:

Beste journalist op Twitter, heeft u 10 min. tijd om onze enqute over Twitter voor onze thesis in te vullen? Bedankt! http://bit.ly/e0y04l

50

Woonplaats De respondenten gaven bij woonplaats de gemeente/stad aan waar ze wonen. Wij sommen de resultaten op per provincie uit privacyredenen. Resultaten per provincie: Brussel: 17 Antwerpen: 42 Oost-Vlaanderen: 41 West-Vlaanderen: 11 Vlaams-Brabant: 14 Limburg: 3

De meeste Twitterende journalisten wonen dus in Antwerpen of Oost-Vlaanderen, al geven deze resultaten weinig meerwaarde aan de onderzoeksresultaten. Geboortejaar Deze antwoorden groepeerden we per decennium met als doel de analyse te vergemakkelijken. Uiteraard is dit een zeer arbitraire indeling, maar uiteindelijk is leeftijd niet allesbepalend voor dit onderzoek. Resultaten per leeftijdscategorie: Jaren 50: 3 respondenten bevinden zich in deze leeftijdscategorie Jaren 60: 17 Jaren 70: 36 Jaren 80: 69 51

Jaren 90: 3

Het grootste deel van de actieve Twitterende journalisten is dus dertiger of veertiger (82% van de respondenten). Deze cijfers liggen in de lijn van het algemene profiel van de Vlaamse journalist (Deltour, P., 2010). Freelance of vaste loondienst We bevroegen, naast de werkgever van de journalist in kwestie, ook of de journalist freelancer of vaste werknemer is. De antwoorden op deze open vraag waren niet altijd eenduidig sommige respondenten vulden hier enkel hun werkgever in maar globaal kunnen we besluiten dat de werknemers in loondienst in de meerderheid zijn. Freelance: 33 respondenten gaven dit antwoord aan Vaste loondienst: 93 Andere/weet niet: 2

Medium waarvoor de journalist werkt/werkgever Ook hier liepen de antwoorden sterk uiteen. Totaalcijfer komt niet overeen met het aantal respondenten omdat sommigen meerdere media opgaven.

52

1. TV & radio (in willekeurige volgorde) VRT: 24 (uiteenlopende media: Radio1, Sporza, Canvas, nieuwsdienst, Radio2) VTM: 14 (Q-music, nieuws, VMMA)

2. Print (in willekeurige volgorde) De Morgen: 7 Het Laatste Nieuws: 5 Het Nieuwsblad: 2 Knack: 7 De Tijd (Mediafin): 8 De Standaard: 2 Story: 2

3. Andere: 28 (Flair, Humo, Clickx, Klasse, Libelle, Ch, ...) Opleiding Universitair: 56,3% (N=71) Hoger onderwijs (korte type): 25,8% (N=32) Hoger onderwijs (lange type): 10,2% (N=14) ASO: 2,3% (N=4) Andere: 5,5% (N=7)

53

Richting en graad van het hoogste behaalde diploma: De meest voorkomende studierichtingen liggen in de lijn van het beroep: journalistiek (18 respondenten) en communicatiebeheer of wetenschappen (15 respondenten). Daarnaast zijn er ook redelijk wat respondenten die talen studeerden. De antwoorden op deze vraag lopen alweer sterk uiteen, waardoor volledige cijfers moeilijk kunnen weergegeven worden. Interpretatie van deze resultaten: Twittergebruikers zijn een veelal hooggeschoold en mannelijk publiek. We vroegen in dit gedeelte eveneens om de Twitternaam op te geven (optionele vraag), maar om privacyredenen werden de antwoorden hierop weggelaten. Vragen over het gebruik van sociale media in het algemeen In deze reeks vragen peilden we naar het gebruik van sociale netwerksites: welke worden door journalisten het vaakst gehanteerd en waarom? We gaven enkele belangrijke, uit de literatuur afgeleide antwoorden op, maar er bestond ook de vrijheid om andere sites of redenen op te geven. Op welke sociale netwerksites heeft u een account? Twitter: uiteraard 100%, we wilden enkel journalisten bereiken die Twitter gebruiken (N=128) Facebook: 93% (N=120) LinkedIn: 76% (N=98) Eigen blog: 36% (N=47) Sociale bookmarking sites: 22,5% (N=29) Tumblr: 21,7% (N=28) MySpace: 19,4% (N=25) Google Buzz (ondertussen vervangen door Google+): 13,2% (N=17) iTunes Ping: 13,2% (N=17) Andere: 12,4% (N=16)

54

Bij de categorie andere bestond de mogelijkheid om zelf een antwoord aan te vullen. 15 respondenten maakten hiervan gebruik. De ingevulde antwoorden lopen sterk uiteen. We zetten daarom de ingevulde sites op een rijtje hieronder, we vulden zelf de functie van de sites in kwestie aan tussen haakjes. Disqus.com (commentarenplatform waarbij je een community bouwt) Hyves.nl (populaire Nederlandse netwerksite vergelijkbaar met Facebook en Netlog) Last.FM (sociale netwerksite die gebruikers op basis van muzieksmaak met elkaar verbind) Netlog.be (de Vlaamse versie van Facebook) Posterous.com (een publishing platform dat je posts op verschillende sociale media integreert in een blog) Quora.com (een sociale netwerksite die gebruikers toelaat op de vragen van medegebruikers te antwoorden en hen zelf vragen te stellen) Yammer.com (een sociale netwerksite die werknemers van bedrijven groepeert en zo, naar eigen zegge, corporate communicatie verbetert) Friendfeed.com (een sociale netwerksite die alle updates van alle vrienden van verschillende sociale netwerksites aggregeert) Second Life (virtuele wereld waarin je contact kan leggen met andere virtuele versies van echte personen) Soundcloud.com (een sociale netwerksite die muzikanten en djs toelaat om muziek up te loaden en te delen met vrienden)

55

Soup.io (een eenvoudige blogsite in de stijl van Tumblr), Evernote.com (notitietool, eigenlijk geen echte sociale netwerksite) en Flickr.com (site waar fotos kunnen gedeeld worden) Twitxr (een site waarbij je direct fotos kan delen met vrienden op verschillende sociale netwerksites) Youtube (sociale netwerksite rond video), Instagram (iPhoneapplicatie die je toelaat fotos met een netwerk te delen en ze te bewerken met filters) en Foursquare.com (locatiegebaseerd sociaal netwerk en smartphone applicatie waar je op plaatsen moet inchecken en dat kan delen met vrienden) 2 respondenten gaven als antwoord (te) veel om op te noemen aan

Welke sociale netwerksites gebruikt u het meest en waarom? Deze vraag bestaat uit twee delen: eerst moest de respondent op basis van de meerkeuzeantwoorden uit de vorige vraag een keuze maken uit de opgegeven sociale netwerksites en vervolgend diende men via een puntensysteem (1, 2 en 3) de belangrijkste redenen voor gebruik opgeven. We zien dat de ranking van de sites ongeveer de lijn volgt van de antwoorden op de vorige vraag: de sites waar de meerderheid een account op heeft worden ook het vaakst gebruikt. Let wel: we hielden er rekening mee dat sommige respondenten slechts 1 of 2 sociale netwerken actief gebruiken. Het tweede en derde luik van deze vraag was dan ook optioneel en werd dan ook niet door alle respondenten ingevuld, we geven de aantallen dan ook per vraag weer. Daarnaast werd ook rekening gehouden met journalisten die Twitter niet in hun top drie van meest gebruikte sites geplaatst hadden. Voor hen werd een extra vraag (optioneel en dus niet door iedereen ingevuld) gecreerd, waardoor ze alsnog de redenen van gebruik voor Twitter konden opgeven3. Ranking 1. Twitter 2. Facebook 3. LinkedIn 4. Eigen blog
3

Voor deze resultaten zijn er geen cijfers voorhanden van het aantal respondenten die de bepaalde sociale netwerksite op 1, 2 of 3 plaatste.

56

5. Social bookmarking site 6. Tumblr 7. Google Buzz 8. MySpace 9. iTunes Ping 10. Andere Voornaamste redenen van gebruik van de sociale netwerksite op de eerste plaats De antwoorden op deze vraag gelden op de site die de journalist aangaf het meeste te gebruiken. In de meeste gevallen gaat het hier om Twitter, maar dit geldt niet voor alle antwoorden. Helaas bestond de mogelijkheid niet om hier een opsplitsing te maken, maar zoals we verder zullen zien liggen de antwoorden zeer vaak in dezelfde lijn, er is dus zeker sprake van interne consistentie. 1. Nieuwsgaring: voor 60,8% is dit de belangrijkste gebruiksreden (N=79) 2. Nieuws delen: 47,7% (N=62) 3. Op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collegas: 40% (N=52) 4. Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten: 30,8% (N=40) 5. Conversaties voeren en discussiren: 23,8% (N=31) 6. Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): 23,1% (N=30) 7. Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: 19,2% (N=25) 8. Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken: 12,3% (N=16) 9. Om mezelf als journalist in de markt te zetten: 10,8% (N=14) 10. Om afspraken te maken: 3,8% (N=5) 11. Andere: 3,1% (N=4) Bij de antwoordcategorie andere bestond de mogelijkheid om zelf een gebruiksreden op te sommen. 4 respondenten deden dit en de reden kunnen we samenvatten als amusement. We merken dus een duidelijke aftekening van de top drie op, want na die top drie zakt het percentage naar 30%. We kunnen dus stellen dat Twitter voornamelijk gebruikt wordt om de actuele stand van zaken te volgen, de drie voornaamste gebruiksredenen 57

hebben allemaal daarmee iets te maken. Zichzelf als journalist in de markt zetten is geen populaire gebruiksreden. Personal branding, zoals dit vaak omschreven wordt, is voor vele gebruikers een belangrijke gebruiksreden, maar blijkbaar (nog) niet voor de gemiddelde Vlaamse journalist op Twitter. Bart Eeckhout (De Morgen) beschrijft het als volgt: Het is een belangrijke kans die het medium ons als journalist geeft. Zo kunnen we op Twitter reclame maken voor stukken die we zelf gemaakt hebben. Ik probeer zelf ook zo fair te zijn om ook het werk van collegas van andere redacties aan te prijzen, ook al gebeurt het niet zo vaak. Maar het is zo dat hetgeen ik doorstuur aan artikels, daarvan 90 procent van onze eigen redactie komt. Het werkt een beetje als een soort reclamebord voor het werk dat wij hier leveren. Voornaamste redenen van gebruik van de sociale netwerksite op de tweede plaats Deze vraag peilde naar de sociale netwerksite die, naast Twitter, het vaakst gebruikt wordt. Op basis van de eerder vermelde ranking is het antwoord op deze vraag Facebook, de vraag werd ingevuld door 124 respondenten. Deze antwoorden verschillen op bepaalde vlakken van de antwoorden op de vorige vraag. De volgorde verschilt essentieel: hier is, in de lijn met wat de literatuur uitwijst, het sociale en vriendschappelijke belangrijker dan op Twitter. Slechts op de tweede plaats (en allemaal even belangrijk) komen de actualiteitsgebonden functies. De volgorde van de functies verschilt niet veel met de antwoorden op de vraag die peilde naar de functies van Twitter. 1. Op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collegas: voor 45,2% is de belangrijkste gebruiksreden (N=56) 2. Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten & nieuws delen & nieuwsgaring: elk 32,3% (N=120, voor elke antwoord apart: N=40) 3. Conversaties voeren en discussiren: 23,4% (N=29) 4. Om mezelf als journalist in de markt te zetten: 20,2% (N=25) 5. Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): 16,9% (N=21) 58

6. Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken & om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: beiden 13,7% (N=17) 7. Om afspraken te maken: 9,7% (N=12) 8. Andere: 6,5% (N=8) Ook hier bestond de mogelijkheid om zelf een reden in te vullen bij de categorie andere. Het gros van de antwoorden hier is vrije tijd en om persoonlijke redenen. Achtergrondinfo verzamelen en netwerken en contacten onderhouden werden ook opgegeven. Voornaamste redenen van gebruik van de sociale netwerksite op de derde plaats Uit de ranking (cfr. infra) blijkt dat LinkedIn de derde meest door journalisten geraadpleegde sociale netwerksite is. Deze site heeft een specifiek doel (professioneel netwerk uitbreiden) en hier verwachtten we dus andere resultaten dan Twitter en Facebook. De verwachtingen werden ingelost. Deze vraag werd ingevuld door 114 respondenten. 1. Om mezelf als journalist in de markt te zetten: voor 43% is dit de belangrijkste gebruiksreden (N=49) 2. Op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collegas: 31,6% (N=36) 3. Nieuws delen en persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten: 21,9% (N=50, voor elk antwoord apart: N=25) 4. Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken: 17,5% (N=20) 5. Andere: 13,2% (N=15) 6. Nieuwsgaring: voor 12,3% (N=14) 7. Om afspraken te maken: 10,5% (N=12) 8. Conversaties voeren en discussiren: 8,8% (N=10) 9. Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: 7,9% (N=9) 10. Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): 4,4% (N=5) De antwoorden die bij deze vraag bij andere werden geplaatst kunnen we samenvatten als netwerken. Anderen gebruiken het ook nog om jobmogelijkheden te exploreren of fotos te verdelen. 59

Voornaamste redenen van gebruik van Twitter indien deze site niet opgenomen werd in de top 3 Hier peilden we weer naar de gebruiksredenen van Twitter. De vraag werd ingevuld door 16 respondenten, dit wil dus zeggen dat 16 personen Twitter niet in hun top 3 van meest gebruikte netwerksites hadden geplaatst. De belangrijkste redenen die zij aangeven liggen in de lijn van de antwoorden die de journalisten gaven op de vraag waarom zij de sociale netwerksite die zij in de ranking op 1 plaatsten het meest gebruiken. De drie belangrijkste redenen zijn dezelfde voor deze vragen. 1. Nieuwsgaring: voor 81,3% is dit de belangrijkste gebruiksreden (N=13) 2. Nieuws delen: 62,5% (N=10) 3. Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten & op de hoogte blijven van activiteiten van kennissen, vrienden en collegas & om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel: elk 25% (N=12, voor elk antwoord apart: N=4) 4. Om mezelf als journalist in de markt te zetten & meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop): beiden 18,8% (N=6, voor elk antwoord apart: N=3) 5. Conversaties voeren en discussiren & getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken & om afspraken te maken & andere: 6,3% (N=2, voor elk antwoord apart: N=1) 1 persoon gaf bij de categorie andere het antwoord geen in het rijtje aan. Vragen over het gebruik van Twitter Sinds wanneer heeft u een Twitteraccount? We maakten voor deze vraag geen vooropgestelde antwoorden. We turfden de antwoorden op de volgende manier: Eind 2006: 2 Begin 2007: 7

60

Eind 2007: 2 Begin 2008: 5 Eind 2008: 5 Begin 2009: 19 Eind 2009: 14 Begin 2010: 19 Eind 2010: 15 Begin 2011: 7 Weet niet: 3

We zien dat de grootste piek in 2009 en 2010 ligt, het moment dat de site voor het grote publiek begon te boomen. Persoonlijk of privgebruik van Twitter?

Twitter enkel gebruiken voor persoonlijke doeleinden, komt als journalist niet vaak voor (7,8%, N=11). De meeste respondenten gebruiken het medium voor beide (50%, N=65). 42,2% (N=54) gaf aan Twitter enkel te gebruiken voor professionele doeleinden.

61

Op welke manier gebruikt de respondent zijn Twitteraccount het meest?

De meerderheid (67,2%, N=87) gebruikt Twitter zowel om zelf zaken te posten, als om interessante mensen te volgen. 21,9% (N=27) gebruikt de site enkel om de laatste reden, hetgeen we passief noemden, hij of zij post zelf geen tweets. 10,9% (N=14) gebruikt het dan weer enkel om zelf te tweeten. Heeft de respondent 1 of meerdere accounts op Twitter?

De meerderheid houdt het bij 1 account, bijna 80% (N=102). 20% (N=26) heeft meerdere accounts. Bij deze 20% vroegen we door naar de beweegredenen voor het hebben van 2 of meer accounts. De volgende vraag luidde daarom: Heeft u meerdere account zodat u uw publieke persoonlijkheid van uw private kan scheiden?. 40% antwoordde ja daarop, 60% neen. Bij die 60% vroegen we om een andere reden op te geven. Veel antwoorden hierop liggen ongeveer in dezelfde lijn, we namen de volledige lijst op in de bijlage (bij de antwoorden op de respectievelijke vraag). We

62

merken vooral op dat journalisten ook steeds meer voor hun bedrijf/programma tweeten, zo gaven enkele respondenten aan voor hun magazine of programma te tweeten. Een krantenjournalist kan bijvoorbeeld de feed van zn krant onderhouden, maar tegelijkertijd ook zijn eigen, persoonlijke account hebben. Een redacteur bij een nieuwsprogramma kan bijvoorbeeld via de Twitteraccount van zijn programma de gasten van vanavond aankondigen, maar ook persoonlijk tweeten via zijn eigen gebruikersnaam. Andere hebben een extra account ter ontspanning, terwijl de andere zegt hem te gebruiken voor specialisatie. Twee accounts hebben wordt in deze gevallen dus als nuttig beschouwd. Volgens ons is dit een fenomeen dat nog zal toenemen in de toekomst. Hoe vaak maakt u gebruik van Twitter? (meerkeuzevraag)

Het merendeel van de ondervraagde journalisten gebruikt het medium al vrij intensief en raadpleegt het meerdere keren per dag (72,7%, bijna drie vierder). 16,4% geeft aan er dagelijks gebruik van te maken. Dat wil dus zeggen dat bijna 90% van onze respondenten Twitter minstens 1 maal per dag raadpleegt. Dit houdt natuurlijk verband met de vluchtigheid van het medium, om mee te zijn met de actualiteit is het aangewezen om de site op dagelijkse basis te bekijken. Uiteraard kan dit resultaat ook een vertekening in de resultaten opleveren, want niet iedere Vlaamse Twitterende journalist kent het medium al genoeg om het dagelijks te hanteren. We houden hier rekening mee in het gedeelte beperkingen (cfr. infra). De overige 10% van de respondenten gebruikt het medium significant minder: 7% meerdere keren per week, 1,6% wekelijks, 0,8% meerdere keren per maand en 1,6% maandelijks. We kregen in verband met deze vraag een terechte opmerking op Twitter van journalist @bergbosburcht (Frank Willemse). Hij zei ons: Resultaten al gedateerd

63

nog voor je ze had neergeschreven. Ik gebruik Twitter al helemaal anders dan 3 maanden geleden (link naar tweet!). Uiteraard heeft hij hier gelijk, zoals we al aangaven: er kwamen steeds meer journalisten bij tijdens ons onderzoek en die leren de site allemaal maar geleidelijk aan kennen. Het gebruik van de site evolueert dus snel en de gebruikers bijgevolg ook. We houden met deze opmerking ook rekening in het gedeelte beperkingen (cfr. infra). Hoe actief vindt u zichzelf op Twitter?

Deze vraag geeft ons een interessante vergelijking met de vorige vraag. Ongeveer 90% gaf aan de site minstens dagelijks te raadplegen, maar slechts 1/4e van de respondenten noemt zichzelf echt actief op de site. 35,2% vindt zichzelf eerder actief, 20,3% neutraal (noch actief, noch passief). Ongeveer 20% vindt van zichzelf dat hij of zij de site (eerder) passief gebruikt. In het algemeen wijzen deze antwoorden in vergelijking met de antwoorden op de vorige vraag uit dat de journalisten van zichzelf vinden dat ze het medium nog actievere kunnen gebruiken. Op welke manier raadpleegt u Twitter het meest?4 1. Op het werk op mijn pc/laptop 2. Thuis op mijn pc/laptop 3. Op mijn mobiele telefoon 4. Op mijn tabletcomputer (bijvoorbeeld: iPad)

Voor deze resultaten voorhanden van hoeveel respondenten een bepaald antwoord aangaven.

64

5. Andere (bij deze categorie was er de mogelijkheid om zelf een gebruikersplatform op te geven, maar dit werd door geen enkele respondent gedaan)

Welke mensen volgt u het meest?

1. Opiniemakers binnen mijn vakgebied: 90,6% (N=118) 2. Collegas: 85,9% (N=110) 3. Feeds van kranten/persbureaus/bedrijven (N=78) 4. Kennissen en vrienden: 55,5% (N=73) 5. Opiniemakers buiten mijn vakgebied (N=67) 6. Andere (N=12) Ook hier kregen respondenten de mogelijkheid om bij andere zelf een antwoord op te geven. Bekende mensen zijn over het algemeen populair op Twitter en dat blijkt ook uit de aangegeven antwoorden, ook atleten horen volgens ons bij deze categorie. Daarnaast zien we dat Twitter ook ter ontspanning wordt gebruikt aangezien sommigen duidelijk geen band moeten hebben met de gevolgde persoon, maar hem of haar gewoon grappig, origineel en interessant kan vinden om hem of haar te volgen op Twitter. De volledige lijst van antwoorden op de categorie andere is te vinden in de bijlage bij de antwoorden op de respectievelijke vraag. Collegas aansporen om te tweeten? De ene helft van de respondenten (48,5%, N=63) doet dit, de andere helft (51,5%, N=67) niet. 54 respondenten konden al 1 of meerdere collegas overtuigen.

65

Kwalitatieve antwoorden op deze vraag zijn voer verder onderzoek, ook onze interviewees werden hier niet over bevraagd. Policy omtrent Twittergebruik op het werk? Steeds meer doken in de actualiteit berichten op over hoofdredacteurs die hun journalisten regels opleggen omtrent het gebruik van sociale media. Een voorbeeld hiervan is de blogpost van de Belgische NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch (2010, 14 april). Hij beschrijft hierin argumenten die voor en tegen een algemene code inzake het gebruik van sociale media op de redactie pleiten en besluit dat het niet toegestaan is om interne informatie over de krant of NRC Media te plaatsen of te bespreken en dat het niet verstandig is om operationele informatie te plaatsen. Ook de NOS in Nederland heeft een zogenaamd Twitter-reglement (Overdiek, 2009). Ook in ons land blijken er wel op n of andere manier al regels op de redacties te zijn, dat blijkt uit de resultaten van deze vraag. 1 vierde (N=32) geeft aan dat er reeds (ongeschreven?) regels zijn omtrent het gebruik van Twitter op de werkvloer. 9,4% (N=12) weet het niet en 65,6% (N=84) zegt dat er (nog) geen policy is in zijn of haar mediabedrijf.

Optioneel kon aangegeven worden wat die policy juist inhoudt. De volledige lijst van antwoorden werd opgenomen in de bijlage, maar over het algemeen kunnen we stellen dat er vanuit het mediabedrijf aangeraden wordt om voorzichtig te zijn. We merken op dat de werkgever vooral zaken adviseert, zonder die echt in een reglement te gieten. Wat duidelijk is, is dat de VRT daarentegen een goed

66

uitgewerkte code heeft die de journalistieke deontologie integreert. Negatieve uitlatingen tegenover het huis en subjectiviteit zijn daarbij ten strengste verboden. Woorden (of gelijkaardige antwoorden) als aandachtig, bewust mee omgaan en loyaliteit zien we vaak terugkomen. De journalisten worden dus vooral geacht om de deontologie die op hen van toepassing is door te trekken naar de sociale media. Andere opvallende antwoorden: iemand die zegt dat het gebruik aangemoedigd wordt en andere respondenten die ook aangespoord worden om hun medium via Twitter beter te profileren. Werkgevers beginnen met andere woorden het belang van dit medium voor de journalistiek in te zien en nemen al behoorlijke initiatieven om richtlijnen te geven over het gebruik ervan op de werkvloer. Een mooi voorbeeld van hoe een mediabedrijf en haar werknemers tegenover het persoonlijk gebruik van sociale media staan, vonden we terug in Joost (mei 2011, p.2), het bedrijfsblad van de VRT. In dit blad wordt elke maand een poll opgenomen die werd ingevuld door de werknemers. Op de vraag Mag je als medewerker op Facebook of Twitter je mening over de VRT de vrije loop laten? werd met 82 procent (N=197) nee geantwoord en slechts 18 procent vind dit wel kunnen (N=43). Het is dus belangrijk om het eigen huis niet in een negatief daglicht te plaatsen, al kunnen we hier niet uit concluderen dat dit voor elk mediabedrijf geldt. Scoops op Twitter? En derde van de respondenten postte al eens een scoop, deelde het nieuws op Twitter vooraleer hij/zij het nieuws op een andere manier deelde met het publiek, 67% niet We vroegen aan de 33% die positief op deze vraag antwoordde hoe vaak zij dit doen, de resultaten worden samengevat in de volgende grafiek (46 respondenten beantwoordden deze optionele vraag)

67

Hoewel het steeds meer gebeurd, kunnen we niet stellen dat het al sterk ingeburgerd is: drie vierde post scoops maximum enkele keren per maand. In het exploratieve onderzoek werd deze functie al uitvoerig besproken (cfr. supra). Stellingen We legden de respondenten drie stellingen voor die het belang van Twitter in de journalistieke wereld onderstrepen en vroegen of men akkoord ging of niet. We plaatsen per stelling een taartdiagram met de procenten per antwoordmogelijkheid en bespreken de resultaten aan het eind van dit gedeelte. Volgens recente berichten is er steeds minder aandacht voor buitenlands nieuws. Twitter kan deze trend keren.

Journalisten houden op hun Twitteraccount best hun private en professionele leven gescheiden.

68

Elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben.

Samenvatting van deze resultaten Wanneer de antwoorden op de stellingen samenvatten kunnen we stellen dat er toch nog vaak geen mening of neutraal geantwoord wordt. Ongeveer n vierde gaf telkens aan neutraal te staan tegenover de stelling. Uiteraard kan er niet gesteld worden dat dit steeds dezelfde respondenten waren. We kozen in dit onderzoek expliciet voor uitspraken die Twitter positief voorstellen en het nut ervan benadrukken. Globaal zien we dat journalisten toch eerder positief staan tegenover dit medium, er is een groter percentage dat (eerder) akkoord antwoordt dan (eerder) niet akkoord. Bij de laatste stelling gaat dit zelfs over bijna 60%. Volgens ons wijst dit uit dat de bevraagde journalisten Twitter als een meerwaarde beschouwen voor hun beroep. Uiteraard moeten we ook hier nuanceren: de respondenten zijn journalisten die Twitter reeds (volop) gebruiken, waardoor het bijna logisch wordt dat zij positief staan tegenover het medium. Een bevraging uitvoeren bij journalisten die Twitter niet kennen of gebruiken zou evengoed tegengestelde resultaten kunnen genereren. Verder onderzoek hier rond is dus aangewezen (cfr. infra). Weggelaten vragen in deze analyse

69

Omwille van privacyredenen lieten we in de resultaten enkele vragen en antwoorden erop weg. Zo konden respondenten optioneel hun Twitternaam en e-mailadres opgeven, maar namen wij dit niet op in deze paper. Ook het aantal volgers en gevolgden werden gevraagd, maar voor de uiteindelijke analyse hadden deze gegevens weinig relevantie en, zo merkten we op, niet elke respondent heeft deze getallen even correct ingevuld. Conclusies online enqute Deze kwantitatieve bevraging heeft een duidelijk beeld kunnen schetsen van de motivatie voor het gebruik van Twitter door Vlaamse journalisten. De belangrijkste learnings worden hier onder geschetst. Een vergelijking met de gemiddelde Vlaamse beroepsjournalist volgt in de algemene conclusie (cfr. infra). Profiel van de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist De bevraging van socio-demografische gegevens laat ons toe een beeld te schetsen van de gemiddelde journalist die twittert. Hij is mannelijk, geboren in de jaren 80 en raadpleegt Twitter op dagelijkse basis. Hij werkt in vaste loondienst en heeft zijn hogere studies afgerond. Hoe gebruikt de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist sociale media? De respondent is blijkbaar goed thuis in de wereld van de sociale media, bijna iedereen heeft naast een Twitter- ook een Facebookaccount. Naar het gebruik van sociale media in het algemeen werd niet gepeild, er kunnen dus geen uitspraken gedaan worden over de intensiviteit van het gebruik van sociale netwerksites. We zien dat verschillende sites verschillende functies vervullen in het leven van een journalist. Ook al is er een af en toe overlapping tussen de drie meest gebruikte sites, Twitter, Facebook en LinkedIn, toch kunnen we zeggen dat ze elk een specifiek imago hebben en dus voor elke site aparte motivaties bestaan om ze te gebruiken. Hoe gebruikt de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist Twitter? De respondenten zijn overduidelijk nog steeds de verschillende mogelijkheden van het medium aan het testen. De meerderheid sloeg n twee jaar geleden aan het twitteren, de periode dat Twitter bekend werd voor het grotere publiek. Twitter wordt

70

wel op verschillende manier gebruikt: er zijn respondenten die het louter in het professionele leven gebruiken, anderen voor privdoeleinden en daarnaast merkten we ook zowel passief als actief gebruik op. Een duidelijke lijn in het gebruik is dus moeilijk te trekken, daarvoor zal het medium waarschijnlijk nog meer ingeburgerd moeten geraken bij de beroepsgroep. De attitude tegenover het sociale medium is toch overwegend positief: men spoort collegas aan om het uit te proberen en reageert voornamelijk positief op de gegeven stellingen. Zon ingesteldheid zorgt er volgens ons voor dat Twitter nog groeipotentieel heeft bij journalisten in ons land. De situatie dient met andere woorden steeds opgevolgd te worden, verder in deze masterproef doen wij dan ook aanbevelingen voor verder onderzoek in dit gebied.

71

Conclusies
Beperkingen
De twee verschillende gevoerde onderzoeken hebben naast enkele interessante bevindingen, uiteraard ook beperkingen met zich meegebracht. Doordat we een exploratieve studie uitvoerden, kon niet elk aspect onderzocht worden en waren er ook zaken die onmogelijk konden betrokken worden in onze studie. Hieronder sommen we, in lijstvorm, enkele belangrijke beperkingen van ons onderzoek op. Deze beperkingen betekenen echter niet dat het onderzoek waardeloos is geweest. De allereerste beperking van ons onderzoek is de tijdspanne: onderzoek uitvoeren over een langere periode is altijd aangewezen, maar wij moesten rekening houden met een tijdslimiet, waardoor we de analyse niet langer konden rekken dan twee maanden. In verder onderzoek zou een studie van zes maanden een vollediger beeld kunnen schetsen van het journalistieke Twitterlandschap. Doordat het medium nog maar 5 jaar bestaat is er slechts weinig wetenschappelijke literatuur om handen over dit onderwerp. De aanwezige literatuur is ook overwegend Amerikaans en de conclusies daaruit zijn dus vaak niet door te trekken naar de situatie in ons land, of zelf in Europa. We hebben wel de indruk dat het aantal onderzoeken naar dit medium in Europa gestaag groeit. Een toekomstig onderzoek dat zich toespitst op het uitspitten van al deze literatuur kan ook voor dit medium een grote meerwaarde betekenen. De vluchtigheid van het medium brengt verschillende beperkingen met zich mee. Ten eerste verandert het gebruik ervan danig snel (cfr. de opmerking van Frank Willemse, supra), onderzoek kan hier moeilijk op inspelen. Door deze snelheid is ook het aantal onderzoeksvariabelen dat kan opgenomen worden in een onderzoek beperkt. Timelines van mensen die vaak tweeten veranderen danig snel, dat er moeilijk op in te spelen valt. Twitter groeit snel en dat beschouwen we (deels) als een beperking: steeds meer journalisten vonden tijdens ons onderzoek de weg naar Twitter, 72

waardoor we nooit een volledige lijst van journalisten hadden kunnen maken. Indien het onderzoek nu zou uitgevoerd zou men rekening moeten houden met een veel grotere steekproef. De lijst van journalisten die tot nu toe aanlegden telt bijvoorbeeld al meer dan 300 twitterende journalisten. Een steekproef van 500 respondenten lijkt ons dan ook haalbaar voor verdere analyses. Een andere beperking is het feit dat we niet altijd rekening konden houden met oververtegenwoordiging. We hadden het idee om ervoor te zorgen dat in ons onderzoek niet teveel journalisten van n bepaald mediabedrijf opgenomen werden, maar dit was niet altijd mogelijk. Zo konden we bijvoorbeeld vaststellen dat er meer journalisten van de VRT en De Standaard actief aanwezig zijn op Twitter dan van andere mediabedrijven. Het aantal verschillende aspecten dat we konden analyseren was ook beperkt. Zo hadden wij er bijvoorbeeld ook aan gedacht om het aantal scoops en conversaties met collegas te registreren, maar door de tijdspanne van twee maanden in achting te nemen, wat al een hele tijd is naar Twitternormen, was dit bijna onbegonnen werk. De constante stroom van en bijgevolg de grote hoeveelheid aan informatie maakt het dus moeilijk om de vele functies en aspecten van het medium bij het onderzoek te betrekken. We hebben dus, op basis van efficintie, keuzes moeten maken. Een andere beperking van dit onderzoek is dat het niet veralgemeenbaar is voor het gehele land. We waren beperkt, door taal en de voorgenoemde beperkingen, en konden daardoor enkel het Nederlandstalige deel van de journalistieke Twitterpopulatie voor onze rekening nemen. Verder onderzoek naar het Franstalige deel en het volledige Belgische journalistieke Twitterlandschap is dan ook aangewezen (cfr. infra). Niet enkel om een exhaustiever beeld kunnen schetsen, maar ook om verschillen en gelijkenissen in gebruik en perceptie bloot te leggen. In het begin van dit onderzoek hadden we het idee om de scoops die op Twitter gepost worden heel nauwgezet te worden, maar hier is alweer de snelheid van het medium de spelbreker. Je kan moeilijk 24 op 24 je Twitterfeed volgen en alles even nauwgezet analyseren. Zodoende was het bijna onmogelijk om elke tweet van elke gevolgde journalist gelezen te hebben. Het oorspronkelijk doel was om scoops te ontdekken en te weten te komen, aan de hand van de sites van de media waarvoor de journalist in 73

kwestie werkt, hoeveel sneller de journalist het bericht wereldkundig maakte dan het officile medium, namelijk de site. Dit was door verschillende reden bijna onmogelijk en vormde uiteraard ook een probleem voor freelancers. Een kanttekening die we hierbij moeten plaatsen is het feit dat sommige sites een twitterfeed op de home page zetten, met gentegreerde tweets van journalisten die voor de site werken (bijvoorbeeld Karl Vannieuwkerke (@vannieuwkerke) bij sporza.be), en dat er via deze journalisten en feeds nieuws op de site komt te staan, dat nog niet is bekend gemaakt op de site zelf. Om deze twee aspecten te synchroniseren is er dus duidelijk nog wat werk aan de winkel. Het feit dat we niet kozen voor diepte-interviews (behalve de interviews met Lisbeth Imbo, Ivan De Vadder, Patrick Van Gompel en Bart Eeckhout) met fervente twitterende journalisten kan door sommigen misschien ook als een beperking worden beschouwd. Wij hadden de vrees dat ons onderzoek op die manier te uitgebreid zou worden en enkel een hard core publiek (en het gebruik van het medium door dat publiek) in de kijker zou zetten. Wij kozen met andere woorden bewust voor een online enqute omdat we zo meer meningen en mensen konden bevragen en een vollediger beeld zouden kunnen schetsen van de gemiddelde Vlaamse twitterende journalist. Voor verder onderzoek raden wij natuurlijk diepte-interviews aan, omdat deze een grote schat aan informatie kunnen opleveren als het gaat over het dagelijkse gebruik van Twitter en de integratie ervan op de journalistiek werkvloer. Ten slotte kunnen op voorhand opgegeven antwoorden ook als een beperking worden aanzien. Wij kozen ook hier echter bewust voor de techniek van gesloten meerkeuzevragen om de analyse van de vele informatie die zou gegenereerd worden door de online enqute te kunnen overzien. De lengte van het onderzoek door open vragen ook aanzienlijk verlengd worden en bijgevolg veel respondenten ook doen afhaken. Aangezien de bedoeling was om meer dan 100 respondenten te bereiken, was deze keuze dus bewust en op basis van literatuur ingegeven. Achteraf hebben we opgemerkt dat de opgegeven antwoorden af en toe onvolledig waren, zo vergaten we Youtube op te geven bij de vraag over de accounts op sociale netwerksites, maar anderzijds is het moeilijk om hierin volledig te zijn. De open categorie andere komt (deels) tegemoet aan deze beperking en heeft regelmatig boeiende antwoorden opgeleverd (cfr. supra). Hierbij willen we ook graag opmerken dat we bij de 74

verwerking van de resultaten criteria (bijvoorbeeld: je bent een actieve Twitteraar vanaf minimum 1 tweet per dag) hanteerden die door andere onderzoekers misschien anders geformuleerd zouden worden, uiteraard dienen we hier te zeggen dat deze arbitrair zijn. Ondanks deze beperkingen leverde de studie heel wat interessante resultaten en inzichten voor de toekomst op.

Algemene conclusies uit het empirisch onderzoek


Journalisten in Vlaanderen lijken steeds meer gewonnen te zijn voor het idee van sociale media die gentegreerd worden op de werkvloer. In het gehele Vlaamse medialandschap zagen we tijdens ons onderzoek heel wat mensen die Twitter eens wilden uitproberen en account aanmaakten. Die trend zal zich volgens ons ook blijven doorzetten bij journalisten. Eind augustus telde de lijst die initieel gebruikt werd om journalisten te volgen al bijna 400 Twitterende journalisten, en die lijst is zeker niet compleet. Er zijn echter nog dingen die beter moeten gereguleerd worden vooraleer mediabedrijven het medium Twitter volledig kunnen omarmen. We zien dat elk bedrijf hier afzonderlijk wel mee bezig is. Een zogenaamde Twittercode op de redactievloer zal uiteindelijk onmisbaar worden. Veel regels worden vandaag enkel mondeling overgebracht, maar een geschreven reglement over het gebruik van sociale media wordt de komende jaren onmisbaar in de journalistiek (zie ook: Van der Linden, 2010, p. 13 14). De precedenten in het buitenland (BBC, NRC en NOS, cfr. supra) kunnen voor vele mediabedrijven in ons land een voorbeeld en leidraad vormen voor het eventueel uitwerken van zon code of policy.Dit staat eveneens in verband met het brengen van scoops op Twitter. Vandaag de dag kunnen we hier nog vraagtekens bij plaatsen. Zorgt zoiets niet voor een conflict met de werkgever, voelt deze zich niet buitenspel gezet, zorg je er zo niet voor dat andere media het verhaal pikken, en zo verder? Wat ook opviel in het onderzoek is dat niet iedereen geneigd is om over te gaan tot het plaatsen van een scoop op Twitter. Fervent Twitteraar Ivan De Vadder liet ons weten dat hij nog niet op de vingers werd getikt hier voor. Volgens ons zal het aantal journalist dat dagelijks tweet, of Twitter checkt, enkel stijgen, maar het medium lokt tot op de dag van vandaag nog verdeelde reacties uit. Zo zagen we ook bij de 75

antwoorden op de stellingen bij de online enqute: nog niet iedereen kan het er voor opbrengen om onverdeeld positief te zijn over het medium. De meesten houden de boot dus een beetje af en verwachten dat, als Twitter echt waardevol is in het beroep, dit zichzelf wel zal uitwijzen. Maar een significant deel van de journalisten wiens time lines we analyseerden proberen toch actief te zijn en gebruiken het medium voor verschillende redenen. Een moeilijkheid op dit vlak blijft echter het persoonlijke aspect: hoeveel kan je als publiek figuur van jezelf bloot geven op sociale media. Ook dit zal volgens ons in de toekomst een belangrijke evenwichtsoefening worden, waar het belang van sociale media in de journalistiek van zal afhangen. The significance of Twitter as a news and information platform will be largely influenced by its adaption, both in journalism and other spheres (Hermida, 2010, p.304). In hoeverre lijkt de gemiddelde Twitterende Vlaamse journalist dan op de gemiddelde Vlaamse journalist? Hij blijkt iets jonger te zijn dan de gemiddelde Vlaamse journalist, maar heeft een vrij gelijklopend profiel. De gemiddelde journalist is nog altijd een blanke man van middelbare leeftijd, aldus onderzoek Steve Paulussen van het Centre for Journalism Studies (De Standaard Online, 2010, 27 oktober). Hij is ook hoogopgeleid, wat ook aansluit bij het profiel van de journalist in ons land. De Vlaamse gemiddelde journalist blijft ook steeds meer achter zijn bureau zitten hetgeen deels te wijten is aan de technologie, misschien is het daarom dat hij steeds in grotere getale aanwezig is op Twitter. Hoe het publiek zal evolueren kunnen we helaas niet voorspellen, maar we verwachten dat de jongere generatie journalisten de oudere generatie zal moeten leren om te gaan met nieuwe sociale media, zelfs al zijn zij daar niet meteen voor gewonnen. Wij hopen dat dit onderzoek journalisten die nog niet overtuigd waren een drempel doet overstappen en hen ertoe aanzet om Twitter toch eens te proberen.

Hoe ziet de journalistieke wereld in Belgi er de komende jaren uit?


Sociale media en technologie zullen volgens ons aanwezig blijven op de redactievloer en zullen dan ook heel wat investeringen vergen in de toekomst. Adequate social media staffing is important because it means the difference between an automated feed of headlines that people dont respond to, or a customized approach that encourages an engaged, online community (Sondermann, 2011, mei 24). Vlaamse media dienen dus onder andere te investeren in redacteurs die full time bezig zijn met

76

het monitoren van sociale media n die bij voorkeur ook andere medewerkers en collegas opleiden zoals webredacteur van De Standaard Bart Van Belle reeds doet. De journalist mag zich niet toeleggen op slecht 1 medium, werd een tijd geleden nog gedacht (De Standaard Online, 2010, 27 oktober). Vandaag hangt men eerder het idee aan dat als we echte goede journalistiek willen, op elk platform experts nodig hebben. Openbare omroepen lijken met andere woorden steeds meer gewonnen voor het idee dat een journalist zich het best toelegt op n medium dat hij onder de knie heeft (De Standaard Online, 2011, 10 juni). Zodoende zouden Twitterende journalisten een ras apart kunnen worden, zonder hun collegas die niet zoveel voor het medium voelen te verdringen. Daar hoort ook bij dat een journalist zichzelf en zijn expertise meer in de markt zal moeten zetten hetgeen zeker geldt voor freelancers. Paulussen bevestigd dit: zelf het heft in handen nemen en zeggen: dit ben ik, dit is mijn profiel, daarmee wordt je opgemerkt. Twitter kan volgens ons deze profilering nog versterken, want hoewel journalisten het medium vandaag nog net vaak gebruik voor personal branding, zullen we dit in de toekomst wel meer zien voorkomen, ons inziens. Daarnaast zullen Twitterfeeds op sites steeds meer aanwezig zijn en eventueel constant gemonitord door een Twitterredacteur. CNN gaf hier al het voorbeeld bij de overstromingen in Hati, begin 2010 (Boddez, 2010, p. 25). Het onderscheid tussen niet-geverifieerde UGC (user generated content) en de eigen, geverifieerde verslaggeving werd wel duidelijk gemaakt, waarop werd overspoeld door bezoekers. The Guardian-journaliste Mercedes Bunz (2010, 14 januari) besluit dat een nieuwsstation de aanpak van CNN zeker kan overdoen. Naast de gewone berichtgeving wordt het bij rampen een nieuwe taak van de journalist om een contact te leggen met de slachtoffers ter plaatse. Wij zien vandaag reeds zon beweging op gang komen, vooral bij ingrijpende gebeurtenissen, zoal het interview dat ex-bisschop Vangheluwe gaf aan VT4 en bij de ramp van 18 augustus in Kiewit op het Pukkelpopfestival (cfr. infra). Er zullen voor- en tegenstanders blijven, maar hopelijk kunnen de sociale media steeds meer hun nut bewijzen op allerhande manieren. De hulp die geboden werd via deze netwerken na de ramp op Pukkelpop op 18 augustus 2011, is hier slechts een mogelijk voorbeeld van (Terzake, 2011). We merken ook op dat mediaorganisaties steeds nieuwsgieriger worden naar wat er precies over hen wordt gezegd op sociale media n dat ze reacties bekijken, maar ook willen uitlokken. Zo zien we dat de VRT-omroepsters vaak al een hashtag (bijvoorbeeld: #dasm, voor het spelprogramma De Allerslimste Mens Ter Wereld, 77

heel populair op Twitter) meegeven, voor wie op Twitter wil discussiren en zijn mening geven over het programma. Ook liet de VRT al een onderzoek uitvoeren, in samenwerking met Insites, naar hoe en waar er precies gecommuniceerd wordt op de sociale medianetwerken (Vandermeersch, 2011). Volgens ons zal deze interesse en nieuwsgierigheid enkel stijgen en zullen verschillende media (radio, TV, print, ...) meer en meer experimenteren met de mogelijkheden die sociale media hen bieden. Op termijn zullen zulke bedrijven wel gaan moeten investeren in software als al deze informatie zal moeten gemonitord worden, zo is dit bij de VRT reeds het geval, staat in het bedrijfsmagazine Joost te lezen. Sociale media zullen zeker en vast de traditionele media niet vervangen, noch in de hoedanigheid van een bron, noch in de hoedanigheid van een publicatie. Maar ze zullen wel complementair zijn aan de traditionele kanalen, nog meer dan vandaag het geval is. While social media is playing an increased role in the journalists day-today life, personal contacts remain one of the leading sources for stories and fact checking (Cision, 2010). Al kunnen we hierbij ook opmerken dat meer en meer persoonlijke contacten via Facebook en Twitter verlopen, zodat ze toch een belangrijke rol zullen spelen. The growing volume of content on micro-blogging networks suggests that one of the future directions for journalism may be to develop approaches and systems that help the public to negotiate and regulate this flow of awareness information, facilitating the collection and transmission of news (Hermida, 2010, p. 302). We kunnen niet volledig voorspellen hoe de toekomst van de journalistiek er zal uitzien in ons land, maar aan de hand van verder onderzoek en een vinger aan de pols kan deze situatie worden opgevolgd. De rol van de journalist zal ongetwijfeld anders zijn dan vroeger: journalists would be seen as sense-makers, rather than just reporting the news (Hermida, 2010, p. 304). Maar we durven toch te zeggen dat, mits enige voorzichtigheid, de toekomst voor sociale media in de journalistiek er rooskleurig uitziet. Niemand kan voorspellen dat Twitter een medium is dat eeuwig populair zal blijven, maar momenteel evolueert de situatie in het voordeel van deze sociale netwerksite. Journalisten wiens nieuwsgierigheid na het lezen van dit onderzoek is gewekt, raden wij aan om op eigen tempo Twitter en al zijn functies te ontdekken. Een eigen manier vinden om het te integreren in het journalistieke beroep is cruciaal, want er zijn verschillende manieren van gebruik hetgeen bleek uit deze studie , dus

78

de site kan ook op verschillende manieren voor verschillende mensen en redacties een journalistieke betekenis krijgen.

Aanbevelingen voor verder onderzoek


Onze onderzoeken waren zeker niet allesomvattend of volledig, maar kunnen zeker nog aangevuld worden. De beperkingen die we hierboven opsomden moeten weggewerkt worden en er kan meer en vollediger onderzoek komen door bijvoorbeeld alle Twitterende Belgische (en niet enkel Vlaamse) journalisten op te nemen. Verder onderzoek is volgens ons noodzakelijk, omdat de toekomst van Twitter nog steeds onzeker is, het medium verandert aan een sneltempo en de manieren waarop journalisten het medium gebruiken en betrekken in hun beroep moet blijven opgevolgd worden. Hieraan kunnen ze toekomst ook nog heel wat experteninterviews toegevoegd worden, want uiteraard konden we niet elke journalist apart spreken over zijn ervaringen en opinies. Naast de snelheid van het medium zelf, is ook de literatuur die er te vinden is over dit onderwerp niet bij te houden. Of dit verder onderzoek makkelijker, of net moeilijker maakt, laten we in het midden. Markopoulos et al. (2009, uit Hermida, 2010, p. 302) geven aan wat een belangrijke vraag voor de toekomst zal zijn: the question for journalism professionals and researcher is how individuals assign meaning to information from others, how they selectively attend tot his information and how intentions are assigned to the information. Daarnaast is het volgens Hermida (p. 303) ook nodig om te onderzoeken en dus te bepalen how far Twitter, as an awareness system for news, is contributing to the creation or strengthening of social bonds. De materie is nog niet volledig uitgespit en verrassende resultaten in dit onderzoeksgebied zijn zeker mogelijk. Dit geldt niet enkel voor de journalistiek, maar alle geledingen van de samenleving. Twitter heeft volgens ons nog een lange weg te gaan en kan dus een interessant onderzoeksdomein vormen in de wetenschap. Zo is het onder andere nog belangrijk to explore in greater depth the qualities of micro-blogging real time, immediate communication, searching, link-sharing and the follower structure and their impact on the way news and information is communicated (Hermida, 2010, p. 304).

79

Bibliografie
Boddez, A. (2010). Journalistieke nieuwsgaring via Twitter: kwalitatief onderzoek bij de redacties van Apache, De Tijd en De Wereld Morgen. Brussel: Erasmus Hogeschool. Brisbane, A. S. (2011, maart 12). A COcktail Party With Readers. Opgeroepen op maart 25, 2011, van The New York Times: http://www.nytimes.com/2011/03/13/opinion/13pubed.html Buijs, K. (2008). Journalistieke kwaliteit in het crossmediale tijdperk. Amsterdam: Boom Onderwijs. Carlson, N. (2011, maart 31). How Many Users Does Twitter REALLY Have? Geraadpleegd op 21 augsutus 2011 op het World Wide Web: http://www.businessinsider.com/chart-of-the-day-how-many-users-does-twitterreally-have-2011-3 Cision. (2010). 2010 Survey on Social Journalism. UK: Cision. De Graeve, F. (2009). Belgische journalist loopt niet warm voor social media. GEnt: Quadrant Communications. De Graeve, F. (2010). Gebruik van sociale media bij Belgische journalisten voorbije jaar verdubbeld. Gent: Quadrant Communications. De Graeve, F. (2011). Belgian journalists and social media. BJIT (pp. 1 - 33). Brussel: Quadrant Communications. De Standaard Online (hrt) (2010, 15 december) Twitteren in Britse rechtszaal mag. Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juni 2011: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20101215_084

80

De Standaard Online (wdp) (2011, 14 april). Massale verontwaardiging op Twitter. Geraadpleegd op 20 augustus 2011 op het World Wide Web: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20110414_167 De Standaard Online. (2011, juni 10). Journalist zijn in het TWitter-tijdperk. Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juni 2011: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=1I3B8G4U Deckmyn, D. (2010, december 10). Journalisten moeten nieuws kunstjes leren. Geraadpleegd op het World Wide Web op 10 december 2010: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=TG33GD60 Demarez, L. & Dejonghe, E. (2009). Inleiding tot de nieuwe

communicatietechnologien. Deel 1. Gent: Universiteit Gent. edl. (2011, februari 11). "10 miljard voor Twitter? Een enorm risico". Metro , p. 6. Greenslade, R. (2011, mei 19). Twitter is essential for journalists - but they still rely on the PR machine. Opgeroepen op mei 23, 2011, van The Guardian: http://www.guardian.co.uk/media/greenslade/2011/may/19/twitter Hartley, S. (2011, januari 20). Journalism students in Leeds hear from data expert. Opgeroepen op februari 24, 2011, van The Guardian: http://www.guardian.co.uk/leeds/2011/jan/20/leeds-community-news-hub-datajournalism-simon-rogers Hensen, Chris (2011, 21 februari). Elke revolutie heeft haar Twitter. De Standaard, p. 26. Hermida, A. (2010). Twittering the news. The emergence of ambient journalism. Journalism Practice , 4 (3), 297 - 308.

81

How long have you been tweeting (n.d.). Geraadpleegd op 20 augustus op het World Wide Web: www.howlonghaveyoubeentweeting.com Kaplan, A. M., & Haenlein, M. (2010). Users of the world, unite! The challenges and opportunities of Social Media. Business Horizons (53), 59 - 68. Kiss, J. (2009, 5 maart). Sky News appoints Twitter correspondent... Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juli 2011: http://www.guardian.co.uk/media/pda/2009/mar/05/twitter-socialnetworking1 Koens, O. (2008, 1 juni). Twitter als journalistiek medium. Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juli 2011: http://www.denieuwereporter.nl/2008/06/twitterals-journalistiek-medium/ Kwak, H., Lee, C., Park, H., & Moon, S. (2010). What is Twitter, a Social Network or a News Media? WWW 2010: 19th international conference on World wide web (pp. 591 -600). New york: ACM. Legrand, R. (2010, december 24). Hype of revolutie? Zijn Facebook, Twitter en de iPad echt zo baanbrekend als we onszel wijsmaken? De Tijd , p. 41. Oriella PR Network. (2010). Digital Journalism Study 2010. Blogs, Apps and Paywalls - How the Digital World is Changing the Way Journalists and Publishers Work. UK: Oriella Network. Oriella PR Network. (2011). The state of journalism in 2011. Oriella PR Network Digital Journalism Study. UK: Oriella PR Network. Overdiek, T. (2009, juli 10). Twitter en de NOS, de Notitie. Geraadpleegd 21 op augustus 2011 op het World Wide Web: http://weblogs.nos.nl/hoofdredactie/2009/07/10/twitter-en-de-nos-de-notitie/ Piryns, P. & Van Humbeeck, H. (2010, 27 oktober). Journalisten in tijden van internet. De Standaard, p. 38. 82

Reynolds, N. (2011, 14 juli). Social media guidance for BBC journalists. Geraadpleegd op het World Wide Web op 13 juli 2011: www.bbc.co.uk/blogs/bbcinternet/2011/07/social_media_guidance_for_bbc.html Reynolds, P. (2011, februari 23). A glimpse of journalism's future. Opgeroepen op februari 24, 2011, van BBC News Middel East: http://www.bbc.co.uk/news/worldmiddle-east-12536855 Rusbridger. (2010, november 19). Why Twitter matters for media organisations. Opgeroepen op februari 13, 2011, van The Guardian: http://www.guardian.co.uk/media/2010/nov/19/alan-rusbridger-twitter Soete, H. (2010, 5 maart). Openbare omroepen afslanken om kranten te redden?. Geraadpleegd op 21 augustus 2011 op het World Wide Web: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/03/05/openbare-omroepen-afslankenom-kranten-te-redden Sonderman, J. (2011, mei 24). Why The New York Times replaced its Twitter 'cyborg' with people this week. Geraadpleegd op 29 mei 2011op het World Wide Web: www.poynter.org/latest-news/media-lab/social-media/133431/new-york-times-trieshuman-powered-tweeting-to-see-if-users-value-the-interaction/ Surveygizmo (n.d.). Geraadpleegd op 1 maart 2011 op het World Wide Web: www.surveygizmo.com Terzake. (2011, augustus 19). Sociale media verdienen hun sporen op rampweide. Geraadpleegd op 21 augustus op het World Wide Web: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/terzake/2.17109/2.1 7110/1.1091152 Tsui, L. (2009). Rethinking Journalism Through Technology. In B. (. Zellier, The changing faces of journalism: tabloidization, technology and thruthiness (pp. 53 55). New York: Routledge.

83

Tweetstats (n.d.). Geraadpleegd op 13 april 2011 op het World Wide Web: www.tweetstats.com Twitter (2011). Geraadpleegd op het World Wide Web: www.twitter.com van Aalten, T. (2010). Crossmediale journalistiek. Den Haag: Boom Lemma. Van Belle, B. (2009). Twitter en Facebook voor journalisten. Opgeroepen op februari 13, 2011, van Slideshare: http://www.slideshare.net/bartvanbelle/twitter-en-facebookvoor-journalisten-1654333 Van der Linden, W. (2010). Hoe journalisten bereiken via Social Media? Gent: Artevelde Hogeschool. Van der Mensbrugghe, T. F. (2011, januari 12). Het internet, een pest en een zegen. Opgeroepen op februari 24, 2011, van Apache: http://www.apache.be/nvdr/2011/01/12/het-internet-een-pest-en-een-zegen/ Van Leuven, S., & Bourgeois, V. (2010, september). Kant-en-klaar-nieuws: journalistiek in een pakketje. De Journalist , september 2010. Vandermeersch, P. (2011, april 14). Wat kan een redacteur van NRC op Twitter if Facebook? Opgeroepen op april 14, 2011, van NRC: http://weblogs.nrc.nl/hoofdredacteur/2011/04/14/wat-kan-een-redacteur-van-nrc-optwitter-of-facebook/ Vermeersch, B. (verantwoordelijke uitgever) (april 2011). Poll: mag je als medewerker op Facebook en Twitter je mening over de VRT de vrije loop laten?, uit Joost. Brussel: VRT. Vermeersch, B. (verantwoordelijke uitgever) (mei 2011). Wie niet weg is, is getweet? De #VRT en soci@le medi@, uit Joost. Brussel: VRT.

84

Weaver Lariscy, R., Johnson, A., Sweeter, K. D., & Howes, P. (2009). An examination of the role of online social media in journalists' source mix. Public Relations Review , 314 -316.

85

Bijlagen
Resultaten kwalitatief onderzoek
Deze resultaten werden bijgevoegd in een apart excel-bestand dat op de bijgeleverde cd-rom te raadplegen is.

Lijst van Vlaamse journalisten op Twitter


Deze journalisten vormden de populatie in ons kwalitatief onderzoek. Wij volgden hun tweets gedurende de maanden februari en maart.
Naam Journalist Ezra Eeman Bregt Vermeulen Hannah Riadh Bahri Jasmin Dielens Thomas Siffer Freek Braeckman Sven Pichal Koen Dedobbeleer Ward Daenen Maarten Weynants Bart Van Rossom Wouter Temmerman Kurt Desplenter Bjrn Soenens Twitternaam ezraeeman B_R_E_G_T Hannah__ Riadh_B dielenj tsiffer freek_braeckman svenpichal koendedobbeleer warddaenen maartenweynants bartvanrossom twoutert fotokurt bsoenensvrt Werkgever VTM Nieuws Sport/Voetbalmagazine freelance sport journaliste Terzake Terzake Story (Sanoma) VRT-nieuws Radio 1 De Tijd De Morgen ? De Persgroep freelance freelance persfotograaf VRT-nieuws (chef tv)

86

Filip Joos Eva Keustermans Dries Bervoet Frederik Tibau Elke Van Huffel Dennis van den Buijs Kristin Stoffels Tom Boudeweel Elke De Pourcq Lennart Segers Luc Blyaert Stijn Vlaeminck Jan Gerits Annelies Vaneechoutte Roel verrycken Ben Serrure Wouter Verschelden Renaat Schotte Lisbeth Imbo Karl Vannieuwkerke Tim Pauwels Nicolas Vlaeminck Goedele Devroy Pascal Dossche Michael Desmet

filipjoos LadyZucchini dbervoet frederiktibau suzieqjew dvdbuijs kristinstoffels tomboudeweel elebridith lennartsegers blyaert stijnvlaeminck janradio avaneech roelverrycken benserrure woverschelden wielerman lisimbo Vannieuwkerke pauwelt nicvlaeminck goedeledevroy Pdossche michaeldesmet

Sporza freelance bij o.a. Flair De Tijd Data News Goedel.tv & freelance VRT-nieuws freelance Sporza hln.be, nina, goedgevoel VRT - Radio 2 Data News (hoofdredacteur) Sporza VRT-nieuws Klasse De Tijd en L'Echo De Tijd De Morgen Sporza VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend) Sporza VRT-nieuws Reyers Laat VRT-nieuws VRT-nieuws (Vandaag & Villa Politica) VTM-nieuws

87

Frederik De Swaef Stijn C? Gerlinde De Bruycker Johny Van Sevenant Nathalie Janssens Eldrid Deleu C? Demulder Jan Herregods Roel Wauters Kathleen Cools Xavier Taveirne Melanie De Vrieze Andre Meganck Marc Van de Looverbosch Hans Deridder Kurt Vansteeland Faroek zgunes Roland Legrand Koen Fillet Tine Peeters Pieter Blomme Chris Van den Abeele Katrien Verstraete Frederik Delaplace Nicholas Lataire

swaef stijnaco gerlindeDB sevenaj nathjanssens edeleu demulderc Jherregods rwauters coolskat ksavjee MVDjournalist & mdevrieze andremeganck marclooverbosch hansderidder kurtvansteeland faroekozgunes rolandlegrand filletk peeterst blommepieter abeelec katrienver fdelaplace licholaslataire

Story (hoofdredacteur) ? Metro VRT-nieuws De Morgen Metro Metro Metro Metro Terzake VRT-nieuws (Radio 1: Vandaag) freelance bij o.a. De Morgen & De Tijd Sporza VRT-nieuws De Persgroep De Tijd VTM-nieuws De Tijd en L'Echo VRT-nieuws De Morgen De Tijd VRT-nieuws De Tijd De Tijd en L'Echo VTM-nieuws (hoofdredacteur)

88

Walter Pauli Bert Heyrman Han Soete Tom Van de Weghe Michal Van Droogenbroeck Peter Gorl Wim Lecluyse Valerie Droeven Bart Dobbelaere Jeroen Wils Wim Winckelmans Hilde Van Gool Michiel Galle Wouter Van Driessche Jeroen Verelst Kim Clemens Eddy Eerdekens Tim F. Van der Mensbrugghe Veerle Van Den Broeck Steven Samyn Wim Verdoodt Katrien Stragier willy De Backer Marc Dirix Stinus G?

walterpauli bertheyrman hansoete tomvandeweghe mvdroogenbroeck petergorl dso_wle beeniequeen bartdobbelaere jeroenwils wwinckelmans hvangool Migalle wvandriessche jeroenverelst kimcle eddyeerdekens mensbrugghe dropje Samynwetstraat wimverdoodt katrienstragier 3eintelligence marcdirix stinusg

De Morgen VRT-nieuws DeWereldMorgen.be VRT-nieuws VRT-nieuws HLN De Standaard De Standaard De Standaard VTM-nieuws De Standaard freelance HLN De Standaard De Morgen HLN Knack freelance ? De Morgen Jobat (hoofdredacteur) HLN freelance freelance Maks.be

89

Debbie Pappyn Elke Pattyn Jonathan Cooman Kristof Nuyens Brecht Decaluw Floris Van Cauwelaert Tim Verheyden Yves Delepeleire Isabel Albes Tom Lievens Sven De Hondt Bart Haeck Peter De Groote Pascal Seynhaeve Maarten Goethals Sara Van boxstael Tom Vandenbuclke Sven Vonck Kenneth D. Kris Hoflack Vicky Van Den Bergh Thomas Mels Bart Brinckman Robin Broos San F. Yezerskiy

classetouriste elkepattyn natanoj theDMM caluweski florisvc timverheyden ydelepeleire italbers vandepotgerukt ilduderino barthaeck peterdegroote pascalseynhaeve maartengoethals saravbox tomvandenbulcke svonck kennethdee krishoflack vickyvdb thomasmels brinckie robinbroos sanfyezerskiy

freelance VTM-nieuws ? ? freelance freelance VTM-nieuws De Standaard De Standaard Apache.be freelance De Tijd De Tijd Koppen (eindredacteur) De Standaard VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend) Sporza Netto (De Tijd) VTM & Kanaal Z VRT-nieuws (hoofdredacteur) Reyers Laat De Morgen De Standaard Sanoma Magazines columnist bij deredactie.be & apache.be

90

Bob Vermeir Jonas Muylaert Lauwke Vandendriessche Annelies Hemelsoet Yves Desmet Yves Ponnette Sam ? Rob Heirbaut Maarten De Gendt Peter De Lobel Tiany Kiriloff Gilles De Coster Kristof D'Haene Katrien De Leeuw Dirk Deferme Ides Debruyne Patrick Van Gompel Harald Scheerlinck Jozef Schildermans Bart Stoffels Ivan De Vadder Eric Goens Brecht Decaestecker Raphael Cockx Koen Vervloesem

bobvermeir jonasmuylaert lauwkevdd ahemelsoet yvesd ponnety

VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend) VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend) VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend) VRT-nieuws (Radio 1: De Ochtend) De Morgen VRT-nieuws De Standaard

heibar maartndegendt peterdelobel BelmodoTiany Gdcoster Kristof_dhaene Katriendeleeuw Dirk_Deferme Idesdebruyne Pvangompel Harald1989 Jozefs Bartstoffels vadderi Ericgoens BrechtDC Raphaelcockx Koenvervloesem

VRT-nieuws Vlaamse Overheid De Standaard Glam it, Belmodo.tv Radio 1 VTM-nieuws Freelance Tv-Story journalist VTM/2be Fonds Pascal Decroos VTM-nieuws Q-music Data News, Diskidee, ... Pc Magazine Belgi & Nederland VRT-nieuws, 7de dag VTM-nieuws De Morgen De Tijd, L'Echo, ... Data News, Pc-magazine

91

Jan Martynowski Pieter Suy William Visterin Ludovic Van Hee Bart Van Belle Dominique Deckmyn Kristof Tilkin Pieter Dumon Bea Ercolini Stefan Grommen Stefaan Werbrouck Jan Debackere Jamie Biesemans Sam Feys Stef Gyssels Davy Geens Raf Weverbergh Ines Minten Lesley De Muynck Christoph Meeussen Jan Homble Philip Heymans Frank Willemse annemarie geleinse Hanse Vanderspikken

Martynowski Pietersuy Wvisterin Ldvcvh Bartvanbelle Ddeckmyn Ktrane Pdumon Beaercolini Sgrommen Swerbrou Jandebackere Jamiebiese Samfeys Stefgyssels Davygeens Rafweverbergh Inesminten Lesleydemuynck meeussc jan_homble philip_heymans bergbosburcht annegeleijnse Spikizi

Het Nieuwsblad De Tijd Smart business Het Laatste Nieuws De Standaard Online De Standaard Humo De Morgen Elle Belgium Data News Knack Focus Het Nieuwsblad Atomsk De Morgen Smart business De Standaard Humo Theatermaggezien Sporza VRT-Nieuws VRT VRT-nieuws HLN freelance Klasse

92

Pieer-Jan Van Leemputten Elisa Hendriksdottir Eline Delrue Matthias De Vliegher Stijn Hosdez Lars Ruysseldijck Wim De preter Karsten Lemmens Tom Peeters Mathieu Dams Stefaan Werbrouck Kim Wouters Joost Schellevis

pieterjanvl elisazetrecht elinedelrue matthDV hosdez russeldijck wdp1970 karst topeeters DonDams swerbrou kim_wouters schellevis

ZDNet.be De rechtzetting De Morgen De Beiaard freelance bij AVS De rechtzetting De Standaard De Standaard De Tijd P-Magazine Knack Focus online? tweakers.net

Interview Pol Deltour


Op 24 maart bij het BJIT-debat over journalisten en sociale media (bij Roularta in Zellik) interviewden we deelnemer aan het debat en nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten, Pol Deltour. Vragen die we vooraf hadden voorbereid: Zijn er volgens u al veel journalisten die Twitter gebruiken? Worden er al richtlijnen gegeven door werkgevers of door de VVJ omtrent het gebruik van Twitter? Wat is volgens u het belang van Twitter in de journalistieke wereld? Is er bij de VVJ al een standpunt over het gebruik van sociale netwerksites door journalisten? Hoe ziet u de toekomst van de sociale media en de journalistiek? Is de journalistiek veel veranderd door de opkomst van sociale media volgens u? 93

Vindt u de opkomst van sociale media en het gebruik hiervan door journalisten een goeie zaak? Wat zou u twitterende journalisten als raad meegeven? Zijn er ook nadelen verbonden aan het gebruik van sociale media door journalisten? En wat zijn dan volgens u de belangrijkste voordelen?

Het uitgeschreven interview dat we deden met hem over zijn mening omtrent het gebruik van Twitter door journalisten. Mr. Deltour zijn er volgens u al veel journalisten die Twitter gebruiken voor hun journalistiek werk? Ja, dat is een gemakkelijke vraag want ik kan verwijzen naar het onderzoek dat ze hier gepresenteerd hebben (debat BJIT). Ik denk dat dat de meest concrete gegevens zijn die we hebben. Het is een onderzoek van Quadrant communications, pr-bureau. Nu dat is serieus gebeurd en het resultaat was 1 op 3 journalisten, die actief Twitter gebruiken. Dat is een verdubbeling op korte tijd. Dus het aantal stijgt maar ze zitten nog altijd niet aan een meerderheid. Het blijft toch een minderheid. Dus het belang van Twitter in de journalistiek wereld is volgens u nog minimaal? Ja, het blijft voorlopig beperkt. Maar het is aan het toenemen, dat is ook belangrijk. Maar om nu te zeggen dat elke journalist systematisch alle mogelijke tweets zit te volgen, dat is niet het geval. Ik denk dat, dat blijkt ook uit die cijfers, het gros van de journalisten nog altijd voortgaat op de klassieke bronnen van het nieuws zoals persconferenties, persberichten die met een e-mail worden bezorgd of op een andere manier. Ik denk dat er ook heel vaak met officieuze bronnen wordt gewerkt en dat is dan per definitie niet in een tweetvorm. Dus dat blijft domineren, dat is wel duidelijk. Hoe ziet u de toekomst? Hoe ziet u de situatie evolueren? Ik denk dat er op korte tijd nog meer gebruik zal gemaakt worden van Twitter als bron. Ik vraag mij alleen af of dat dat echt een structureel gegeven is. Ik wil echt niet tekenen voor hoe de situatie zal zijn binnen 5 jaar. Het zou mij niets verwonderen dat Twitteren zo een medium is dat zichzelf ondergraaft, gewoon omdat het teveel wordt, te snel gaat en te onbetrouwbaar wordt. Als je ziet hoeveel er getweet wordt, hoeveel

94

ruis daarop zit. Het is mega. De non-informatie waar je niets mee bent. Plus de informatie die vals blijkt te zijn. Ok, dan zegt men hier dat het voordeel van Twitter is dat je het ook heel snel gecorrigeerd kan worden. Maar intussen heb je wel die foute informatie gehad. Is de correctie dan wel nog correct, enzovoort. Het is allemaal heel flou wat daar gebeurt. Het zou mij toch niets verwonderen dat op de lange termijn dat het dan zal blijken dat er toch weer meer gebruikt gemaakt wordt van heel klassieke methoden van informatievergaring, wat erop neerkomt dat met rechtstreeks contact heeft met een bron, dat men mensen spreekt, interviews afneemt. Dat men mensen ziet in plaats van anonieme getweet om die informatie te krijgen. Is er bij de VVJ al veel gesproken over sociale media? Wat is jullie standpunt? Echt heel formele standpunten daarover hebben we niet. Tenzij voorlopig gaan we geen nieuwe investeringen doen in nieuwe codes en nieuwe regels. Uiteindelijk stellen we vast dat nieuwe media, dat is meer van hetzelfde. Uiteindelijk is dat een beetje de lijn waarop we nu zitten. Het is allemaal zo nieuw niet zoals het dikwijls voorgesteld wordt. Ok, het gaat sneller, het is veel massaler en intensiever maar op zich is het niet nieuw. De problemen die we tegenkomen zijn dezelfde als vroeger, ze stellen zich misschien wat intenser. Maar het zijn uiteindelijk dezelfde problemen. Dus voorlopig houden we vast aan de klassieke code die we hebben en waar eigenlijk al veel instaat. Om maar niet te zeggen alles instaat. Dat we informatie moeten checken, dat we betrouwbare informatie moeten brengen, dat we de privacy moeten respecteren. Ook heel belangrijk, als het gaat over nieuwe media. Dat we bijvoorbeeld ook geen racistische nonsens verspreiden. Is er in de journalistiek dingen veranderd door de opkomst van sociale media? Ja, dat denk ik wel. Heel veel zelfs. Wat de fundamentele principes betreft niet, maar wat de gradatie betreft. Wat de intensiteit betreft, is er veel veranderd. En vooral de snelheid is iets wat er bij gekomen is. De versnelling van het nieuws. Het is gigantisch. Plus ook de massaliteit van informatie. Vroeger hadden we echt te maken met een informatieschaarste, moesten we echt op zoek gaan naar informatie. Nu wordt het ons toegeworpen, we worden er door overstelpt. Het betekent ook dat de klemtoon een beetje aan het verschuiven is, niet dat dat totaal nieuw is maar je ziet nuanceverschuivingen. Vroeger was het meer een opdracht om op zoek te gaan naar

95

informatie, om informatie boven te spitten. Op dit moment is het meer de bedoeling om in het oerwoud die tsunamie van informatie te selecteren. Die verschuiving van bovenspitten naar selectie. Wat niet belet dat je nog altijd zelf op zoek moet gaan. Want uiteindelijk welke informatie komt op je af? Informatie die aangeboden wordt. Heel vaak informatie van reclameagentschappen, PR-bureaus, politici of bedrijven die zelf iets willen verklaren. Dat is niet altijd de waarheid. Als je echt de waarheid wilt kennen dan moet je echt op zoek gaan. Dat blijft ook een opdracht. Maar op dit moment is het heel belangrijk om goed te kunnen selecteren. De sociale media hebben dus ook voor moeilijkheden gezorgd? Ja, voor een stuk wel. Je zou kunnen zeggen voor een stuk gemakkelijker. De informatie wordt je toegeworpen maar zeker ook voor een stuk moeilijker. Als je ziet hoeveel desinformatie ertussen zit. Zoveel onwaarheden en die moet je eruit filteren.

Online enqute: vragen


In dit gedeelte bevindt zich de enqute in haar geheel, zoals de journalisten en respondenten ze te zien kregen op http://www.surveygizmo.com Beste journalist, In het kader van onze masterproef willen wij nagaan op welke manieren Twitter wordt gebruikt door Vlaamse journalisten. Hiervoor doen wij zowel een kwalitatief onderzoek (het volgen van tweets van Vlaamse journalisten gedurende 2 maanden) en een kwantitatief onderzoek (deze online enqute). Aangezien u actief bent op Twitter zouden wij graag hooguit 10 minuten van uw tijd willen vragen om deze enqute in te vullen. Uw mening is nuttig en interessant voor andere journalisten en voor de wetenschap. Indien uw collega's ook op Twitter zitten, mag u hen altijd aansporen om ook deze enqute in te vullen. U heeft hier nog tot eind april de tijd voor. Bedankt! Charlotte Van Houtte Amaury Van Kenhove Studenten Master Journalistiek aan de Erasmus Hogeschool Brussel.

96

Socio-demografische gegevens 1.) Geslacht ( ) Man ( ) Vrouw 2.) Geboortejaar ____________________________________________ 3.) Woonplaats ____________________________________________ 4.) Werkt u als freelancer of in vaste loondienst? ____________________________________________ 5.) Specifieer medium (De Morgen, Het Nieuwsblad, Knack, VTM, VRT (n), VRT (Canvas). Geef als freelancer het medium aan waarvoor u de meeste bijdragen levert. ____________________________________________ 6.) Opleiding ( ) Geen diploma middelbaar onderwijs ( ) BSO ( ) TSO ( ) ASO ( ) Hoger onderwijs korte type ( ) Hoger onderwijs lange type ( ) Universitair ( ) Andere 7.) Specifieer de richting en graad van uw hoogst behaalde diploma ____________________________________________

97

8.) Twitternaam (optioneel): ____________________________________________

Algemene vragen over sociale netwerksites 9.) Op welke van de onderstaande sociale netwerksites heeft u een account? [ ] FaceBook [ ] LinkedIn [ ] Twitter [ ] Tumblr [ ] Google Buzz [ ] MySpace [ ] iTunes Ping [ ] Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...) [ ] Eigen blog [ ] Andere 10.) Welke van de aangeduide sociale netwerksites gebruikt u het meest? Maak een top drie van de sites die u in de vorige vraag aangaf (de site waarvan u het meest gebruik maakt plaatst u bovenaan). _______FaceBook _______LinkedIn _______Twitter _______Tumblr _______Google Buzz _______MySpace _______iTunes Ping _______Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...) _______Eigen blog _______Andere 11.) Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die u in de vorige vraag op 1 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

98

[ ] Nieuwsgaring [ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) [ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken [ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten [ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen [ ] Discussie uitlokken [ ] Conversaties voeren en discussiren [ ] Nieuws delen [ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's [ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt [ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten [ ] Om afspraken te maken [ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel [ ] Andere 12.) Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die u in vraag 8 op 2 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan) [ ] Nieuwsgaring [ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) [ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken [ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten [ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen [ ] Discussie uitlokken [ ] Conversaties voeren en discussiren [ ] Nieuws delen [ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's [ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt [ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten [ ] Om afspraken te maken [ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel [ ] Andere 13.) Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die u in vraag 8 op 3 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan) 99

[ ] Nieuwsgaring [ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) [ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken [ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten [ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen [ ] Discussie uitlokken [ ] Conversaties voeren en discussiren [ ] Nieuws delen [ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's [ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt [ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten [ ] Om afspraken te maken [ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel [ ] Andere 14.) Indien u Twitter niet aangaf als n van uw 3 meest gebruikte sociale netwerksites vult u deze vraag in. Sla deze vraag over als u de voornaamste redenen van gebruik van Twitter al aangaf in n van de vorige vragen.

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van Twitter? (duid maximum 3 antwoorden aan) [ ] Nieuwsgaring [ ] Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) [ ] Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken [ ] Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten [ ] Reactie op persoonlijke bedenkingen [ ] Discussie uitlokken [ ] Conversaties voeren en discussiren [ ] Nieuws delen [ ] Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's [ ] Om te weten wat er leeft en wat er te gebeuren valt [ ] Om mezelf als journalist in de markt te zetten [ ] Om afspraken te maken [ ] Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel 100

[ ] Andere

Vragen over uw Twitteraccount 15.) Sinds wanneer heeft u een Twitteraccount? (maand + jaartal, bijvoorbeeld: mei 2007) ____________________________________________ 16.) Hoeveel Twitteraars volgt u? ____________________________________________ 17.) Door hoeveel Twitteraars wordt u zelf gevolgd? ____________________________________________ 18.) Gebruikt u Twitter voornamelijk voor ( ) Professionele doeleinden? ( ) Persoonlijke doeleinden? ( ) Zowel professionele als persoonlijke doeleinden? 19.) Op welke manier maakt u het meest gebruik van uw Twitteraccount? ( ) Actief (om zelf tweets te posten (nieuws delen/artikels promoten/eigen bedenkingen geven op nieuws- en andere feiten)) ( ) Passief (om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt door uw tijdslijn van tijd tot tijd te checken, maar zelf niks of weinig te posten ('lurker')) ( ) Zowel actief als passief 20.) Heeft u n of meerdere Twitteraccounts? ( ) En ( ) Meerdere 21.) Indien u er meerdere heeft, is dat dan om uw publieke persoonlijkheid van uw private te onderscheiden? (sla deze vraag over indien u maar n account heeft) ( ) Ja

101

( ) Nee 22.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'nee' is, wilt u hier dan de juiste reden aangeven? (sla deze vraag over indien u maar n account heeft) ____________________________________________ 23.) Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van uw Twitteraccount (zowel actief als passief)? ( ) Meerdere keren per dag ( ) Dagelijks ( ) Meerdere keren per week ( ) Wekelijks ( ) Meerdere keren per maand ( ) Maandelijks ( ) Minder dan n keer per maand 24.) Hoe actief vindt u zichzelf op Twitter? ( ) Actief ( ) Eerder actief ( ) Neutraal ( ) Eerder passief ( ) Passief 25.) Op welke manieren raadpleegt u uw Twitteraccount voornamelijk? (1 staat voor het meest belangrijk; 5 voor het minst belangrijk; duid niets aan als het antwoord niet op u van toepassing is) _______Thuis op mijn pc/laptop _______Op het werk op mijn pc/laptop _______Op mijn mobiele telefoon _______Op mijn tabletcomputer (bijvoorbeeld: iPad) _______Andere

102

26.) Welke mensen volgt u voornamelijk op Twitter? (meerdere antwoorden mogelijk) [ ] Collega's [ ] Kennissen & vrienden [ ] Opiniemakers binnen mijn vakgebied [ ] Opiniemakers buiten mijn vakgebied [ ] Feeds van kranten/persbureaus/bedrijven [ ] Andere 27.) Spoort u collega's aan om een account op Twitter aan te maken of niet? ( ) Ja ( ) Nee 28.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw antwoord 'nee', dan slaat u deze vraag over.

Heeft uw oproep al collega's overtuigd? (antwoord met ja of nee en geef eventueel een voorbeeld) ____________________________________________ 29.) Heeft u van uw werkgever richtlijnen gekregen over Twitter? Is er met andere woorden een 'policy' omtrent Twittergebruik? ( ) Ja ( ) Nee ( ) Weet niet 30.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over.

Wat houdt die 'policy' dan concreet in? ____________________________________________

103

31.) Heeft u al eens een scoop op Twitter gepost vooraleer u het nieuws op een andere manier deelde met uw publiek? ( ) Ja ( ) Nee 32.) Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over.

Hoe vaak post u scoops op Twitter vooraleer u ze op een andere manier met uw publiek deelt? ( ) Meerdere keren per dag ( ) Dagelijks ( ) Meerdere keren per week ( ) Wekelijks ( ) Meerdere keren per maand ( ) Maandelijks ( ) Minder dan n keer per maand

Stellingen 33.) Volgens recente berichten is er steeds minder aandacht voor buitenlands nieuws. Twitter kan deze trend keren. ( ) Akkoord ( ) Eerder akkoord ( ) Neutraal ( ) Eerder niet akkoord ( ) Niet akkoord 34.) Journalisten houden op hun Twitteraccount best hun private en professionele leven gescheiden. ( ) Akkoord ( ) Eerder akkoord ( ) Neutraal

104

( ) Eerder niet akkoord ( ) Niet akkoord 35.) Elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben. ( ) Akkoord ( ) Eerder akkoord ( ) Neutraal ( ) Eerder niet akkoord ( ) Niet akkoord 36.) Heeft u nog opmerkingen of vragen met betrekking tot deze enqute? Noteer ze hieronder (optioneel). Bedankt voor het invullen van onze enqute.

Vul hieronder uw e-mailadres in indien u op de hoogte wil gehouden worden van de resultaten van dit onderzoek (optioneel). E-mailadres: ____________________________________________

Bedankt voor uw medewerking. Charlotte Van Houtte (@charlotte_vh1) Amaury Van Kenhove (@amoorie) Studenten Master Journalistiek aan de Erasmus Hogeschool Brussel.

105

Online enqute: resultaten


In dit gedeelte worden de resultaten uit SurveyGizmo weergegeven. We lieten, uit respect voor de privacy van de respondenten, de twitternamen, woonplaatsen en emailadressen weg.

Geslacht

Value
Man Vrouw

Count
100 28

Percent %
78.1% 21.9%

Statistics
Total Responses 128

Geboortejaar

Count 1 1 1 1

Response
1795 1955 1957 1959

106

Count 1 1 1 1 4 3 1 3 2 1 2 2 2 2 4 5 10 3 4 6 7

Response
1960 1961 1962 1963 1964 1966 1967 1968 1969 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981

107

Count 12 5 14 5 7 6 3 4 1 1 1

Response
1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1991 1992 72

Werkt u als freelancer of in vaste loondienst?

Count Response 1 1 2 2 1
Data News Data TestLab (Data News, DiskIdee, Computable, 6minutes, Lan Magazine etc.) De Standaard De Tijd De Tijd (Mediafin)

108

Count Response 1 1 3 1 11 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 8 3 16 2
DeWereldMorgen.be FL Freelance Freelance (De Morgen, Humo) Freelancer Goedele op dinsdag / Mine Magazine HET NIEUWS vtm Het Televisiehuis (VRT) Klasse Krant van West-Vlaanderen Loondienst Metro Metro NL Q-music en freelance Radio 1 Roularta Media Group (Knack.be/Trends.be) VRT Vast Vaste Loondienst Vaste loondienst freelance

109

Count Response 14 1 8 16 19 1 1 1
freelancer in vaste loondienst loondienst vast vaste loondienst vervangcontract vrt (sporza.be) vtm

Specifieer medium (De Morgen, Het Nieuwsblad, Knack, VTM, VRT (n), VRT (Canvas),...). Geef als freelancer het medium aan waarvoor u de meeste bijdragen levert.

Count 1 1 1 1 1 1 2

Response
13, personeelsblad vlaamse overheid 4cast media APPeL Canvas (Reyers Laat) Canvas, televisie Ch-magazine Clickx

110

Count 1 1 1 1 5 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1

Response
DMix Data News Data News,DiskIdee De Beiaard De Morgen De Morgen, De Tijd, zesta, HRMagazine, Media Marketing De Standaard De Standaard Online De Tijd De morgen Energeia.nl Flair Gameplay Gameplay Magazine Gazet van Antwerpen HUMO Het Laatste Nieuws Het Laatste Nieuws / De Morgen Het Laatste Nieuws, Radio 2, VRT Beeld, Belga Hr media Jobat.be

111

Count 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2

Response
Klasse Knack Knack Focus Knack Weekend Krant van West-Vlaanderen Libelle/sQills Magazine Mediafin Mediafin (Netto/De Tijd) NOS Netties.be Nieuwsblad P-magazine, Ch Passe-Partout en Focus-WTV Q-Music Q-music Radio 1 Radio 2 Radio1 Roularta Smart Business Strategies

112

Count 1 1 1 1 1 1 1 1 1 6 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1

Response
Sport.be, Het Nieuwsblad Sport/Voetbalmagazine Sporza-tv Story Story Magazine Tijd Trends VMMA nieuws Qmusic JoeFM Belga Audio VMMa (radionieuws Qmusic - JoeFM) VRT VRT (Canvas - nieuwsdienst) VRT (Cobra.be) VRT (De Ochtend) VRT (Radio) VRT Canvas VRT Nieuws (radio) VRT Nieuwsdienst VRT-radio VTM VTM - Telefacts VTM Nieuws

113

Count 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
Veto Vlaamse Media Maatschappij Vmma radionieuws Vtm Vtm nieuws extrasport.be het laatste nieuws kanaalZ knack radio 1 radio1 vrt nieuwsdienst vrt sporza vtm

Opleiding

Value
ASO Hoger onderwijs korte type

Count
3 33

Percent %
2.3% 25.8%

114

Hoger onderwijs lange type Universitair Andere

13 72 7

10.2% 56.3% 5.5%

Statistics
Total Responses 128

Specifieer de richting en graad van uw hoogst behaalde diploma

Count Response 1 1 1 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1
A1 Pers & Voorlichting A1 Toegepaste Communicatie ASO BA Journalistiek BaNaBa Audiovisuele Communicatie Bachelor Bedrijfsbeheer optie Marketing + derde jaar journalistiek radio & tv Bachelor Journalistiek Bachelor Pers & Communicatie (Journalistiek) Bachelor Taal- en Letterkunde Bachelor communicatiebeheer Bachelor in de journalistiek Bachelor journalistiek

115

Count Response 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 3 1 1
Bachelor leerkracht secundair onderwijs Bacherlor in de Journalistiek Communicatiebeheer Communicatiebeheer - optie Pers & Voorlichting Communicatiebeheer - optie journalistiek Communicatiebeheer bachelor Communicatiebeheer, optie pers Communicatiewetenschappen Communicatiewetenschappen, licentie Communicatiewetenschappen- Master Journalistiek Economie (licenties, of masters heet dat tegenwoordig denk ik) GAS Culturele Studies Germaanse Talen Germaanse Talen (Grote onderscheiding) Germaanse Talen N-E Germaanse talen + Meertalige Bedrijfscommunicatie HBO journalistiek (nederland) Handel Journalistiek Journalistik -bachelor Kandidaat Audiovisuele Kunsten

116

Count Response 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Kandidatuur Geschiedenis-Wijsbegeerte Lic. Germaanse Talen Nederlands Engels Lic. Vertaler Licenciaat (Master) Romaanse Talen Licenciaat Germaanse Talen Licenciaat Geschiedenis Licenciaat Romaanse taal- en letterkunde Licenciaat rechten Licentiaat Communicatiewetenschappen Licentiaat Germaanse Talen Licentiaat Germaanse Talen (Engels-Nederlands), onderscheiding Licentiaat Germaanse filologie Licentiaat Germaanse talen Licentiaat Kunstwetenschappen onderscheiding Licentiaat communicatiewetenschappen Licentiaat in de diplomatieke wetenschappen Licentiaat. Geschiedenis (= master) MBA MaNaMa Radio- en TV-Journalistiek Master Audiovisuele Kunsten: Schrijven Master Communicatiewetenschappen

117

Count Response 1 1 1 5 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Master Communicatiewetenschappen VUB Master Culturele Studies Master Germaanse Master Journalistiek Master Taal- en Letterkunde Master Taal- en letterkunde Master in Cinematography en Postgraduaat Journalistiek Master in Multimedia Sports Journalism Master in de Communicatiewetenschappen Master in de Geschiedenis Master in de Vergelijkende Moderne Letterkunde Master journalistiek Master na Master Master taal en letterkunde: Germaanse Talen Master talen Media- en Informatiekunde Postgraduaat Meester in de Audiovisele Kunsten - Radio Menswetenschappen ASO Moderne geschiedenis, licentiaat Onderscheiding Politieke en sociale wetenschappen optie communicatiewetenschappen PBA Journalistiek

118

Count Response 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1
Pers en voorlichting Pol & Soc Wet / Communicatiewetenschappen Postgrad Journalistiek Professionele Bachelor Journalistiek RITS radio RITS/RADIO Student Journalistiek TEW TEW, Filosofie Toeg. comm. Wijsbegeerte X bachelor journalistiek bedrijfscommunicatie communicatiebeheer, optie journalistiek communicatiemanagement, bachelor doctoraat politieke en sociale wetenschappen germaanse filologie geschiedenis bachelor graduaat humaniora

119

Count Response 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1
licentiaat Geschiedenis licentiaat communicatiewetenschappen licentie | master manama erasmushogeschool Brussel master master communicatiewetenschappen politieke wetenschappen rechten sociologie speciale licentie fiscaliteit

Op welke van de onderstaande sociale netwerksites heeft u een account?

Value
FaceBook LinkedIn Twitter Tumblr Google Buzz MySpace

Count Percent %
118 97 127 28 17 25 92.9% 76.4% 100% 22% 13.4% 19.7%

120

iTunes Ping Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...) Eigen blog Andere

16 29 46 16

12.6% 22.8% 36.2% 12.6%

Statistics
Total Responses 127

Welke van de aangeduide sociale netwerksites gebruikt u het meest? Maak een top drie van de sites die u in de vorige vraag aangaf (de site waarvan u het meest gebruik maakt plaatst u bovenaan).
Item
Twitter FaceBook LinkedIn Eigen blog Sociale bookmarking site (bijvoorbeeld Digg, Delicious, ...) Tumblr Google Buzz MySpace iTunes Ping Andere

Total Score
1210 1053 570 256 91 82 26 23 11 1
1

Overall Rank
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Total
1

Respondents:

Score is a weighted calculation. Items ranked first are valued higher

than the following ranks, the score is the sum of all weighted rank

121

Item

Total Score1

Overall Rank

counts.

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die u in de vorige vraag op 1 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Value
Nieuwsgaring Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten Conversaties voeren en discussiren Nieuws delen Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's Om mezelf als journalist in de markt te zetten Om afspraken te maken Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel Andere

Count Percent %
78 30 16 39 31 60 51 13 5 25 4 60.9% 23.4% 12.5% 30.5% 24.2% 46.9% 39.8% 10.2% 3.9% 19.5% 3.1%

Statistics
Total Responses 128

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die u in vraag 10 op 2 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

122

Value
Nieuwsgaring Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten Conversaties voeren en discussiren Nieuws delen Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's Om mezelf als journalist in de markt te zetten Om afspraken te maken Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel Andere

Count Percent %
39 21 17 39 29 38 55 24 12 17 8 32% 17.2% 13.9% 32% 23.8% 31.1% 45.1% 19.7% 9.8% 13.9% 6.6%

Statistics
Total Responses 122

Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van de sociale netwerksite die u in vraag 10 op 3 plaatste? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Value
Nieuwsgaring Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken

Count Percent %
13 5 19 11.6% 4.5% 17%

123

Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten Conversaties voeren en discussiren Nieuws delen Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's Om mezelf als journalist in de markt te zetten Om afspraken te maken Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel Andere

24 10 23 36 48 12 9 15

21.4% 8.9% 20.5% 32.1% 42.9% 10.7% 8% 13.4%

Statistics
Total Responses 112

Indien u Twitter niet aangaf als n van uw 3 meest gebruikte sociale netwerksites vult u deze vraag in. Sla deze vraag over als u de voornaamste redenen van gebruik van Twitter al aangaf in n van de vorige vragen. Wat zijn de voornaamste redenen voor het gebruik van Twitter? (duid maximum 3 antwoorden aan)

Value
Nieuwsgaring Meningen van burgers over nieuwsfeiten te weten komen (vox pop) Getuigen en ervaringsdeskundigen zoeken Persoonlijke bedenkingen over nieuwsfeiten of nieuwsberichten uiten Conversaties voeren en discussiren Nieuws delen

Count Percent %
13 3 1 4 1 10 81.3% 18.8% 6.3% 25% 6.3% 62.5%

124

Op de hoogte blijven van de activiteiten van kennissen, vrienden en collega's Om mezelf als journalist in de markt te zetten Om inspiratie op te doen voor mijn programma of artikel Andere

4 3 4 1

25% 18.8% 25% 6.3%

Statistics
Total Responses 16

Sinds wanneer heeft u een Twitteraccount? (maand + jaartal, bijvoorbeeld: mei 2007)

Count 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1

Response
06/2010 10/12/2010 12 maart 2009 2008 2009 2010 22 09 2009 3 jaar 30 juni 2010 April 2007 December 2007

125

Count 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 3 6 1

Response
Een dik jaar, precieze datum herinner ik me niet Februari 2011 Februari, 2009 Geen idee Geen idee eigenlijk. Kan je dat checken? Ik denk 2007-2008 Januari 2009 Juli 2009 Juli 2010 Juni 2009 Maart 2007 Maart 2010 Maart 2011 Mei 2008 November 2006 Oktober 2008 Oktober 2010 September 2010 april 2008 april 2009 april 2010 augustus 2008

126

Count 1 2 3 1 2 3 2 1 1 1 2 2 6 2 2 5 2 2 3 2 5

Response
december 2008 december 2009 december 2010 februari 2010 februari 2007 februari 2009 februari 2010 februari 2011 jan 2011 januari 2007 januari 2009 januari 2011 juli 2009 juli 2010 juni 2007 juni 2009 juni 2010 maart 2007 maart 2009 maart 2010 maart 2011

127

Count 1 1 10 1 2 2 1 3 2 1 1 5 1 1

Response
mei 2007 mei 2008 mei 2009 mei 2010 mei 2011 nov 2009 oktober 2008 oktober 2009 oktober 2010 sept 2010 september 2008 september 2010 sinds december 2007 weet ik niet

Hoeveel Twitteraars volgt u?

Count 4 1

Response
100 104

128

Count 2 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
106 107 1082 115 1151 120 125 130 132 133 1340 135 140 151 1518 152 154 156 157 160 164

129

Count 1 2 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1

Response
165 169 173 174 177 1774 180 181 183 191 192 193 194 196 198 200 2001 201 21 215 220

130

Count 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1

Response
221 227 232 236 237 239 241 260 267 269 275 279 28 290 297 3 300 306 319 33 331

131

Count 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 2

Response
341 344 350 358 359 36 360 37 374 378 379 384 407 421 439 45 450 489 492 500 526

132

Count 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
531 541 544 559 578 588 605 614 622 63 650 711 766 789 848 85 87 88 9 90 92

133

Count 1 1 1 1 1

Response
94 95 955 97 98

Door hoeveel Twitteraars wordt u zelf gevolgd?

Count 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 2

Response
100 1005 108 1100 111 1122 1144 120 1200 123 127

134

Count 1 2 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
1312 134 1365 140 141 1450 1459 1500 151 1550 1584 16000 163 165 17 1700 172 1843 185 186 188

135

Count 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
190 1917 193 1949 2000 2097 213 22 223 224 225 230 2300 232 240 250 260 284 2900 3 30

136

Count 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1

Response
312 321 3250 344 350 3588 364 37 376 38 3838 395 40 400 406 42 429 44 442 45 450

137

Count 1 1 1 1 2 3 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
458 46 465 5 50 500 506 507 530 54 56 57 609 617 62 65 69 708 74 75 76

138

Count 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

Response
800 82 84 846 85 856 87 880 92 93 939 94 95 950

Gebruikt u Twitter voornamelijk voor

Value
Professionele doeleinden? Persoonlijke doeleinden?

Count
54 10

Percent %
42.2% 7.8%

139

Zowel professionele als persoonlijke doeleinden?

64

50%

Statistics
Total Responses 128

Op welke manier maakt u het meest gebruik van uw Twitteraccount?

Value

Count

Percent %
10.9%

Actief (om zelf tweets te posten (nieuws delen/artikels promoten/eigen bedenkingen 14 geven op nieuws- en andere feiten)) Passief (om op de hoogte te blijven van wat er gebeurt door uw tijdslijn van tijd tot tijd te checken, maar zelf niks of weinig te posten ('lurker')) Zowel actief als passief

28

21.9%

86

67.2%

Statistics
Total Responses 128

Heeft u n of meerdere Twitteraccounts?

Value
En Meerdere

Count
101 26

Percent %
79.5% 20.5%

140

Statistics
Total Responses 127

Indien u er meerdere heeft, is dat dan om uw publieke persoonlijkheid van uw private te onderscheiden? (sla deze vraag over indien u maar n account heeft)

Value
Ja Nee

Count
14 21

Percent %
40% 60%

Statistics
Total Responses 35

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'nee' is, wilt u hier dan de juiste reden aangeven? (sla deze vraag over indien u maar n account heeft)

CountResponse 1 1 1 1 1
OP ene account al mijn artikels, andere zowel privaat als publiek Voor @storymagazine Voor werk en hobby, enkele accounts heb ik om te hebben We hebben ook onpersoonlijkse nieuwsfeeds van onze nieuwsorganisatie een gedeelde twitteraccount voor het programma en een persoonlijke twitteraccount

141

CountResponse 1 1 1
specialisatie twitteraccounts voor eigen websites gemakkelijker om maar op 1 account echt actief te zijn; andere account enkel om postings te vermelden

Hoe vaak maakt u gemiddeld gebruik van uw Twitteraccount (zowel actief als passief)?

Value
Meerdere keren per dag Dagelijks Meerdere keren per week Wekelijks Meerdere keren per maand Maandelijks/minder dan een keer per maand

Count
93 21 9 2 1 2

Percent %
72.7% 16.4% 7% 1.6% 0.8% 1.6%

Statistics
Total Responses 128

Hoe actief vindt u zichzelf op Twitter?

142

Value
Actief Eerder actief Neutraal Eerder passief Passief

Count
32 45 26 19 6

Percent %
25% 35.2% 20.3% 14.8% 4.7%

Statistics
Total Responses 128

Op welke manieren raadpleegt u uw Twitteraccount voornamelijk? (1 staat voor het meest belangrijk; 5 voor het minst belangrijk; duid niets aan als het antwoord niet op u van toepassing is)
Item
Op het werk op mijn pc/laptop Thuis op mijn pc/laptop Op mijn mobiele telefoon Op mijn tabletcomputer (bijvoorbeeld: iPad) Andere

Total Score
439 407 360 124 40
1

Overall Rank
1 2 3 4 5

Total
1

Respondents:

Score is a weighted calculation. Items ranked first are valued higher

than the following ranks, the score is the sum of all weighted rank counts.

Welke mensen volgt u voornamelijk op Twitter? (meerdere antwoorden mogelijk)

143

Value
Collega's Kennissen & vrienden Opiniemakers binnen mijn vakgebied Opiniemakers buiten mijn vakgebied Feeds van kranten/persbureau's/bedrijven Andere, namelijk: Sportmannen (2 respondenten) Wildvreemden met leuke tweets Artiesten Celebrities Gelijkgestemde zielen Getalenteerde mensen met originele tweets Humoristische accounts Interessante, grappige mensen Mensen die grappig en origineel zijn Personaliteiten Wielermilieu

Count
110 71 116 65 78

Percent %
85.9% 55.5% 90.6% 50.8% 60.9%

12

9.4%

Statistics
Total Responses 128

Spoort u collega's aan om een account op Twitter aan te maken of niet?

Value

Count

Percent %

144

Ja Nee

62 66

48.4% 51.6%

Statistics
Total Responses 128

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw antwoord 'nee', dan slaat u deze vraag over. Heeft uw oproep al collega's overtuigd? (antwoord met ja of nee en geef eventueel een voorbeeld)

CountResponse 1 1 1 7 1 1 1 1 2 1 27 1
3 @nespressolover JA Ja Ja, al enkele! :-) Ja, maar heb al gemerkt dat wie niet uit zichzelf op twitter gaat eerder een lurker wordt Ja, tientallen Ja. Nee Praktijk heeft 't uitgewezen :p ja ja (2 collega's)

145

CountResponse 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1
ja (lezers van mijn e-zine) ja 3 collega's ja bv marcpeirs ja collega's ja voetc ja, mijn eindredacteur ja, soms ja, twee collega's ja. Meer en meer sporza-journalisten komen door mijn aandringen op Twitter ja. ze kunnen nuttige informatie krijgen van opiniemakers nee nog niet Ja, geef regelmatig interne cursussen Twitter. Iederene wordt dan verondersteld een account aan te maken.

Heeft u van uw werkgever richtlijnen gekregen over Twitter? Is er met andere woorden een 'policy' omtrent Twittergebruik?

Value
Ja Nee

Count
32 84

Percent %
25% 65.6%

146

Weet niet

12

9.4%

Statistics
Total Responses 128

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over. Wat houdt die 'policy' dan concreet in?

CountResponse 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Bewust omgaan met Gebruik wordt aangemoedigd Let op wat je tweet aangezien veel journalisten Mensen op de hoogte houden van nieuws in Story Op een gezonde manier inschatten welke werkgerelateerde dingen niet mogen getweet worden. Opletten met politieke of al te persoonlijke statements/geen aanstootgevende opmerkingen Opletten met wat je schrijft over nieuwsfeiten of de VRT Opletten voor objectiviteit. Medium niet geschikt voor nieuwsgaring. Professionele doeleinden Twitter wordt aangemoedigd om nieuws te delen en zo de krant te profileren Wees discreet, besef dat je van het huis bent. aandachtig zijn algemene communicatie-policy VRT (cfr mail Tony Coppers)

147

CountResponse 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
bedrijf niet schaden dat het uiteraard delicaat is over programma's van de VRT te twitteren deontologische code geen persoonlijke mening gezond verstand gebruiken en de regels toepassen die normaal gelden voor journalisten http://weblogs.nos.nl/hoofdredactie/2009/07/10/twitter-en-de-nos-de-notitie/ loyaliteit niet negatief over eigen huis; objectief blijven tov politieke uitspraken niets zeggen wat je niet zou zeggen in je huidige professionele functie oppassen met gekleurde berichten over nieuwsfeiten richtlijnen richtlijnen over inhoud en beantwoorden van tweets in naam van het bedrijf sinds een maand is er een "charter voor social media" op de vrt voorzichtig zijn met gevoelige info, bewust zijn dat je ook op twitter ds vertegenwoordigd voorzichtig zijn met persoonlijke meningen voorzichtigheid Geen inhoudelijke informatie vrijgeven over artikels. Persvoorstellingen niet vermelden tot het embargo op het artikel is vervallen Als ambtenaar is er een deontologische code die gevolgd dient te worden, zowel IRL als via sociale media Goed overwegen op de tweet de werkgever niet schaadt. Geen kritiek op collega's van eigen bedrijf.

1 1

148

Heeft u al eens een scoop op Twitter gepost vooraleer u het nieuws op een andere manier deelde met uw publiek?

Value
Ja Nee

Count
43 85

Percent %
33.6% 66.4%

Statistics
Total Responses 128

Indien uw antwoord op de vorige vraag 'ja' was vult u deze vraag in. Was uw antwoord 'nee' dan slaat u deze vraag over. Hoe vaak post u scoops op Twitter vooraleer u ze op een andere manier met uw publiek deelt?

Value
Meerdere keren per week Wekelijks Meerdere keren per maand Maandelijks/minder dan een keer per maand Minder dan n keer per maand

Count
2 8 8 11 17

Percent %
4.3% 17.4% 17.4% 23.9% 37%

Statistics
Total Responses 46

149

Volgens recente berichten is er steeds minder aandacht voor buitenlands nieuws. Twitter kan deze trend keren.

Value
Akkoord Eerder akkoord Neutraal Eerder niet akkoord Niet akkoord

Count
20 35 48 15 10

Percent %
15.6% 27.3% 37.5% 11.7% 7.8%

Statistics
Total Responses 128

Journalisten houden op hun Twitteraccount best hun private en professionele leven gescheiden.

Value
Akkoord Eerder akkoord Neutraal Eerder niet akkoord Niet akkoord

Count
33 29 29 27 10

Percent %
25.8% 22.7% 22.7% 21.1% 7.8%

150

Statistics
Total Responses 128

Elke journalist zou een Twitteraccount moeten hebben.

Value
Akkoord Eerder akkoord Neutraal Eerder niet akkoord Niet akkoord

Count
49 35 30 6 8

Percent %
38.3% 27.3% 23.4% 4.7% 6.3%

Statistics
Total Responses 128

Heeft u nog opmerkingen of vragen met betrekking tot deze enqute? Noteer ze hieronder (optioneel).

CountResponse 1 1 1
Steeds bereid tot duiding bij antwoorden indien jullie dat nuttig vinden Succes met het verwerken van de resultaten. Succes!

151

CountResponse 1 1
Thuis en werk loopt als freelancer nogal door elkaar. Ik werk immers zeer vaak van thuis uit. veel succes! Ik heb niks gelezen over het al dan niet anoniem houden van de resultaten? Hopelijk wel? Met alle

formulieren samen beschikken jullie nu over een pak waardevolle informatie :-) + Zeer benieuwd naar het resultaat. Vraag 33: De aandacht voor buitenlands nieuws zal niet veranderen door Twitter. Commercieel gezien is het veel interessanter om nieuws te brengen vanonder de kerktoren, dat verkoopt tenminste. Ironisch genoeg vind ik als regiocorrespondent dat er inderdaad veel meer buitenland in de krant en

op televisie moet. Maar zoals zovelen die op dat vlak op hun honger blijven zitten in de Belgische media, wend ik mij tot het internet (BBC, Al Jazeera, The Independent, etc.). Als de vraag naar buitenland nieuws er niet is vanuit de doelgroep, zal Twitter niet zomaar die hele evolutie op gang brengen. My two cents. Ik werk bij een Franstalige krant (L'Echo, zusterkrant van De Tijd), maar als Brusselaar ben ik ook een Vlaamse journalist. Twitter is een kleiner wereldje dat Facebook. Hogeropgeleiden, meer professioneel, meer opinion

leaders. Dus je denkt meer na wat daar neer te schrijven. Omdat het het beeld dat over je bestaat kan kleuren. Dat maakt je soms scherper, soms weer voorzichtiger. Je wil vaak met een tweet een steen in de kikkerpoel gooien. Op Facebook vaak meer huis-tuin-keuken. Twitter is goed als teaser, maar er zit in mijn ogen veel te veel ruis op om het als een echt

communicatie- of researchkanaal te beschouwen. Ook door het gebrek aan context en het vaak ondoordacht posten van informatie om toch maar de eerste te zijn. Veel succes met jullie thesis!

Interview Ivan De Vadder (De Zevende Dag VRT)


Naar aanleiding van onze thesis hebben we Ivan De Vadder (De Zevende Dag-VRT) genterviewd over zijn Twittergedrag. Hoelang zit u al op Twitter? Een goeie vraag, ik denk iets meer dan twee jaar. April 2009, dacht ik.

152

Gebruikt u dagelijks Twitter? Ja, maar daarvoor moet ik even een onderscheid maken tussen de drie manieren waarop ik Twitter gebruik. Ten eerste gebruik ik Twitter als een nieuwe bron. Twitter staat permanent op en vermits ik niet alleen veel volgers heb maar ook veel mensen volg, krijg ik daardoor eigenlijk een extra nieuwsbron van kranten, mensen, instellingen, ga zo maar verder. Dat is een manier om het te gebruiken. De tweede manier is zelf dingen posten op Twitter, berichten meegeven, linken meegeven enzovoort. En het derde gebruik dat wij nogal intensief doen is rond het programma De Zevende Dag. Dus op het moment van De Zevende Dag proberen we de discussie op gang te brengen. Dat zijn de drie manieren waarop ik Twitter gebruik. Dus een: als bron. Het staat permanent op, van wanneer ik opsta tot wanneer ik ga slapen. Het tweede is zelf posten maar doe ik niet iedere dag. Er zitten soms enkele dagen tussen. En het twitteren met De Zevende Dag, is enkel op zondag. U beschouwt Twitter dus als een volwaardige nieuwsbron? Ja, maar met het voorbehoud dat je eraan moet geven. Zoals je iedere nieuwsbron onder voorbehoud moet nemen. Bijvoorbeeld een officile nieuwsbron als Reuters of Belga, zijn gecertifieerde nieuwsbronnen en als die iets uitzenden mag je er vanop aan dat die informatie juist is. Tenzij zij zelf fout zijn natuurlijk, dan kan je er weinig aan doen. Kranten kunnen ook fouten maken. En dan heb je nog de volgende categorie: gewonen mensen. Daar horen politici bij maar ook watchers, mensen die werken in het politieke veld. Je moet dat allemaal goed kunnen inschatten. Twitter is als nieuwsbron volwaardig maar het vergt meer werk van de journalist dan de klassieke nieuwsbronnen die allemaal op dezelfde lijn zitten. Bij Twitter moet je soms dingen met een korrel zout nemen en dus opnieuw gaan checken op het moment dat je als journalist ermee aan de slag gaat. Vindt u dat journalisten Twitter mogen gebruiken voor hun job? Ik vind dat ze dat moeten doen. Steeds meer collega-journalisten zitten nu ook op Twitter: Joel De Ceulaer, Rik Van Cauwelaert, Karl Vandenbroek. Mensen die sowieso al een opinirende mening hebben in het politieke landschap, die nu gebruik maken van Twitter. Ze verwijzen, ze linken naar hun normale activiteiten en op die manier zitten ze op Twitter. Ik vind dat iedereen het moet doen, omwille van de twee richtingen. Het ook als nieuwsbron gebruiken. Ik ken collegas bij ons op de 153

buitenlandredactie die niet op Twitter zaten op het moment dat de Arabische lente startte in Tunis, Tunesi en Egypte. Terwijl wij van De Zevende Dag, waar we allemaal sindsdien op Twitter zitten, wij waren veel sneller met wat daar gebeurde, dan de collegas die gebruik maakten van de officile bronnen. Dat is stom. Je moet die twee combineren en alert blijven voor die nieuwe evolutie. U zorgde als journalist meermaals voor een scoop op Twitter, zoals toen u tweette dat Johan Vande Lanotte zijn ontslag gaf als koninklijk bemiddelaar. Doet u dat bewust? Ja en nee. Ik doe het er niet om, als dat de vraag is. Maar ik doe het wel bewust. Ik heb op dat moment informatie en de snelste manier om die informatie door te geven, is op dat moment Twitter geworden. Dus heb ik het ook op die manier meegegeven. Om heel correct te zijn, ik had op dat moment n bron. Een bron waar ik wel honderd procent zeker van was, maar strikt genomen journalistiek, heb je die tweede bron nodig. Mijn collegas van radio en televisie hebben ook gewacht tot ze die tweede bron hadden. Twitter laat mij toe om op basis van die ene bron, die ik honderd procent vertrouwde en die later ook bevestigd is gebleken, die informatie toch mee te geven. Wordt u dan niet op de vingers getikt door uw werkgever voor uw scoop? Nee, want het is een persoonlijk instrument. Mensen volgen mij natuurlijk wel omdat ik journalist ben bij de VRT. Maar het is niet de officile Twitteraccount van de VRT. Want die is namelijk ook gebonden aan de klassieke regels van de journalistiek. Mocht ik als officile twitteraar hebben gefunctioneerd, dan zou ik ook gewacht hebben op die tweede bron. Hoe ziet u de toekomst van Twitter? Verdergaan op de manier waarop we bezig zijn. Maar nogmaals op de drie manieren die ik in het begin voorstelde. En dan vooral als tweedescherm-toepassing. Mensen twitteren vaak terwijl ze naar televisie aan het kijken zijn.

Interview Lisbeth Imbo (De Ochtend Radio 1, VRT)


We deden hetzelfde met Lisbeth Imbo (De ochtend-Radio 1)

154

Hoelang zit u al op Twitter? Vorig jaar, net voor de verkiezingen. Dus ongeveer een jaar. Gebruikt u Twitter dagelijks? Als ik thuis ben wel, ik heb geen smart phone of als ik op vakantie ben, dan doe ik het niet. Maar als ik thuis ben, dan hou ik Twitter wel in de gaten. Waarom gebruikt u juist Twitter? Om verschillende redenen, ik vind het een zeer snel medium geworden om dingen te weten te komen. Er zitten heel wat journalisten op die bijvoorbeeld dan twitteren dat Elio Di Rupo bij de koning zit. Als ik thuis ben, kan ik dat dan heel goed volgen. Anderzijds zitten er ook wel wat commentatoren en politici op die op dingen reageren. Ze zijn bijvoorbeeld iets op Terzake en reageren daar dan op. En vaak kan je dat dan gebruiken in een interview met een tegen- of medestander. Het is ook een handig opzoekmedium geworden. Als ik iets wil weten over een bepaalde uitspraak van iemand maar niet meer goed weet van wie het was, dan plaats ik het op Twitter. En dan krijg je meestal wel binnen het halfuur een antwoord. Vindt u dat journalisten Twitter mogen gebruiken voor hun job? Natuurlijk, je moet alle media en mogelijkheden gebruiken voor je job. Het zou dom zijn om uit principe voor iets af te sluiten. Zolang je de dingen slim gebruikt, idem met Youtube. Zoals met de revoluties in Syri en Libi, worden vaak Youtubefilmpjes gebruikt. En je zegt er dan wel bij dat het ongechekt materiaal is. Maar het zou al te gek zijn mocht je niet gebruiken omdat het van Youtube komt. Een journalist moet alles gebruiken wat hij kan gebruiken. Als er een tweet komt van bijvoorbeeld Gwendolyn Rutten en je weet dat het de account is van Gwendolyn Rutten. Waarom zou je dat dan niet mogen gebruiken? Beschouwt u Twitter als een nieuwsbron? Zoals zoveel andere nieuwsbronnen. Het is een nieuwsbron waar je wel moet mee opletten. Het is iets makkelijker als je een communiqu rechtstreeks van de premier krijgt. Bij twitter moet je opletten maar dat moet je bij vele nieuwsbronnen doen. Het is zeker een van de nieuwe bronnen die je kan gebruiken. 155

Hoe ziet u de toekomst voor twitter? Ik denk dat het nog zal groeien. Zoals dat met Facebook ook was. Dan zal er ook wel een moment komen dat het wat vermindert en zal er wel weer iets nieuws komen. Maar voorlopig is het wel nog aan een groei bezig. Tv-programmas beginnen er nu ook actiever mee te werken. In Villa Vanthilt is er zelf een volledige rubriek. Ik denk dat dat zeker nog gaat toenemen. Voor programmamakers is het een zeer instant medium om contact te hebben met die kijkers. Een zeer makkelijke manier om dingen te signaleren. Bijvoorbeeld als consument. Ik denk dat veel mensen het nog moeten ontdekken.

Interview Patrick Van Gompel (Het Nieuws VTM)


Hoelang zit u al op Twitter? Ik denk drie maanden. Waarom gebruikt u juist Twitter? Ik gebruik het vooral om mijn volgers te enthousiasmeren over onze eigen programmas. Hetzij voor onze radiozenders, als ik daarop bijvoorbeeld wordt genterviewd over n of ander onderwerp. Ofwel voor de reportages die ik maak voor het nieuws. Het is dus eigenlijk vooral eerder wervend dan om het grote haantje uit te hangen om te tonen wat ik allemaal weet. Beschouwt u Twitter als een nieuwsbron? Niet echt als een bron. Maar je weet wel vrij snel wat er leeft op redacties bij journalisten. Daarom weet je nog niet wat er leeft bij de mensen maar wel wat er op de redacties leeft. Het is wel zo dat er steeds sneller nieuws op Twitter staat dan bijvoorbeeld op de klassieke nieuwssites. Ja en dat begrijp ik niet goed. Ik zou nooit zo dom zijn om een dikke primeur eerst op Twitter te verkopen en die dan pas in uw eigen nieuwsuitzending te stoppen. Dat vind

156

ik vrij dom. Maar ik denk dat het ook iets is dat journalisten en redacties zichzelf nog moeten aanleren. Dat het nog zelfcorrigerend zal werken. Bent u zelf al overtuigd van het nut van Twitter? Ik vind het wel boeiend. Ik kijk er veel op. Ik denk toch dat je er veel mensen mee kan ontmoeten. Bronnen dan, of beroepshalve interessante mensen. Ik denk ook dat Twitter de meer zakelijke versie is van het huis, tuin, keuken, familiegeleuter op Facebook, dat blijkbaar al in verschillende landen bij vele miljoenen mensen op de zenuwen begint te werken.

Interview Bart Eeckhout (De Morgen)


Gebruikt u Twitter dagelijks? Zeker, ik mag mijzelf stilaan een verslaafde Twitterjunkie noemen. Ik probeer zelf actief te zijn, vooral voor professionele doeleinden. Wat wil zeggen dat ik stukken van collegas of mezelf probeer aan te wijzen of te verspreiden op Twitter. Ik gebruik het vooral ook passief, ik beschouw het als een belangrijke nieuwsbron voor mijn job als journalist. Waarom gebruikt u juist Twitter? Die nieuwsbronfunctie is voor mij nog nieuw en verassend. Het voordeel van Twitter is dat je zelf je nieuwsbronnen samenstelt. Dat je zelf kan bepalen wie je volgt en wie je interessant genoeg vindt om berichten van binnen te krijgen. Wat maakt dat de vorm die het nieuws krijgt anders is dan de officile vorm die je krijgt op de traditionele wijze bijvoorbeeld via telexen, nieuwsagentschappen enzovoort. Die werken vooral heel institutioneel. Dat wil zeggen dat vanuit studies, overheden officile berichten maken. Het voordeel aan Twitter is dat het zich niets moet aantrekken van die instituties. Dus mensen uit de hele wereld die toevallig op mijn volgerslijst staan, kunnen mij nieuws aanbrengen. Bovendien heb ik in de praktijk gemerkt, voornamelijk ook door het werk van collegas, dat Twitter als alarmfunctie bij groot nieuws extreem veel sneller werkt dan de traditionele nieuwskanalen. Bij grote gebeurtenissen van de de laatste maanden is het wel een paar keer zo geweest dat ik als eerste op de redactie gealarmeerd was omdat ik toevallig op Twitter zat te

157

kijken. Bijvoorbeeld bij de aardbeving in Japan, heb ik als eerste de nieuwschef gealarmeerd dat er iets belangrijks aan de hand was. U beschouwt Twitter dus als een nieuwsbron? Zeker weten. Veel diverser, rijker, sneller dan de traditionele media. Je kan natuurlijk niet alleen op Twitter vertrouwen maar het is een belangrijke indicator van wat belangrijk zou kunnen worden en het is een belangrijk nieuw kanaal dat je kan combineren met de traditionele kanalen. Ik heb gemerkt dat u vaak reclame maakt voor u stukken in De Morgen en voor collegas. Waarom doet u dat? Het is een belangrijke kans die het medium ons als journalist geeft. Zo kunnen we op Twitter reclame maken voor stukken die we zelf gemaakt hebben. Ik probeer zelf ook zo fair te zijn om ook het werk van collegas van andere redacties aan te prijzen, ook al gebeurt het niet zo vaak. Maar het is zo dat hetgeen ik doorstuur aan artikels, daarvan 90 procent van onze eigen redactie komt. Het werkt een beetje als een soort reclamebord voor het werk dat wij hier leveren.

158

You might also like