Professional Documents
Culture Documents
Vraagstuk 1: Zuur-Base Evenwicht
Vraagstuk 1: Zuur-Base Evenwicht
Oplossing:
a) 49 g H3PO4 / 98 g per mol → 0,5 mol/10 ℓ
we nemen 100 ml, daarin zit dan 0,005 mol H3PO4 (zwak zuur)
we voegen hierbij 100 ml 0,1 M NaOH → 0,01 mol NaOH (sterke base)
Er is reactie tussen het zwak zuur en de sterke base
Tabel: Mol H3PO4 + OH- → H2PO4- + H2O
Voor 0,005 0,01 /
Tijdens - 0,005 - 0,005 + 0,005
Na / 0,005 0,005
Oplossing:
We vertrekken van 50 ml 0,2 M K2CO3. Dit is een basisch zout (of zwakke base)
en splitst volledig in ionen.
Dus in 50 ml 0,2 M K2CO3 zit er 0,01 mol aan CO32- ionen (basisch)
We hebben overmaat aan het sterke zuur en een amfolyt. Dus is er nog reactie
mogelijk
We hebben overmaat aan het sterke zuur en een amfolyt. Dus is er nog reactie
mogelijk
We hebben overmaat aan het sterke zuur en een amfolyt. Dus is er nog reactie
mogelijk
Oplossing:
a) 200 ml oplossing 0,2 M NaH2PO4 → 0,04 mol H2PO4- (amfolyt)
+ 300 ml oplossing 0,1 M. Na2HPO4 → 0,03 mol HPO42- (amfolyt)
Hier is een mengsel van H2PO4-/ HPO42- aanwezig. Dit is een buffer. En dus is er
geen reactie.
Cb
pH berekening: pH = pKz2 + log Cz
0,03
pH = 7,2 = log 0,04 → pH = 9,1
Opmerking: pKz2 want het gaat over de uitwisseling van het tweede H+ ion dat
afgegeven wordt door het amfolyt dat als zuur reageert en opgenomen wordt
door het amfolyt dat als base reageert.
B) 500 ml 0,1 M. Na2HPO4 → 0,05 mol HPO42- (amfolyt)
+ 100 ml 0,5 M H3PO4 → 0,05 mol H3PO4 (zwak zuur)
Er is reactie tussen het amfolyt en het zwakke zuur
Tabel Mol HPO42- + H3PO4 → 2 H2PO4-
Voor 0,05 0,05 /
Tijdens - 0,05 - 0,05 + 0,05
Na / / 0,1
-
Nu is er enkel H2PO4 aanwezig, en dit is een amfolyt
Het amfolyt geeft als zuur het 2de H+ ion al en neemt als base het 1ste H+ ion op.
pH berekening: pH = ½ (pKz1 + pKz2)
pH = ½ (2,1 + 7,2) → pH = 4,65
Oplossing:
a/ 500 ml van de 0,2 M. Na2CO3-oplossing → 0,1 mol CO32- ionen
Tot het 1ste equivalentiepunt: CO32- + H+ → HCO3-
Om 0,1 mol CO32- ionen te neutraliseren is er 0,1 mol aan H+ ionen nodig
Die worden geleverd door 0,05 mol aan H2SO4. De concentratie van H2SO4 is
0,1 M. Dus die 0,1 mol aan H+ ionen of die 0,05 mol aan H2SO4 zitten in 500
ml H2S04
b/ 100 ml van een 0,5 M. HAC-oplossing → 0,05 mol HAC (zwak zuur)
+ 400 ml van de 0,2 M Na2CO3-oplossing → 0,08 mol Na2CO3 (basisch zout
of zwakke base)
Er is reactie tussen het zwak zuur en het basisch zout
Tabel Mol HAC + CO32- → AC- + HCO3-
Voor 0,05 0,08 / /
Tijdens - 0,05 - 0,05 + 0,05 + 0,05
Na / 0,03 0,05 0,05
Een oplossing bevat 0,1 M. NaH2PO4 . Aan 100 ml hiervan wordt 150 ml NaOH (
0,2 M. ) en 50 ml HCl ( 0,4 M. ) toegevoegd . Wat is de pH van het bekomen
mengsel ?
Antwoord:
MM vit C = 176 g/mol
Beginconcentratie H+: 0,1 mol/l want de pH = 1
Beginconcentratie vit C: 500 mg/200 ml → 2,84 . 10 -3 mol op 200 ml
= 0,0142 mol/l