Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 10

1

De kleine blonde dood

Roman geschreven door Boudewijn Büch


Boekverslag van Adriaan Kroner 4v10a
De inhoudsopgave
Algemene informatie 2

Samenvatting 4

Begin- en eindzin van het boek 7

Tekstfragment 8

Eigen mening 9

Heeft de hoofdpersoon iets gedaan wat jij in die situatie anders zou doen? 10

2
Algemene informatie

● Titel: De kleine blonde dood


● Schrijver: Boudewijn Büch
● Jaartal: eerste druk oktober 1985
● Druk: 23ste druk

3
Samenvatting
In dit boek zijn twee verschillende verhalen te vinden. Het eerste verhaal gaat over
Boudewijn en zijn vader Rainer Büch. Het tweede verhaal gaat over Micky, zoon van
Boudewijn en Mieke.
Verhaallijn één.
De 7-jarige Boudewijn woont samen met zijn ouders samen met vijf broers (die op
het moment in het verhaal nog niet allemaal zijn geboren) in Wassenaar. Boudewijn
gaat ergens in de buurt van Nijmegen op een schoolreis. Ze zullen ook naar
Duitsland gaan, maar dit is voor Boudewijn niet toegestaan door zijn vader. Rainer
Büch is van Joodse afkomst en vluchtte naar Nederland voor de Tweede
Wereldoorlog, om met de luchtmacht tegen de Duitsers te strijden. Hij heeft hiervoor
verschillende onderscheidingen ontvangen. Door de oorlog werd Rainer erg
anti-Duits, hij was getraumatiseerd door de oorlog. Als de klas op de Duitse grens is,
moet Boudewijn op het Nederlandse grondgebied van zijn leraar blijven. Als
Boudewijn dan plotseling een prachtige vlinder ziet, hij houdt ervan om mooie
vlinders te vangen voor zijn vader, die vele vlinders verzamelt, gaat hij achter de
vlinder aan. Toen hij hem eindelijk had gevangen, blijkt hij over de Duitse grens heen
te zijn gaan. Twee Duitse douanebeambten houden hem aan en brengen hem terug
naar de rest van de klas. Eenmaal thuis gekomen toonde hij met trots de vlinder aan
zijn vader. Zijn vader vond hem prachtig, maar toen Boudewijn vertelde over zijn
avontuur in Duitsland begon zijn vader hem te slaan en hij maakte de vlinder kapot.
Vader was nooit echt aardig voor Boudewijn en zijn moeder. Hij mishandelde zijn
vrouw of zijn kinderen als zij het over de oorlog of over Duitsland hadden. Boudewijn
heeft aan de ene kant enorme bewondering voor zijn vader (vlinders verzamelen,
banden plakken, wandelen en praten) maar snapt aan de andere kant zijn
gewelddadigheden niet. Het is niet zijn schuld dat de Duitsers aanvielen. Als zijn
vader een keer zomaar vertrekt zonder iets te zeggen, gaat een broertje van
Boudewijn in de kamer van zijn vader kijken. Hij heeft daar in een kast gekeken die
voor iedereen verboden was. Hij zag daar foto's van concentratiekampen en
gemartelde mensen. Als vader weer teruggekeerd is van zijn reis merkt hij op dat er
iemand in zijn geheime kast heeft gekeken. Na wederom een woedeaanval is het
huis te klein. Vader heeft besloten dat hij helemaal geen feestdagen meer wil vieren.
De reden hiervoor wordt niet gegeven.
Vader en moeder hadden besloten dat Boudewijn voor een lange tijd naar een
inrichting in Brabant moest, "niet omdat ik gek was, maar omdat mijn ouders het gek
vonden dat ik gek werd van hun huwelijksleven". Hij beleeft daar een vreselijke tijd
en mag daar praktisch niets. Voor Boudewijn is het grootste probleem dat hij in de
inrichting niet mag lezen. Na bijna een jaar mag hij weer naar huis. Als hij weer thuis
is bleken de buikpijnen waar hij al twee jaar aan leed een verwaarloosde
blindedarmontsteking te zijn, inmiddels een buikvliesontsteking. Hij raakt in de
ambulance die onderweg was naar het ziekenhuis in een coma.

4
Als hij een paar weken later wakker wordt, krijgt hij van zijn vader mooie cadeaus,
waaronder een grote stapel boeken. Na een jaar mocht hij het ziekenhuis uit en werd
hij met open armen ontvangen op zijn lagere school.

Er wordt de kinderen verteld over hun Onkel Jobab, die in de Tweede Wereldoorlog
is mishandeld en daardoor 'gek in zijn hoofd' is geworden. Hij komt een weekendje
langs bij de familie. Tijdens dit weekend heeft Boudewijn veel met Onkel Jobab
gewandeld. Vele jaren later, zijn ouders zijn intussen gescheiden, ontvangt
Boudewijn een brief van zijn moeder. Die stuurt hem een kopie van een rouwkaart
waarin staat dat zijn vader gestorven is. De dood van zijn vader greep hem erg aan,
ondanks het feit dat zijn vader nooit echt aardig voor hem was. Twee weken na dit
overlijden krijgt hij een brief van twintig velletjes van zijn vader. Deze brief vindt
Boudewijn het ergste van alles wat zijn vader hem heeft aangedaan. Later krijgt hij te
horen dat de brief geschreven is vlak voor zijn zelfmoord. Boudewijn kon het
allemaal niet meer aanzien en verbrandde de brief. Voordat zijn vader was gestorven
is hij nog een keer naar hem toe geweest. Zijn vader woont met een 18-jarige
Deense vrouw, Astrid Nisgren. Terwijl Boudewijn ouder is dan die vrouw, moest hij
van zijn vader “mevrouw” tegen haar zeggen. Boudewijn vertelt dat hij
homoseksueel is, een vrouw in verwachting heeft gemaakt, hasj gebruikt en een
agent heeft getrapt. Het wordt een emotioneel gesprek en zijn vader en diens (vijfde)
vrouw worden woedend op hem.

Het tweede verhaal gaat over Micky. Micky is het zoontje van Boudewijn en Mieke,
de voormalig Engelse lerares van Boudewijn, die 14 jaar ouder is. Boudewijn was
totaal nog niet toe aan een kind, maar als hij bemerkt dat Mieke aan de drank is
neemt hij een deel van de verzorging op zich. Boudewijn en Micky wonen een jaar
samen met Fleurette, een jongensachtige vrouw die een dochter heeft. Nadat
Fleurette en haar dochter het huis hebben verlaten, menen Boudewijns’ vrienden dat
hij mee moet gaan naar Parijs, wat al eerder geregeld was. Hij vertrouwt Micky toe
aan Gerda, de beste vriendin van Mieke, onder de voorwaarde hem niet aan Mieke
te geven. Bij zijn terugkomst blijkt Gerda hem wel aan Mieke te hebben
meegegeven, omdat het Kerstmis was. Gerda vertelt hem dat Micky bij haar van de
trap gevallen is. Hij ligt in het ziekenhuis in coma. Boudewijn gaat eerst bij Mieke
langs en is woedend, vervolgens gaat hij richting ziekenhuis. Daar wacht hem een
veel grotere schok, de val van de trap bleek een secundair trauma, Micky leed aan
een hersengezwel dat “geknapt” is en is klinisch dood. Na twintig dagen geeft
Boudewijn toestemming de machines stop te zetten en overlijdt Micky. Later wordt
Micky gecremeerd. Hier heeft Boudewijn bewust voor gekozen. Om zichzelf te
straffen, wil hij dat er geen enkel spoor van Micky blijft bestaan. Hij is de enige op de
crematie, waar het lievelingsnummer van Micky van de Stones: “Out of time” wordt
gedraaid. Zes jaar na de crematie bezoekt Boudewijn voor de krant een open dag
van het crematorium. Nadat de reportage in de krant heeft gestaan, krijgt Boudewijn

5
een boze brief van de directeur. Nu overvalt hem een groot verdriet, Micky’s
micrografie is mislukt. Als hij iemand op het station hoort zeggen: ”rouw verjaart
niet”, weet hij dat hij het verhaal over Micky kan schrijven. In het laatste hoofdstuk
vertelt Boudewijn dat enkele herinneringen niet groter zijn dan een postzegel die hij
koestert. Ze gaan over fijne momenten met zijn vader Rainer en zijn zoontje Micky.

Einde

6
Begin- en eindzin van het boek
Beginzin: “Mijn vader vroeg of ik alles had. Ik zei: ‘Ja.’ Pakte mijn tas op waarin tien
boterhammen, een flesje chocomel, twee repen witte chocolade, een kaart uit het
mapje ‘Kingkaartjes van Nederland’ (provincie Gelderland) zaten en liep met mijn
vader over het tuinpad naar de straat.”

Eindzin: “Tegen mijn gewoonte in snauwde ik niets terug. Ik had willen antwoorden
dat ik dronken was die nacht. Het was zinloos.”

Bij de beginzin staat Boudewijn nog aan het begin van zijn leven, hij zal in het boek
veel meemaken. Hij zou door goede en slechte momenten heen gaan, en heeft een
beetje een conflict met zijn familie als hij zegt dat hij homo is. Maar in de eindzin kijkt
Boudewijn terug op de goede dingen in zijn leven. Naar de mooie en goede
gebeurtenissen die voorbij geflitst zijn, die momenten haalt hij terug. En denkt hier
overna.

7
Tekstfragment
“Mieke deed waggelend open. ‘O, ben jij het…’ ‘Van de trap gevallen? Hoe kan dat
godverdomme?’ Ze keek mij aan en zei niets. ‘Op welke kamer ligt hij? Kun je me
erheen rijden? Nee, je kunt me natuurlijk niet brengen. Je kunt natuurlijk niet rijden.
Wat kan je eigenlijk wel?’ Ze was gaan zitten. Ik stond in de voorkamer waar het een
onbeschrijfelijke rotzooi was. Ze keek mij glazig aan. Ik werd alleen maar kwader.
‘Een beetje zitten janken in een stoel heeft toch geen enkele zin!’ Ze begon over
schuld. ‘Ja, laten we daar eens over beginnen! Ben ik er ook de schuld van dat hij
van de trap valt als ik in Parijs zit?’

Ik heb dit fragment gekozen omdat ik het erg mooi geschreven vind, ik werd
helemaal meegenomen in het verhaal. Voor mij was het alsof ik bij het gesprek was,
en daarom is het zo mooi. Het is een verdrietig stuk waarin Boudewijn kwaad is op
Mieke, de moeder van Mickey, want hij ligt nu in het ziekenhuis. Op het moment van
het ongeluk was Boudewijn in Parijs met vrienden, en hij kwam terug voor Micky.
Alleen bleek Micky in het ziekenhuis te liggen. Ik werd helemaal meegenomen in het
verhaal, en voelde de emoties die er in dit stuk speelden. Ik vond dit heel speciaal,
wat dit met mij deed tijdens het lezen. Hierdoor heb ik dit stukje gekozen.

8
Eigen mening
Ik vond dit een interessant boek, het had iets mysterieus en er was altijd een
bepaalde spanning in het verhaal. Zo was het verhaal van de vader van Boudewijn
een beetje geheimzinnig, wat heeft hij nou allemaal beleefd? Ook kwam was er wel
eens wat verwarring tijdens het lezen, dit doordat er in dit boek twee verhaallijnen
door elkaar lopen. Dat maakt het soms wel eens moeilijk te lezen, je moest veel
overschakelen naar een ander verhaal. Maar dit maakt het boek ook interessant en
niet saai, want je moest er bij blijven met je gedachten. Je kon je gedachten niet echt
laten varen, je moet gefocust blijven op het boek. En hierdoor zorg je ervoor dat het
boek niet saai wordt, dit heeft Boudewijn Büch, de schrijver, erg goed gedaan. Ook
werd ik op sommige momenten echt helemaal in het boek meegenomen, voor mij is
het belangrijk dat dit gebeurt. Want anders raak ik na een tijdje lezen de focus kwijt,
en als dat gebeurt dan verlies je een deel van de spanning en van de verhaallijn.
Maar dat was bij dit boek dus niet, en daardoor vond ik het ook leuk. Voor mij was
het stuk met het ongeluk en het overlijden van Micky het mooiste stuk, je kon hier
alles meemaken. Je werd als het ware als een derde persoon zonder tekst in het
boek gezet, het voelde alsof je er bij was. Je voelde het verdriet en de boosheid van
Boudewijn, en later de rouw om de dood van Micky. Dit soort momenten, waar je
helemaal werd meegenomen door het boek, zijn er nog meer. Zo is het stuk dat
Boudewijn met Micky en Mieke op vakantie was in Italië, hier kon je ook precies
voelen wat er gebeurde. Voor mij is dit het mooiste aan lezen van boeken, dat je er
als het ware bij bent en het voor je ziet. En in dit boek was dat meerdere keren het
geval. Ik vond dit een mooi boek om te lezen en raad het zeker aan voor andere, het
neemt je mee in het verhaal. En bijna elke emotie kan je in dit boek terug vinden.

9
Heeft de hoofdpersoon iets gedaan wat jij in die situatie
anders zou doen?

In het begin van het boek gaat Boudewijn naar Gelderland, langs de grens van
België. Hij gaat hier heen met een schoolreisje, alleen is hem door zijn vader ten
strengste verboden om over de grens van Duitsland te gaan. Maar als hij achter een
vlinder aangaat, die hij voor zijn vader wil vangen, passeert hij per ongeluk de Duitse
grens. Hij wordt dan teruggebracht door twee douaniers, en de hele klas kijkt hem
aan. Zodra hij thuis komt, laat hij de vlinder aan zijn vader zien. Dan verspreekt hij
zich, hij zegt dat hij over de grens was geweest. Zijn vader ging door het lint, trapte
de vlinder kapot en werd verschrikkelijk kwaad op Boudewijn.

Ik zou hier in Boudewijns positie de vlinder aan mijn vader hebben gegeven en dan
even weglopen, hierdoor vermijd je het gesprek en kan je je ook niet verspreken.
Dan kan je later, na goed bedacht te hebben wat je gaat zeggen, het gesprek met je
vader aangaan. Dan was Boudewijns vader niet zo boos geworden, en was het een
fijner thuiskomen geweest voor Boudewijn. Het zou hem dus veel leed bespaard
hebben als hij beter had nagedacht over het moment en de door hem gebruikte
woorden.

10

You might also like