Inleiding

Deze gebruiksaanwijzing helpt u bij het

• zoals bedoeld
• veilig en
• economisch
gebruik van de multifunctionele afstandsbediening, kortweg
afstandsbediening genoemd.
We veronderstellen dat de gebruikers van de afstandsbediening over
algemene kennis beschikken betreffende het gebruik van
consumentenelektronica en hun afstandsbediening.
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft niet in detail hoe u uw apparaten
met de afstandsbediening bedient. Raadpleeg voor precieze richtlijnen
de gebruiksaanwijzingen van de apparaten.
Iedereen die deze afstandsbediening
• bedient,
• reinigt of
• afvoert als afval,
moet de gehele tekst van deze gebruiksaanwijzing hebben gelezen en
begrepen.
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van het product.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing altijd bij de afstandsbedieningen.
Geef deze gebruiksaanwijzing erbij als u de afstandsbediening
verkoopt of aan iemand anders overdoet.

Aanduidingen
Bij verschillende delen van deze gebruiksaanwijzing staan bepaalde
tekens Daardoor is gemakkelijk te zien of het om
normale tekst,
verwijzingen,
• opsommingen, of
D handelingen,
gaat.

Toetsenbeschrijvingen op de afstandsbediening zijn met hoofdletters

geschreven, zoals bijvoorbeeld HOME.
Beschrijvingen van displaytoetsen en menubeschrijvingen zijn tussen
aanhalingstekens geschreven, zoals bijvoorbeeld „Sat“.

Deze aanwijzingen bevatten extra informatie, zoals

gerichte gegevens over het gebruiken van het apparaat.

3
Inhoudsopgave
Aanduidingen ...............................................................................3
Veiligheidsadviezen ......................................................................5
Bedoeld gebruik ...........................................................................5
Basisprincipes veiligheid..............................................................5
Instructies bij het omgaan met batterijen .....................................6
Aanduidingen bij de veiligheidsadviezen .....................................6
Beschrijving van het apparaat .....................................................7
Leveringsomvang.........................................................................7
Functies .......................................................................................7
Overzicht van het apparaat..........................................................8
Eerste stappen ............................................................................ 10
Batterijen plaatsen ..................................................................... 10
Het menu van de afstandsbediening leren kennen .................... 11
Afstandsbediening op uw apparaat instellen.............................. 12
Favorietenlijsten gebruiken........................................................14
Favorietenlijst samenstellen....................................................... 14
Nieuwe zenders invoeren .......................................................... 14
Een opgeslagen zender wijzigen ............................................... 15
Favorietenlijst sorteren............................................................... 15
Zender uit de favorietenlijst verwijderen..................................... 16
De naam van een favorietenlijst wijzigen ................................... 16
Zenders van een favorietenlijst weergeven................................ 17
Leerfunctie gebruiken.................................................................18
Toetsenfunctie overnemen ........................................................ 18
Toetsencombinaties programmeren .......................................... 19
De afstandsbediening gebruiken ............................................... 20
Apparaat selecteren................................................................... 20
Apparaten uitschakelen ............................................................. 20
Sleeptimer gebruiken ................................................................. 21
Kinderslot instellen..................................................................... 21
Commando’s aan een inactief apparaat geven.......................... 22
Instellingen van de afstandsbediening wijzigen....................... 23
Basisinstellingen ........................................................................ 23
Afstandsbediening instellen op andere apparaten ..................... 24
Tekst invoeren ........................................................................... 25
Instellingen verwijderen ............................................................. 26
Apparaatcodes weergeven en wijzigen...................................... 26
Storingen verhelpen.................................................................... 27
Technische gegevens ................................................................. 27
Na elk gebruik.............................................................................. 28
Afstandsbediening schoonmaken .............................................. 28
Afstandsbediening wordt gedurende
een lange periode niet gebruikt.................................................. 28
Afvalverwijdering........................................................................ 28
Batterijen verwijderen ................................................................ 28

4
Veiligheidsadviezen
Lees de veiligheidsadviezen goed door voordat u het fjernbetjening in
gebruik neemt. Houd u aan alle waarschuwingen en volg alle adviezen
op de display en in deze gebruiksaanwijzing goed op.

Bedoeld gebruik
De multifunctionele afstandsbediening wordt gebruikt om
consumentenelektronica binnenshuis in de privésfeer te bedienen en
in te stellen.
Het apparaat is uitsluitend daarvoor bedoeld en mag alleen daarvoor
gebruikt worden. Het mag alleen gebruikt worden zoals in deze
gebruiksaanwijzing is beschreven. Elke andere toepassingsvorm is
niet reglementair en kan leiden tot beschadiging van de afstands-
bediening of de apparaten.

Basisprincipes veiligheid
Voorkomen van verstikking
• Laat kinderen niet met folie of andere onderdelen van de
verpakking spelen.
• Bewaar folie of andere verpakkingsonderdelen buiten het bereik
van kinderen.
Voorkomen van verwondingen
• De universele afstandsbediening heeft een infrarooddiode van
laserklasse 1. Het apparaat is voorzien van een veiligheidssysteem
dat bij normaal gebruik het vrijkomen van gevaarlijke laserstraling
voorkomt. Beschadig of verander het veiligheidssysteem van het
apparaat nooit om oogletsel te voorkomen.
Voorkomen van beschadigingen
• Ga niet op de afstandsbediening zitten en plaats geen zware
voorwerpen op de afstandsbediening.
• Maak de afstandbediening regelmatig schoon.
• Gebruik geen harde voorwerpen bij het schoonmaken.
• Laat reparaties altijd over aan gekwalificeerde vakmensen.
• Vermijd dat de afstandsbediening in contact komt met stof, zonlicht,
vocht, hoge temperaturen of hevige schokken.

5
Instructies bij het omgaan met batterijen
• Houd batterijen uit de buurt van kinderen. Raadpleeg meteen een
arts als er een batterij is ingeslikt.
• Plaats bij het vervangen van de batterij steeds een nieuw
exemplaar. Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende batterijtypen. Vervang de batterij alleen
door eenzelfde of gelijkwaardig type.
• Controleer, voordat u de batterij inzet, of de contacten van het
apparaat en de batterij schoon zijn. Reinig deze indien nodig.
• Let bij het inzetten van de batterij op de polariteit (+/–).
• Probeer nooit batterijen weer op te laden. Gevaar voor explosie!
• Sluit batterijen niet kort.
• Bewaar batterijen op een koele, droge plaats. Door rechtstreekse
invloed van warmte kunnen batterijen beschadigd raken. Stel de
fstandsbediening daarom niet bloot aan hitte.
• Gooi batterijen niet in het vuur.
• Verwijder de batterij als u het apparaat langere tijd niet gebruikt.
• Verwijder een lekkende batterij onmiddellijk uit het apparaat. Maak
de contacten schoon voordat u een nieuwe batterij plaatst. Zuren
uit de batterij kunnen het apparaat aantasten.
• Verwijder een lege batterij uit het apparaat.

Aanduidingen bij de veiligheidsadviezen

In deze gebruiksaanwijzing staan de volgende categorieën
veiligheidsadviezen en aanwijzingen:

Veiligheidsadviezen waarschuwen voor een situatie die

kan leiden tot schade of letsel.

6
Beschrijving van het apparaat
Leveringsomvang
• Multifunctionele afstandsbediening
• Codelijst met de apparaatcodes
• 4 x Micro LR03 AAA 1,5 V batterijen
• Gebruiksaanwijzing.

Functies
Met deze multifunctionele afstandsbediening kunt u de volgende typen
apparaten bedienen:
• TV (televisietoestel met videotekst/teletekst, projectoren, flatscreen
televisietoestellen)
• VCR (Videorecorder)
• DVR (Digitale HDD-Recorder)
• Kabelontvangers
• SAT (Satellietontvanger)
• DVB-Receiver
• DVD (DVD-speler en DVD-recorder)
• AUDIO (Stereoinstallatie)
• CD (CD-speler)
• AUX 1 voor andere apparaten (versterker, tuner, bandrecorder,
MD, enz.)
• AUX 2 voor andere apparaten (versterker, tuner, bandrecorder,
MD, enz.)

Deze afstandsbediening maakt gebruik van de meest voorkomende

infrarood signalen van de meeste, maar niet alle modellen en merken.
Deze afstandsbediening beschikt over functies die misschien niet
compatibel zijn met uw apparaat. Omgekeerd worden mogelijk
bepaalde bijzondere functies van uw apparaat niet ondersteund door
deze afstandsbediening. In dit geval kunnen de commando’s met
behulp van de leerfunctie (zie pagina 18) van de oorspronkelijke
afstandsbediening worden overgenomen.
Verscheidene functies moeten op deze afstandsbediening anders
worden geprogrammeerd dan op uw oude afstandsbediening. Deze
programmeringen kunt u enkel bepalen met behulp van uw apparaat.
Lees eerst aandachtig deze gebruiksaanwijzing om alle mogelijkheden
van uw afstandsbediening te leren kennen. Lees ook de gebruiks-
aanwijzingen van de apparaten die u met deze gebruiksaanwijzing wilt
bedienen.

7
Overzicht van het apparaat

27 1
2
26 3

25 5

24 6

23 9

22 10

11

21 12

13

20 14

15

19 16

17

18

Nr. Functie
1 AAN/UIT
2 PROFILE 2 weergave van favorietenlijst 2
3 Tien displaytoetsen
4 MODE: kies apparaat
5 FAVOURITE: overzicht van de favorietenlijst weergeven
6 PROG+ / PROG-: Programmakeuze
7 Navigatiering om in het beeldschermmenu te navigeren
8 OK: ingevoerde gegevens bevestigen
9 EPG: elektronisch zendertijdschrift weergeven (afhankelijk van
het apparaat)
10 EXIT: het apparaatmenu verlaten
11 Cijfertoetsen
12 -/--: overschakelen naar zenders met twee cijfers
13 f Afspelen
14  Snel doorspoelen
15  Stop

8
Nr. Functie
16  Pauze
17 Beeldscherm functies oproepen
18 Teletext functies oproepen
19 Opname starten
20  Snel terugspoelen
21 AV: overschakelen naar extern apparaat
22 Geluid uitschakelen
23 MENU: apparaatmenu openen
24 VOL+ / VOL–: Volumeregeling
25 HOME: Hoofdmenu openen
26 LCD kleurendisplay
27 PROFILE 1 weergave van favorietenlijst 1

U kunt de toetsen ook met een andere functie verbinden.

Een uitzondering hierop vormen de volgende toetsen:
• PROFILE 1/PROFILE 2
• AAN/UIT
• HOME
• MODE
• FAVOURITE.
D Om de toetsenfunctie te wijzigen, gaat u te werk zoals
in het hoofdstuk Toetsenfunctie overnemen vanaf
pagina 18 wordt beschreven.

U kunt op de navigatiering (7) vier vrij programmeerbare functies

creëren. Druk daarvoor op een van de volgende toetsen:
• boven de toets OK
• onder de toets OK
• rechts van de toets OK
• links van de toets OK.

Bij het doorvoeren van de instellingen op de afstandsbediening kunt u

terugkeren naar de vorige weergave.
D Druk hiervoor op de navigatiering links van de toets OK.

9
Eerste stappen
Batterijen plaatsen
D Plaats de vier meegeleverde microcellen LR03 (AAA-formaat) in
het batterijvak aan de achterzijde van het apparaat. Let hierbij op
de polariteit (+/–).

1.
2.

Als u de batterijen in uw afstandsbediening hebt geplaats, wordt

automatisch een korte inleiding weergegeven op de display.
D Volg de aanwijzingen op het display.
Indien de inleiding niet automatisch start, moet de
instellingen onder „Instellen“ Ö „Geavanceerd“ Ö
„Instellingen wissen“ worden verwijderd. Na bevestiging
gaat de inleiding automatisch van start.

Vervolgens kunt u de afstandsbediening instellen op uw televisie-

toestel. Wanneer u deze instelling hebt doorgevoerd, kunt u de
afstandsbediening op andere apparaten instellen.

Het instellen van de afstandsbediening op de verschillende apparaat-

typen verloopt op dezelfde manier. Nadat u de afstandsbediening op
de gewenste apparaattypen hebt ingesteld, kunt u uw voorkeurs-
zenders opslaan in een favorietenlijst.
U kunt alle gegevens die u bij de eerste ingebruikname invoert, later
wijzigen of verwijderen.
De ingeprogrammeerde instellingen (codes, leerfuncties en macro's)
blijven in de universele afstandsbediening opgeslagen als u de
batterijen verwijdert.

10
Het menu van de afstandsbediening leren kennen
Menu-Overzicht
Menu Submenu's
QuickPower Overzicht van het apparaat
Sleeptimer Overzicht van het apparaat
Macros Toetsenselectie
Instellen Apparaten Overzicht van het
apparaat
Favorieten Wizard
Toevoegen/bewerken
Opnieuw orderen
Verwijderen
Hernoemen
Macros Macros selecteren
Geavanceerd Opties
Apparaatcodes
Doorschakelen
Kinderslot
Instellingen wissen
Leren
Help Het hulpmenu wordt weergegeven.

Navigeren in het menu

D Om het hoofdmenu weer te geven, drukt u op de toets HOME.
D Om een menu of een submenu weer te geven, drukt u op de
displaytoets naast de gewenste menubeschrijving.
D Om naar de volgende pagina van een lijst te gaan, drukt u op de
displaytoets „Meer“.
D Om naar de vorige pagina van een lijst te gaan, drukt u op de
linkerzijde van de navigatiering.

In de favorietenlijsten kunt u niet terugbladeren.

D Druk herhaaldelijk op de toets „Meer“, tot de
gewenste pagina wordt weergegeven.

D Om terug te keren naar de vorige weergave drukt u op de

navigatiering links van de toets OK.
Het volgende menu of submenu wordt weergegeven. De ingevoerde
gegevens worden daarbij niet opgeslagen.

D Om een geopend menu af te sluiten en terug te keren naar het

hoofdmenu, drukt u op de toets HOME.
Indien u gegevens hebt ingevoerd, worden deze opgeslagen.

11
Afstandsbediening op uw apparaat instellen
D Schakel het apparaat in.
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de displaytoets „Apparaten“.
D Om het gewenste apparaattype te selecteren, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.
Indien u het merk van uw apparaat kent, kunt u dit selecteren in de
merkenlijst op de display.
D Druk daarvoor op de displaytoets „Ja“.
Op de display wordt de eerste pagina van een lijst met opgeslagen
merken weergegeven.

D Om een weergegeven merk te selecteren, drukt u op de

overeenstemmende displaytoets.
D Om naar de volgende pagina van de lijst te gaan, drukt u op de
displaytoets „Verder“.
D Om terug te keren naar de vorige pagina van de lijst, drukt u op de
displaytoets „Terug“.
D Indien u het merk van uw apparaat niet kent, drukt u op de
displaytoets „Nee“.
In dit geval bevat de onderstaande selectie meer mogelijkheden dan
bij een bekend merk. De selectie kan om die reden langer duren. Op
de display wordt een waarschuwing weergegeven.

D Richt de voorkant van de afstandsbediening op de ontvanger van

het apparaat.
D Druk op de toets AAN/UIT, tot het apparaat wordt uitgeschakeld.
D Druk vervolgens op de displaytoets „Opslaan“.
U kunt nu nagaan of de afstandsbediening functioneert.
D Druk op verschillende toetsen, bijvoorbeeld op zendertoetsen, de
volumeknop of teleteksttoetsen.

Bij verscheidene televisietoestellen kan het televisie-

toestel niet met behulp van de toets AAN/UIT op de oude
afstandsbediening worden ingeschakeld. In dit geval kunt
u het apparaat ook niet met de AAN/UIT-toets van de
multifunctionele afstandsbediening inschakelen.
D Ga na in de gebruiksaanwijzing van uw apparaat met
welke toets u het apparaat inschakelt.

D Indien de afstandsbediening niet naar behoren functioneert, drukt u

op de displaytoets „Bewerken“.
Op de display worden weer de verschillende opties weergegeven.

D Druk nogmaals op de toets AAN/UIT, tot het apparaat wordt

uitgeschakeld.
D Herhaal de functioneringstest.

Als de afstandsbediening naar behoren functioneert, kunt u

verschillende functies selecteren uit het menu:
D Om een naam toe te kennen aan het apparaat drukt u op de
displaytoets „Name“.
D Voer vervolgens met behulp van de cijfertoetsen de gewenste
beschrijving in.

12
 Een gedetailleerde beschrijving van de gegevensinvoer
met behulp van de cijfertoetsen vindt u in de paragraaf
Tekst invoeren op pagina 25.

D Om de instellingen op te slaan, drukt u op de displaytoets

„Opslaan“.
D Indien u de afstandsbediening wenst in te stellen op andere
apparaten, drukt u herhaaldelijk op de displaytoets „Nee“, tot het
gewenste apparaat wordt weergegeven.
D Druk vervolgens op de displaytoets „Ja“.
D Herhaal de instellingen voor dit apparaat.
D Indien u de afstandsbediening niet wenst in te stellen op andere
apparaten, drukt u op de displaytoets „Afsluiten“.
De instellingen worden opgeslagen.

Als de instellingen zijn opgeslagen, vraagt het apparaat u bij de eerste

ingebruikname door een melding op de display of u uw favorietenlijsten
wenst samen te stellen.

Indien u geen favorietenlijsten wenst samen te stellen, drukt u op de

toets HOME.

Er wordt een venster weergegeven waarin om bevestiging wordt

gevraagd.

D Indien u geen favorietenlijsten wenst samen te stellen, drukt u op

de displaytoets „Afsluiten“.
D Indien u toch een favorietenlijst wenst samen te stellen, drukt u op
de displaytoets „Verder“.
D Ga bij de samenstelling van de favorietenlijsten te werk zoals wordt
beschreven in het volgende hoofdstuk.

13
Favorietenlijsten gebruiken
Met een favorietenlijst kunt u uw voorkeurszenders op de display
selecteren. U kunt maximaal tien favorietenlijsten samenstellen. Elke
favorietenlijst kan maximaal honderd zenders bevatten.
In de favorietenlijsten kunt u zowel radio- als televisiezenders opslaan
indien u de afstandsbediening op de overeenstemmende apparaten
hebt ingesteld.

Favorietenlijst samenstellen
Om een favorietenlijst samen te stellen, gaat u als volgt te werk:
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de display-toets "Favorieten".
D Om favorietenlijsten toe te voegen of te bewerken, drukt u op de
displaytoets „Toevoegen/bewerken“.
D Selecteer met behulp van de displaytoetsen de gewenste
favorietenlijst.
De favorietenlijst wordt weergegeven.

D Om een korte hulptekst bij dit submenu weer te

geven, drukt u op de displaytoets „Wizard“.

Nieuwe zenders invoeren

Om een nieuwe zender toe te voegen aan de favorietenlijst, gaat u als
volgt te werk:
D Druk op een displaytoets waarnaast nog geen logo staat.
D Om een ander apparaat te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de
displaytoets „Kies apparaat“, tot het gewenste apparaat wordt
weergegeven.
D Voer met behulp van de cijfertoetsen het zendernummer in
waarover de gewenste zender op uw televisietoestel beschikt.

Bij verschillende televisietoestellen kan de werkwijze om

dit zendernummer in te geven, afwijken van de
beschreven werkwijze.
D Ga na in de gebruiksaanwijzing van uw apparaat met
welke toets u het apparaat inschakelt.
D Bepaal in dit geval met behulp van de gebruiks-
aanwijzing van uw apparaat de vereiste werkwijze.

D Om een zenderlogo te selecteren, drukt u op de displaytoets „Logo

te wissen“.
Een lijst met verschillende zenderlogo’s wordt weergegeven.

D Om naar de volgende pagina van de lijst te gaan, drukt u op de

displaytoets „Verder“.
D Om terug te keren naar de vorige pagina van de lijst, drukt u op de
displaytoets „Terug“.
D Om een weergegeven logo te selecteren, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.

14
 Indien het logo van de door u ingestelde zender niet in de
lijst staat, kunt u een algemeen symbool uit de lijst
gebruiken. Indien u noch een logo noch een symbool
gebruikt, wordt in de favorietenlijst het nummer van de
zender weergegeven.

D Om de zender in de favorietenlijst op te slaan, drukt u op de

displaytoets „Opslaan“.

Een opgeslagen zender wijzigen

D Om een opgeslagen zender te wijzigen, drukt u op een displaytoets
waarnaast al een zender vermeld staat.
D Om de gewenste wijzigingen door te voeren, gaat u te werk zoals
wordt beschreven in de paragraaf “Nieuwe zenders invoeren”.

Favorietenlijst sorteren
U kunt de volgorde van de zenders in een favorietenlijst wijzigen.
• U kunt een zender op dezelfde pagina voor een andere zender
plaatsen of
• U kunt zenders op verschillende pagina’s verwisselen.

D Druk op de toets HOME.

D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de display-toets "Favourieten".
D Druk op de displaytoets „Opnieuw orderen“.
D Om de gewenste favorietenlijst te selecteren, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.
De favorietenlijst wordt weergegeven.

D Om naar de pagina te gaan met de gezochte zender, drukt u op de

displaytoets „Verder“.
D Om de zender die u wilt verplaatsen aan te duiden, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.
De zender in de favorietenlijst wordt met een groene balk aangeduid.

D Selecteer de zender in de favorietenlijst in plaats waarvan u de

gemarkeerde zender wilt invoegen.
D Druk op de displaytoets voor de geselecteerde zender.
Indien beide zenders op dezelfde pagina van de favorietenlijst werden
weergegeven, wordt de gemarkeerde zender ingevoegd voor de
geselecteerde zender. Indien de zenders op verschillende pagina’s
van de favorietenlijst stonden, kunt u kiezen of u de zender op een
bestaande pagina of op een lege pagina wilt invoegen.
D Om de zender op een bestaande pagina in te voegen, drukt u op
de displaytoets „Bestaande“.
D Om de zender op een nieuwe pagina in te voegen, drukt u op de
displaytoets „Nieuwe pagina“.
D Om de zender in te voegen, drukt u op de displaytoets naast de
gewenste positie.

Indien op de doelpositie al een zender staat, worden de

posities van de zenders verwisseld.
Indien op de doelpositie nog geen zender staat, wordt de
verplaatste zender ingevoegd op de geselecteerde
positie.

15
Zender uit de favorietenlijst verwijderen
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de display-toets "Favourieten".
D Om zenders uit een favorietenlijst te verwijderen, drukt u op de
displaytoets „Verwijderen“.
D Om de gewenste favorietenlijst te selecteren, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.
D Druk op de displaytoets naast de zender die u wilt verwijderen.
De zender wordt aangeduid met een rode “x”.

D Druk op de toets OK om de keuze te bevestigen.

Een controlevraag wordt weergegeven.

D Om een zender te verwijderen, drukt u op de displaytoets „Ja“.

D Om het submenu „Verwijderen“ te verlaten zonder de zender te
verwijderen, drukt u op de displaytoets „Afsluiten“.

De naam van een favorietenlijst wijzigen

D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de display-toets "Favorieten".
D Om de naam van een favorietenlijst te wijzigen, drukt u op de
displaytoets „Hernoemen“.
D Om de gewenste favorietenlijst te selecteren, drukt op de
overeenstemmende displaytoets.
D Voer de gewenste naam voor de favorietenlijst in met behulp van
de cijfertoetsen, zoals wordt beschreven in de paragraaf Tekst
invoeren vanaf pagina 25.

16
Zenders van een favorietenlijst weergeven
U kunt uw favorietenlijsten op de volgende manieren weergeven:
D Om onmiddellijk favorietenlijst 1 weer te geven, drukt u op de toets
PROFILE 1.
D Om onmiddellijk favorietenlijst 2 weer te geven, drukt u op de toets
PROFILE 2.
Indien u een favorietenlijst wilt weergeven waar nog geen
zenders werden opgeslagen, wordt het menu waar u
favorietenlijsten kunt samenstellen, weergegeven.
D Sla uw favorieten op zoals in de paragraaf
Favorietenlijst samenstellen vanaf pagina 14 wordt
beschreven.
D Indien u geen favorietenlijst wilt samenstellen, drukt u
op de toets HOME.
D Om een lijst van alle favorietenlijsten weer te geven, drukt u op de
toets FAVOURITE.
Favorietenlijsten waar u zenders hebt opgeslagen, worden in het
blauw weergegeven.
D Druk op de displaytoets naast de naam van de gewenste
favorietenlijst.
De favorietenlijst wordt weergegeven.

D Om naar de pagina te gaan met de gezochte zender, drukt u op de

displaytoets „Verder“.
D Om naar de gewenste zender te gaan, drukt u op de displaytoets
naast het overeenstemmende logo of het zendernummer.

17
Leerfunctie gebruiken
U kunt functies en toetsenfuncties van uw oude afstandsbediening
overnemen. Daarvoor kopieert u het signaal van uw oude
afstandsbediening naar de multifunctionele afstandsbediening. Daar
kunt u deze functie op verschillende manieren activeren:
• U kunt de functie met behulp van een toets van de
afstandsbediening activeren.
• U kunt de functie op een van de 27 posities in het menu „Apparaat“
opslaan en via de displaytoetsen activeren.
• U kunt verschillende toetsenfuncties combineren en door een druk
op de toets activeren.

Toetsenfunctie overnemen
Om de functie van een toets van uw oude afstandsbediening te
kopiëren naar de multifunctionele afstandsbediening, gaat u als volgt
te werk:
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de displaytoets "Instellen"
D Druk op de displaytoets „Leren“.
D Om te bepalen of u de functie met behulp van een displaytoets of
een van de hoofdtoetsen wilt activeren, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.
D Selecteer het apparaat waarvoor u deze functie wilt gebruiken.
D Plaats de oude afstandsbediening op een afstand van ongeveer
2,5 cm van de multifunctionele afstandsbediening op een vlakke
ondergrond.

De zender van de oude afstandsbediening moet zoals weergegeven

op de ontvanger op de onderkant van de multifunctionele afstands-
bediening zijn gericht.

1
ca
.2
,5
cm

Indien u de gewenste functie via een displaytoets wilt

activeren, hebt u de keuze uit 27 mogelijke toetsen.
De displaytoetsen worden weergegeven in een lijst op de
display.
D Om naar de volgende pagina van de lijst te gaan,
drukt u op de displaytoets „Meer“.
Afhankelijk van het geselecteerde apparaat zijn al
verschillende functies geprogrammeerd.

18
D Om het leerprogramma te starten, drukt u op de toets waarmee u
de functie op de multifunctionele afstandsbediening wilt activeren.
Op de display verschijnt de weergave „Leren“.

D Druk op de toets van de oude afstandsbediening waarvan u de

functie wilt overnemen.
Indien de toetsenfunctie niet correct werd overgenomen, verschijnt de
melding „Leerfout!“.

D Stel beide afstandsbedieningen opnieuw in.

D Start het leerprogramma opnieuw.
Indien de toetsenfunctie werd overgenomen, verschijnt de melding
„Overname succesvol doorgevoerd“.

D Om de naam van een displaytoets te wijzigen, drukt u op de

displaytoets „Hernoemen“.
D Voer de gewenste naam in met behulp van de cijfertoetsen.
D Om de volgende toetsenfunctie te programmeren, drukt u op de
displaytoets „Afsluiten“.

Toetsencombinaties programmeren
U kunt verschillende functies van een zogenaamde „macro“
combineren en via een enkele hoofdtoets of displaytoets op de
multifunctionele afstandsbediening activeren. Ga daarvoor als volgt te
werk:
D Om de functies te programmeren, gaat u te werk zoals in de
paragraaf Toetsenfunctie overnemen vanaf pagina 18 wordt
beschreven.
D Druk op de toets „HOME“.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de display-toets "Macros".
D Kies een van de opslagplaatsen van M1 tot M27 uit, waaronder u
dan later de macro’s weer kunt oproepen.

D Met de display-toets „toestel“ kiest u het toestel uit. Onderaan het

display wordt het actieve toestel aangeduid.

D Kies de functie via de desbetreffende toets op de

afstandsbediening, die in de macro moeten worden opgenomen.
Met de display-toets „toets kiezen“ kunt u ook een displayfunctie
kiezen.

Bij verschillende combinaties van functies dient u een

wachttijd in te lassen tussen twee commando’s. U kunt
de wachttijd tussen twee commando’s vastleggen,
gaande van een tot negen seconden.

D Om de gewenste wachttijd te programmeren, drukt u op de

overeenstemmende cijfertoets.
D Om de volgende functie te programmeren, drukt u op de
desbetreffende toets van de afstandbediening, resp. kiest u met
„toets kiezen“ een displayfunctie uit.
D Herhaal deze stappen tot u alle gewenste functies hebt
geprogrammeerd.
D Druk vervolgens op „opslaan“, om de macro op te slaan of druk op
„beëindigen“ om de instellingen zonder op te slaan te verlaten.

19
De afstandsbediening gebruiken
Apparaat selecteren
U kunt met behulp van de afstandsbediening verschillende apparaten
bedienen. Om een commando niet tegelijkertijd met alle apparaten te
verbinden, kunt u het apparaat dat u wilt bedienen als volgt selecteren
op de afstandsbediening:
D Druk op de toets MODE.
Op de display wordt een lijst weergegeven met mogelijke apparaten.
Niet-ingestelde apparaten worden in het grijs weergegeven.

D Om naar de volgende pagina van de lijst te gaan, drukt u op de

displaytoets „Verder“.
D Om terug te keren naar de vorige pagina, drukt u op de
displaytoets „Terug“.
D Om een ingesteld apparaat te selecteren, drukt u op de
overeenstemmende displaytoets.

Apparaten uitschakelen
U kunt alle ingestelde apparaten met behulp van de afstandsbediening
uitschakelen. Afhankelijk van het apparaattype wordt het apparaat
uitgeschakeld of in de standby-modus geschakeld.
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de displaytoets „QuickPower“.
Op de display wordt een lijst met apparaten weergegeven. De
apparaten waarop u de afstandsbediening hebt ingesteld, worden in
kleur weergegeven. Andere apparaten worden in het grijs
weergegeven.

D Om een apparaat uit te schakelen, drukt u op de

overeenstemmende displaytoets.
D Herhaal deze stap voor alle andere apparaten die u wilt
uitschakelen.

20
Sleeptimer gebruiken
Met deze functie worden apparaten na een door u ingestelde tijdsduur
automatisch uitgeschakeld. U kunt een maximale tijdsduur van 90
minuten in fasen van 15 minuten instellen.
Deze functie is enkel mogelijk indien de
afstandsbediening op het apparaat is gericht en er zich
geen hindernissen tussen de afstandsbediening en het
apparaat bevinden.

D Druk op de toets HOME.

D Druk op de displaytoets „Sleeptimer“.
D Druk op de displaytoets voor het apparaat dat u met behulp van de
sleeptimer wilt uitschakelen.

Naast het symbool van het apparaat wordt „0:15“ weergegeven op de

display.

D Om de tijdsduur tot het apparaat wordt uitgeschakeld te verlengen,

drukt u herhaaldelijk op de displaytoets tot de gewenste tijd wordt
weergegeven.
De sleeptimer is ingeschakeld.

D Plaats de op het apparaat ingestelde afstandsbediening op een

veilige ondergrond.
D Zorg ervoor dat er zich geen hindernissen tussen de
afstandsbediening en het apparaat bevinden.
D Om de sleeptimer in te schakelen, drukt u herhaaldelijk op de
displaytoets tot de naam van het apparaat op de display wordt
weergegeven.
Kinderslot instellen
Met deze functie kunt u een wachtwoord bestaande uit vier cijfers
instellen en een favorietenlijst weergeven bij een ingeschakelde
kinderslotfunctie. Indien de kinderslotfunctie is ingeschakeld, kunnen
met de afstandsbediening enkel zenders van de weergegeven
favorietenlijst worden geselecteerd.
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de displaytoets „Geavanceerd“.
D Druk op de displaytoets „Kinderslot“.
Indien u nog geen wachtwoord hebt ingesteld, vraagt het apparaat of u
dit wilt doen.

D Indien u de functie wilt beëindigen en geen wachtwoord wilt

instellen, drukt u op de displaytoets „Nee“.
D Indien u een wachtwoord wilt instellen, drukt u op de displaytoets
„Ja“.
D Voer nu met de cijfertoetsen het wachtwoord in.
D Om het wachtwoord op te slaan, drukt u op de displaytoets
„Opslaan“.

Een keuzemenu met onderstaande punten wordt weergegeven:

• Activeren
• Kinderslot -code
• Favorieten kiezen
• Beëindigen.

21
D Om het kinderslot te activeren, drukt u op de displaytoets
„Inschakelen“.
De kinderslotfunctie wordt ingeschakeld. Enkel zenders uit de
weergegeven favorietenlijst kunnen worden geselecteerd. De
submenu’s „Leren“ en „Instellen“ zijn gedesactiveerd.

D Om de kinderslotfunctie te desactiveren, drukt u op de toets

FAVOURITE.
D Selecteer een favorietenlijst die in het grijs wordt weergegeven.
U dient een wachtwoord in te voeren.

D Voer nu met de cijfertoetsen het wachtwoord in.

De geselecteerde favorietenlijst wordt weergegeven. De
kinderslotfunctie wordt beëindigd.
Indien u een foutief wachtwoord invoert, verschijnt de melding
„Foutieve code “.
D Voer het juiste wachtwoord in.
D Om het wachtwoord te wijzigen, drukt u op de displaytoets
„Kinderslot Code“.
D Om een favorietenlijst bij een ingeschakelde kinderslotfunctie weer
te geven, drukt u op de displaytoets „Favorieten kiezen“.
De lijst met de namen van de favorietenlijsten wordt weergegeven.

D Druk op de displaytoets naast de favorietenlijst die u wilt

weergeven.
De naam van de weergegeven favorietenlijst verschijnt onder het
menupunt „Favorieten kiezen“.
D Om het menu „Kinderslot“ te beëindigen zonder het kinderslot te
activeren, drukt u op de displaytoets „Afsluiten“.

Commando’s aan een inactief apparaat geven

Met deze functie kunt u met de afstandsbediening commando’s aan
een apparaat geven hoewel een ander apparaat is geselecteerd op de
afstandsbediening. Zo kunt u bijvoorbeeld het volume van uw
televisietoestel instellen, ook wanneer u met de afstandsbediening een
DVD-speler of een satelliet-receiver hebt geselecteerd.
Om de punchthrough-functie te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets "Instellen".
D Druk op de displaytoets „Geavanceerd“.
D Druk op de displaytoets „Doorschakelen“.
Op de display wordt het overzicht van de apparaten weergegeven.

D Om het apparaat te selecteren waarvoor de volgende instellingen

van toepassing zijn, drukt u op de overeenstemmende displaytoets.
Op de display wordt het geselecteerde apparaat weergegeven. U kunt
nu onderstaande instellingen uitvoeren:
• „Volume“ stelt het apparaat in dat reageert als u drukt op de
toetsen VOL+ en VOL– .
• „Program“ stelt het apparaat in dat reageert als u drukt op de
toetsen PROG+ en PROG– .
• „Weergave“ stelt het apparaat in dat reageert als u drukt op de
weergavetoetsen.

De standaardinstelling is „niet ingesteld “. Bij deze instelling is de

punchthrough-functie voor het weergegeven apparaat uitgeschakeld.

22
Indien u op de overeenstemmende toets op de afstandsbediening
drukt, reageert het weergegeven apparaat.
D Om een apparaat te selecteren, drukt u herhaaldelijk op de
displaytoets naast de gewenste optie tot de naam van het
geselecteerde apparaat wordt weergegeven.
D Om de instelling op te slaan en de instellingen voor het volgende
apparaat door te voeren, drukt u op de displaytoets „Opslaan“.
D Om de instellingen voor de punchthrough-functie te beëindigen,
drukt u op de displaytoets „Afsluiten“.

Instellingen van de
afstandsbediening wijzigen
Basisinstellingen
Met deze functie kunt u de tijdsduur instellen waarna de weergave
automatisch wordt uitgeschakeld. Bovendien kunt u de tijdsduur van
de signalen die de afstandsbediening bij een druk op de toetsen
verzendt, aanpassen op uw apparaten.
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de displaytoets “Instellen".
D Druk op de displaytoets „Geavanceerd“.
D Druk op de displaytoets „Opties“.
Het menu instellingen wordt weergegeven. In dit menu ziet u twee
schuifregelaars waarmee u de volgende apparaatinstellingen kunt
wijzigen:
• Oplichttijd: tijd waarna de display wordt uitgeschakeld indien u niet
op een toets drukt.
• Signaalduur: tijd gedurende welke bij een druk op de toets het
overeenstemmende signaal wordt verzonden.

D Om de oplichttijd te verlengen, drukt u op de overeenstemmende

rechter displaytoets.
D Om de oplichttijd te verkorten, drukt u op de overeenstemmende
linker displaytoets.
D Om de signaalduur te verlengen, drukt u op de overeenstemmende
rechter displaytoets.
D Om de signaalduur te verkorten, drukt u op de overeenstemmende
linker displaytoets.
D Om terug te keren naar de fabrieksinstellingen, drukt u op de
displaytoets „Instellingen wissen“.
D U kunt de gewijzigde instellingen overnemen door op OK te
drukken.

23
Afstandsbediening instellen op andere apparaten
U kunt uw afstandsbediening steeds instellen op andere apparaten.
Daarbij gaat u als volgt te werk:
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de displaytoets "Instellen".
D Druk op de displaytoets „Apparaten“.
Op de display worden de mogelijke apparaten weergegeven.
Apparaten waarvoor u al instellingen hebt doorgevoerd, worden in
kleur weergegeven.

Beschikbare instellingen worden overschreven indien u

de afstandsbediening op een apparaattype instelt dat al
is ingesteld.
D Indien u twee verschillende apparaten van een type
wilt instellen, selecteert u een van de twee
displaytoetsen „AUX“.
U kunt de opslagplaatsen „AUX“ voor willekeurige
apparaattypen gebruiken.

D Om het gewenste apparaat te selecteren, drukt u op de

overeenstemmende displaytoets.
D Ga vervolgens te werk zoals wordt beschreven in de paragraaf

24
 Afstandsbediening op uw apparaat vanaf pagina 12.
D Om de naam van het apparaat te wijzigen, drukt u op de
displaytoets „Name“.
D Voer vervolgens de gewenste naam in met behulp van de
cijfertoetsen.

Tekst invoeren
Met de afstandsbediening kunt u verschillende namen invoeren.
Daarvoor kunt u de gewenste letters en cijfers met behulp van de
cijfertoetsen invoeren zoals bij een mobiele telefoon. Indien u een
functie hebt geselecteerd, wordt op de display een overzicht
weergegeven.
Teksten die meer dan vier tekens lang zijn, kunnen
elkaar overlappen op de display en het leesgemak
bemoeilijken.

D Ga na in het overzicht welke cijfertoets bij welke letter behoort.

D Druk herhaaldelijk op deze cijfertoets tot de gewenste letter wordt
weergegeven.
D Om kleine letters in te voeren, drukt u herhaaldelijk op deze
cijfertoets tot de gewenste kleine letter wordt weergegeven.
D Om het laatste teken te verwijderen, drukt u op de toets AV.
D Om een spatie in te voeren, drukt u tweemaal op de cijfertoets „0“.
D Om de naamwijziging te beëindigen, drukt u op de toets OK.

25
Instellingen verwijderen
Met deze functie kunt u doorgevoerde instellingen verwijderen en de
fabrieksinstellingen van de afstandsbediening herstellen.
D Druk op de toets HOME.
D Druk op de display-toets „Instellen".
D Druk op de display-toets „Geavanceerd".
D Druk op de display-toets „Instellingen wissen“.

U kunt onderstaande groepen van instellingen wijzigen:

• Apparaten
• Favorieten
• Aangeleerd
• Doorschakelen
• Alles wissen

D Om een instelling te verwijderen, drukt u op de overeenstemmende

displaytoets, bijvoorbeeld „Apparaten“.
Een lijst met beschikbare instellingen, apparaten en favorieten wordt
weergegeven.

D Om de instelling die u wenst te verwijderen, te selecteren, drukt u

op de overeenstemmende displaytoets.
Een controlevraag wordt weergegeven.

D Om de geselecteerde instelling van de afstandsbediening te

verwijderen, drukt u op de displaytoets „Verwijderen“.
D Om terug te keren naar het submenu „Verwijderen“ zonder
instellingen te verwijderen, drukt u op de displaytoets „Afsluiten“.

Apparaatcodes weergeven en wijzigen

Met deze functie kunt u de apparaatcodes van de op de
afstandsbediening ingestelde apparaten weergeven. U kunt deze
apparaatcodes ook wijzigen. Indien u de apparaatcode van een
apparaat kent, kunt u de afstandsbediening snel en veilig op dit
apparaat instellen.
Indien u een foutieve apparaatcode gebruikt, kan dit
functiestoringen veroorzaken bij de bediening van dit
apparaat met de afstandsbediening.
D Voer hier enkel wijzigingen door indien u de
apparaatcode van uw apparaat kent.
De apparaatcodes voor verschillende gebruikelijke
apparaten zijn vermeld in de bijgevoegde codelijst.

D Druk op de toets HOME.

D Druk op de displaytoets "Instellen".
D Druk op de displaytoets „Geavanceerd“.
D Druk op de displaytoets „Apparaatcodes“.
D Om de apparaatcode voor een apparaat te wijzigen, drukt u op de
displaytoets voor dit apparaat.
D Voer de apparaatcode in.
De gewijzigde apparaatcode wordt overgenomen.

D Om de functie te beëindigen en terug te keren naar het hoofdmenu,

drukt u op de toets OK.

26
Storingen verhelpen
Storing Oorzaak en oplossing
De afstandsbediening De batterijen zijn leeg.
werkt niet. D Plaats nieuwe batterijen.
Een apparaat reageert De apparaatcode is niet goed ingesteld.
niet op de D Stel de afstandsbediening opnieuw in
afstandsbediening. op het apparaat.
De vereiste apparaatcode is niet
opgeslagen.
D Pas de commandosignalen toe met
behulp van de leerfunctie van de
multifunctionele afstandsbediening.
Bij de selectie van een Voor deze favoriete zender is in de
favoriete zender wordt favorietenlijst het verkeerde apparaat
niet het gewenste ingesteld.
apparaat bediend. D Stel het gewenste apparaattype in de
favorietenlijst in.
De afstandsbediening is niet correct
ingesteld op het apparaat.
D Herhaal de instelling van de
afstandsbediening op het apparaat.
Bepaalde functies De afstandsbediening is niet correct
kunnen niet met de ingesteld op het apparaat of de
afstandsbediening apparaatcode is niet correct ingesteld.
worden geactiveerd. D Controleer de instelling van de
afstandsbediening op het apparaat.
D Pas de commandosignalen toe met
behulp van de leerfunctie van de
multifunctionele afstandsbediening.
De leerfunctie In plaats van één commandosignaal
functioneert niet naar worden meerdere signalen gegeven.
behoren. D Herhaal de leerfunctie.
D Houd in de leerfunctie de toetsen
steeds maar even ingedrukt.

Technische gegevens
Afmetingen (L × B × H) ca. 23 x 6 x 2,5 cm
Gewicht ca. 130 g
Batterijen 4 microcellen LR03 „AAA“
Display TFT display (176 x 220 pixels)

27
Na elk gebruik
Afstandsbediening schoonmaken
D Maak het apparaat uitsluitend schoon met een droge of licht
vochtige pluisvrije doek.
D Gebruik geen etsende of agressieve schoonmaakmiddelen.
Afstandsbediening wordt gedurende een lange
periode niet gebruikt
Indien u de afstandsbediening gedurende een lange periode niet
gebruikt, gaat u als volgt te werk:
D Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
D Bewaar de batterijen op een veilige plaats.
D Bewaar de afstandsbediening op een droge, stofvrije plaats.
D Zorg ervoor dat de afstandsbediening niet wordt blootgesteld aan
hitte en warmtebronnen, bijvoorbeeld zonlicht.

Afvalverwijdering
De milieuvriendelijke verwijdering van productiemiddelen,
elektronische apparatuur, herbruikbare materialen en
andere apparaatonderdelen wordt geregeld door de
nationale en regionale wetgeving.
D Neem contact op met de bevoegde plaatselijke
instanties om informatie te verkrijgen over
afvalverwijdering.

Batterijen verwijderen
D Werp lege batterijen in geen geval bij het normale huisvuil.
D Lever verbruikte batterijen in bij een inzameldepot.

28