Infosessie Rond Het Individueel Eindwerk: de Onderzoekspaper

Infosessie rond het
individueel eindwerk:
De onderzoekspaper
Lara Hallam
Academiejaar 2022-2023
Enkele tips vooraf...
Je hebt al een goede scholing gehad in
onderzoeksmethoden door zeer bekwame lectoren. Maar
bekijk toch zeker de volgende cursussen opnieuw:
• 1CM
• Bronnen
• Researchtechnieken
• Deel rond referenties & APA-stijl
• 2CM
• Communicatieonderzoek
• Deel over probleemstelling en onderzoeksvragen
• Deel over de onderzoeksmethode en onderzoekstechniek die je van
plan bent te gebruiken tijdens je onderzoek
2
Een goede onderzoeksvraag is een noodzakelijke
voorwaarde voor een kwaliteitsvol eindwerk. Beslissen
over een onderzoeksvraag doe je niet snel en
onbezonnen!
Denk hier goed over na
Doe dit met goedkeuring van de stagebegeleider van je

stagebedrijf
Stuur de onderzoeksvraag ook door naar de lector die je stage

begeleidt
Kies vooral een onderzoeksvraag die je interesseert

3
Een goede onderzoeksvraag is een noodzakelijke
voorwaarde voor een kwaliteitsvol eindwerk. Beslissen
over een onderzoeksvraag doe je niet snel en
onbezonnen!
Je moet het warm water niet uitvinden, kijk naar vorig

onderzoek dat je misschien kan repliceren.
Let op met politieke en persoonlijke agenda’s.
Vooral: maak het niet te moeilijk!
4
Structuur van de onderzoekspaper
Voor meer details bij elk onderdeel, verwijzen we naar de Schrijfwijzer MC versie 3.0.
• Bedrukte kaft met de titel
• Blanco blad
• Titelblad (met logo departement of van de hogeschool, zie Digitap voor correct
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H1: Probleemstelling en onderzoeksvraag
• H2: Methodologie
• H3: Resultaten en discussie
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
5
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
6
Woord vooraf
• Wat moet er in het woord vooraf?
• Een korte motivatie voor de keuze van jouw onderwerp
• De doelstelling van jouw werk
• De probleemstelling
• De methode
• De belangrijkste resultaten
• Wat mag er in het woord vooraf?
• Een dankwoord (begeleider, ...)
• Wat mag er niet in het woord vooraf?
• Bronnen
7
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
8
Inhoudsopgave
• Zie eerst dat elke pagina een nummer heeft
• Word: Invoegen > paginanummer
• De inhoudsopgave kan je automatisch genereren

• Word: Verwijzingen > Inhoudsopgave
• Tip: Als je eindwerk af is, zie zeker dat je de inhoudsopgave

helemaal updatet!
9
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
10
Inleiding
In de inleiding beschrijf je drie zaken:
• Jouw onderwerp
• Korte uitleg wat in elk hoofdstuk aan bod zal komen, zoals
• H4: Conclusie
11
Inleiding
Hoe beschrijf je jouw onderwerp?
12
Inleiding
Doel: Je schetst de brede contouren van je onderwerp.
Stap 1: Je begint dit deel kort met de relevantie van je

onderzoek te situeren:
• “Er is nog maar weinig onderzoek gebeurd naar ...”
• “Voorgaand onderzoek heeft
inconsistente/tegenstrijdige/ambigue resultaten ...”
• “De stageplaats wenst te weten wat de oorzaken zijn van ...”
13
Inleiding
Doel: Je schetst de brede contouren van je onderwerp.
Stap 1: Je begint dit deel kort met de relevantie van je

onderzoek te situeren:
• “Er is nog maar weinig onderzoek gebeurd naar ...”
• “Voorgaand onderzoek heeft
inconsistente/tegenstrijdige/ambigue resultaten ...”
• “De stageplaats wenst te weten wat de oorzaken zijn van ...”
TIP: Als je praat over vorig onderzoek, vergeet dan niet een
bron erbij te zetten!
14
Inleiding
Stap 2: Je probeert bestaande kennis in beeld te brengen
• Welk voorgaand relevant onderzoek is gepubliceerd en wat wil jij
ook in jouw onderzoek gebruiken?
• In de probleemstelling komen een aantal theoretische begrippen
aan bod.
• Die begrippen leg je in de inleiding al kort uit
15
Inleiding
Voorbeeld Lim, X. J., Radzol, A. R. M., Cheah, J. H., & Wong, M. W. (2010). The impact of social
media influencers on purchase intention and the mediation effect of customer attitude. Asian Journal of
Business Research, 7(2), 19-36.
Influencer marketing emphasises the use of influencers to drive a

brand’s message to reach the target segment (Smart Insights 2017).
In the age of ubiquitous Internet, social media influencers have
emerged as a dynamic third party endorser (Freberg et al. 2011).
Leveraging on a plethora of social media platforms such as
Facebook, Instagram, Twitter and Youtube, social media influencers
are aptly used to publicise product information and latest
promotions to online followers (Markethub 2016). Social media
influencers typically engage with their followers by regularly
updating them with the latest information (Liu et al. 2012).
16
Inleiding
Voorbeeld Lim, X. J., Radzol, A. R. M., Cheah, J. H., & Wong, M. W. (2010). The impact of social
media influencers on purchase intention and the mediation effect of customer attitude. Asian Journal of
Business Research, 7(2), 19-36.
Eerste zin grijpt de aandacht
Influencer marketing emphasises the use of influencers to drive a

brand’s message to reach the target segment (Smart Insights 2017).
In the age of ubiquitous Internet, social media influencers have
emerged as a dynamic third party endorser (Freberg et al. 2011).
Leveraging on a plethora of social media platforms such as
Facebook, Instagram, Twitter and Youtube, social media influencers
are aptly used to publicise product information and latest
promotions to online followers (Markethub 2016). Social media
influencers typically engage with their followers by regularly
updating them with the latest information (Liu et al. 2012).
Theoretisch begrip ‘influencers’ wordt
uitgelegd (met bron!)
17
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
18
Praktijkgericht onderzoek - Stappenplan
Om een antwoord te geven op de vraag (probleemstelling), voer je
een praktijkgericht onderzoek uit. We doorlopen daarbij volgende
cyclus voor praktijkonderzoek (Van der Donk & Van Lanen, 2009).
Figuur ‘Cyclys voor praktijkonderzoek’ (Van der Donk & Van Lanen, 2009: p.18)
19
Oriënteren (probleemstelling)
• Je maakt eerst een goede analyse van het probleem of de vraag.
• Je kan dit doen door:
• Informatie in te winnen bij een bedrijf waarbinnen de
probleemstelling zich voordoet, of
• Door middel van het raadplegen van relevante bronnen.
• Je zal mogelijk een literatuurstudie of bronnenstudie moeten
uitvoeren om meer inzicht te krijgen op het probleem of om de
vraag helder te krijgen.
20
• Jouw literatuurstudie gaat
verder dan enkel knip-en-plak
werk uit diverse bronnen
• Schrijf een eigen
gestructureerde tekst
• Voeg bronnen samen tot één
geheel met een goede flow.
Maak er geen ‘bron 1 zegt dit,
bron 2 zegt dat’ verhaal van.
21
Formuleer vervolgens je onderzoeksdoel
• Wat is de algemene reden?
• Wat is het doel van je onderzoek?
• Dit is abstract & algemeen
“Het doel van dit onderzoek is om aan de hand van een empirisch
onderzoeksopzet een antwoord te formuleren op de volgende vragen die bij
de communicatiedienst van Schilde leven over de effectiviteit van de externe
gemeentelijke communicatiekanalen (zowel print, digitale als interactieve
media)”
22
Richten (onderzoeksvraag)
• Mogelijk spelen er zich meerdere problemen die elkaar onderling
beïnvloeden of is de vraag té complex om binnen één onderzoek
te beantwoorden.
• Je vertaalt het praktijkprobleem of de vraag die de praktijk stelt
naar een onderzoekbare vraag. Dit betekent
• keuzes maken; en
• het durven afbakenen van het probleem of de vraag
• Als je een onderzoek voert in opdracht van de stageplaats,
bespreek je de meerwaarde van je onderzoek voor het bedrijf. Je
argumenteert dit.
23
• Je formuleert daarna de onderzoeksvragen
• Dit zijn de vragen die je wenst te beantwoorden aan de hand
van je onderzoek
• De onderzoeksvragen zijn specifieker dan je onderzoeksdoel
“Wat is de informatiebehoefte van de Schildenaar?”

“Hoe goed kennen Schildenaren de externe print, digitale en interactieve
gemeentelijke media?”
“In welke mate gebruiken de Schildenaren deze media?”
“Hoe tevreden zijn de Schildenaren over deze communicatiekanalen?”
24
• Jullie onderzoeksvraag moet aansluiten bij een beschrijvend
onderzoek.
• De onderzoeksvraag vormt de kern van je onderzoek en
beïnvloedt het verdere verloop van het onderzoeksproces.
• Vanuit de probleemstelling en het onderzoeksdoel, formuleer je
zelf een onderzoeksvraag, die je voorlegt aan je stagebegeleider.
25
Criteria voor een goede onderzoeksvraag:
• In vraagvorm
• Mag maar uit één vraag bestaan
• Niet: “Hoeveel mensen vinden Nalu beter dan RedBull en waarom?”
• Moet in de 3de persoon gesteld worden
• Voldoende doelgericht
• Compatibel met je onderzoeksdoel
• Als je onderzoeksdoel over bedrijf X gaat, dan moet je geen
onderzoeksvragen over bedrijf Y opstellen.
• Mag geen onbewezen voorkennis bevatten
• “Vinden de respondenten ook dat RedBull de beste energie drank is?”
26
Criteria voor een goede onderzoeksvraag: R-A-P
Komt jouw Kan je jouw Je onderzoeksvraag

onderzoeksvraag onderzoeksvraag moet éénduidig
voor vanuit de bestuderen met zijn. Er mag maar
de organisatie of de tijd, middelen één interpretatie
literatuur? en het budget? mogelijk zijn.
27
Criteria voor een goede onderzoeksvraag: Relevant
Voorbeeld: “Welke IT-problemen had bedrijf X in

2020?
Is de
onderzoeksvraag
relevant voor de
wetenschap of
voor jouw
stageplaats?
28

2020?
Issues:
• Een vraag zoals dit heeft geen toegevoegde waarde want je
Is de maakt enkel een lijstje.
onderzoeksvraag • Ook al vraagt je stageplaats zo’n onderzoek, probeer te
relevant voor de zoeken naar iets dat een toegevoegde waarde biedt
wetenschap of
voor jouw
stageplaats?
29

2020?
Oplossingen:
• Zoek naar een onderzoeksvraag waar je toch een antwoord
Is de op kan geven dat een meerwaarde biedt voor de
onderzoeksvraag stageplaats
relevant voor de
wetenschap of
“Hoe gingen de werknemers van bedrijf X om met IT-problemen
voor jouw
stageplaats? in 2020 om te voorkomen dat deze problemen in 2021 terug
zouden komen?”
30
Criteria voor een goede onderzoeksvraag: Afgebakend
Vragen vooraf:
• Kan je dit onderzoek uitvoeren in het kader van een
individueel eindwerk?
• Heb je er wel genoeg tijd, budget en middelen voor?
• Heb je de toelating om jouw onderzoek te doen?
• Is er mogelijk een ethisch probleem waardoor je
Kan je jouw stageplaats niet zal willen meewerken?
onderzoeksvraag • Kan je toegang krijgen tot de data die je wil
bestuderen met
onderzoeken?
de tijd, middelen
en het budget?
31
Voorbeeld: “Wat is het perceptieverschil tussen

de Belgische en Nederlandse bevolking over
advergames”
Kan je jouw
onderzoeksvraag
bestuderen met
de tijd, middelen
en het budget?
32

advergames”
Issues:
Kan je jouw • De onderzoeksvraag is zo ambitieus dat je zowel in
onderzoeksvraag België als in Nederland maanden lang bezig zal zijn
bestuderen met • De dataverzameling is onhaalbaar voor een
de tijd, middelen individueel eindwerk
en het budget?
33

advergames”
Oplossingen:
Kan je jouw • Verander de onderzoekséénheden van je
onderzoeksvraag onderzoeksvraag naar een populatie waarvan je weet
bestuderen met dat je de leden gemakkelijker kan bereiken (zowel qua
de tijd, middelen tijd, kosten als qua verplaatsing).
en het budget?
“Vinden Vlaamse adolescenten advergames een
aantrekkelijk reclamemedium?”
34
Voorbeeld: “Hoe roddelen werknemers van de

communicatiedienst over hun collega’s bij
bedrijf X?”
Kan je jouw
onderzoeksvraag
bestuderen met
de tijd, middelen
en het budget?
35

bedrijf X?”
Issues:
Kan je jouw • Heb je toestemming van je stageplaats om dit te
onderzoeksvraag onderzoeken?
bestuderen met • Willen werknemers meewerken?
de tijd, middelen • Is dit wel verantwoord?
en het budget?
36

bedrijf X?”
Oplossing:
Kan je jouw • Vraag (schriftelijke) toestemming aan de
onderzoeksvraag communicatiedienst, de werknemers en het
bestuderen met diensthoofd om de informele communicatie te
de tijd, middelen observeren en te onderzoeken.
en het budget?
• Is de werkgever toch niet akkoord met jouw vraag?
Herformuleer de onderzoeksvraag!
37
Criteria voor een goede onderzoeksvraag: Precies
Voorbeeld: “Hoe effectief vinden Belgen de externe

communicatiemedia van de Politie?”
Je onderzoeksvraag
moet éénduidig
zijn. Er mag maar
één interpretatie
mogelijk zijn.
38

Issues:
• Wat bedoel je met ‘effectief’?
Je onderzoeksvraag • Wie bedoel je met ‘Belgen’? (de hele Belgische bevolking?
moet éénduidig Vlaamse jongeren? Schildenaren tussen 18-35? ...)
zijn. Er mag maar • Welk niveau van ‘Politie’? (lokaal, federaal, gerechtelijk?)
één interpretatie
mogelijk zijn.
39

Oplossingen:
“Hoe goed kennen de inwoners van Antwerpen de Blauwe lijn
Je onderzoeksvraag van de Lokale Politie Antwerpen?”
moet éénduidig
zijn. Er mag maar “Hoe tevreden zijn de inwoners van Antwerpen over de
één interpretatie Instagrampagina van de Lokale Politie Antwerpen?”
mogelijk zijn.
“Welke voordelen zien communicatieverantwoordelijken van
Antwerpse gemeenten in het gebruik van Facebook als medium
om te communiceren met de lokale bevolking?
40
Conclusie: Je onderzoeksvraag goed beperken en scherp
afbakenen is een sterkte, geen zwakte van je individueel
eindwerk!
“Gebruiken mensen meer Word of Excel?”
41
eindwerk! Precies: Het feit dat je niet weet over
wie het gaat, is teken dat de
Afgebakend: Welke mensen? De werknemers van jouw stageplaats? onderzoeksvraag niet precies is.
De werkende bevolking? Jongeren die een eindwerk schrijven?
“Gebruiken mensen meer Word of Excel?”

Relevant: Is dit relevant voor jouw stageplaats of voor de
wetenschap?
42
eindwerk!
“Waarom prefereren de werknemers van ABC consulting

inhouse software pakketten en geen Microsoft
softwarepakketten?”
43
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
44
Plannen & verzamelen (methode)
• Je gaat na welke onderzoeksmethode binnen dit
praktijkonderzoek het beste past om een antwoord te
formuleren op jouw onderzoeksvraag.
• Je legt uit waarom je koos voor deze onderzoeksmethode
(kwalitatief of kwantitatief) en hoe dit aansluit bij jouw
onderzoeksvraag.
45
Belangrijk: De onderzoeksvraag bepaalt de methode
Veralgemeenbaar Indicatief
Sterk gestructureerd Minder gestructureerd
Beschrijvend Verklarend
Grootschalig Kleinschalig
Nadruk op cijfers Diepgaand
Survey Etnografisch onderzoek

Enquête Diepte-interview
Experiment Observatie
Sociale netwerk analyse Focusgroep
Kwantitatieve inhoudsanalyse Kwalitatieve inhoudsanalyse46
Wat moet je zeker bespreken in ‘H2: Methode’?
• Wat je hebt gedaan (procedure)
• Welke onderzoeksmethode:
• kwantitatief vs. kwalitatief
• Beschrijf waar het onderzoek is gehouden en of je zelf
aanwezig was op het moment van de dataverzameling
• Wat precies is gezegd (bv. Anoniem, vertrouwelijk?)
• Of de respondenten een beloning hebben ontvangen voor
hun inspanningen
47
• Welke onderzoekstechniek?
• Vragenlijst: constructen (aantal items, meetniveau, bron),
achtergrondvariabelen. De volledige vragenlijst zelf in
appendix steken
• Experiment: stimulusmateriaal, condities, aantal
proefpersonen per conditie, toewijzing aan condities
• Interview: vragen & doorvragen, achtergrondvariabelen
• Inhoudsanalyse – media-analyse: codeerschema
• …
48
• Je steekproef
• Hier komt de beschrijving van de respondenten,
proefpersonen, of cases
• Soort steekproef
• Geef een overzicht van de relevante achtergrondkenmerken van de
respondenten.
• Beschrijf hier ook de non-respons (toevallige vs. systematische non-
respons?)
• Welke data (nieuwsartikels, inloggegevens van werknemers,
ziektegegevens van werknemers, ...)?
49
• Wanneer je het onderzoek hebt gedaan?
• Welke periode? (Bv. Najaar van 2019, maart tot mei 2020, ...)
• Welke kosten je hebt gemaakt?
50
• Voorbeeld (kwalitatief onderzoek)
Procedure and data collection
A call for participants was distributed via social media and targeted only (ex) online daters who
had been hurt in online dating. Prior researchers suggested to use theoretical instead of random
sampling method since the goal was to sample cases that were relevant to the posed research
questions rather than generate statistical generalizability across the population (e.g., Ellison,
Heino, & Gibbs, 2006). Consequently, the data collection method was a qualitative in-depth
interview with thirteen (ex-) online daters (5 men, 8 women) between the ages of 21 and 51 (after
thirteen interviews theoretical saturation was achieved). The interviews were conducted during
the fall of 2017 and winter of 2018, and participants were recruited in Flanders, Belgium. Semi-
structured interviews were employed with the possibility to deviate from the questions to ask
more in-depth questions and explore other interesting information. Based on the narrative
techniques of Lieblich, Tuval-Mashiach and Zilber (1998), the individuals that were previously hurt
were asked to explain the situation and why they felt hurt by this act. Participants answered
questions such as “Can you tell me what happened when you were hurt in online dating? Why was
this hurtful? What was your reaction to this event?”. By asking participants to recollect and
describe their past individual experiences, this research had a descriptive or eidetic
phenomenological approach (Creswell, 2007).
51
Procedure and data collection Hoe werden de respondenten bereikt?
52
Hoe werd de steekproef verzameld?
53
Steek- sampling method since the goal was to sample cases that were relevant to the posed research
proef
54
Tijd & more in-depth questions and explore other interesting information. Based on the narrative
regio techniques of Lieblich, Tuval-Mashiach and Zilber (1998), the individuals that were previously hurt
55
Interviewtechniek
56
Procedure and data collection Hoe warden de respondenten bereikt?
Hoe werd de steekproef verzameld?
Steek- sampling method since the goal was to sample cases that were relevant to the posed research
proef
Tijd & more in-depth questions and explore other interesting information. Based on the narrative
regio techniques of Lieblich, Tuval-Mashiach and Zilber (1998), the individuals that were previously hurt
Interviewtechniek
57
Let op: Je moet jezelf altijd afvragen:
• Ben ik in staat om je onderzoeksvraag te beantwoorden met de
juiste methode en instrumenten?
• Voorbeeld: “Wat is het effect van de voorlichtingscampagne van

Sensoa op het gebruik van voorbehoedsmiddelen door jongeren?”
58

• Issues:
• Je kan enkel uitspraken doen over effecten (causaal verband
= oorzaak – gevolg – effect) als je gebruik maakt van een
experiment (voormeting – nameting) of een longitudinaal
onderzoek
59

• Oplossingen:
• De onderzoeksvraag herformuleren
• Als methode kiezen voor een experiment
• “Bestaat er een verband tussen de blootstelling aan de

voorlichtingscampagne van Sensoa “share love, geen soa” en
het gebruik van voorbehoedsmiddelen door Vlaamse
jongeren?”
60
Analyseren & concluderen (data-analyse)
• Welke analyses heb je uitgevoerd?
• Korte beschrijving van de analyses die zijn uitgevoerd.
• Niet alle details, maar wel een beknopte beschrijving van:
• Gebruikte analyse software (SPSS, Excel, SAS, ....)
• Welke analyses er op de gegevens zijn uitgevoerd, of bij kwalitatieve
analyse de aanpak (coderingen, handmatig, Excel, Nvivo, …. ).
61
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
62
Rapporteren & presenteren
In dit deel rapporteer je de uitkomst van je onderzoek
• Kern van je onderzoekspaper!
• Het is handig de onderzoeksvragen te gebruiken als kapstokken
voor het verhaal dat je wil vertellen.
• Per onderzoeksvraag begin je de resultaten te bespreken
• Dit deel van je paper bestaat uit een mix van geschreven tekst,
tabellen en grafieken... (in het geval van kwalititatief onderzoek
uit illustratieve quotes/citaten)
63
Dit deel is verschillend voor kwantitatief en kwalitatief
onderzoek:
• Kwantitatief onderzoek:
• Resultaten en discussie worden apart besproken
• Kwalitatief onderzoek:
• Resultaten en discussie worden samen besproken
64
Kwantitatief onderzoek
30/01/2023 Powerpointsjabloon AP 65
Het is zeer belangrijk om hierin een evenwicht te zoeken
• Een paper met enkel tekst ð saai en vermoeiend om te lezen
• Een paper met te veel tabellen ð vraagt te veel inspanning van
de lezer om deze te interpreteren
• Een paper met enkel grafieken ð de visuele uitbeeldingskracht
van grafieken gaat verloren bij te veel grafieken
66
Wanneer gebruik je een tabel?
• Een zeer efficiënte manier om veel resultaten compact samen te
vatten
• Wanneer je exact en nauwkeurig wil zijn
67
Tips voor tabellen
• Titel + nummer. Beschrijving van wat er in de tabel staat
• Lettertype van tabel één of twee punten kleiner zetten dan rest
van tekst
• Schreefloos lettertype gebruiken
• Kolommen met cijfers: rechts/gecentreerd uitlijnen
• Kolommen met tekst: links uitlijnen
• Beperk het aantal lijnen in de tabel
• (niet elke cel apart kadertje)
• Gebruik verschillende lichte kleurtinten om de verschillende
onderdelen van de tabel te onderscheiden
• Totaalpercentages onderaan of rechts van de tabel zet je in het
vet
68
Wanneer gebruik je een grafiek?
• Om interessante of moeilijk te interpreteren onderzoeksresultaten
te visualiseren
• Om het begrip van de lezer te vergroten
• Bij te weinig data: afvragen of grafiek wel zinvol is
Figuur 1. Kennis van gemeentelijke communicatiekanalen (n = 544)
69
Tips voor grafieken
• Titel + nummer. Beschrijving van wat er in de grafiek staat
• De titel vermeldt ook het aantal respondenten waarop de grafiek
gebaseerd is; bijv. n = 544)
• Cijfers op de assen getallen die niet meer dan 2 nullen bevatten
(dus max tot 999). Anders voeg je best vermelding toe x10, x100,
x1000
• Beperk het aantal waarden op X- en Y-as
• Beschrijf de meeteenheid in de titel of op de assen (aantallen,
percentages, gemiddeldes, meter vs. centimer?):
• Bv. In titel grafiek schrijf je dat de vertraging bij het openbaar
vervoer wordt weergegeven, maar dan ook zeer belangrijk in
welke eenheid je dit weergeeft: aantal minuten, aantal uren,
aantal keren?
70
Tips voor grafieken
• Wees een beetje consistent en consequent in het gebruik van
grafieken: indien niet dan straalt je rapport geen rust uit:
• Gebruik dezelfde kleuren doorheen de grafieken van je
rapport
• Doe niet de ene keer een kegeldiagram, de andere keer een
staafdiagram…
• Kies alleen verschillende soorten grafieken om verschillende
soorten gegevens weer te geven:
• Bv. Alle tevredenheidsschalen met een staafdiagram
• Alle rapportcijfers met een spinnenwebgrafiek
• Geen komma’s in de grafiek gebruiken
71
Tips voor grafieken
• Herhaal niet de volledige grafiek in de tekst (doel is:
informatiereductie niet informatie dupliceren!)
• Orden eventueel je data:
• lezers zijn vaak geïnteresseerd in hoogste of laagste; beste of slechtste...
• lezers ook typisch geïnteresseerd in wat de meest voorkomende categorie
is (= de ‘modale categorie’ of ‘de modus’)
• Keep it simple (3D-grafiek = ‘fashionable’ maar moeilijk
interpreteerbaar)
• Tekstgrootte = groot genoeg
• Eerlijk zijn tegenover de lezer: “let op: de grafiek begint niet bij 0
waardoor kleine verschillen mogelijk groter lijken dan ze effectief
zijn”.
72
De discussie:
• Dit is het moment dat je de resultaten terugkoppelt aan de
literatuur.
• Je bespreekt
• de mogelijke verklaringen van jouw resultaten aan de hand
van bronnen.
• de beperkingen van je onderzoek
• de implicaties van jouw onderzoek (wat is het bedrijf nu met
jouw resultaten?)
• de aanbevelingen voor toekomstig onderzoek
73
Kwalitatief onderzoek
Wat beschrijf je bij de kwalitatieve resultaten?
• Procedure en dataverzameling
• Hoe is de oproep voor participanten verlopen?
• Wie werd benaderd?
• Wat voor steekproef is er getrokken?
• Hoeveel respondenten namen deel?
• Wanneer vond het onderzoek plaats?
• Wat voor een vragenlijst was het?
• Heb je bepaalde interviewtechnieken gebruikt? Zo ja, welke?
• Was er een ethische commissie bij betrokken?
75
Hoe schrijven we alles uit?
• Jullie gaan de grote lijnen beschrijven en dit ondersteunen door
quotes
• Maak geen veralgemeningen!
• Doe geen uitspraken over een populatie.
• Beschrijf altijd over wie het gaat en wie een uitspraak heeft
gedaan. (maar anonimiseer!)
• Schets altijd de context waarbinnen uitspraken gedaan worden.
• Geef meerdere quotes als er tendensen zijn of juist mensen zijn
die elkaar tegenspreken
Voorbeeld:
Researchers investigating sexual solicitation claim that it’s the anonymity and absence of
relevant cues that can cause inappropriate conversations (McKenna & Bargh, 2000). In the
current study two out of three victims of sexual solicitation were female, which was in line
with prior findings that women are more likely to be the victim (Mitchell et al., 2001).
Next, Guerrero et al. (2007) stated that in offline relationships individuals can get hurt
when the perpetrator shares personal information of the victim. Sharing personal
information which was communicated in an online environment has the additional factor
that the perpetrator has the information in writing. One respondent claimed that someone
she had only talked to online had hurt her feelings when he had threatened to share details
of her personal life with their mutual friends:
“So you’ve built this trust bond and, of course you tell things that are… well, maybe it
wasn’t so smart, but you tell things that you sometimes wish you’ve kept to yourself. And
he was like, ‘with all this stuff going on, I’m going to tell all of it’. And I was like, wow, what
is happening? So that wasn’t so pleasant.”
Voorbeeld:
Researchers investigating sexual solicitation claim that it’s the anonymity and absence of
relevant cues that can cause inappropriate conversations (McKenna & Bargh, 2000). In the
current study two out of three victims of sexual solicitation were female, which was in line
with prior findings that women are more likely to be the victim (Mitchell et al., 2001).
Next, Guerrero et al. (2007) stated that in offline relationships individuals can get hurt
when the perpetrator shares personal information of the victim. Sharing personal
information which was communicated in an online environment has the additional factor
that the perpetrator has the information in writing. One respondent claimed that someone
she had only talked to online had hurt her feelings when he had threatened to share details
of her personal life with their mutual friends:
“So you’ve built this trust bond and, of course you tell things that are… well, maybe it
wasn’t so smart, but you tell things that you sometimes wish you’ve kept to yourself. And
he was like, ‘with all this stuff going on, I’m going to tell all of it’. And I was like, wow, what
is happening? So that wasn’t so pleasant.”
Enkele tips
• Zorg dat je resultaat niet bedolven wordt onder overbodige
informatie
• Schrijf je resultaten punt per punt uit, probeer niet teveel te
combineren
• Schrijf boven en onder je quote informatie.
• Boven je quote: om je quote te situeren
• Onder je quote: voor een meer gedetailleerde analyse
• Overtuig ook je lezer van jouw redenering en analyses
• Zorg dus voor een grondige onderbouwing van jouw
argumenten
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
80
De conclusie:
• Dit is een samenvatting van jouw onderzoek;
• Je geeft een antwoord op de onderzoeksvraag;
• Je neemt geen nieuwe gegevens of argumenten op;
• Hier worden geen bronnen gebruikt.
81
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
82
De bijlagen:
• Dit omvat aanvullende documenten en omvangrijk
illustratiemateriaal.
• Cruciale info om de tekst te kunnen begrijpen, plaats je best in de
tekst zelf
• Begin elke bijlage met een nieuwe pagina.
• Geef elke bijlage een nummering en verwijs hiernaar in het werk
83
• Blanco blad
titelblad)
• Woord vooraf
• Inhoudsopgave
• Inleiding
• H4: Conclusie
• Bijlagen
• Bronvermelding
84
De bronvermelding:
• APA: check het overzicht op de volgende slide én je cursus
‘bronnen’ uit het EERSTE jaar!
• Onderschat de impact van slordig refereren niet!
• Nog eens de regels herbekijken?
https://owl.purdue.edu/owl/research_and_citation/apa_style/ap
a_formatting_and_style_guide/general_format.html
85
Minimum- & excellentiecriteria
Het individueel eindwerk wordt geëvalueerd door de
stagebegeleider van AP en een tweede lezer aan de hand
van een formulier met: zie Digitap
• Minimumcriteria: Criteria waaraan je eindwerk minimaal zou
moeten voldoen om te slagen
• Excellentiecriteria: Criteria waaraan je eindwerk moet voldoen,
wil je een excellente score krijgen (15 of meer)
87
Minimumcriteria literatuur voor alle individuele
eindwerken
88
Minimumcriteria bij het gebruik van diepte-interviews
89
89
Excellentiecriteria bij het gebruik van diepte-interviews
90
90
Minimumcriteria bij het gebruik van enquêtes
91
Excellentiecriteria bij het gebruik van enquêtes
92
Minimumcriteria bij het gebruik van inhoudsanalyses
93
93
Excellentiecriteria bij het gebruik van inhoudsanalyses
94

Infosessie Rond Het Individueel Eindwerk: de Onderzoekspaper

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

You might also like

Infosessie Rond Het Individueel Eindwerk: de Onderzoekspaper

Uploaded by

Document Information

Original Title

Copyright

Available Formats

Share this document

Share or Embed Document

Sharing Options

Did you find this document useful?

Is this content inappropriate?

Copyright:

Available Formats

Infosessie Rond Het Individueel Eindwerk: de Onderzoekspaper

Uploaded by

Copyright:

Available Formats

Infosessie rond het

Denk hier goed over na

Doe dit met goedkeuring van de stagebegeleider van je

Stuur de onderzoeksvraag ook door naar de lector die je stage

Kies vooral een onderzoeksvraag die je interesseert

Je moet het warm water niet uitvinden, kijk naar vorig

Let op met politieke en persoonlijke agenda’s.

Vooral: maak het niet te moeilijk!

• De inhoudsopgave kan je automatisch genereren

• Tip: Als je eindwerk af is, zie zeker dat je de inhoudsopgave

Hoe beschrijf je jouw onderwerp?

Stap 1: Je begint dit deel kort met de relevantie van je

Stap 1: Je begint dit deel kort met de relevantie van je

Influencer marketing emphasises the use of influencers to drive a

Influencer marketing emphasises the use of influencers to drive a

“Wat is de informatiebehoefte van de Schildenaar?”

Komt jouw Kan je jouw Je onderzoeksvraag

Voorbeeld: “Welke IT-problemen had bedrijf X in

Voorbeeld: “Welke IT-problemen had bedrijf X in

Voorbeeld: “Welke IT-problemen had bedrijf X in

Voorbeeld: “Wat is het perceptieverschil tussen

Voorbeeld: “Wat is het perceptieverschil tussen

Voorbeeld: “Wat is het perceptieverschil tussen

Voorbeeld: “Hoe roddelen werknemers van de

Voorbeeld: “Hoe roddelen werknemers van de

Voorbeeld: “Hoe roddelen werknemers van de

Voorbeeld: “Hoe effectief vinden Belgen de externe

Voorbeeld: “Hoe effectief vinden Belgen de externe

Voorbeeld: “Hoe effectief vinden Belgen de externe

“Gebruiken mensen meer Word of Excel?”

“Gebruiken mensen meer Word of Excel?”

“Waarom prefereren de werknemers van ABC consulting

Survey Etnografisch onderzoek

• Voorbeeld: “Wat is het effect van de voorlichtingscampagne van

• Voorbeeld: “Wat is het effect van de voorlichtingscampagne van

• Voorbeeld: “Wat is het effect van de voorlichtingscampagne van

• “Bestaat er een verband tussen de blootstelling aan de

Figuur 1. Kennis van gemeentelijke communicatiekanalen (n = 544)

You might also like