Wat je uit je hoofd moet kennen voor scheikunde in VWO 4

Elementen: (Beide kanten op)

Niet metalen:

Argon - Ar Fosfor -P Silicium - Si

Boor -B Helium - He Stikstof -N
Broom - Br Jood -I Waterstof -H
Chloor - Cl Koolstof -C Zuurstof -O
Fluor -F Neon - Ne Zwavel -S

Metalen:
Aluminium - Al Kobalt - Co Nikkel - Ni
Barium - Ba Koper - Cu Platina - Pt
Cadmium - Cd Kwik - Hg Tin - Sn
Calcium - Ca Lithium - Li Uraan -U
Chroom - Cr Lood - Pb Zilver - Ag
Goud - Au Mangaan - Mn Zink - Zn
IJzer - Fe Magnesium - Mg
Kalium -K Natrium - Na

Moleculen: (Beide kanten op)

Ontleedbare stoffen:

Ammoniak - NH3 Koolstofmono-oxide - CO Waterstofchloride - HCl

Azijnzuur - CH3COOH Salpeterzuur - HNO3 Waterstofperoxide - H2O2
Fosforzuur - H3PO4 Stikstofdioxide - NO2 Zwaveldioxide - SO2
Glucose - C6H12O6 Stikstofmono-oxide - NO Zwaveltrioxide - SO3
Koolstofdioxide - CO2 Water - H2O Zwavelzuur - H2SO4

Niet ontleedbare stoffen die in paren voorkomen:

Waterstof - H2 Fluor - F2 Jood - I2

Stikstof - N2 Chloor - Cl2
Zuurstof - O2 Broom - Br2

Eerste 10 alkanen (CnH(2n+2)):

Methaan - CH4 Pentaan - C5H12 Nonaan - C9H20

Ethaan - C2H6 Hexaan - C6H14 Decaan - C10H22
Propaan - C3H8 Heptaan - C7H16
Butaan - C4H10 Octaan - C8H18
 Ionen:
Zilver-ion - Ag+ Natrium-ion - Na+ Waterstofcarbonaat-ion - HCO3–
Aluminium-ion - Al3+ Ammonium-ion- NH4+ Jodide-ion - I–
Goud(I)-ion - Au+ Lood(II)-ion - Pb2+ Permanganaat-ion - MnO4–
Goud(III)-ion - Au3+ Lood(IV)-ion - Pb4+ Nitraat-ion - NO3–
Barium-ion - Ba2+ Tin(II)-ion - Sn2+ Nitriet-ion - NO2−
Calcium-ion - Ca2+ Tin(IV)-ion - Sn4+ Oxide-ion - O2–
Koper(II)-ion - Cu2+ Uraan(III)-ion - U3+ Hydroxide-ion - OH–
IJzer(II)-ion - Fe2+ Uraan(VI)-ion - U6+ Fosfaat-ion - PO43–
IJzer(III)-ion - Fe3+ Zink-ion - Zn2+ Sulfide-ion - S2–
Kwik(I)-ion - Hg+ Bromide-ion - Br– Sulfiet-ion - SO32–
Kwik(II)-ion - Hg2+ Acetaat-ion - CH3COO– Sulfaat-ion - SO42–
Kalium-ion - K+ Chloride-ion - Cl– Thiosulfaat-ion - S2O32–
Lithium-ion - Li+ Carbonaat-ion - CO32–
Magnesium-ion - Mg2+ Fluoride-ion - F–
Je moet de namen kunnen geven van alle zouten die zijn samengesteld uit de bovenstaande ionen
en je moet de verhoudingsformule kunnen geven wanneer je de naam van een zout krijgt dat is
samengesteld uit de bovenstaande ionen.