Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 13

IX.

Het dagelijks leven als ritueel


De mens is de 'principieel in het waagstuk gezondene'.
Het mislukken schaadt hem minder dan het vermeende vei-
lig zijn.
God wil geen zoekers van metafysische nooduitgangen,
maar voltooiers van het mens-zijn
van het zinnelijke tot aan het bovenzinnelijke.
Herbert Fritsche

Omdat op het-veelvoud ook de eenvoud moet volgen, moeten


ook wij proberen om al onze beschouwingen over de verschil-
lendste deelaspecten weer te verenigen om het verloop van on-
ze weg te kunnen zien. Reeds helemaal aan het begin stond de
opmerking, dat de esoterie een weg is en dat deze weg moet
worden gegaan wanneer we bij ons doel willen komen.
Na al onze theoretische gedachten zal nu weer de vraag opdui-
ken, wat we dan nu concreet moeten doen om niet in de onbe-
weeglijkheid van het alleen maar overdenken te blijven, maar
om de esoterische weg inderdaad ook te gaan. Wie als ant-
woord op deze vraag recepten verwacht, zal diep worden te-
leurgesteld; voor wie echter verwijzingen voldoende zijn, die
vindt meer dan hij kan verwerken. Want er is niets wat geen
verwijzing zou zijn naar het doel.
Maar net zoals een klein kind nog niet kan lezen en daarom al
de vele geschreven informatie ook niet kan opnemen, zo gaat
het aanvankelijk met ons mensen. Ook wij moeten eerst leren
om de letters van de werkelijkheid te leren lezen, om in te zien
dat al het zichtbare alleen maar een gelijkenis, alleen maar een
geheim teken van hogere ideeën is. Deze manier van lezen en
denken moet geleerd worden net als het gebruikelijke lezen en
schrijven.
Dit boek zou met deze manier om de werkelijkheid te beschou-
wen enigszins vertrouwd moeten maken. Daar het zich bezig-
houdt met de eerste stappen, ziet het bewust af van het voor-

193
C

stellen van alle esoterische systemen, voor het begrijpen waar-


van en het.. omgaan.. waarmee een bredere vakterminolog1e .
noodzakehJk zou ZIJD.
Onderwerp van onze beschouwing was enkel en alleen het lot-
die partner van alle. m~nsen w~armee ze ge.dw?~gen zijn zich
bezig te houden. Dit e1ge~ lot 1s het meest 1nd1v1duele, meest
op maat gesneden esotensche systeem dat men ooit kan vin-
den. Daarom beg~nt de weg ook met ~e~ zich ~ntensief bezig-
houden met het eigen lot. D~el van dit ~nte_~s1ef _bezig zijn is
niet rijkdom, geluk en succes 10 de gebnukehJke zm, maar een
diep inzicht in de werkelijkheid, een verruiming van het be-
wustzijn, een ontmoeting met die instantie, die de mens God
noemt.
De esoterische weg belooft geen uiterlijke roem en luister en
eer, maar juist werk, eenzaamheid en onophoudelijk worste-
len om de waarheid. Deze weg is smal en stenig, maar helaas de
enige die naar de smalle poort van de bevrijding leidt. Het g~-
vaar, op deze weg te mislukken en naar beneden te vallen, is
.groot; dat ligt aan de steilte van deze we~. De polariteit zegt,
dat met het nut ook het gevaar proportioneel toeneemt. Met
een mes kan men brood snijden en een mens ombrengen.
Vormt men het mes zo, dat men daarmee niet meer kan moor-
den, dan is het ook niet meer geschikt om brood te snijden. Een
kleine batterij is ongevaarlijk, maar ook niet geschikt om een
stad van elektriciteit te voorzien. Hoe hoger men een berg op-
klimt, des te verder kan men kijken - en des te dieper kan men
vallen. Het is veiliger om beneden op de vlakte te blijven en
daar op handen en voeten te kruipen - maar het uitzicht is dien-
overeenkomstig. De esoterische weg wil naar de hoogste top
leiden en is daarom levensgevaarlijk. Verlossing en mislukking
liggen net zo dicht bij elkaar als genie en waanzin.
Maar de mens heeft nu eenmaal bij de beet in de paradijselijke
appel voor de weg van het inzicht gekozen, en dus moet hij die
n~ tot ~et einde gaan, wil hij weer thuiskomen. Het is de ~eg
die Chnstus afbakende en die steeds verder naar beneden leidt,
tot het - 'het grote Werk' -volbracht is en uit de diepte het licht
194
van de verlossing straalt.
Zo wil ik op dit punt reeds wijzen op een van de verschillende
stadia van de esoterische inwijdingsweg, dat ieder bereikt wan-
neer hij deze weg gaat: de eenzaamheid. De eenzaamheid is
een wetmatige fase die ieder moet doorlopen; ze wordt in de
tarot door de negende kaart 'de heremiet' gesymboliseerd. De-
ze eenzaamheid is onafhankelijk van uiterlijke bedrijvigheid;
men ervaart haar innerlijk doordat men door de wereld niet
meer wordt begrepen. Een diepe kloof van het niet begrijpen,
van het anders zijn, opent zich tussen onszelf en de wereld om
ons heen. De mens wordt heremiet, ook wanneer hij door hon-
derd mensen wordt omringd. Net zo zeker als ieder deze fase
moet doorleven, wordt ze ook weer door andere fasen afgelost.
Ook eenzaamheid is alleen maar een doorgangsstadium dat de
mensen onder andere het zwijgen en luisteren wil leren.
Zo zou men reeds voor het begin van de weg alle illusies moe-
ten laten varen. Al te vaak is de eigenlijke motivatie voor oc-
, culte bezigheid de wens, bekwaamheden en krachten te ver-
werve°'-.die iemand boven de anderen uitheffen en machtiger
laten worden. Waar echter - openlijk of verborgen - de drang
naar macht de motivatie levert, leidt de weg onvermijdelijk
naar die pool, die men 'zwarte magie' noemt. 'Zwarte magie' is
eenvoudig elke werkzaamheid die het doel van het eigenbelang
en de egodominantie dient. Inhoud van de zogenaamde 'witte
magie' is het verlichten van het donker, het transmuteren van
'lood' in 'goud', meewerken aan het verlossingsproces van on-
ze planeet, om het licht te dienen. Maar 'pas de lichtgewordene
kan licht geven. Pas de wedergeborene kan verwekken' (Frit- .
sche). Ware macht toont zich pas daar, waar men macht bezit,
maar die niet meer gebruikt. De almacht van Christus open-
baarde zich aan het kruis hierin, dat hij geen gevolg gaf aan de
eis om van het kruis af te komen. Zolang de mens nog macht
gebruikt, is hij altijd nog slaaf van de macht en machteloos.
Daar het grote publiek dit verband niet begrijpt, eist men
voortdurend van de occultisten dat ze hun beweringen bewij-
zen en verwacht mén de demonstratie van zichtbare wonderen.
195
-~-..
Ware esoterie zal echter nooit aan deze verwachtingen g
1
geven. Weliswaar leidt het grote publiek uit de weigerin:vo g
'wonderen' af, dat deze dingen klaarblijkelijk toch niet bestvan
_ maar · · d . . d d'ie h aar begaan en aan
. dit is e vergissing van
. egenen
. , men
zou zich hun prob1emen niet eigen moeten maken. Reeds·d
verzoeker in de woestijn wilde zichtbare bewijzen-en kreeg e
niet, vergelijk Lucas 4, 1-13. ze
Hier word_t opn~eu~. het grote verschil tussen es?terie en para-
psychologie duidehJk. Zolang de mens nog nieuwsgierig is
blijft de poort van de inwijding voor hem gesloten. '
Hebben we onze ware motivatie onderzocht en zijn we er zeker
van dat noch nieuwsgierigheid noch macht de drijfveren van
ons handelen zijn, dan kunnen we beginnen de eerste stappen
op het nieuwe pad te doen. Maar meteen komt de voigende
waarschuwing: laat elke haast achterwege! Menigeen begint
vanuit de geestdrift over het nieuw ontdekte land de geheimen
van de esoterie in een ijltempo na te jagen. Maar inzicht en
ontwikkeling kunnen niet naar believen worden geforceerd, ze
hebben hun eigen ritme en onttrekken zich aan elke dwang.
Sinds jaren begeleidt mij een waarschuwende zin van frater Al-
bertus: 'Wanneer zoeken tot zucht wordt.' Men vindt helaas
heel vaak aan esoterie verslaafden, die onverzadelijk steeds
nieuwe systemen en waarheden begerig en gulzig opzuigen
zonder ze te verteren of om te zetten. De weg verandert in een
trip. Fanatisme en onverdraagzaamheid zijn tenslotte de ken-
merken van degenen die proberen God met hun al te grote
ijver tot een tegenprestatie te dwingen. Ontwikkeling behoeft
rust, waarbij .rust niet met ledigheid gelijkgesteld moet wor-
den. Rust ontstaat uit het vaste vertrouwen, dat alles wat moet
gebeuren, op de juiste tijd zal gebeuren. Zoals de boer het zaad
moet laten rusten - zo moet ook de mens leren wachten tot de
tijd rijp is. 'Haast u langzaam' luidt de volkswijsheid, die ook
op ons gebied het juiste midden tussen de uitersten kan aanto-
nen.
Ik zie het niet als het belangrijkste om naar esoterische genoot-
schappen en ve~enigingen te zoeken of in Indië naar een goeroe

196
rond te kijken. Er is tegenwoordig een voortdurend groeiend
aantal dergelijke verenigingen -met een verschillende traditie,
van verschillende grootte en met een verschillende doelstel-
ling. Telt men er nog alle kleine groepen en kringen bij, dan
groeit het aantal daarvan onafzienbaar. Daarom is het ook on-
mogelijk om een globaal oordeel over de zin of onzin daarvan
te vellen - toch wi] ik_mij enkele principiële overwegingen over
dit onderwerp veroorloven.
Elke groep is gerechtvaardigd en kan ee·n zoekende op een be-
paald tijdstip zekere aansporingen en impulsen geven. Deze
impuls kan helemaal onafhankelijk van de innerlijke kwaliteit
van de groep zelf zijn. Niets in deze wereld kan zo slecht zijn,
dat het niet degene die bewust heeft leren zien, aan een bepaal-
de informatie helpt. De waarde van een systeem of een ge-
meenschap is moeilijk absoluut vast te stellen, ze richt zich
veeleer naar de toestand van het bewustzijn van de zoekende
op dat ogenblik. Ervaart iemand ten opzichte van een bepaalde
vereniging een affiniteit, dan toont dit aan, dat hij klaarblijke-
lijk van de leer daarvan nog kan profiteren; dan wordt deze
vereniging voor hem waardevol.
Dit kan echter alleen zeer sporadisch voor altijd zo blijven.
Want alle verenigingen krijgen na een zekere grootte een be-
paalde traagheid in hun eigen ontwikkeling, die meestal lang-
zamer is dan het ontwikkelingstempo van een enkeling.
Zo zal de dag komen waarop deze gemeenschap voor de enke-
ling aan haar doel heeft beantwoord; deze heeft een affiniteit
voor een volgende stap, voor een nieuwe trap van inzicht be-
reikt.
Hier ligt het gevaarlijke punt van alle verenigingen. De eigen
leer, die onvermijdelijk meestal slechts een stuk van de werke-
lijkheid omvat, wordt tot alleenzaligmakende waarheid verhe-
ven en de energieën worden aan de eigen ontwikkeling ont-
trokken ten gunste van verenigingsfanatisme, bekering en riva-
liteit met andersdenkenden. · Een systeem wordt tot doel op
zichzelf en fixeert, in plaats van dat het van fixeringen bevrijdt.
De groep wordt een schuilplaats waar men zich onderling be-

197
vestigt. Er vormt zich een schaar discipelen wier esoterische
weg bestaat uit het consumeren van de woorden van de mees-
ter. Hier wordt de weg een doodlopende straat.
Afgezien van dit algemene gevaar van alle grotere groeperin-
gen kunnen verenigingen ook nog kwalitatief volgens drie
hoofdbeginselen worden ingedeeld: .

1. Groepen met zuiver witmagische bedoelingen,


2. groepen met zwartmagische tendensen en
3. die groepen, die op grond van hun onschuldigheid noch de
ene noch de andere richting kunnen dienen.

Ziet men van de laatste, esoterisch volledig oninteressante


groepen af, dan blijft de vraag naar de kenmerken waaraan
men de witte of de zwarte weg kan onderscheiden. Daarbij die-
nen hier de begrippen 'witmagisch' en 'zwartmagisch' enkel als
symbolen van een fundamentele polariteit, die we onafhanke-
lijk gebruiken van het feit of een beoordeelde groep zichzelf
ooit met dit begrip van de 'magie' in verband brengt.
Dezelfde polariteit kan men ook met de woorden 'linkse' of
'rechtse' weg omschrijven. Beide wegen zijn polariteiten en
zijn daarom gerechtvaardigd - reden waarom het er hier niet
om gaat, de 'linkse' weg als duivels af te schilderen -hij is als
antagonisme noodzakelijk en maakt de helderheid van de
'rechtse' weg pas goed zichtbaar. Toch wordt de enkeling, die
een weg wil gaan, voor de beslissing geplaatst, welke van de
beide richtingen hij wil inslaan, het pad van de duisternis of dat
van het licht. In deze beslissing is iedereen vrij- maar de conse-
quenties van deze keuze moet ook iedereen zelf volledig dra-
gen, respectievelijk verdragen. Het 'linkse' pad lokt met macht
- het 'rechtse' pad verwacht het offer. Voor velen schijnt de
beslissing makkelijk te zijn.
Maar men zou moeten bedenken dat alles uit het licht werd ge-
boren en daarom ook naar het licht moet terugkeren. Duister-
nis is gebrek aan licht. Het 'linkse', het duistere pad leidt daar-
om naar geen eigenlijk doel maar is enkel een verdere omweg,
198
die echter uiteindelijk ook ooit in het licht zal eindigen. Niet
voor niets worden van oudsher waarheid, inzicht, verlossing,
verlichting met licht geassocieerd, leugen, bedrog, dwaling,
ziekte en leed met het duister. Beslissen moet iedereen zelf'
maar hier moet benad rukt worden dat we met de esoterische
weg altijd de lichte weg bedoe len, want de duistere weg is uit-
eindelijk geen weg, maar de schaduw ervan.
Er zijn heel veel organisaties en gemeenschappen die het duis-
tere pad dienen, maar slechts heel weinige geven dat officieel
toe. Daaro m zou men een gemeenschap voor het toetreden op
enkele kenmerken moeten onderzoeken. Typische kenmerken
van de linkse, duistere pool zijn: al het streven naar mach t-of
dat nu uiterlijke grootte, bekering of iets dergelijks is-, elke
poging om een mens aan de organisatie te binden zodat een
latere uittreding moeilijk of onmogelijk wordt; elk gebruik van
verdovende middelen.
Ware esoterie, voor zover die al in georganiseerde vorm voor-
komt, wil alleen de zoekende helpen en zal hem dienend. ter
beschikking staan zolang hij haar nodig heeft en om raad en
hulp vraagt. Ware esoterie toont de weg naar de vrijheid en
leidt nooit naar een afhankelijkheid. Ware esoterie kan moei-
lijk georganiseerd worden, reden waarom men haar ook niet
noodzakelijk in grote organisaties zou moeten zoeken. Uitein-
delijk moet iedereen de weg alleen gaan. Heeft iemand hierbij
hulp nodig, dan zal de hulp naar hem toe komen - zonder dat
hij op zoek moet gaan. Om hulp te krijgen is het voldoende, de
hulp werkelijk nodig te hebben.

Over de zin van occulte technieken


Er is een groot aantal zogenaamde occulte oefeningen en tech-
nieken met een verschillende werking en met hun eigen geva-
r~n. Ook hier komt het er op aan, matigheid te betrachten en
niet door het gelijktijdig gebruik maken van vele technieken de
199
-~---
eigen vooruitgang o~ermati~ te wille_n versnellen. De waarde
van de meeste oefeningen hgt meer 1n het regelmatig iets be-
paalds doen dan in het verloop van de oefening zelf. Het komt
er niet zozeer op aan of men op zijn hoofd staat, de adem in-
houdt of aardappelen schilt - de mate van bewustheid beslist
veeleer over het succes.
Zo kunnen de beste en meest geheime technieken volledig zon-
der effect blijven, wanneer men ze geïsoleerd van het overige
gedrag ijverig beoefent, maar hun karakter als gelijkenis niet
begrijpt en ze daarom niet op het leven kan overbrengen. Zo
zei Goethe al: 'Wat heeft de Steen der Wijzen nu voor nut,
wanneer het de steen aan wijsheid ontbreekt?' Omgekeerd is
er echter de mogelijkheid om elke activiteit, al is die nog zo
eenvoudig of banaal, te heiligen door haar bewust te verrichten
en haar daardoor een zin te verlenen.
Een ritueel is de bewuste microkosmische kopie van een ma-
crokosmische werkelijkheid. Zo zie ik de meest veeleisende
esoterische oefening in het verheffen van het dagelijks leven
tot ritueel. Willen we de polariteit overwinnen, dan moeten we
eerst de scheiding tussen 'esoterische oefeningen' en het 'nor-
male leven' opheffen - anders degradeert esoterie tot vrije-
tijdsbesteding. Doel van deze inspanning is, elke handgreep,
elk woord, elk doen tot godsdienstoefening te verheffen. De
bloem op het veld, die de pracht van haar bloei en haar geur
belangeloos weg laat stromen - doet ze dan iets anders dan
ononderbrok en haar schepper prijzen? Is het lied van de vogels
en het ruisen van de zee dan iets anders dan een voortdurende
godsdienstoefening? Alleen wij mensen denken steeds belang-
rijke dingen te doen te hebben, en steunen de zin van ons doen
op het doen zelf.

Esoterie en vlucht uit de wereld


Wie het dagelijks leven tot ritueel verheft, loopt geen gevaar

200
dat esoterie hem tot vlucht uit de wereld dient. Esoterie moet
niet van deze aardse wereld wegvoeren, maar ze wil helpen het
aardse _bestaansgebied te verheldere n en te verlossen. Een ge-
vaarlijke weg betreden degenen die alles wat tot het gebied hier
beneden, het aardse, het materiële behoort verachten en als
onzuiver, duister en vuil angstvallig vermijden - om zich met
boven, het hemelse en zuivere te gaan bezighouden.
In dit geval wordt esoterie een vlucht voor het gebied dat de
betrokkene niet meer aankan. Helaas oefent de esoterie juist
op diegenen een grote aantrekkingskracht uit, die met het da-
gelijks leven en de problemen van deze materiële wereld niet
klaarkomen - waardoor in de kringen die zich met esoterie be-
zighouden de verhouding tussen ingewijden en voor de wereld
vluchtende neurotici heel ongelijk is.
Dion Fortune formuleerde dit probleem precies in de volgende
woorden: 'De mysticus moet aan de voorwaarden op het ni-
veau van de vormen voldoen, voordat hij zich uit het gebied
van het gevormde mag terugtrekken. Wanneer hij overhaast
het mystieke pad betreedt, gaat hij het rijk van de chaos bin-
nen, niet het rijk van het licht. Wie van nature naar het mystie-
ke pad neigt, heeft aan de discipline van de vorm een hekel, en
het is een grote verleiding om de strijd met het leven op het
niveau van de vorm op te geven en zich op de hogere niveaus
terug te trekken, voordat men daar rijp voor is. De vorm is een
vat dat het vloeibare bewustzijn omgeeft tot het zo ver is ge-
vormd dat het niet meer kan vervloeien. Wordt het vat te vroeg
stukgebroken, dan valt het bewustzijn uiteen in het vormloze,
zoals de leem tot brei vervloeit wanneer men de gietvorm te
vroeg stukbreekt. Treden bij een mysticus verschijnselen van
verval op, dan weten we dat de gietvorm te vroeg werd stukge-
broken en dat hij naar de discipline van de vorm moet terugke-
ren tot hij de les van de vorm heeft geleerd.'
Deze les van de vorm kan heel goed geleerd worden wanneer
men begint met het eigen lot volgens de regels van de esoteri-
s~he wetten te onderzoeken. Dit boek moet primair deze oefe-
ning betreffen, en we willen daarom de fundamentele structuur

201
4

van deze gedachten nog eens in grote lijnen uiteenzetten.


Doel van alle inspanningen is de slapende wakker te maken en
hem daardoor de werkelijkheid te laten gaan zien. Laat iemand
zich uit de slaap van zijn bewustzijn wakker maken en leert hij
nu de ogen te openen, dan ontdekt hij stap voor stap steeds
nieuwe dimensies van die werkelijkheid, waar hij als slapende
niets van wist. De wens om deze werkelijkheid steeds volledi-
ger te zien, dwingt hem zijn bewustzijn voortdurend te verrui-
men, om steeds meer aspecten van de werkelijkheid in zich op
te nemen.
Als groot probleem op deze weg ontpopt zich het verschijnsel,
dat de werkelijkheid opgesplitst in polariteiten ons bewustzijn
tegemoetkomt. De mens ontdekt dat hij te midden van louter
tegenstellingen is geplaatst - voelt echter in zichzelf een diep
verlangen naar een eenheid. Wil hij deze eenheid ooit verwer-
ven, dan moet hij leren schijnbare tegenstellingen in zichzelf te
verenigen zodat ze voor hem een trapsgewijs verlopende ont-
wikkeling worden. De mens beleeft zichzelf als een begrensd
bewustzijn dat hij 'ik' noemt- tegenover hem staat de buiten-
wereld die hij als 'niet-ik' ervaart. ·
De wijzen beweren dat de mens als microkosmos bij analogie
met de macrokosmos overeenkomt - zo wordt het 'buiten' tot
spiegelbeeld van het 'binnen'. Zelfkennis moet dienovereen-
komstig tot kennis van de wereld leiden, kennis van de wereld
tot zelfkennis. Op deze trap moet de mens leren dat hij niet,
zoals hij altijd wilde geloven, een slachtoffer van de uiterlijke
omstandigheden is, maar dat hij zelf door zijn zo-zijn zijn eigen
wereld om hem heen schepL
Zo leert hij bewust gebruik te maken van de wet van de reso-
nantie, om zich door het verandere n van zichzelf stap voor stap
rijp te maken voor datgene wat hij in de buitenwereld wil waar-
nemen en ervaren. Zo verzoent hij zich onvermijdelijk met al-
les wat is, en ontdekt, dat alles wat is, goed is.
Maar met het verzoenen openen zich plotseling nieuwe dimen-
sies, nieuwe samenhangen, waarvan de ontdekking verboden
is voor degene die zich tegen de werkelijkhejd verzet. De mens

202
maakt zijn blik los van de horizontale indeling van de wereld in
gebieden en ontdekt dat deze gebieden door verticale reeksen
principes worden doortrokken. Daar elk verschijnsel alleen
een bepaalde uitdrukking van een oerprincipe is, wordt de hele
wereld der verschijnselen opeens een gelijkenis van deze hoge-
re werkelijkheid - en men begint te begrijpen wat Hermes
Trismegistus wilde uitdrukken met de woorden: 'Dat wat bo-
ven is, is ook dat wat beneden is.'
Waar we ook kijken, nergens is stilstand, alles vloeit, veran-
dert, is bezig te veranderen; daar deze onophoudelijke veran-
dering doelgericht schijnt te zijn, noemen we haar ontwikke-
ling of evolutie. Ontwikkeling kan echter alleen door leerpro-
cessen tot stand komen - leerprocessen zijn echter weer aan
probleemoplossingen gebonden. Zo ontdekken we in proble-
men de eigenlijke motor van alle ontwikkelingen en begrijpen
dat elk probleem alleen een uitdaging is om het handelend te
doorleven, om het op te lossen en te verlossen.

De terugkeer
Het anonieme lot, door welks blinde toeval de mens zich be-
dreigd voelt, openbaart nu langzaam aan de zoekende zijn in-
nerlijkste wet: lot is die instantie, die ervoor zorgt dat het indi-
vidu zijn voorgeschreven baan trekt. Uit de vermeende vijand
lot ontstaat een partner die verhindert, dat we door eigen
traagheid onszelf uit de evolutie uitsluiten. Hoe meer een mens
weigert om bepaalde problemen lerend op te lossen, hoe meer
hij zich tegen zijn lot verzet, des te meer zal hij nu het negatieve
aspect van het lot, het leed, leren kennen. ·
Leed is alleen de wrijving die uit de wetmatige, voorgeschreven
baan en de richting van de beweging van het individu ontstaat.
Leed kan alleen overbodig gemaakt worden doordat men zijn
be.~t ~o~t _om steeds beter de eigen baan te ontdekken en zich
vn1wtlhg 1n deze baan te schikken. Alleen wie leert zich onder

203
de wet te plaatsen, zal zijn bestaan niet meer als dwang erva-
ren. Totale vrijheid krijgt alleen hij, .die zich in de orde van
deze kosmos schikt, zodat hij zelf met de wet versmelt.
Dit vereist wel de overwinning van de aanspraak op macht van
het ego. De wil om macht te hebben is zeker de grootste vijand
van de mens; hij vermomt zich in steeds geraffineerdere gewa-
den.
De tegenpool van de macht heet nederigheid of liefde. Op alle
niveaus van het zijn is het alleen de liefde die de polariteit van
ik en niet-ik kan overwinnen. Alleen de kracht van de liefde
verandert werkelijk lager in hoger, kan transmuteren en dus
veranderen. Strijd brengt altijd strijd voort, haat altijd haat,
druk wekt altijd tegendruk op. In de liefde blijkt dat de zwakke
de werkelijk sterke, de nederige de werkelijk machtige is.
Zo vormt in de tweeëntwintig arcana van de tarot de elfde kaart
het centrum; de titel ervan luidt 'de kracht' en toont een met
rozen omwonden, zachte vrouw die met haar blote handen de
muil van een wilde leeuw openhoud t. Deze kaart symboliseert
de sterkte en de kracht van de liefde, die door geen uiterlijke
macht van de wereld kan worden overwonnen.
Wie de grote macht van het dienen en de nederigheid heeft le-
ren verwezenlijken, heeft een grote stap op zijn weg gedaan.
Liefde wil de polariteit van de tegenstellingen overwinnen en
de mens terugleiden naar die eenheid van bewustzijn, waar hij
ooit door de zonde van het paradijs uit is gevallen.
De mens, als androgyn wezen nog volmaakt in de paradijselij-
ke eenheid, gaf gehoor aan de influistering van de slang en wil-
de kennis krijgen van wat goed.en kwaad is. Hij maakte zich los
uit de eenheid en ~ nu weet hij wat goed en kwaad is.
De kennis werd voor hem gif- reden waarom ook alleen kennis
voor hem geneesmiddel kan worden - want 'similia similibus
curantur'. De mens lijdt aan de polariteit van de kennis en
hoopt op genezing . Het ziek-zijn vormt het mens-zijn. De
ziekte is de kans van de mens - want alleen omdat hij ziek is, is
hi~ ook geneeslij k- in staat tot heiliging. Ziekte is de microk~s-
m1sche zondeval èn altijd een onenigheid met God - genezing
204
is de verzoening met God. Alle uiterlijke maatregelen kunnen
altijd alleen maar de formele voorwaarden voor dit gebeuren
leveren.
Ziekte en leed zijn daarom in het leven van de mens geen
onaangename stoornissen, waarvan de vermijding het hoogste
doel zou moeten zijn, maar zijn alleen de eerste stadia van de
bevrijding, die doorleefd en ondergaan moeten worden om in
de diepte het licht te vinden. Zoals het onpersoonlijke aspect
van het ziek-zijn de oorspronkelijke schuld is, zo noemen we
het persoonlijke aspect het karma.
Door bewust te leven zou men moeten proberen steeds meer
karma in te lossen en af te dragen, zonder tegelijkertijd nieuw
karma op te roepen. Het persoonlijke en het onpersoonlijke
aspect van de schuld vormt dat keerpunt, waarop de ziekte in
genezing verandert.
Pas wanneer de mens bereid is om de hele verantwoordelijk-
heid voor alles wat hij beleeft en wat hem overkomt op zich te
nemen, oq.tdekt hij de zinrijkheid van het leven. De ziekte van
onze tijd is de zinloosheid die de mens uit de kosmos heeft ont-
worteld. De zinloosheid is de prijs die de mensheid moest beta-
len voor de poging om zich van verantwoordelijkheid te ont-
doen. De tekenen des tijd_s pleiten ervoor, dat deze collectieve
ziekte in genézing verandert en steeds meer mensen trekken er
op uit om de zin terug te krijgen.
Wie bereid is om de verantwoordelijkheid voor zijn lot op zich
te nemen, voelt zich gerangschikt in de wetmatigheden van dit
universum en verliest alle angst-omda t hij de verbinding met
zijn diepste grond heeft teruggevonden. Alleen deze verbin-
ding is de inhoud van ware religio. Pas vanuit de kennis van zijn
oorsprong kan de mens zijn doel zien. Het doel is volmaakt-
heid. Volmaaktheid is uitdrukking van de eenheid. De eenheid
noemen we God.

205

You might also like