Professional Documents
Culture Documents
Het Dagelijks Leven Als Ritueel
Het Dagelijks Leven Als Ritueel
193
C
196
rond te kijken. Er is tegenwoordig een voortdurend groeiend
aantal dergelijke verenigingen -met een verschillende traditie,
van verschillende grootte en met een verschillende doelstel-
ling. Telt men er nog alle kleine groepen en kringen bij, dan
groeit het aantal daarvan onafzienbaar. Daarom is het ook on-
mogelijk om een globaal oordeel over de zin of onzin daarvan
te vellen - toch wi] ik_mij enkele principiële overwegingen over
dit onderwerp veroorloven.
Elke groep is gerechtvaardigd en kan ee·n zoekende op een be-
paald tijdstip zekere aansporingen en impulsen geven. Deze
impuls kan helemaal onafhankelijk van de innerlijke kwaliteit
van de groep zelf zijn. Niets in deze wereld kan zo slecht zijn,
dat het niet degene die bewust heeft leren zien, aan een bepaal-
de informatie helpt. De waarde van een systeem of een ge-
meenschap is moeilijk absoluut vast te stellen, ze richt zich
veeleer naar de toestand van het bewustzijn van de zoekende
op dat ogenblik. Ervaart iemand ten opzichte van een bepaalde
vereniging een affiniteit, dan toont dit aan, dat hij klaarblijke-
lijk van de leer daarvan nog kan profiteren; dan wordt deze
vereniging voor hem waardevol.
Dit kan echter alleen zeer sporadisch voor altijd zo blijven.
Want alle verenigingen krijgen na een zekere grootte een be-
paalde traagheid in hun eigen ontwikkeling, die meestal lang-
zamer is dan het ontwikkelingstempo van een enkeling.
Zo zal de dag komen waarop deze gemeenschap voor de enke-
ling aan haar doel heeft beantwoord; deze heeft een affiniteit
voor een volgende stap, voor een nieuwe trap van inzicht be-
reikt.
Hier ligt het gevaarlijke punt van alle verenigingen. De eigen
leer, die onvermijdelijk meestal slechts een stuk van de werke-
lijkheid omvat, wordt tot alleenzaligmakende waarheid verhe-
ven en de energieën worden aan de eigen ontwikkeling ont-
trokken ten gunste van verenigingsfanatisme, bekering en riva-
liteit met andersdenkenden. · Een systeem wordt tot doel op
zichzelf en fixeert, in plaats van dat het van fixeringen bevrijdt.
De groep wordt een schuilplaats waar men zich onderling be-
197
vestigt. Er vormt zich een schaar discipelen wier esoterische
weg bestaat uit het consumeren van de woorden van de mees-
ter. Hier wordt de weg een doodlopende straat.
Afgezien van dit algemene gevaar van alle grotere groeperin-
gen kunnen verenigingen ook nog kwalitatief volgens drie
hoofdbeginselen worden ingedeeld: .
200
dat esoterie hem tot vlucht uit de wereld dient. Esoterie moet
niet van deze aardse wereld wegvoeren, maar ze wil helpen het
aardse _bestaansgebied te verheldere n en te verlossen. Een ge-
vaarlijke weg betreden degenen die alles wat tot het gebied hier
beneden, het aardse, het materiële behoort verachten en als
onzuiver, duister en vuil angstvallig vermijden - om zich met
boven, het hemelse en zuivere te gaan bezighouden.
In dit geval wordt esoterie een vlucht voor het gebied dat de
betrokkene niet meer aankan. Helaas oefent de esoterie juist
op diegenen een grote aantrekkingskracht uit, die met het da-
gelijks leven en de problemen van deze materiële wereld niet
klaarkomen - waardoor in de kringen die zich met esoterie be-
zighouden de verhouding tussen ingewijden en voor de wereld
vluchtende neurotici heel ongelijk is.
Dion Fortune formuleerde dit probleem precies in de volgende
woorden: 'De mysticus moet aan de voorwaarden op het ni-
veau van de vormen voldoen, voordat hij zich uit het gebied
van het gevormde mag terugtrekken. Wanneer hij overhaast
het mystieke pad betreedt, gaat hij het rijk van de chaos bin-
nen, niet het rijk van het licht. Wie van nature naar het mystie-
ke pad neigt, heeft aan de discipline van de vorm een hekel, en
het is een grote verleiding om de strijd met het leven op het
niveau van de vorm op te geven en zich op de hogere niveaus
terug te trekken, voordat men daar rijp voor is. De vorm is een
vat dat het vloeibare bewustzijn omgeeft tot het zo ver is ge-
vormd dat het niet meer kan vervloeien. Wordt het vat te vroeg
stukgebroken, dan valt het bewustzijn uiteen in het vormloze,
zoals de leem tot brei vervloeit wanneer men de gietvorm te
vroeg stukbreekt. Treden bij een mysticus verschijnselen van
verval op, dan weten we dat de gietvorm te vroeg werd stukge-
broken en dat hij naar de discipline van de vorm moet terugke-
ren tot hij de les van de vorm heeft geleerd.'
Deze les van de vorm kan heel goed geleerd worden wanneer
men begint met het eigen lot volgens de regels van de esoteri-
s~he wetten te onderzoeken. Dit boek moet primair deze oefe-
ning betreffen, en we willen daarom de fundamentele structuur
201
4
202
maakt zijn blik los van de horizontale indeling van de wereld in
gebieden en ontdekt dat deze gebieden door verticale reeksen
principes worden doortrokken. Daar elk verschijnsel alleen
een bepaalde uitdrukking van een oerprincipe is, wordt de hele
wereld der verschijnselen opeens een gelijkenis van deze hoge-
re werkelijkheid - en men begint te begrijpen wat Hermes
Trismegistus wilde uitdrukken met de woorden: 'Dat wat bo-
ven is, is ook dat wat beneden is.'
Waar we ook kijken, nergens is stilstand, alles vloeit, veran-
dert, is bezig te veranderen; daar deze onophoudelijke veran-
dering doelgericht schijnt te zijn, noemen we haar ontwikke-
ling of evolutie. Ontwikkeling kan echter alleen door leerpro-
cessen tot stand komen - leerprocessen zijn echter weer aan
probleemoplossingen gebonden. Zo ontdekken we in proble-
men de eigenlijke motor van alle ontwikkelingen en begrijpen
dat elk probleem alleen een uitdaging is om het handelend te
doorleven, om het op te lossen en te verlossen.
De terugkeer
Het anonieme lot, door welks blinde toeval de mens zich be-
dreigd voelt, openbaart nu langzaam aan de zoekende zijn in-
nerlijkste wet: lot is die instantie, die ervoor zorgt dat het indi-
vidu zijn voorgeschreven baan trekt. Uit de vermeende vijand
lot ontstaat een partner die verhindert, dat we door eigen
traagheid onszelf uit de evolutie uitsluiten. Hoe meer een mens
weigert om bepaalde problemen lerend op te lossen, hoe meer
hij zich tegen zijn lot verzet, des te meer zal hij nu het negatieve
aspect van het lot, het leed, leren kennen. ·
Leed is alleen de wrijving die uit de wetmatige, voorgeschreven
baan en de richting van de beweging van het individu ontstaat.
Leed kan alleen overbodig gemaakt worden doordat men zijn
be.~t ~o~t _om steeds beter de eigen baan te ontdekken en zich
vn1wtlhg 1n deze baan te schikken. Alleen wie leert zich onder
203
de wet te plaatsen, zal zijn bestaan niet meer als dwang erva-
ren. Totale vrijheid krijgt alleen hij, .die zich in de orde van
deze kosmos schikt, zodat hij zelf met de wet versmelt.
Dit vereist wel de overwinning van de aanspraak op macht van
het ego. De wil om macht te hebben is zeker de grootste vijand
van de mens; hij vermomt zich in steeds geraffineerdere gewa-
den.
De tegenpool van de macht heet nederigheid of liefde. Op alle
niveaus van het zijn is het alleen de liefde die de polariteit van
ik en niet-ik kan overwinnen. Alleen de kracht van de liefde
verandert werkelijk lager in hoger, kan transmuteren en dus
veranderen. Strijd brengt altijd strijd voort, haat altijd haat,
druk wekt altijd tegendruk op. In de liefde blijkt dat de zwakke
de werkelijk sterke, de nederige de werkelijk machtige is.
Zo vormt in de tweeëntwintig arcana van de tarot de elfde kaart
het centrum; de titel ervan luidt 'de kracht' en toont een met
rozen omwonden, zachte vrouw die met haar blote handen de
muil van een wilde leeuw openhoud t. Deze kaart symboliseert
de sterkte en de kracht van de liefde, die door geen uiterlijke
macht van de wereld kan worden overwonnen.
Wie de grote macht van het dienen en de nederigheid heeft le-
ren verwezenlijken, heeft een grote stap op zijn weg gedaan.
Liefde wil de polariteit van de tegenstellingen overwinnen en
de mens terugleiden naar die eenheid van bewustzijn, waar hij
ooit door de zonde van het paradijs uit is gevallen.
De mens, als androgyn wezen nog volmaakt in de paradijselij-
ke eenheid, gaf gehoor aan de influistering van de slang en wil-
de kennis krijgen van wat goed.en kwaad is. Hij maakte zich los
uit de eenheid en ~ nu weet hij wat goed en kwaad is.
De kennis werd voor hem gif- reden waarom ook alleen kennis
voor hem geneesmiddel kan worden - want 'similia similibus
curantur'. De mens lijdt aan de polariteit van de kennis en
hoopt op genezing . Het ziek-zijn vormt het mens-zijn. De
ziekte is de kans van de mens - want alleen omdat hij ziek is, is
hi~ ook geneeslij k- in staat tot heiliging. Ziekte is de microk~s-
m1sche zondeval èn altijd een onenigheid met God - genezing
204
is de verzoening met God. Alle uiterlijke maatregelen kunnen
altijd alleen maar de formele voorwaarden voor dit gebeuren
leveren.
Ziekte en leed zijn daarom in het leven van de mens geen
onaangename stoornissen, waarvan de vermijding het hoogste
doel zou moeten zijn, maar zijn alleen de eerste stadia van de
bevrijding, die doorleefd en ondergaan moeten worden om in
de diepte het licht te vinden. Zoals het onpersoonlijke aspect
van het ziek-zijn de oorspronkelijke schuld is, zo noemen we
het persoonlijke aspect het karma.
Door bewust te leven zou men moeten proberen steeds meer
karma in te lossen en af te dragen, zonder tegelijkertijd nieuw
karma op te roepen. Het persoonlijke en het onpersoonlijke
aspect van de schuld vormt dat keerpunt, waarop de ziekte in
genezing verandert.
Pas wanneer de mens bereid is om de hele verantwoordelijk-
heid voor alles wat hij beleeft en wat hem overkomt op zich te
nemen, oq.tdekt hij de zinrijkheid van het leven. De ziekte van
onze tijd is de zinloosheid die de mens uit de kosmos heeft ont-
worteld. De zinloosheid is de prijs die de mensheid moest beta-
len voor de poging om zich van verantwoordelijkheid te ont-
doen. De tekenen des tijd_s pleiten ervoor, dat deze collectieve
ziekte in genézing verandert en steeds meer mensen trekken er
op uit om de zin terug te krijgen.
Wie bereid is om de verantwoordelijkheid voor zijn lot op zich
te nemen, voelt zich gerangschikt in de wetmatigheden van dit
universum en verliest alle angst-omda t hij de verbinding met
zijn diepste grond heeft teruggevonden. Alleen deze verbin-
ding is de inhoud van ware religio. Pas vanuit de kennis van zijn
oorsprong kan de mens zijn doel zien. Het doel is volmaakt-
heid. Volmaaktheid is uitdrukking van de eenheid. De eenheid
noemen we God.
205