Professional Documents
Culture Documents
Brochure Kwieke Molens. Water en Wind in Denderland en Herzele Wildermolen
Brochure Kwieke Molens. Water en Wind in Denderland en Herzele Wildermolen
IHerzele
n de regio Denderland en
vind je nog vele oude
jarenlang moet leren om zijn
molen te bedienen op het ritme
water- en windmolens. Molens van de natuur, met aandacht voor
speelden een belangrijke rol in het de omgeving en techniek. Deze
leven van de mensen. Aangezien oude kennis en tradities mogen
we het waardevol vinden om deze niet verloren gaan. Daarom willen
te bewaren behoren deze tot ons we binnen het project ‘Kwieke
erfgoed. molens’ inzetten op deze oude
Het molenerfgoed is veel meer dan tradities en gebruiken.
de indrukwekkende bouwwerken
alleen. Ook het beroep van Door deze brochure ontdek je de
molenaar en alle kennis wondere wereld van de molens.
Deze uitgave is een initiatief van daarrond zijn minstens even We hopen alvast dat de ‘kwieke’
Erfgoedcel Denderland in samenwerking met MOLA -het Provinciaal Molencentrum- indrukwekkend. Een molenaar molens en hun erfgoed ook jou
in het kader van het PDPOIII-project 'Water- en windmolens in Denderland en Herzele'. is een echte ambachtsman die zullen inspireren en fascineren.
Het project werd mogelijk gemaakt met de financiële steun van de Europese Unie, de
Vlaamse Gemeenschap en de Provincie Oost-Vlaanderen.
1 KWIEKE MOLENS
WAT ZIJN MOLENS?
Molens zijn eigenlijk grote machines. Elektriciteit en fossiele brandstof Er zijn ook stenen molens. Enkel
Machines worden nu meestal aange- worden steeds duurder. Daarom gaat het bovenste, houten gedeelte van
dreven door elektriciteit. Maar vóór men de oude wind- en waterkracht het gebouw kan gedraaid worden Moeilijke woorden
de elektriciteit (en vóór de fossiele opnieuw gebruiken omdat wind om zo goed mogelijk met hun wie-
brandstoffen) maakten mensen slim en water nog steeds gratis zijn. Je ken in de wind te staan. Dit noemt ◊ Fossiele brandstoffen: brandstoffen
gebruik van water of wind om met hebt zeker en vast al de reusachtige men ‘bovenkruiers’. Aangezien deze die ontstaan zijn uit oude planten- en
hun machines te werken. De kracht moderne windturbines gezien. Deze gebouwen hoger zijn gebeurt het dierenresten (fossielen). Bruinkool,
van een man alleen was helemaal turbines gebruiken de kracht van de kruien soms vanop een stelling rond steenkool, aardolie en aardgas zijn
niet genoeg om grote molenstenen te wind om elektriciteit te maken. Er de molen. We spreken dan over een voorbeelden van fossiele brandstoffen.
doen draaien om graan te malen. zijn ook turbines die water gebruiken stellingmolen. Het kruien kan ook ◊ Cilindermolen: werktuig om graan te
Een molen was een klein bedrijfje: om elektriciteit te maken. Een turbine gebeuren vanop een natuurlijke of malen d.m.v. twee tegen elkaar draaiende
meestal één molenaar, soms met een werkt zoals de dynamo van een fiets. kunstmatige heuvel. Dit noemt men stalen cilinders. De cilinders liggen boven of
knecht. Na de uitvinding van allerlei Bijna net zoals de oude wind- en dan een berg- of beltmolen. Als een naast elkaar.
soorten motoren (op gas, diesel, watermolens. Er bestaan vele soorten molenaar gewoon vanop de grond ◊ Windturbine: moderne hoge windmolen
elektriciteit) en de cilindermolen, windmolens. Je kan bijvoorbeeld aan de wieken kan, is een stelling of om elektriciteit op te wekken.
kregen wind- en watermolens te een onderscheid maken op basis van een heuvel niet nodig. Dit type mo- ◊ Kruien: het naar de wind zetten van de
weinig werk. En vele molenaars hoe ze gebouwd zijn. Er zijn houten len noemen we een grondzeiler. molen.
stopten ermee. Veel molens werden staakmolens waarbij het hele gebouw Molens malen niet enkel graan. Hun ◊ Opzeilen: zeilen op de wieken leggen om
ruïnes omdat ze niet meer gebruikt kan draaien naar de wind. Het draaien functie kan ook zijn om olie te slaan, meer wind te kunnen vangen.
werden. van de molen naar de wind noemen papier te maken, hout te zagen, …
molenaars ‘kruien’.
3 KWIEKE MOLENS
Een windmolen moet hoog genoeg HOE GA IK TE WERK?
zijn om genoeg wind te kunnen
vangen. Bij een watermolen is dit ■ Leerling A neemt de driehoek, houdt de driehoek loodrecht (het touwtje
minder van belang. Maar elke molen moet recht naar beneden hangen) en zoekt het hoogste punt van de molen.
is sowieso een herkenningspunt in ■ Leerling B meet de afstand tussen de driehoek en de grond.
het landschap. ■ Leerling C meet de afstand tussen leerling A en de molen.
■ Leerling D noteert de afstanden in de werkbundel.
Hoe hoog is de molen juist?
Schat, meet bij benadering en AANDACHTSPUNTEN:
controleer.
IDENTITEITSKAART ✓ Je MOET door de buis het hoogste punt van de molen zien.
Ik schat dat de molen …….… ✓ Je houdt de driehoek RECHT zoals op de afbeelding.
✓ Naam: ................................................. meter hoog is.
✓ Molenaar(s): ...................................... Wanneer in een driehoek met een rechte hoek (90°; de hoek grond-molen)
............................................................. er een hoek is van 45° (de hoek tussen jouw zichtlijn en de grond), dan zijn
de twee kleine zijden hetzelfde. Je kan dan de hoogte berekenen met behulp
van de Stelling van Pythagoras. De hoogte van de molen is dan even lang als
✓ Geschiedkundig weetje: ................. . de afstand van de molen tot de waarnemer. Let op: aangezien jouw ogen zich
............................................................. . niet op de grond bevinden, moet je jouw eigen ooghoogte er nog bijtellen (zie
............................................................. . figuur).
.............................................................
DE MOLEN IN HET LANDSCHAP Kijk goed rond. Kijk naar de molen en het landschap rond
de molen. Beantwoord dan volgende vragen.
Een molen wordt nooit zomaar op niet zoveel plekken meer waar er nog
een willekeurige plek gebouwd. Hier echt onbebouwde, open ruimte is. Als ✓ Waar staat de windmolen?
wordt heel goed over nagedacht. Een er te dicht in de buurt van de molen
windmolen moet altijd in een open gebouwd wordt is dit niet goed voor ☐ In een open weiland
landschap staan, waar de wind niet de ‘windvang’ van de molen. ☐ Tussen huizen
gehinderd wordt. Deze open omgeving De molen staat al heel lang op dezelfde ☐ Aan het water
noemt men de molenbiotoop. Molens plaats. De vroegere en huidige ☐ Aan een weg
zijn hoge gebouwen en staan vaak bewoners hebben de omgeving in de
☐ Andere omgeving: welke?
nog eens op een heuvel of berg. loop der tijden aangepast en er hun
Bebouwing (huizen, boerderijen, sporen achtergelaten. Een landschap
stallen en schuren, …) of bomen en dat door de mens sterk is aangepast ✓ In welk jaar wordt de molen voor het eerst vermeld in oude
bossen rond de molen houden de noemt men een ‘cultuurlandschap’. boeken of archieven?
wind tegen. In Vlaanderen zijn er In het jaar .....................................
N
W O
Z
.... Bft
5 6 7 8
Wolken
9 10 11 12
.......................................................................................................................
.......................................................................................................................
.......................................................................................................................
........................................................................................................................
.
19 KWIEKE MOLENS
Vul de tekst aan met de juiste woorden. Je kan
kiezen uit de woorden die je hieronder ziet.
MEELZOLDER ......................................................
72 kg 19 kg 59 kg 80 kg
c .Plaats drie tandwielen naast elkaar. Een groot, een klein en opnieuw
a. Plaats twee tandwielen van dezelfde grootte naast elkaar. een groot tandwiel, zoals op de tekening.
A B A B C
Draai aan A zoals op de prent. Hoe draait B? Zet de pijl in de goede Draai aan A zoals op de prent. Hoe draait B? Hoe draait C? Zet de pijlen in
richting. Wanneer je tandwiel A één keer ronddraait, hoeveel keer draait de goede richting. Wanneer je tandwiel A één keer ronddraait, hoeveel keer
draait tandwiel B dan rond en tandwiel C ?
tandwiel B dan rond?........... keer. Tandwiel B……….. keer.
Tandwiel C……….. keer.
b. Plaats twee tandwielen van een verschillende grootte naast elkaar, zoals
op de tekening. Tandwiel A is dubbel zo groot als tandwiel B. d. Hoe kunnen tandwielen ervoor zorgen dat een apparaat/machine
sneller of langzamer gaat?
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
A B ..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
..................................................................................................................................
...................................................................................................................................
Draai aan A zoals op de prent. Hoe draait B? Zet de pijl in de goede .
richting. Wanneer je tandwiel A één keer ronddraait, hoeveel keer
draait tandwiel B dan rond?........... keer. Wanneer je tandwiel B één keer
ronddraait, hoeveel keer draait tandwiel A dan rond? ........... keer.
.
KWIEKE MOLENS 30 31 KWIEKE MOLENS
Kruiswoordraadsel Verticaal
4
Horizontaal
5 E
4. We bouwen een molen niet zomaar om het even waar, daar is sterk
A B
over nagedacht. Je vind molens dan ook meestal in een open omgeving of
6
open... ?
C F 6. Wat meten we met de schaal van Beaufort?
7 7. Het naar boven halen van de zakken door middel van de wind noemen
we...?
H D J K 8. Het malen van graan gebeurd door twee op elkaar draaiende...?
8 9
11. Met welk onderdeel van de molen kan de molenaar communiceren?
10
A B C D E F G H I J K L
I
Horizontaal Verticaal
4. We bouwen een molen niet zomaar om het 1. Ik draag de molen, ik ben de centrale,
even waar, daar is sterk over nagedacht. Je vind verticale spil of balk waarrond de hele molen
molens dan ook meestal in een open omgeving of 360° kan draaien.
KWIEKE
open... ? MOLENS 32 33 KWIEKE MOLENS
2. Het belangrijkste weerselement voor de molen
6. Wat meten we met de schaal van Beaufort? is de... ?
Bronnen
- Brochure Malende molens. Vlaanderens mooiste landschap door de ogen van de
molenaar
- www.molenechos.org
- www.oost-vlaanderen.be/mola
- www.moleneducatief.nl
Erfgoedcel Denderland zet haar schouders onder het inventariseren, het beheer en
behoud en het toegankelijk maken van het lokale cultureel erfgoed van de gemeenten
Aalst, Denderleeuw, Erpe-Mere, Lede en Ninove voor een zo breed mogelijk publiek.
Ze doet dit door ondersteuning te bieden aan erfgoedzorgers, door de uitwisseling
van kennis en ervaring te stimuleren en door het ondersteunen en mee realiseren van
inspirerende en gemeenschapsvormende projecten.
Dit project werd gerealiseerd met de medewerking van het Provinciaal Molencentrum
MOLA, Toerisme Scheldeland, stad Ninove, gemeente Erpe-Mere, Alain Goublomme
en Johan Bracke. Met dank aan de studenten lager onderwijs en de lectoren
wereldoriëntatie van Hogeschool Odisee, campus Aalst.