Professional Documents
Culture Documents
Aardrijkskunde H5 Paragraaf 1 en 2
Aardrijkskunde H5 Paragraaf 1 en 2
Aardrijkskunde H5 Paragraaf 1 en 2
De Indonesische archipel
Land op evenaar
Indonesië is de grootste eilandengroep ter wereld (archipel). Indonesië ligt op én net ten
noorden en zuiden van de evenaar. Daardoor heeft Indonesië een tropisch klimaat. Het is er
altijd warm en in de regentijd valt veel neerslag. Het tropische klimaat in Indonesië heeft
drie vormen:
1. Tropisch regenwoudklimaat - neerslag in alle jaargetijden
2. Savanneklimaat - lange droge tijd
3. Moessonklimaat – korte droge tijd
Bahasa Indonesia
De cultuur van Indonesië is anders dan die in Nederland. Dat is te zien aan de godsdienst,
het voedsel, de kleding en de inrichting van het landschap. Cultuur is alles wat je hebt
aangeleerd. Talen is ook een cultuurkenmerk. Doordat er veel verschillende volken wonen
worden er 742 verschillende talen en dialecten gesproken in Indonesië. Om toch met elkaar
te kunnen praten is een nieuwe taal bedacht: het Bahasa Indonesia. Omdat tegenwoordig in
Indonesië iedereen Bahasa Indonesia spreekt. Het is een lingua franca.
Veel volken en culturen
In Indonesië wonen meer dan 300 verschillende bevolkingsgroepen. Daarom bestaat het
Indonesisch volk niet. Een volk is een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en
dezelfde cultuur heeft. De verklaring is veel binnen- en buitenlandse verhuizing en veel
eilanden met eigen cultuurkenmerken.
Er zijn twee oorzaken dat loodrecht stralen meer warmte afgeven dan schuine stralen:
Oorzaak 1: loodrechte zonnestralen > verwarmen kleiner oppervlak dan schuine
zonnestralen.
Oorzaak 2: loodrechte zonnestralen > kortere weg door dampkring > minder stofdeeltjes en
wolken.
B59 Stijgingsregen
Bij de evenaar is het altijd warm. Door de warmte stijgt de lucht op. Stijgende lucht koelt af
en kan minder waterdamp bevatten. Er ontstaan wolken en het gaat regenen. Dit noem je
stijgingsregen.
Evenaar > altijd warm → warme lucht stijgt op > koelt af > kan minder waterdamp bevatten
> stijgingsregen
De gebieden met stijgingsregens zijn goed te herkennen op wereldschaal. In het gebied rond
de evenaar.
B72 Klimaatdiagram
Een klimaatdiagram brengt de gemiddelde temperatuur en neerslag van een plaats in beeld.
Gemiddelde temperaturen van dag én nacht.
Gemiddelde maximumtemperatuur en gemiddelde minimumtemperatuur
In Nederland valt gemiddeld 850 mm neerslag per jaar.
Volk is een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft.
Natie is een volk dat in één staat woont.
Natiestaat is een staat waar één volk woont.
Goede voorbeelden van natiestaten zijn IJsland en Denemarken.
Het woongebied van een volk valt niet altijd samen met één staat. In één staat wonen vaak
meerdere volkeren bijvoorbeeld in Rusland maar toch is er één Russische staat.
Het komt ook voor dat het woongebied van één volk verdeeld is over meerdere staten. Dit is
het geval bij de Koerden.
B166 Cultuur
Cultuur is alles wat je hebt aangeleerd. Bij cultuur herken je aan taal, godsdienst, voedsel,
kleding. Ook aan onderdelen van de inrichting kun je een cultuur herkennen. In een
islamitisch land zie je overal moskeeën. Een ander voorbeeld is de inrichting van een stad. In
een Nederlandse stad zijn veel fietspaden.
Op wereldschaal zijn er 10 cultuurgebieden
→ gebieden met overeenkomsten in de cultuur
→ westerse cultuur: Europa, Noord-Amerika, Australië
→ grote verschillen binnen cultuurgebieden
Diffusie = cultuurelementen kunnen zich van het ene naar het andere cultuurgebied
verspreiden.
De cultuur van Zuidoost-Azië
Eén cultuurgebied
Zuidoost-Azië heeft een ander cultuurgebied dan in Nederland. Zuidoost-Azië is niet één
cultuur, het is multicultureel en honderden volken. In Zuidoost-Azië zijn veel verschillende
godsdiensten.
De invloed van de Europeanen is in Zuidoost-Azië vaak nog goed zichtbaar. Koloniën vanaf
de 16e eeuw. De invloed van de Europeanen zie je aan de inrichting van het land.
Twee functies van kolonie waren:
1. Leveren van grondstoffen. Daarbij ging het om landbouwproducten: tabak, koffie,
thee, cacao, rietsuiker en rubber.
2. Delfstoffen: goud, zilver, bauxiet en aardolie.
En de kolonie was een afzetmarkt van industrieproducten uit Europa.
De Europeanen eigenden zich grote stukken grond toe om er plantages aan te leggen. Een
plantage is een landbouwonderneming waar op grote schaal één bepaald gewas wordt
verbouwd. Ook legden de Europeanen nieuwe auto- en spoorwegen aan en bouwden ze
woonwijken en bestuursgebouwen in de steden.
Elf staten
Een staat is een gebied met twee kenmerken: het is duidelijk begrensd en het bestuur (de
regering) is soeverein. Tussen staten liggen duidelijke grenzen. Er zijn twee soorten
staatsgrenzen. Grens langs een natuurlijk obstakel, zoals een rivier of een gebergte, noem je
een natuurlijke grens. Een grens die door de mensen is bepaald en die is aangegeven met
borden en grenspalen, heet een kunstmatige grens. Op zee noem je het een continentaal
plat. Op het continentaal plat zijn kunstmatige staatsgrenzen getrokken.
B249 Soorten koloniën
Er waren twee soorten koloniën. Veel koloniën moesten grondstoffen leveren voor de
opkomende industrie in Europa. Een ander woord voor uitbuiten is exploiteren. Daarom
heten ze exploitatiekoloniën. Een aantal Europese landen nam grote stukken van Afrika, Azië
en Amerika in bezit. Daar legden ze plantages en mijnen aan. Plantage is
landbouwonderneming waar op grote schaal éen gewas wordt verbouwd (monocultuur).
Vestigingskoloniën waren overzeese gebiedsdelen waar Europeanen zich blijvend gingen
vestigen.
→ vanwege honger, armoede, werkloosheid, oorlog, gebrek aan vrijheid van godsdienst of
meningsuiting verhuisden de Europeanen in de 19e eeuw. In de V.S., Australië, Nieuw-
Zeeland, Canada zijn de immigranten destijds nu de grootste bevolkingsgroep.