Pengrepen Rijp Vs Onrijp

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 19

Bijlagen

Bijlage A : Figuur 1 ongrijpe grepen

1. 2. 3.

4. 5.
Figuur 1 ongrijpe grepen: 1. de palmaire pronatiegreep 2. de palmaire supinatiegreep 3.
de vingerpronatiegreep 4. de vingerpronatiegreep 5. de pengreep met gestrekte vingers

Bijlage B: figuur 2 overgangsgrepen

1. 2.

3.
Figuur 2 overgangsgrepen: 1. de laterale flexiegreep 2. de statische driepunt greep 3. de statische
vierpuntsgreep

Pagina 1
Bijlage C: figuur 3rijpe grepen

1. 2.
Figuur 3 rijpe grepen: 1. de laterale driepuntsgreep 2. De dynamische driepuntsgreep

Bijlage D: figuur 4 aanvulling rijpe grepen

1. 2.
Figuur 4 aanvulling rijpe grepen: 1. De dynamische vierpuntsgreep 2. De laterale vierpuntsgreep

Bijlage E: figuur 5 inefficiënte en efficiënte pengrepen

Figuur 5 inefficiënte en efficiënte pengrepen volgens Benbow 1997: (k) thumb wrap (l)thumb tuck (m)
transpalmar interdigital brace (n) supinate grip (o) index grip (p) adapted tripod

Pagina 2
Bijlage F: Aangepaste observatielijst pengreep

Observatielijst Pengreep
vanuit KOEK samengesteld

Naam leerling: Naam observator:

Geboortedatum leerling: Datum:

Groep:

Pengreep Webspace
Gewenste pengreep (3 p.)
o Dynamische driepuntsgreep Vorm van de webspace

Rijpe grepen (2 p.) o Open, ronde vorm (2 p.)


o Ellipsvormig (1 p.)
o Laterale driepuntsgreep o Gesloten (0)
o Dynamische viervingergreep
o Laterale viervingergreep
o ‘à la ronde’-greep
Pen druk en pen vasthouden

Overgangsgrepen (1 p.) Pendruk


o Statische driepuntsgreep
o Laterale flexiegreep o Normale pendruk (1 p.)
o Statische viervingergreep o Te weinig pendruk (0 p.)
o Te veel pendruk (0 p.)
Onrijpe grepen (0 p.)
o Palmair pronatiegreep
o Palmair supinatiegreep Intensiteit van vasthouden
o Kwastgreep
o Pengreep met gestrekte vingers o Normaal (soepele pengreep)
(1 p.)
Bijzonderheden pengreep (1 p.) o Krampachtig (witte knokkels)
o Wisselende pengreep: (0 p.)
…………………………………………en o Los, instabiel (0 p.)
………………………………………………
o Andere pengreep

Opmerkingen

Score:
pengreep + wespace + pendruk en pen vasthouden =…….

………………. + …………… + …………… = ……………

Pagina 3
Bijlage G: tekenboek “Kom je tekenen?”

Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Bijlage H: Activiteitenschema motoriekkast

Activiteit Doel Inhoud Benodigdheden

’t zonnetje (Pape & De tweedeling van de hand De zon (het bierviltje) heeft Bierviltje
Ryba 2004) stimuleren zonnestralen (wasknijpers)
nodig om warmte te geven. Wasknijpers
Alle stralen(wasknijpers)
moeten op de ronde zon
(bierviltje) worden gezet met
duim en wijsvinger.

Kleuren op Oefenen met de pendruk Het inkleuren van een Kleurpotloden


verschillende kleurplaat wordt op
verschillende zachte kleurplaten
ondergronden
ondergronden uitgevoerd.
Zeil

Dik tijdschrift

Leer

Kralen rijgen De pincetgreep stimuleren De verschillende kralen Touw


(Corstens-Mignot, Cup, worden één voor één, met
duim en wijsvinger, aan een Kralen met
& van Hartingsveldt
touw geregen tot er zich een verschillende
2006)
kralenketting heeft gevormd. vormen en grootte.

Tolletjes laten De pincetgreep stimuleren De tol wordt in beweging Tollen


draaien(Corstens- gezet, door de punt tussen de
Mignot, Cup & van duim en wijsvinger, te laten
Hartingsveldt 2006) draaien.

Inkleuren van kleine De duim- en De kleine vlakken worden met Kleurplaten met
vlakken (Scholten en vingerbewegingen oefenen . ronddraaiende bewegingen, kleine vlakken
Hamerling 2005) niet groter dan één
De rijpe driepuntsgreep centimeter, ingekleurd. Driekantige
stimuleren kleurpotloden, bij
succes: zeskantige
kleurpotloden

Poppetje van klei De pincetgreep stimuleren Met één hand worden twee Klei
maken (Corstens- bolletjes klei gedraaid, in
De manipulatieve verschillende groottes. De Voorbeeld hoe een
Mignot, Cup & van
vaardigheden in één hand benen, armen, voeten, haren poppetjes kan
Hartingsveldt 2006)
stimuleren enzovoort worden doormiddel worden gemaakt
van het heen weer rollen van
Placemats
klei tot een sliertje gemaakt.
PaginaEen
7 gezicht kan naar eigen
invulling worden gemaakt.
Spaarpotje vol (Exner De manipulatieve Met één hand en duim en Spaarpot
2005) vaardigheden in één hand wijsvinger, zoveel mogelijk
stimuleren muntjes in diezelfde hand Muntjes in
oppakken en vasthouden. verschillende
Daarna de muntjes één voor groottes
één, met de andere muntjes in
diezelfde hand, in de spaarpot
stoppen.

Een opbouw hierin:

1.muntjes oppakken met één


hand en duim en wijsvinger en
in de spaarpot stoppen

2. Met één hand en duim en


wijsvinger, een muntje in
diezelfde hand oppakken en
vasthouden.

3. Met één hand en duim en


wijsvinger, zoveel mogelijk
muntjes in diezelfde hand
oppakken en vasthouden.

4. daarna bovenstaande
activiteit.

Vormen omtrekken Fijne motoriek oefenen Er worden verschillende Verschillende


(Peer 1984) vanuit pols en hele hand vormen en figuren van karton figuren en vormen
omgetrokken met een potlood van karton
op een papier. Het omtrekken
wordt met één hand Potlood
uitgevoerd, de andere hand
Papier
ligt op de vorm of het figuur
om deze cast te houden. Stiften
Hierna worden de
omgetrokken vormen en
figuren ingekleurd met stiften.

Naaibewegingen De omgang met naald en De draad moet door het oog Gatenpatroon
(Löscher 1973) draad bevordert de van de naald worden
handvaardigheid. gestoken. De naald wordt met Plastic naalden
het draad, door een gat van
De oog-handcoördinatie Draden
het gatenpatroon gestoken en
wordt geoefend. gaat door het volgende gat
weer terug. Dit wordt het
gehele gatenpatroon
herhaald.

Pagina 8
Kralenplank (Hettinga Een goede pincetgreep Met behulp van een voorbeeld Kralenplank
& Smeets 2003) oefenen (duim en wijsvinger word er een letter gelegd op
tegenover elkaar) de kralenplank. Het is van Kralen
belang dat er met bij de greep
Lettervoorbeelden
waarbij de kraal wordt
kralenplank
gepakt, de positie van de
duim tegenover de wijsvinger
is.

Lucifer figuurtjes Een goede pincetgreep Met één hand en de duim en Afgebrande lucifers
leggen (Lindeman oefenen (duim en wijsvinger wijsvinger tegenover elkaar
tegenover elkaar) worden er met de lucifers Figuur voorbeelden
1996)
diverse figuren gemaakt. De
volgende stap is om een
voorbeeld figuur na te leggen.

In de klei tekenen Met de voorkeurshand Het klei wordt gekneed, met Klei
(Jansens & Knaapen soepele vingerbewegingen de roller wordt de klei plat
uitvoeren, met een correcte gemaakt. Met een stokje Roller
2004)
oppositie van de duim wordt er in de klei getekend.
Stokjes
Dit kan zelf verzonnen worden
of er kan een voorbeeld Placemats
nagetekend worden.
Voorbeelden

Schroeven en moeren Manipuleren van Op de moeren worden bouten Moeren (groot)


(Jansens & Knaapen voorwerpen tussen duim en gedraaid, door gebruik van de
wijsvinger duim en wijsvinger. Dit wordt Bouten (groot)
2004)
gedaan met grote moeren en
bouten. Dit kan moeilijker
worden gemaakt door kleine
moeren en bouten te
gebruiken.

Een vingerklimrek Oefenen van soepele De klei wordt eerst gekneed, Cocktailprikkers
maken vingerbewegingen met een daarna worden er kleine
goede oppositie van de bolletjes gemaakt met één Klei
(Jansens & Knaapen
2004) duim. hand. Dit kan door het
Placemats
ronddraaien van de klei in de
hand. De cocktailprikkers Voorbeeldkaart
worden in de bolletjes klei
gestoken en maken zo een
verbinding tussen de bolletjes
klei.

Prikken (Groot & Oefenen van de verbetering De prikpen wordt met de Prikpen
Paagman 1977) van de samenwerking correcte pengreep
tussen oog en hand, gehanteerd. Met de prikpen Prikmatje
correcte pengreep, wordt er iedere keer een
Figuur
polsbeweging en pendruk. gaatje geprikt op een dikke
lijn, de gaatjes moeten dicht

Pagina 9
bij elkaar komen, zodat
uiteindelijk het figuur loskomt
van het papier. Er wordt
begonnen met stevig papier
en een dikke lijn om uit te
prikken, dit kan moeilijker
gemaakt worden door een
dunne lijn en karton uit te
prikken.

Vingerspelletjes Vertrouwd raken met de Vanuit de voorbeelden van Voorbeelden


(Löscher 1973) vingerbewegingen. verschillende vingerbewegingen
vingerbewegingen worden
Losmaakoefening. deze vingerbewegingen
nagedaan.

Pagina
10
Bijlage I: onderbouwing van de activiteiten uit de motoriekkast

Tweedeling in de hand

Pape & Ryba (2004) geven aan dat de volgende activiteiten, de tweedeling in de hand stimuleren:
- Spelletjes doen waarbij kleine voorwerpen opgepakt worden met een pincet
- Spelletjes met wasknijpers
- Manipuleren van voor voorwerpen met stabilisatie

Onafhankelijke duim- en vingerbewegingen

De KOEK (Corstens-Mignot, M., Cup, E. & van Hartingsveldt, M. 2006) geeft de volgende activiteiten
aan om de onafhankelijke duim- en vingerbewegingen te oefenen en te stimuleren:
- Touwfiguren alleen en samen maken
- De kaarten betreffende de handmotoriek uit de methode ‘Schrijven zonder pen’

Volgens Scholten en Hamerling (2005) vraagt een klein vlak inkleuren om kleine bewegingen
waardoor er meer een beroep wordt gedaan op de duim- en vinger oefeningen. Zij hebben een
methode ontwikkeld waarbij kinderen kleine vlakken invullen doormiddel van kleuren en arceren.
Hierbij worden een goede uitgangshouding en een rijpe driepuntsgreep gestimuleerd met duim- en
vingerbewegingen van de drie schrijfvingers. Bij het kleuren wordt aandacht besteed aan het
oefenen van ronddraaiende bewegingen die kleiner zijn dan één centimeter. Als voorbereiding op
het schrijven is oefenen van bewegingen groter dan één centimeter niet nodig.

Oppositie van de duim

In de KOEK (Corstens-Mignot, M., Cup, E. & van Hartingsveldt, M. 2006) wordt aangegeven dat bij de
pincetgreep, waarbij kleine voorwerpen opgepakt worden een goede oppositie van de duim
belangrijk is. De pincetgreep kan gestimuleerd worden bij het uitvoeren van de volgende activiteiten:
- Het rijgen van kralen
- Het spelen met kleurentorentjes
- Het draaien van kleine tolletjes
- Het eenhandig maken van balletjes van klei
- Het maken van figuren met strijkkraaltjes
- Het maken van een mozaïek insteekspel
- Het maken van scherpe vouwen met duim en wijsvinger

Manipulatie in één hand

Om te manipuleren in één hand moet een kind kleine voorwerpen kunnen pakken met de duim- en
vingertoppen, moet er oppositie van de duim zijn en moet een kind zijn duim en vingers
onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Exner (2005) heeft activiteiten voor het stimuleren van de
manipulatieve vaardigheden gegroepeerd. De KOEK (Corstens-Mignot, M., Cup, E. & van

Pagina
11
Hartingsveldt, M. 2006) heeft deze gegroepeerde activiteiten bij elkaar gevoegd. Volgens heb gaat
het om een combinatie van verschillende basispatronen. Met dit principe kunnen allerlei spelletjes
gespeeld worden:
- Muntjes oppakken en in een spaarpot doen
- Kleuren dobbelstenen oppakken, de eerste gooien en de andere neerleggen in dezelfde
positie
- Gewone dobbelstenen oppakken, de eerste gooien en de andere neerleggen in dezelfde
cijferpositie
- Ronde dobbelstenen oppakken, de eerste gooien en de andere neerleggen zoals in dezelfde
cijferpositie
- Borrelnootjes of pinda’s eten
- Kleine reisspelletjes, zoals ‘vier op een rij’

Fijne motoriek

De schrijvers van de methode Schrijfhuis (Jansens, R. & Knaapen, M. 2004) geven aan dat in het
activiteitenboek van Schrijfhuis, activiteiten zijn opgesteld als voorbereiding op het schrijven, deze
activiteiten zijn gericht op het oefenen van vaardigheden zoals een voorwerp soepel kunnen
manipuleren, de vingers en duim afzonderlijk kunnen bewegen, goede oppositie van de duim kunnen
uitvoeren, lichaamsbesef en ruimtelijke oriëntatie ontwikkelen, soepel kunnen bewegen in de
ruimte, ritmisch grote bewegingspatronen uitvoeren etc.

Een directe voorbereiding op het schrijven is volgens de methode Handschrift (Hettinga, H. &
Smeets, I. 2003) de fijne motoriek met aandacht voor de beweging van de pols en de inscriptieve
beweging. De indirecte voorbereiding op het schrijven is volgens hen op het gebied van de fijne
motoriek:
- Hand en vingers: met twee handen symmetrisch
- Hand en vingers: met twee handen parallel
- Hand en vingers: voorkeurshand
- Schaar, naald, prikpen hanteren
- Handelingen als vouwen, rijgen, strikken, roeren, knopen, stempelen

Pagina
12
Bijlage J: Resultaten van de vooruitgang, stilstand en achteruitgang per observatiepunt geven

Resultaten van observatiepunt pengreep

Vergelijkingsgroep Onderzoeksgroep

Wisselende

Wisselende
Overgangs
Overgangs
Gewenste

Gewenste
Onrijpe

Onrijpe
Rijpe

Rijpe
Pengreep Pengreep
LV1 T1 x LO1 T1 x Vergelijkingsgroep
LV1 T2 x LO1 T2 x Aantal percentage
LV2 T1 x LO2 T1 x Vooruitgang 2 25
LV2 T2 x LO2 T2 x stilstand 6 75
LV3 T1 x LO3 T1 x achteruitgang 0 0
LV3 T2 x LO3 T2 x
LV4 T1 x LO4 T1 x Onderzoeksgroep
LV4 T2 x LO4 T2 x Aantal percentage
LV5 T1 x LO5 T1 x Vooruitgang 4 50
LV5 T2 x LO5 T2 x stilstand 4 50
LV6 T1 x LO6 T1 x achteruitgang 0 0
LV6 T2 x LO6 T2 x
LV7 T1 x LO7 T1 x LV = leerling vergelijkingsgroep
LV7 T2 x LO7 T2 x LO = leerling onderzoeksgroep
LV8 T1 x LO8 T1 x T1 = tijdstip 1
LV8 T2 x LO8 T2 x T2 = tijdstip 2

Pagina
13
Resultaten van obervatiepunt webspace

Vergelijkingsgroep Onderzoeksgroep

Ellipsvormig

Ellipsvormig
Gesloten

Gesloten
Open

Open
Webspace Webspace
LV1 T1 x LO1 T1 x Vergelijkingsgroep
LV1 T2 x LO1 T2 x Aantal percentage
LV2 T1 x LO2 T1 x Vooruitgang 0 0
LV2 T2 x LO2 T2 x stilstand 5 62,5
LV3 T1 x LO3 T1 x achteruitgang 3 37,5
LV3 T2 x LO3 T2 x
LV4 T1 x LO4 T1 x Onderzoeksgroep
LV4 T2 x LO4 T2 x Aantal percentage
LV5 T1 x LO5 T1 x Vooruitgang 2 25
LV5 T2 x LO5 T2 x stilstand 5 62,5
LV6 T1 x LO6 T1 x achteruitgang 1 12,5
LV6 T2 x LO6 T2 x
LV7 T1 x LO7 T1 x LV = leerling vergelijkingsgroep
LV7 T2 x LO7 T2 x LO = leerling onderzoeksgroep
LV8 T1 x LO8 T1 x T1 = tijdstip 1
LV8 T2 x LO8 T2 x T2 = tijdstip 2

Pagina
14
Resultaten van observatiepunt pendruk

Vergelijkingsgroep Onderzoeksgroep
Normale

Normale
Te veel

Te veel
Weinig

Weinig
Pendruk Pendruk
LV1 T1 x LO1 T1 x Vergelijkingsgroep
LV1 T2 x LO1 T2 x Aantal percentage
LV2 T1 x LO2 T1 x Vooruitgang 1 0
LV2 T2 x LO2 T2 x stilstand 0 62,5
LV3 T1 x LO3 T1 x achteruitgang 7 37,5
LV3 T2 x LO3 T2 x
LV4 T1 x LO4 T1 x Onderzoeksgroep
LV4 T2 x LO4 T2 x Aantal percentage
LV5 T1 x LO5 T1 x Vooruitgang 5 25
LV5 T2 x LO5 T2 x stilstand 3 62,5
LV6 T1 x LO6 T1 x achteruitgang 0 12,5
LV6 T2 x LO6 T2 x
LV7 T1 x LO7 T1 x LV = leerling vergelijkingsgroep
LV7 T2 x LO7 T2 x LO = leerling onderzoeksgroep
LV8 T1 x LO8 T1 x T1 = tijdstip 1
LV8 T2 x LO8 T2 x T2 = tijdstip 2

Pagina
15
Resultaten van observatiepunt intensiteit van vasthouden

Vergelijkingsgroep Onderzoeksgroep

Los, instabiel

Los, instabiel
Krampachtig

Krampachtig
Soepel

Soepel
Intensiteit Intensiteit
vasthouden vasthouden
LV1 T1 x LO1 T1 x Vergelijkingsgroep
LV1 T2 x LO1 T2 x Aantal percentage
LV2 T1 x LO2 T1 x Vooruitgang 1 12,5
LV2 T2 x LO2 T2 x stilstand 6 75
LV3 T1 x LO3 T1 x achteruitgang 1 12,5
LV3 T2 x LO3 T2 x
LV4 T1 x LO4 T1 x Onderzoeksgroep
LV4 T2 x LO4 T2 x Aantal percentage
LV5 T1 x LO5 T1 x Vooruitgang 3 37,5
LV5 T2 x LO5 T2 x stilstand 5 62,5
LV6 T1 x LO6 T1 x achteruitgang 0 0
LV6 T2 x LO6 T2 x
LV7 T1 x LO7 T1 x LV = leerling vergelijkingsgroep
LV7 T2 x LO7 T2 x LO = leerling onderzoeksgroep
LV8 T1 x LO8 T1 x T1 = tijdstip 1
LV8 T2 x LO8 T2 x T2 = tijdstip 2

Pagina
16
Bijlage K: Resultaten van de observaties in grafieken en de bijbehorende gegevens

Grafieken met de resultaten in punten uitgedrukt

Vergelijkingsgroep Onderzoeksgroep
35 40

30 35
30
25
25
20
T1 20 T1
15 32 31 35
15
T2 T2
10 10 22
11 13 12 13 12
5 9 9 9 5 9 11
8 2
0 0
Pengreep Webspace Pendruk en Totaal Pengreep Webspace Pendruk en Totaal
penvasthouden penvasthouden

Vergelijking Totaalscore
40
35
30
25
20 T1
35
15 32 31 T2
10 22

5
0
Onderzoeksgroep Vergelijkingsgroep
Pagina
17
Grafieken met de gemiddelde score per leerling in punten uitgedrukt

Gemiddelde score per leerling Vergelijkingsgroep


T1 T2
Pengreep 1,38 1,63
Webspace 1,5 1,13
Pendruk en penvasthouden 1,13 1,13
Totaal 4 3,88

Gemiddelde score per leerling Onderzoeksgroep


T1 T2
Pengreep 1 1,63
Webspace 1,13 1,5
Pendruk en penvasthouden 0,25 1,38
Totaal 2,75 4,38

Pagina
18
Pagina
19

You might also like