Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6

Basisprincipes en basistechniek (CVT)

Zingen is niet moeilijk en iedereen kan het leren. Hieronder staat de zang- techniek
ingedeeld in vier onderwerpen.

• de drie basisprincipes (voor een gezonde klankvorming)


• de vier stemfuncties (om de ‘versnelling’ te kiezen waarin je wilt zingen)
• klankkleuren (om de klank lichter of donkerder te maken)
• effecten (om specifieke klankresultaten te bereiken)
De drie basisprincipes

De drie basisprincipes vormen het fundament van de zang, dus is het belangrijk om
ze onder de knie te krijgen. Ze maken het mogelijk om alle tonen binnen de
stemomvang van de zanger te halen, om lange frasen te zingen, om een helder en
krachtig stemgeluid te krijgen en om heesheid te vermijden.
De basisprincipes moeten in acht worden genomen, ongeacht de stemfunctie, de
klankkleur en het effect.

1. Ademsteun

Ademsteun houdt in: het tegenwerken van de natuurlijke nei-


ging van het middenrif om de ingeademde lucht los te laten. Dat doe je door de
beweging ervan tegen te gaan. Tijdens het zingen worden de schuine buikspieren en
de zonnevlecht (plexus solaris) naar buiten geduwd; de buikspieren worden rond de
navel geleidelijk ingetrokken en de rugspieren worden aangespannen. Door de
werking van de lendenspieren heeft de rug de neiging om een beetje hol te gaan
staan, terwijl de buikspieren de rug juist recht proberen te trekken. Zo ontstaat een
waardevolle strijd tussen buikspieren en lendenspieren: een belangrijk aspect van de
ademsteun. De beweging van de ademsteun moet constant zijn, alsof je werkt tegen
een weer- stand zolang de klank wordt geproduceerd. Ga eens liggen op een bank of
zit onderuit gezakt op een stoel. Plaats het boek op je buik. Als je inademt gaat het
boek omhoog, als je uitademt gaat het boek omlaag. Adem in (boek omhoog) en zing
op een makkelijke toon en klinker zoals bijvoorbeeld A. (boek gaat omlaag) Terwijl je
dit doet probeer dan je buik bol te houden tijdens het zingen. Kijk nu maar eens hoe
lang je die toon aanhoudt. Je kan ook je ademsteun goed voelen door je handen te
plaatsen net onder je oksels. Ze noemen dit je flanken. Wanneer je inademt voel je je
ribbenkast naar buiten gaan en wanneer je uitademt voel je je ribbenkast naar binnen
gaan. Probeer eens je flanken wijdt te houden wanneer je zingt. Niet meteen loslaten
dus. Hou je “vleugeltjes” ook altijd mooi open indien je meer power nodig hebt.
Visualiseer je dat de zwaartekracht je voeten diep in de grond trekt, zoek het laag.
Probeer het uiteindelijk aantevoelen als een vloeiende beweging. Moeilijkheden met
een juiste ademhaling? Zoek eens wat info op over lichaamsbewustzijn!
2. Noodzakelijke twang

Het gebied boven de stembanden is de


‘strotkleptrechter’. Als je twang toepast, maak je de opening van deze trechter klei-
ner doordat je de bekerkraakbeentjes dichter bij het onderste deel van het strotklepje
brengt. De klank wordt dan helder- der, zonder toegevoegde lucht, en je kunt het
volume verster- ken. De noodzakelijke twang is altijd vereist voor een correcte
techniek en onbelemmerd gebruik van de stem, ongeacht de stemfunctie, de
klankkleur en het gebruikte effect. De nood- zakelijke twang maakt het zingen op alle
manieren gemakkelijker. Bij velen klinkt de noodzakelijke twang helemaal niet typisch
‘getwangd’. De twang kan je oefenen door middel van bv. het gehuil van een baby
natebootsen.

3.Vermijd een vooruitgestoken kaak en lipspanning

Zowel het naar voren brengen van de kaak als het spannen van de lippen
veroorzaakt vaak ongecontroleerde vernauwing rond de stembanden. Zorg voor een
losse kaak door je hoofd iets naar achteren te buigen en een vinger achter de
voortan- den tussen de boven- en onderkaak te plaatsen. Houd deze kaakstand vast
bij het zingen. De onderkaak moet iets inge- trokken zijn ten opzichte van de
bovenkaak. Open je mond bij hoge en lage tonen verder dan bij tonen in je
middenstem.

Voor het vermijden van spanning in de lippen is het belangrijk om de klinkers te


vormen met je tong, zonder de stand van de mond veel te veranderen. Medeklinkers
worden echter ge- produceerd door vernauwing van het spraakkanaal en span- ning
op de lippen – maar aangezien je ze niet lang vasthoudt, belemmeren ze de zang
niet. Het is van belang dat je na een medeklinker meteen kunt ontspannen op de
klinker die volgt. Een goede oefening om alles mooi los te krijgen: lipthrills.
De vier Stemfuncties (in het kort)

Neutral: zacht, mag met lucht, losse kaak.


Curbing: half metalig. Curbing is de mildste van de metalige stemfuncties en klinkt
licht klagend of ingehouden.
Overdrive: luid/ roepend/ belt, volledig metaal.
Edge: scherp, twang.

Zie ook: https://zangh.nl/cursuscompletevocaltechnique/de-vier-stemfuncties/#toggle-


id-4

Klankkleur

Alle stemfuncties kunnen lichter of donkerder worden gekleurd, maar de ene


stemfunctie is daarvoor geschikter dan de andere. De klankkleur wordt gecreëerd in
het spraakkanaal: het hele deel tussen de stembanden tot de lippen en de neusholte.
De vorm en grootte van het spraakkanaal zijn van grote invloed op de klankkleur.
Zangers hebben verschillende spraakkanalen – en dus hun eigen persoonlijke
klankkleur. Als het spraakkanaal groot is, zal de klankkleur donker en vol zijn. Een
klein spraakkanaal produceert een lichte en fijne klank.

Hoe je je klankkleur kan veranderen:

- De vorm van de strotkleptrechter


- De stand van het strottenhoofd
- De vorm van de tong
- De vorm van de mond
- De stand van het gehemelte
- De opening of sluiting van de neusholte
Effecten

Dit zijn klanken die geen verband houden met melodie of tekst, maar de expressie of
de stijl van een zanger onderstrepen. Veel effecten worden geproduceerd in het
spraakkanaal.

Distortion

Distortion is een veelgebruikt effect. Het wordt ook wel overdrive of vervorming
genoemd. Denk bijvoorbeeld aan distortion op een elektrische gitaar. Distortion op je
stem ontstaat door het toepassen van te veel twang. Combineer dit met het meedoen
van je valse stembanden en je krijgt distortion. Een bekende zanger die dit vrijwel
continue toepaste in zijn zang was Kurt Cobain van Nirvana.

Creaks of creaking

Creaks wordt vaak gebruikt aan het begin en einde van een zin. Het komt tot stand
door vibraties op de stembanden. Je kunt er goed meer emotie mee uitdrukken. Het
lijkt op een geëmotioneerd, krakerig geluid.
Creaking gaat iets verder en is een subiele distortion die wordt geproduceerd boven
op een toon. Artiesten als Britney Spears, Christina Aguilera en Mariah Carey
gebruiken dit effect vaak.

Rattle

Rattle wordt vaak gebruikt in combinatie met distortion of grunt. Het is een minder
venijnig geluid dan distortion. Het lijkt op het geluid van een kraai, of van de harde
letter G. Rattle is een geluid dat vrij hoog in het strottenhoofd gemaakt wordt, soms in
combinatie met de achterkant van de tong en de huig. Joe Cocker was een goed
voorbeeld van een artiest die rattle gebruikte.

Growl en grunt

Grunt lijkt erg veel op growl, het is vooral bekend van deathmetal. Het grootste
verschil is dat je bij dit effect je echte stembanden niet gebruikt. Een melodie zingen
zit er dus niet in. Grunten is iets wat vaak door mannen gedaan wordt, maar vrouwen
kunnen het ook.
Screams

Het woord zegt het al, screams zijn ‘schreeuwen’, hoge plotselinge uitstoten van
emotie. Dit is eigenlijk geen stemeffect op zich omdat een scream uitgevoerd kan
worden in elke stemfunctie en elk effect naar keus. Vaak wordt distortion, creaking of
rattle gebruikt. Een artiest die bekend staat om zijn screams is natuurlijk wel Michael
Jackson.

Vocal breaks

Een vocal break is een snelle wisseling tussen twee stemfuncties. Jodelen is hier
een goed voorbeeld van. Ook Alanis Morissette past dit regelmatig toe in haar
nummers.

Vibrato

Het trillen van je stem. Hoe maak je een vibrato? Zie:


https://www.youtube.com/watch?v=qaIOWJIRtu0,
https://www.youtube.com/watch?v=2sy7Gffv0ng Vibrato wordt ook vaak bij opera
gebruikt.

Ornamentatietechniek (runs)

Vocal runs oftewel “snelle loopjes”. Zie:


https://www.youtube.com/watch?v=9HJj0FPDEm0

You might also like