algemeen beheersingsniveau onvoldoende voldoende goed Excellent Expert
onvoldoende voldoende goed Excellent Expert
Je staat open Je toetst Actief Je luistert te Je laat de ander Je kan je voor de mening regelmatig of je luisteren weinig naar wat uitspreken. Je bent inleven in de en ideeën van goed begrijpt de ander niet met andere zaken gevoelens van anderen. Je wat de ander inhoudelijk wil bezig. Je vraagt de ander. Je kan vraagt door op zegt. Je geeft vertellen. verduidelijking als je tussen de lijnen gegeven een goede de ander niet goed de informatie. (inhoudelijke) begrijpt. Je laat zien of onderliggende samenvatting horen dat je luistert Je maakt gevoelens bij de van wat is (knippen, ja-zeggen, oogcontact. ander lezen en gezegd. …) deze Je komt terug op verwoorden. wat eerder door anderen is gezegd. Je werkt naast de Je maakt duidelijk wat Je maakt Je weet een In elk team ben Effectief anderen. je wil bereiken. duidelijke en conflict om te jij de spil die team Je staat open voor concrete vormen in groei ervoor zorgt dat tegengestelde afspraken met voor het team. er goede Je besteedt meningen. de anderen. Je formuleert resultaten weinig aandacht Je steunt de anderen. Je bespreekt de werkpunten van worden gehaald. aan Je bent bereid de samenwerking anderen. samenwerking. Je stimuleert anderen te vertrouwen. tussen jou en de Je vraagt bij je anderen om andere Je neemt groepsleden na zichzelf en hun teamleden. verantwoordelijkheid hoe zij ‘het werk te voor het eindresultaat Je plant werken in evalueren. van het team. momenten in om groep’ ervaren. het functioneren van de groep te bespreken.