Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

HC 4

Het EU-Burgerschap
Doen voor tentamen: richtlijn goed doorlezen
Achtergrond EU-burgerschap:
Vrij verkeer van personen
- Werknemers (art. 45 VWEU)
- Vestiging (art. 49 VWEU)
- Diensten (art. 56 VWEU)
---> Uit verdrag van Rome

- EU-burgerschap (art. 20 e.v. VWEU)


→ Uit verdrag van Maastricht

Belangrijk onderscheid:
- Marktburgers
- Niet-marktburgers

Achtergrond Unieburgerschap
- Lopend debat democratisch tekort EU
- Invoering door het Verdrag van Maastricht (1992)
- Doel: band met de burger aanhalen
- Benadrukken dat EU meer is dan een gewone internationale organisatie maar direct verbond
tussen EU bevolking

Unieburgerschap - status
Art. 20(1) VWEU ‘Er wordt een burgerschap van de Unie ingesteld. Burger van de Unie is een ieder
die de nationaliteit van een lidstaat bezit. Het burgerschap van de Unie komt naast het nationale
burgerschap doch komt niet in de plaats daarvan.’

Dus als je gaat reizen binnen de unie heb je recht op gelijke behandeling op basis van artikel 20
VWEU en 18 VWEU.

Burgerschapsrechten
- Gelijke behandeling (18 VWEU, Rl 2004/38
- Reis en verblijf (21 VWEU, Rl 2004/38)
- Art. 21(1) VWEU: ‘Iedere burger van de Unie heeft het recht vrij op het grondgebied van de
lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden
die bij de Verdragen en de bepalingen ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld
- Politieke rechten
- Actief en passief kiesrecht voor gemeenteraad en Europees Parlement in lidstaat van
verblijf (art. 22 VWEU)
- Burgerinitiatief (art. 24 VWEU)
- Diplomatieke en consulaire bescherming (art. 23 VWEU)
Boost door het Hof van Justitie
• HvJEU geeft sterke juridische impuls aan EU-burgerschap
• Grzelczyk: EU burgerschap = primaire hoedanigheid onder EU recht
• Autonome en rechtstreekse rechten op basis art. 18-21 VWEU
• Vergaande bescherming mits binnen werkingssfeer EU recht

Reis- en verblijfsrechten + gelijke behandeling:


Verhouding burgerschap – vrij verkeer
- Unieburgerschap: geen economische activiteit vereist, alleen verplaatsing noodzakelijk
- Artt. 45, 49, 52 en 21 VWEU zijn uitgewerkt in Richtlijn 2004/38 qua verblijfsrechten
- Belangrijk onderscheid:
- Marktburgers
- Niet-marktburgers

Rl 2004/38: kernbepalingen en structuur


- Art. 2: Voor wie?
- Art. 6: kort verblijf (<3 maanden)
- Art. 7: Langer verblijf (>3 maanden)
- Art. 16: Duurzaam verblijfsrecht (> 5 jaar, 2003/109)
- Art. 24: Gelijke behandeling
- Art. 24(2): Uitzondering sociale zekerheid
- Art. 28-33: Uitzetting
- Art. 35: Misbruik van recht

Kortdurend verblijfsrecht
- Art. 6(1) Rl 2004/38
‘Burgers van de Unie hebben het recht gedurende maximaal drie maanden op het grondgebied van
een andere lidstaat te verblijven zonder andere voorwaarden of formaliteiten dan de verplichting in
het bezit te zijn van een geldige identiteitskaart of een geldig paspoort.’
- Art. 6(2) Rl 2004/38
Lid 1 is eveneens van toepassing ten aanzien van familieleden die niet de nationaliteit van een
lidstaat bezitten en die de burger van de Unie begeleiden of zich bij hem voegen, en in het bezit zijn
van een geldig paspoort.

Langer verblijfsrecht
- Art. 7(1) Rl 2004/38
- EU-burger heeft verblijfsrecht langer dan 3 maanden, indien:
a) Werknemer / zelfstandige
b) Voldoende bestaansmiddelen en volledige ziektekostenverzekering
c) Student, met volledige verzekering
d) Familielid van een EU-burger die voldoet aan a), b) of c)
- Art. 7(2) Rl 2004/38
Verblijfsrecht ook van toepassing op familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat hebben
Duurzaam verblijfsrecht
- Art. 16(1) Rl 2004/38
- > 5 jaar (relatief) ononderbroken verblijf (art. 7 voorwaarden vervult)
- Na verkrijging gelden eisen art. 7 niet meer
- Art. 16(2) Rl 2004/38
- Ook familieleden die niet de nationaliteit van een lidstaat hebben
- Art. 16(3) Rl 2004/38
- Regels inzake calculatie ononderbroken verblijf
- Art. 16(4) Rl 2004/38
- Verlies verblijfsrecht enkel bij afwezigheid van + 2 jaar

Rl 2004/38: personele werkingssfeer


Wie kunnen er beroep doen op de verblijfsrechten?
- Art 2: definitie
- Art. 2(1): Unieburger
- Art. 2(2): familielid
- Art. 3(1): begunstigden
- Unieburgers + familieleden onder art. 2(2)
- Art. 3(2): vergemakkelijking verblijf
- Andere familie die ten laste is / persoonlijke verzorging behoeft
- Partner in een duurzame relatie
- Dit is een belangrijk onderscheid en dus is er jurisprudentie over:

Coman: feiten en rechtsvraag


- Een Roemeen trouwt met een Amerikaan in België (huwelijk van gelijk geslacht), waar hij werkt;
- Zij willen naar Roemenië verhuizen;
- Roemenië erkent geen huwelijken tussen partners van gelijk geslacht;
- Maar omvat concept ‘echtgenoot’ in 2(2)(a) 2004/38 huwelijken van gelijk geslacht?
- Bovendien geldt 2004/38 niet in ‘eigen’ lidstaat (par. 20)
- Maar waar 2004/38 niet opgaat, kan Verdragsrecht opgaan (Tedeschi, par. 24, analoge toepassing
Rl 4003/38, par. 25)
- Dus kan Coman recht ontlenen aan art. 21(1) VWEU om zijn partner van gelijk geslacht mee te
nemen / kan partner afgeleid recht hebben om langer dan drie maanden in Roemenië te verblijven?
- ‘…Een lidstaat kan zich bijgevolg niet beroepen op zijn nationale recht om zich ertegen te verzetten
dat een in een andere lidstaat overeenkomstig het recht daarvan gesloten huwelijk tussen een
derdelander en een burger van de Unie van hetzelfde geslacht, op zijn grondgebied wordt erkend
enkel met het oog op toekenning van een afgeleid verblijfsrecht aan die derdelander.’ (par. 36)
- In dit verband zij vastgesteld dat de verplichting voor een lidstaat om een huwelijk tussen personen
van hetzelfde geslacht dat in een andere lidstaat overeenkomstig het recht daarvan is gesloten, te
erkennen enkel met het oog op toekenning van een afgeleid verblijfsrecht aan een derdelander,
geen afbreuk doet aan het in het nationale recht van die eerste lidstaat omschreven instituut van het
huwelijk, dat – zoals in punt 37 van dit arrest in herinnering is gebracht – behoort tot de
bevoegdheid van de lidstaten. Deze verplichting betekent niet dat die lidstaat het huwelijk tussen
personen van hetzelfde geslacht in zijn wetgeving moet opnemen. Zij houdt slechts in dat die lidstaat
dergelijke huwelijken, die in een andere lidstaat zijn gesloten overeenkomstig het recht daarvan,
dient te erkennen enkel met het doel deze personen in staat te stellen de rechten uit te oefenen die
zij aan het Unierecht ontlenen.’ (par. 45)

Gelijke behandeling
- Art. 24(1) Rl 2004/38 als uitwerking van art. 18 VWEU
- Gelijke behandeling als onderdanen van lidstaat van verblijf
- Art. 24(2) Rl 2004/38 - uitzondering voor:
- Sociale bijstand voor eerste drie maanden of periode werkzoekende (art. 14(4) Rl 2004/38)
- Studiefinanciering pas na 5 jaar (afdoende integratie)
NB: Kinderen van werknemers hebben per direct recht op stufi

Gelijke behandeling en het Hof


- In eerste instantie was het Hof vrij ruimhartig.
- Zolang legaal verblijf, dan beroep op art. 18 VWEU mogelijk (Trojani), zelfs als je niet onder Rl
2004/38 viel.
- In Dano linkt het Hof het recht op gelijke behandeling juist sterk aan de vraag of er al dan niet een
verblijfsrecht is onder Rl 2004/38

Gelijke behandeling: Dano


- De Roemeense Dano verblijft met haar zoontje Florin in Duitsland
- Zij heeft geen werk en heeft ook nooit werk gezocht, maar wordt onderhouden door haar zus
- Zij ontvangt kinderbijslag voor haar zoontje
- Dano vraagt een uitkering aan in Duitsland, maar deze wordt geweigerd
- Dano stelt dat zij, als EU burger in Duitsland, recht heeft op gelijke behandeling en dus sociale
zekerheid
- Hof kijkt naar art. 24 van Rl 2004/38 als uitwerking van art. 18 VWEU
- ‘Daaruit volgt dat een burger van de Unie, wat de toegang tot sociale uitkeringen betreft, zoals die
welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, zich er alleen op kan beroepen gelijk te worden
behandeld als een onderdaan van het gastland, indien zijn verblijf op het grondgebied van het
gastland voldoet aan de voorwaarden van richtlijn 2004/38.’ (par. 69)

- ‘…. te voorkomen dat burgers van de Unie die onderdanen van een andere lidstaat zijn, een
onredelijke belasting voor het sociale bijstandsstelsel van het gastland vormen.’ (par. 74)
- ‘Lidstaat moet mogelijkheid hebben uitkering te weigeren aan ‘economisch niet-actieve burgers
van de Unie die hun recht van vrij verkeer uitoefenen met als enig doel sociale bijstand van een
andere lidstaat te genieten hoewel zij niet over voldoende bestaansmiddelen beschikken om in
aanmerking te komen voor een verblijfsrecht.’ (par. 78)
Unieburgerschap: uitzetting
1. Niet langer voldoen aan de voorwaarden (Art. 14, lid 2 Rl 2004/38)
2. Gevaar voor de publieke orde, veiligheid, volksgezondheid (Hoofdstuk VI)

Unieburgerschap: behoud verblijfsrecht


- Art. 14(2) Rl 2004/38 ‘Burgers van de Unie en hun familieleden behouden het verblijfsrecht van de
artikelen 7, 12 en 13 zolang zij voldoen aan de aldaar genoemde voorwaarden’
- Art. 14(3) Rl 2004/38 ‘Een beroep van de burger van de Unie of zijn familieleden op het sociale
bijstandsstelsel van het gastland leidt niet automatisch tot een verwijderingsmaatregel.’

Uitzetting: vereisten
Twee uitzonderingen op basis waarvan een Unie-burger een lidstaat kan worden uitgezet:
1. Niet langer voldoen aan de voorwaarden(art 14 RI 2004/38)
2. Gevaar voor publieke orde, veiligheid en volksgezondheid.
Er zijn vereisten voor uitzetting:
- Materiële waarborgen
- Proportionaliteit (art. 27(2) Rl 2004/38)
- Persoonlijk gedrag (art. 27(2) Rl 2004/38. Zie ook art. 33 Rl 2004/38 en Calfa)
- Mate van integratie (art. 28(1) Rl 2004/38)
- Hoe langer iemand in het gastland is, hoe groter bescherming tegen uitzetting (artt. 28(2)-(3) Rl
2004/38)
- > 5 jaar (ernstige redenen van openbare orde of openbare veiligheid)
- > 10 jaar (dwingende redenen, reëele en actuele dreiging fundamenteel belang gastland)
- Bijv. georganiseerde drugshandel (Tsakouridis), of ernstig misbruik minderjarige (P.I. t.
Remscheid)
- Procedurele waarborgen (artt. 30-31 Rl 2004/38)

Verblijfsrechten op basis van het Verdrag


Hof van Justitie
- Er zijn drie situaties waarin richtlijn 2004/38 niet van toepassing is, maar er toch verblijsrecht is op
grond van artikel 21 VWEU.
- Relevant in drie situaties
1. Evenredigheidsbeginsel t.a.v. verblijfsrecht onder Rl 2004/38
2. België-route (Europa route)
3. Volledig interne situatie

Baumbast: feiten
- De kinderen van Mw R en Dhr Baumbaust hebben het recht om hun opleiding af te maken in het
VK.
- De primair verzorgende heeft tevens recht op een verblijfsvergunning.
- Dhr. Baumbast had in principe voldoende middelen om in het VK te blijven gezien de inkomsten
vanuit zijn Duitse baan.
- Maar… zijn Duitse ziektekostenverzekering dekt geen spoedeisende zorg.
- ‘[De] beperkingen en voorwaarden [inzake het vrij verkeersrecht] moeten (…) worden toegepast
met inachtneming van de grenzen die het gemeenschapsrecht stelt en overeenkomstig de algemene
beginselen ervan, in het bijzonder het evenredigheidsbeginsel…’ (par. 91)

‘(…) een burger van de Europese Unie die in het gastland niet langer een recht van verblijf als
migrerende werknemer geniet, [kan] in zijn hoedanigheid van burger van de Unie aldaar een
verblijfsrecht kan genieten op grond van de rechtstreekse werking van artikel [21, lid 1, VWEU]. Aan
de uitoefening van dit recht kunnen de in deze bepaling bedoelde beperkingen en voorwaarden
worden gesteld, doch (…) met inachtneming van ….. het evenredigheidsbeginsel.’(par. 94)

De België-route (Europa-route)
De Europa Route is een U-bocht constructie om een grensoverschrijdend element te creëren.
- Nederlander verhuist naar België onder eerbiediging van de voorwaarden in art. 7 Rl 2004/38.
Daarmee wordt hij een EU burger in een ander lidstaat die zijn echtgenoot mag laten overkomen
(ook derdelands, ook direct van buiten de Unie: Metock)
- Na drie maanden verhuist hij terug, met echtgenoot (want Unie-element gaat niet verloren:
Surinder Singh)

Zuiver interne situatie


Belgie route laat zien dat toepassing artikel 21 in het verdrag een grensoverschrijdend element erg
belangrijk is.
Wanneer een grensoverschrijdend element ontbreekt is er sprake van een zuiver interne situatie en
is unierecht niet van toepassing.
- Indien grensoverschrijdend element ontbreekt: zuiver interne situatie
- Dit kan leiden tot omgekeerde discriminatie
- Bijv: een Italiaan in Nederland kan wel zijn Indiase echtgenote laten overkomen, maar een
Nederlander niet
- Maar: Zambrano

Zambrano: feiten
1) Dhr Zambrano is een asielzoeker uit Colombia in België.
2) Met zijn vrouw krijgt hij in België twee kinderen.
3) Omdat de kinderen stateloos dreigen worden krijgen zij van rechtswege de Belgische nationaliteit
(en zijn dus EU burgers!)
4) Het asielverzoek van de ouders wordt afgewezen en dhr en mw Zambrano dreigen uitgezet te
worden.
Zonder grensoverschrijdend element toch toepassing van Unierecht

- Rl 2004/38 niet van toepassing (want geen grensoverschrijdende beweging)


- Hof van Justitie:
- ‘In die omstandigheden verzet artikel 20 VWEU zich tegen nationale maatregelen die tot gevolg
hebben dat burgers van de Unie het effectieve genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan hun
status van burger van de Unie ontleende rechten.’(par. 42)
- ‘Een dergelijke situatie ontstaat wanneer een staatsburger van een derde staat het recht wordt
ontzegd te verblijven in de lidstaat waar zijn kinderen van jonge leeftijd, staatsburgers van die
lidstaat en te zijnen laste, verblijven, en wordt geweigerd hem een arbeidsvergunning af te
geven.’(par. 43)

‘Er is namelijk van uit te gaan dat een dergelijke weigering ertoe zal leiden dat deze kinderen,
burgers van de Unie, zullen worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten om hun
ouders te volgen. Tevens loopt de betrokken persoon, indien hem geen arbeidsvergunning wordt
afgegeven, het risico niet over voldoende bestaansmiddelen te beschikken om te voorzien in zijn
eigen onderhoud en in dat van zijn gezin, wat er eveneens toe zou leiden dat zijn kinderen, burgers
van de Unie, zouden worden verplicht het grondgebied van de Unie te verlaten. In die
omstandigheden zullen bedoelde burgers van de Unie in de feitelijke onmogelijkheid verkeren de
belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten uit te oefenen.’ (par. 44)

- Het Hof heeft in latere zaken (McCarthy, Dereci, Alopka) Zambrano beperkt uitgelegd
- De Unieburger moet echt gedwongen worden het grondgebied van de Unie te verlaten.

Casus college week 4


Verblijfsrecht?
- Het vrij verkeer van personen
- Is er een grensoverschrijdend element?
- Harmonisatie?--> Richtlijn 2004/38
- Is er een belemmering en een rechtvaardiging?
- Kort verblijfsrecht:(art. 6 Rl 2004/38)
- Langer verblijfsrecht: Voldoende bestaansmiddelen? (art. 7(1)(b) Rl 2004/38)
- Maakt niet uit van wie de middelen zijn

Niet eu-burger, verblijfsrecht


- Afgeleid verblijfsrecht? → grensoverschrijdend element nodig: bevinden in andere lidstaat
- Waar bevindt de persoon zich? Unie-burger?
- Rl 2004/38 (art. 3(1) Rl 2004/38)
- Maar: Coman
- Rl 2004/38 naar analogie van toepassing
- Concept echtgenoot in art. 2(2) Rl 2004/38 omvat ook huwelijken tussen partners
van gelijk geslacht
- Beroepen op artikel 21
-

- Zambrano:
bescherming van aan het effectieve genot van het Unieburgerschap verbonden rechten
• Kan leiden tot afgeleid verblijfsrecht voor ouder uit derde land die zorgt voor kind op basis van art.
20 VWEU
• Criterium: wordt de Unieburger feitelijk gedwongen het grondgebied van de EU te verlaten?
- In deze casus is dat niet perse het geval: kinderen hoeven niet het grondgebied van de EU te
verlaten indien Andreas voor ze zorgt

Trouwen en verblijfsrecht?
Stap 1: Welke vrijheid is in het geding? → is er verkeersvrijheid?
Stap 2: Is er een grensoverschrijdend element? → ZIS?
Stap 3: Is er harmonisatie? → Zonder grensoverschrijding is de richtlijn niet van toepassing
Stap 4: Is er een belemmering?
- Zambrano: bescherming van aan het effectieve genot van het Unieburgerschap verbonden
rechten, in zeer speficieke gevallen als er sprake is van een ZIS
• Kan leiden tot afgeleid verblijfsrecht voor ouder uit derde land die zorgt voor kind op basis
van art. 20 VWEU
• Criterium: wordt de Unieburger feitelijk gedwongen het grondgebied van de EU te
verlaten?

Na scheiding nog verblijfsrecht?


Stap 1: Welke vrijheid is in het geding? → werknemers onder 45 VWEU Lawrie-Blum
Stap 2: Is er een grensoverschrijdend element? →
Stap 3: Is er harmonisatie? → Richtlijn 2004/38
Stap 4: Is er een belemmering?--> art 7(1)(a) jo. Art. 7(2) Rl 2004/38)
Artikel 13(2) Rl 2004/38 - Onverminderd het bepaalde in de tweede alinea, leiden scheiding,
ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk of beëindiging van geregistreerd partnerschap als
bedoeld in artikel 2, punt 2, onder b), niet tot verlies van het verblijfsrecht van de familieleden die
niet de nationaliteit van een lidstaat bezitten: a) indien het huwelijk of het geregistreerd
partnerschap als bedoeld in artikel 2, punt 2, onder b), bij de aanvang van de gerechtelijke
procedure tot scheiding, ontbinding of nietigverklaring van het huwelijk of bij de beëindiging van het
geregistreerd partnerschap als bedoeld in artikel 2, punt 2, onder b), ten minste drie jaar heeft
geduurd, waarvan één jaar in het gastland, ……
Alvorens het duurzame verblijfsrecht te verwerven, blijft hun recht van verblijf onderworpen aan de
voorwaarde dat is aangetoond dat zij werknemer of zelfstandige zijn, of voor zichzelf en hun
familieleden over toereikende bestaansmiddelen beschikken…..

Uitzetten en toegangsverbod opleggen?


Art. 27(1) Rl 2004/38: beperking verblijfsrecht mogelijk uit hoofde van openbare orde, openbare
veiligheid of volksgezondheid
- Art. 27(2) Rl 2004/38: proportioneel + gebaseerd op het gedrag van de betrokkene
- Art. 27(2) Rl 2004/38: ‘actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging van een fundamenteel
belang van de samenleving’
• Geen algemene preventieve maatregel
- Art. 28(1) Rl 2004/38: bij verwijdering duur verblijf, leeftijd, gezondheid, gezins- en economische
situatie en mate van integratie meewegen
- Art. 28(2) Rl 2004/38: bij duurzaam verblijfsrecht, ‘ernstige redenen’
- Art. 28(3) Rl 2004/38: bij verblijf langer dan 10 jaar, ‘dwingende redenen’
Let op: na 3 jaar moet Rasmus kunnen verzoeken om opheffing van besluit (art. 32(1) Rl 2004/38)

Sociale voorzieningen wijzigen?


Unieburgers en hun familieleden moeten gelijk worden behandeld als onderdanen van het gastland
(art. 24(1) Rl 2004/38)
- Hof in Dano: gelijke behandeling enkel indien je op basis van Rl 2004/38 in gastland verblijft
- voldoende financiële middelen + ziektekostenverzekering (art. 7(1)(b) Rl 2004/38)
- geen beroep doen op sociale bijstand
- Wel al duurzaam verblijfsrecht?
- Dan wél recht op sociale bijstand
- Duurzaam verblijfsrecht niet langer afhankelijk van de voorwaarden voor langer
verblijfsrecht in art. 7 (art. 16(1) Rl. 2004/38)

Studiefinanciering weigeren?
- Recht op gelijke behandeling in art. 24(1) Rl 2004/38
- Uitzondering voor studiefinanciering gedurende eerste 5 jaar van verblijf
- Is er dus duurzaam verblijfrecht, dan niet weigeren?
- Geldt niet als we te maken hebben met een kind van een werknemer.

Sociale bijstand als arbeidsongeschikt?


- Recht op gelijke behandeling: art. 24(1) Rl 2004/38
- status als werknemer: art. 7(3)(a) Rl 2004/38
- Gevolg: uitzonderingen in art. 24(2) Rl 2004/38 gaan dus niet op (geen student, geen
werkzoekende en langer dan 3 maanden in lidstaat)

Stappenplan vrij verkeer van personen


Stap 1: Welke vrijheid is in het geding?
Stap 2: Is er een grensoverschrijdend element?
Stap 3: Is er harmonisatie?
Stap 4: Is er een belemmering?
• Directe discriminatie
• Indirecte discriminatie
• Non-discriminatoire belemmering
Stap 5: Kan de belemmering gerechtvaardigd worden?
Stap 6: Conclusie?
Grzelcyk Het EU-burgerschap werd de primaire
hoedanigheid onder het EU-recht. EU-burgers
hadden direct werkende rechten die ze
tegenover rechters konden inroepen.

Baumbast Rechten van EU-burgers hadden autonome


en rechtstreekse werking volgens artikel 18-
20 VWEU. Kinderen ontlenen aanvankelijk
hun recht op verblijven en onderwijs aan
hun vaders werknemerschap. Wanneer
vader wordt ontslagen wordt hen dit recht
niet ontnomen, hij kan het recht op verblijf
van ontlenen aan zijn kinderen.

Dano een burger van de Unie, wat de toegang tot


sociale uitkeringen betreft, zoals die welke
in het hoofdgeding aan de orde zijn, zich er
alleen op kan beroepen gelijk te worden
behandeld als een onderdaan van het
gastland, indien zijn verblijf op het
grondgebied van het gastland voldoet aan
de voorwaarden van richtlijn. Een lidstaat
moet de mogelijkheid hebben om
uitkeringen te weigeren aan niet
economisch actieve burgers van de Unie.

Strafzaak tegen Donatella Calfa Artikel 48, 52 en 97 EG-verdrag en artikel 3


richtlijn 64/221/EEG verzetten zich tegen de
regeling die de nationale rechter verplicht
onderdanen uit andere lidstaten voor hun
leven uit het grondgebied te zetten, indien
zij schuldig worden verklaard aan strafbare
feiten.

Trojani Door de bepaling dat discriminatie op


nationaliteit verboden is, en iemand legaal
verblijft in de lidstaat (dmv
verblijfsvergunning), is het weigeren van
een uitkering discriminerend en niet
toelaatbaar o.g.v. art. 18 VWEU.
I.c. wordt Trojani al als werknemer gezien
door 30u per week te werken voor
inwoning en zakgeld. Indien arbeid in
loondienst een reeel en daadwerkelijk
karakter heeft, kan de werknemer
aanspraak maken op het verblijfsrecht op
grond van zijn hoedanigheid als werknemer,
die voortvloeit uit artikel 43 en 49 VEU. Het
is aan de verwijzende om uit te maken of dit
het geval is.

Zambrano De gelegenheid is puur intern, maar de


ouders wegsturen betekent dat je kinderen
dwingt het land te verlaten. Dus ontneem je
het effectieve genot van burgerschapsrecht
van de kinderen, Unierecht is dus van
toepassing.

Coman Artikel 21 VWEU verzet zich ertegen dat de


lidstaat waarvan de Unieburger de nationaliteit
bezit, een derdelander een verblijfsrecht op het
grondgebied van die lidstaat weigert op grond
dat een recht van die lidstaat het huewelijk
tussen personen van hetzelfde geslacht niet
erkent.

Topfit Artikel 18, 21, 49 en 165 VWEU moeten zo


worden uitgelegd dat een bond van een lidstaat
amateursporters die niet de nationaliteit
bezitten van een lidstaat waar zij woonachtig
zijn op ontoelaatbare wijze discrimineert door
hun niet, dan wel enkel ‘buiten’ of ‘zonder
klassement; toe te staan om deel te nemen aan
nationale kampioenschappen, door hen niet te
laten deelnemen aan finales van races en
wedstrijden, en door hen uit te sluiten van
toekenning van nationale titels of van plaatsing
in de ranglijst.

You might also like