Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 32

HOOFDSTUK 2

Het werkingsprincipe
van een
condensator.
Leerplandoelstellingen leerinhouden

6.2.8 Het werkingsprincipe van een condensator duiden

54 De krachtwerking tussen ladingen duiden


 Wet van Coulomb
 Analogie met de gravitatiewet van Newton

55 Het begrip elektrostatische veldsterkte duiden


 Analogie met de gravitatieveldsterkte en de derde wet van Newton.

56 Het begrip capaciteit toelichten

57 De principiële opbouw van een condensator toelichten.

Het werkingsprincipe van een condensator 2


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
1 Inleiding
Wat is elektrostatica?
Elektrostatica bestudeert de elektrische ladingen in rust.

Indien ladingen in beweging zijn hebben we een stroom. Elektrische stromen worden dus
niet in de elektrostatica bestudeerd.

2 De elektrische lading
Elk materiaal is opgebouwd uit een kern en elektronen.
De elektronen hebben een negatieve lading.
De kern heeft een positieve lading.

Een willekeurig voorwerp is normaal gezien neutraal: dit wil zeggen dat het geen elektrische
lading heeft of de som van de negatieve ladingen van de elektronen en de positieve ladingen
van de kern is gelijk aan nul.
Als aan een materiaal vrije elektronen worden ontrokken wordt dit materiaal positief
geladen. Het materiaal heeft dan een elektrische lading +Q.
Als aan het materiaal vrije elektronen worden toegevoegd dan wordt dit materiaal negatief
geladen. Het materiaal heeft dan een elektrische lading -Q.

Negatieve elektrische ladingen stoten elkaar af. Ook positieve elektrische ladingen stoten
elkaar af. Gelijknamige ladingen stoten elkaar af.
Een negatieve en een positieve lading trekken elkaar aan. Ongelijknamige ladingen trekken
elkaar aan.

Het werkingsprincipe van een condensator 3


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
3 Overbrengen van ladingen.

Om een neutraal lichaam of materiaal een lading Q te geven bestaan er verschillende


mogelijkheden:

a) Overbrengen van lading door wrijving.

Als we met een glazen staaf over een wollen doek wrijven stellen we vast dat de glazen
staaf papiersnippers aantrekt. Doen we hetzelfde maar nu met een staaf uit eboniet dan
stellen we eveneens vast dat deze staaf papiersnippers aantrekt.
Door wrijving van het glas worden elektronen weggenomen zodat het glas een positieve
lading krijgt. De weggenomen elektronen zijn overgegaan naar de wollen doek. Bij een
ebonieten staaf gebeurt het omgekeerde. Omdat glas en eboniet niet geleidend zijn zal de
lading enkel op de gewreven plaatsen ontstaan.

Ter info:

 Elektrisering door wrijving kan tot gevolg hebben:


 Elektrische schokken wanneer je uit de auto stapt
 Elektrische vonken bij machines die stoffen of papier oprollen of transporteren
 Elektrische schokken na het wandelen over synthetisch tapijt
 Elektrische vonken bij het vullen van vrachtwagens bij graansilo’s
 Het knetteren wanneer je een trui uittrekt
 ……..

Bij industriële toepassingen moet ervoor gezorgd worden dat de elektrische vonken geen
brand of ontploffingen kunnen veroorzaken en dat de opgestapelde ladingen elektronische
sturingen niet nadelig beïnvloeden.

Het werkingsprincipe van een condensator 4


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
b) Overbrengen van lading door contact

We gebruiken een negatief elektrisch geladen staaf en een neutraal elektrisch geïsoleerd
vliermergbolletje (dat heel gemakkelijk lading opneemt).
We hangen het bolletje aan een koord zodat het vrij kan bewegen.

Als we de eerste maal met het bolletje in de buurt van de elektrische geladen staaf komen
dan merken we dat het bolletje aangetrokken wordt. Komen we nadien met de staaf in de
buurt van het bolletje dan wordt dit afgestoten.
Bij het eerste contact van het bolletje met de staaf zullen de ladingstoestanden van het
bolletje en de staaf gelijk worden.
Het bolletje is nu negatief geladen. Omdat gelijksoortige ladingen elkaar afstoten zal bij

een contact van het bolletje en de staaf er een afstoting zijn.

Het werkingsprincipe van een condensator 5


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
c) Overbrengen van lading door inductie
Bij de overige twee methoden moesten de materialen met elkaar in contact komen. Nu is
het ook mogelijk om een elektrische lading over te brengen over een afstand. Men noemt dit

elektrisering door inductie.

Twee koperen bollen staan tegenover elkaar opgesteld, elektrisch geïsoleerd ten opzichte
van de rest van de omgeving.
We brengen een negatief geladen staaf in de omgeving van bol 1 zonder deze aan te raken.
Daar negatieve ladingen elkaar afstoten, zal een deel van de vrije elektronen van bol 1
overgaan naar bol 2.
Als we de staaf verwijderen zullen deze vrije elektronen zich verdelen.

Als we nu de staaf in de nabijheid houden en ondertussen de bollen uit elkaar schuiven dan
kunnen de elektronen niet meer terug van bol 2 naar bol 1.
Bol 1 is nu positief geladen en bol 2 is negatief geladen.

4 De kooi van Faraday.

Het feit dat ladingen zich verdelen over de buitenzijde van een geleider bracht de
Engelsman Faraday (1791-1867) op een idee. Als je iets wilt beschermen tegen elektrische
ladingen plaats dan in een geleidende kooi die verbonden is met de aarde.
Indien er zich ladingen verplaatsen, zullen ze zich verplaatsen op de buitenzijde van de kooi.
Wat binnen in de kooi zit is beveiligd. Men noemt deze kooi de kooi van Faraday. Deze kooi
van Faraday beschermt ook tegen elektromagnetische invloeden. Een voorbeeld hiervan is
de wagen.

Het werkingsprincipe van een condensator 6


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
5 De wet van Coulomb
Elektrische ladingen ondervonden krachtwerking als ze in de buurt komen van andere
elektrische ladingen. Gelijknamige ladingen stoten elkaar af en ongelijknamige ladingen
trekken elkaar aan.

De grootte van deze kracht wordt gegeven door de wet van Coulomb.

Q1 . Q2
F = -------------------------
4π.ε.r²

Met:

Q1 en Q2: de grootte van de elektrostatische ladingen in coulomb ( C ) .


F : de kracht in newton ( N ).
ε : de absolute diëlektrische constante van de middenstof waarin de
ladingen zich bevinden ( F/m ).
r : afstand tussen beide puntladingen uitgedrukt in meter ( m )

Het werkingsprincipe van een condensator 7


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
Permittiviteit

De permittiviteit  (epsilon) is een (isolerende) eigenschap van stoffen in verband met de


overdracht van elektrische ladingen. Hoe groter deze eigenschap (hoe groter ), hoe kleiner
de kracht is die ontwikkeld wordt.

 = 0 . r

Je onderscheidt:
0 de permittiviteit van het luchtledige = 8.85 x 10-12 F/m
 de permittiviteit van de stof ( F/m ).
r de relatieve permittiviteit (geen eenheid!)
De diëlektrische constante

(Vergelijk  met µ uit het magnetisme).

Het werkingsprincipe van een condensator 8


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
5.1 Oefeningen
1. Twee ladingen van 2µC en 0.1µC bevinden zich op een afstand van 20mm van
elkaar. Bereken de krachtwerking tussen de twee ladingen wanneer de relatieve
permittiviteit 5 bedraagt.

Q1 . Q2
F = ------------------------- = 0.9 ( N )
4π.ε.r²

2. Twee ladingen die zich op 100cm van elkaar bevinden oefenen een kracht uit van 2
N wanneer de relatieve permittiviteit 40 bedraagt. Bereken de grootte van de tweede
lading wanneer de grootte van de eerste lading 100µC is.
4π.ε.r².F
Q2 = ------------------------- = 88.97 µC
Q1

3. Twee ladingen van 0,5mC en 40µC oefenen een kracht van 10N uit op elkaar.
Bereken de afstand tussen de ladingen wanneer de relatieve permittiviteit 2 bedraagt.

Q1 . Q2
r² = -------------------------
4π.ε.F

r = 2.99m

Het werkingsprincipe van een condensator 9


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
6 Elektrostatisch veld
Wat is het elektrostatisch veld?
Het elektrostatisch veld is de ruimte waarin een puntlading haar elektrostatische
krachtwerking laat voelen.

Theoretisch is die ruimte onbegrensd, maar omdat de krachtwerking omgekeerd evenredig


is met het kwadraat van de afstand tot de puntlading, zal de krachtwerking in de
onmiddellijke nabijheid van de lading waarneembaar zijn.
Zoals bij een magnetisch veld stellen we een elektrisch veld aanschouwelijk voor door
ingebeelde kracht- of veldlijnen.

Enkele eigenschappen van de elektrostatische veldlijnen:


- Ze treden uit aan de positieve lading en in aan de negatieve lading
- Ze staan loodrecht op het lichaamsoppervlak
- Ze snijden elkaar nooit
- In tegenstelling tot magnetisme vormen ze geen gesloten lijnen

Bij een positieve lading treden de veldlijnen buiten, bij een negatieve lading treden ze
binnen.

Het werkingsprincipe van een condensator 10


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
In de onderstaande figuren zien we de vorm van het elektrostatisch veld wanneer we gelijke
of tegengestelde ladingen hebben. De veldlijnen van een positief geladen lichaam vertrekken
naar het oneindige of naar een negatief lichaam.

7 Elektrostatische veldsterkte
Uit de wet van Coulomb blijkt dat de kracht op een positieve lading afneemt naarmate de
afstand tot de puntlading toeneemt. We zeggen: de veldsterkte in een elektrisch veld is niet
overal gelijk.

Wat is de elektrische veldsterkte?


Onder veldsterkte in een punt van het elektrisch veld verstaat men de kracht die
uitgeoefend wordt op een positieve puntlading van 1 Coulomb in dat punt.

Het werkingsprincipe van een condensator 11


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
Uit de definitie volgt dat de elektrostatisch veldsterkte een vectoriële grootheid is met een
aangrijpingspunt, richting, zin en grootte.

F
E =___________
Q

Met E = De elektrische veldsterkte in dat punt newton/coulomb (N/C)


F = de uitgeoefende kracht newton (N)
Q = de lading coulomb (C)

Wanneer we de veldsterkte moeten bepalen in een punt waar meer ladingen werkzaam zijn,
zal men de veldsterkte door elke lading in dat punt moeten bepalen. Achteraf maakt men de
vectoriële som

Het werkingsprincipe van een condensator 12


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
8 Capaciteit

De capaciteit van een component of van een geleider is de hoeveelheid lading Q die per
potentiaal U kan opgestapeld worden. Hoe meer lading Q je kan stapelen zonder dat het
potentiaal U sterk stijgt, des te groter is de capaciteit.

Een praktische benadering van het begrip capaciteit kan je maken met de capaciteit
van de eetzaal van onze school.
De capaciteit van de eetzaal is 1200 stoelen. Dit wil zeggen dat er 1200 mensen
kunnen plaatsnemen en elke persoon 1 stoel ter beschikking heeft. Wanneer we 2400
personen willen laten plaatsnemen zal de druk op de poten van elke stoel verdubbelen
omdat er per stoel 2 personen zitten.

Lading ≈ aantal personen

Capaciteit ≈ aantal stoelen Q


C =_________
U

Potentiaalverschil ≈ druk, kracht op de poten van de


stoelen

Met C = de capaciteit farad (F)


Q = de lading coulomb (C)
U = het potentiaalverschil volt (V)

De meest praktische waarden voor capaciteit liggen beneden de waarde van 1 F.

Het werkingsprincipe van een condensator 13


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
9 De vlakke condensator.

Uit proeven is gebleken dat een bolvormige condensator een niet zo grote capaciteit heeft.
Als we een geleidend materiaal willen gebruiken omwille van zijn capaciteit moeten we dus
een andere vormgeving zoeken. De standaard vorm die het meest gebruikt wordt is de
vlakke condensator. Hij bestaat uit twee evenwijdige geleidende platen met daartussen een
diëlektrische middenstof ( = isolator)

Ook voor deze vorm kunnen we formule opstellen om de capaciteit te berekenen.


De capaciteit van een vlakke condensator kunnen we berekenen met de formule:
http://micro.magnet.fsu.edu/electromag/java/capacitance/index.html

C= ε . __A___
d

Met C = de capaciteit van een vlakke condensator farad


 = de permittiviteit van de stof farad /meter
A = de oppervlakte van de platen meter ²
d = de afstand tussen de platen meter

De capaciteit van een vlakke condensator kan verhoogd worden door:


 De oppervlakte van de platen vergroten
 De afstand tussen de platen verkleinen
 De diëlektrische constante vergroten
 materiaal nemen dat beter isoleert

Het werkingsprincipe van een condensator 14


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
10 De principiële opbouw van een condensator
http://micro.magnet.fsu.edu/electromag/java/capacitance/index.html

Een condensator is principieel samengesteld uit 2 geleidende platen die gescheiden zijn
door een isolator. Iedere plaat is verbonden aan een aansluitklem van de condensator.

De geleidende platen heten armatoren of elektroden. Ze bestaan gewoonlijk uit dunne


metaalbladen (bvb. Aluminium- of tinfolie) die samen met twee isolatiestroken opgerold
worden tot een cilindervormige condensator.

De niet-geleidende middenstof heet het diëlektricum. Enkele voorbeelden zijn: lucht,


papier, keramisch materiaal, mica, ……

Het werkingsprincipe van een condensator 15


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
10.1 Symbool van een condensator

In schema’s worden condensatoren als volgt voorgesteld:

Condensator Regelbare Instelbare Elektrolytisch


condensator condensator condensator

Condensatoren worden in veel toepassingen gebruikt:


1 wasmachine en vaatwasmachine,
2 éénfasige motoren.
3 stofzuiger, boormachine, mixer, …
4 TL-armaturen,
5 als ontstoringscondensator,
De vonken die ontstaan bij stroomonderbreking in een inductieve keten
veroorzaken radiostoringen.
De condensator wordt parallel op de contacten geplaatst.
6 condensatoren in tijdschakelingen.
De condensator wordt parallel over de relaisspoel geplaatst waardoor er een
opkom- en afvalvertraging ontstaat van het relais.
7 in elektronische apparaten ( versterkers, radio, mp3, TV-toestellen,…),
8 ….

Het werkingsprincipe van een condensator 16


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
11 Capaciteit van een condensator
Bij het aansluiten van een spanning U = 1 V stapelt:
- een eerste condensator een elektrische lading op Q1 = 100µC
- een tweede condensator een elektrische lading op Q2 = 50µC

Een condensator die 100C opstapelt bij een spanning van 1 V, heeft een grotere capaciteit
(bevattingsvermogen) dan een condensator die eveneens bij 1 V slechts 50C opneemt.

De capaciteit van een condensator is:


de hoeveelheid lading die hij opneemt bij een spanning van 1 volt.

Opmerking:
Is de aangesloten spanning Ub = 5 V, dan blijkt dat iedere condensator een vijfmaal grotere
lading opneemt dan bij 1 volt. De eerste condensator stapelt dan 500C op en de tweede
condensator 250C.

De capaciteit van de eerste condensator is honderd microcoulomb per volt of


C1 = 100 C / 1 V = 500 C / 5 V.
Bij de tweede condensator is C2 slechts 50 C / 1V = 250 C / 5 V.

Hieruit volgt:

Q
C =___________
U

Met C = de capaciteit farad


Q = de lading coulomb
U = de spanning volt

Het werkingsprincipe van een condensator 17


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
11.1 Eenheid van capaciteit

De capaciteit wordt aangegeven in de eenheid farad.

Een condensator bezit een capaciteit van één farad (1F) als:
deze condensator bij een spanning van 1volt een lading van 1coulomb opneemt.

De eenheid 'farad' is voor praktisch gebruik te groot. Daarom gebruikt men de volgende
onderdelen van de eenheid:

 één microfarad is het miljoenste deel van één farad.

 1µF = 0,000 001 F = 10-6 F

 één nanofarad is het miljardste deel van één farad.

 1nF = 0,000 000 00 1 F = 10-9 F

 één picofarad is het biljoenste deel van één farad

 1pF = 0,000 000 000 001 F = 10-12 F

Een voorbeeld:
Is de capaciteit C in µF gegeven, dan kan je C in farad bekomen door die waarde te
vermenigvuldigen met 10-6 F.

C = 0,1 µF = 0,1 x 10-6 F = 10-1 x 10-6 F = 10-7 F

De capaciteit wordt gewoonlijk op de condensator aangegeven door opdruk in µF, nF of pF


of door een kleurcode. Er worden verschillende kleurcodes gebruikt.

Het werkingsprincipe van een condensator 18


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
12 Soorten condensatoren

12.1 Regelbare condensatoren


 Plaattrimmer
http://micro.magnet.fsu.edu/electromag/java/varcapacitor/ind ex.html

 Luchttrimmer of keramische trimmer

12.2 Vaste condensatoren

 Keramische condensator

 Elektrolytische condensator

Het werkingsprincipe van een condensator 19


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
 Papiercondensator

 Micacondensator

 Plastiekfilmcondensator

 Sibatitcondesator

Het werkingsprincipe van een condensator 20


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
13 Uitvoeringsvormen, soorten en hun toepassing.

Het toepassingsgebied van de condensatoren is groot.


Daarom bestaan er ook verschillende uitvoeringsvormen die elk aan verschillende eisen
voldoen.
Het verschil in uitvoering ligt voornamelijk in het gebruikte materiaal ( geleiders en
diëlektrisch materiaal ) en de gebruikte procédés voor de fabricage.
Doorslaggevend zijn de gewenste kwaliteit en de doorslagvastheid. Deze laatste bepaalt tot
welke werkspanning de condensator geschikt is.

De bespreking beperkt zich tot een globaal overzicht. Voor de meer technologische
benadering van de condensatoren wordt verwezen naar het vak “ installatiemethoden “.

Condensatoren

Vaste Instelbare Regelbare


condensatoren condensatoren condensatoren

Het werkingsprincipe van een condensator 21


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
13.1 Vaste condensatoren.

13.1.1 Elektrolytische condensatoren.


 Met aluminiumelektroden en elektrolyt.
De twee elektroden bestaan uit een metaalfolie ( aluminium of tantaal ) met daartussen een
aantal stroken papier gedrenkt in een zuuroplossing ( stroomgeleidend medium ). Dit
medium kan een elektrolyt zijn, maar ook een halfgeleider.
Op de ene elektrode wordt een oxidelaag aangebracht als diëlektricum. Hierdoor verkrijgt
deze condensator een polariteit. Wordt een elektrolytische condensator in een stroomkring
opgenomen, dan moet de anode ( positieve elektrode ) steeds met de + klem van de bron
worden verbonden.
Je vindt deze condensatoren in axiale en in radiale uitvoeringen.

Axiale uitvoering
Radiale uitvoering

 Met aluminiumelektroden en vaste stof.


Waar men bij de hierboven beschreven condensatoren gebruik maakte van elektrolyt als
elektrische geleidende verbinding tussen de kathode ( negatieve elektrode ) en het
diëlektricum, wordt hier een vaste stof gebruikt zoals mangaanoxide gemengd met
glasvezels.
Het mengsel heef een dubbele functie:
- bescherming van de dunne oxidelaag,
- geleidend medium zijn.
Het vormt samen met het aluminium de kathode.
Toepassingsdomein.

Het werkingsprincipe van een condensator 22


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
Meestal de afvlakking bij gelijkrichting en het stabiliserend effect dank zij hun grote
capaciteitswaarde.

13.1.2 Keramische condensatoren.

Fig. B Fig. C Fig. D Fig. A

Bij deze condensatoren vormt een keramisch materiaal het diëlektricum.


De condensatoren worden gefabriceerd door het mengsel van keramisch materiaal te
bakken.

We onderscheiden:
* de buiscondensator ( fig. a ).
Op de keramische buisjes wordt zowel binnen als buiten zilver opgedampt.
De aansluitdraden worden, bij de uiteinden van het buisje, op het zilver gesoldeerd.
Daarna krijgt het geheel een laklaag waarop de gegevens worden gedrukt.

* de parelcondensator ( fig. d ).
Verschil met de buiscondensator is dat de ene aansluitdraad binnenin het keramisch buisje
loopt.

* de schijfcondensator ( fig. b ).
Hier wordt zilver gedampt langs beide zijden van een ronde keramische schijf.

* de miniatuur keramische plaatcondensator ( fig. c ).


Het zilver wordt op een kleine rechthoekige plaat gespoten.
Na het aanbrengen van de aansluitdraden wordt het geheel ingekapseld met lak van
epoxyharsen.

Toepassingsdomeinen.

Gebruikt als koppel- en ontkoppelcondensatoren bij transistorschakelingen.


Het werkingsprincipe van een condensator 23
Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
Het werkingsprincipe van een condensator 24
Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
13.1.3 Micacondensator.
Hier fungeert mica als diëlektricum.
Mica is een mineraal dat wordt aangetroffen in granietlagen en
voorkomt in een aantal soorten ( mica, micaniet, micafolium, micalex ).
Het bezit zeer goede elektrische eigenschappen en is gemakkelijk te splitsen in zeer dunne
evenwijdige plaatjes.

13.1.4 Papiercondensator.
Gelijkt op de elektrolytische condensator, maar op de
aluminiumelektroden is er geen oxidelaag
aangebracht.
Als diëlektricum wordt geïmpregneerd papier gebruikt.

De afscherming kan als volgt zijn uitgevoerd:


- door onderdompeling in een isolerende vloeistof.
- door het geheel onder te brengen in een metalen doos
( aluminium of vertinde plaat ).
- door het pakket onder te brengen in een koker vervaardigd uit
keramisch materiaal, geïmpregneerd papier of metaal.

13.1.5 Kunststoffoliecondensatoren.
Hier is het papier vervangen door een dunne film in kunststof.
De elektroden worden meestal bekomen door metaal op het diëlektricum te dampen.

13.1.6 Sibatitcondensator.
In plaats van klassiek keramische materialen te
gebruiken, kan men speciale stoffen en halfgeleiders gebruiken. Dit geeft goedkopere
condensatoren waarvan de werkspanning meestal beperkt is, bv. 10 nF tot 100 nF met een
maximum werkspanning van 63V.

Het werkingsprincipe van een condensator 25


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
13.2 Regelbare en instelbare condensatoren.

Een instelbare condensator wordt éénmalig ingesteld.


Bv. bij het afregelen van een kring. Zij worden ook trimcondensatoren genoemd.
Regelbare condensatoren zijn bedoeld om vele keren bediend te worden.
Bv. afstemmen van een zender op de radio.

13.2.1 Luchtcondensatoren.
Hier wordt lucht als diëlektricum gebruikt.
Een stel aluminiumplaten is beweegbaar opgesteld tussen een
vaststaand stel platen.
Hoe meer platen uit elkaar draaien, hoe kleiner de capaciteit wordt.
Bovenstaande luchtcondensator heeft een capaciteit van 30 pF.
http://micro.magnet.fsu.edu/electromag/java/varcapacitor/index.html

13.2.2 Keramische condensatoren ( trimmers ).


In een keramisch buisje met inwendige schroefdraad wordt een metalen as gemonteerd.
Ook de as is voorzien van schroefdraad en kan in en uit het keramisch buisje worden
geschroefd.
Het vast en het bewegend gedeelte vormen de twee elektroden.
Het diëlektricum is ofwel lucht ofwel een speciaal soort keramiek.

13.2.3 Kunststoffilm-condensator.
De condensator hierboven is een instel condensator met kunstfilm als diëlektricum.
De rotor ( het draaiend gedeelte ) kan langs de bovenzijde met een
schroevendraaier ingesteld worden.
Langs de onderzijde gebeurt dit met een potsleutel.

Het werkingsprincipe van een condensator 26


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
14 Gevaren bij het gebruik van condensatoren.
In een elektrisch apparaat dat uitgeschakeld is, kunnen de condensatoren toch nog een
lading bezitten.

Daarom: vermijd onaangenaam en gevaarlijke schokken.

Moet je aan een dergelijk apparaat werken, sluit dan op een veilige wijze vooraf de
condensatorklemmen kort ( ontladen van de condensator ).

Een bijkomend gevaar is als een condensator begint te lekken.


Hierdoor zal de condensator niet alleen defect zijn maar ook veel schade berokkenen aan de
andere componenten. Opgelet bij aanraking van deze componenten. Meestal staat er ook
een kruisje op het dekseltje van de condensator.

Het werkingsprincipe van een condensator 27


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
15 Gegevens vermeld op een condensator.
De fabrikant vermeldt op elke condensator een aantal gegevens.
Dit kan gebeuren rechtstreeks in cijfers ofwel met een kleurencode.
Afhankelijk van het soort condensator onderscheid je:

15.1 Keramische condensatoren.


De eerste kleur is de kleur die het dichtst bij een uiteinde van de condensator staat.
De waarden staan in pF.

Zij bracht rozen op Gerrits graf bij vuil grijs weer.


Voorbeeld 1.
5 Kleurenstreepjes.
1° kleur: oranje = -150,10-6
2° kleur: geel = 4
3° kleur: violet = 7
4° kleur: rood = x 10²
5° kleur: groen = ± 5%
De condensator heeft een waarde van 4700pF en een tolerantie van ± 5%.
en een temperatuurscoëfficient (TC) van -150.10-6

Voorbeeld 2.
4 Kleurenstreepjes.
Hier valt TC weg.
1° kleur: bruin = 1
2° kleur: zwart = 0
3° kleur: bruin = x 10
4° kleur: bruin = ± 1%
De condensator heeft een waarde van 100 pF / Tol.: ± 1%.

Voorbeeld 3.
4 Kleurenstreepjes.
1° kleur: grijs = 8
2° kleur: rood = 2
3° kleur: zwart = x 1
4° kleur: groen = ± 5%
De condensator heeft een waarde van 82 pF / Tol.: ± 5%.

Bij de waardeaanduiding met drie kleurenstreepje valt er naast de TC ook de tolerantie weg.

Het werkingsprincipe van een condensator 28


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
Het werkingsprincipe van een condensator 29
Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
15.2 Elektrolytische condensatoren.

Hier worden de gegevens rechtstreeks op de behuizing afgedrukt.

Het werkingsprincipe van een condensator 30


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
15.3 Tantaliumcondensatoren.

15.4 Foliecondensatoren.

Het diëlektricum bestaat uit polyester, polystyreen, polycabonaat, polypropyleen, …

Het werkingsprincipe van een condensator 31


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM
Inhoud
Leerplandoelstellingen leerinhouden.......................................................................................2
1 Inleiding........................................................................................................................... 3
2 De elektrische lading........................................................................................................3
3 Overbrengen van ladingen...............................................................................................4
4 De kooi van Faraday........................................................................................................6
5 De wet van Coulomb........................................................................................................7
5.1 Oefeningen............................................................................................................... 9
6 Elektrostatisch veld........................................................................................................10
7 Elektrostatische veldsterkte...........................................................................................11
8 Capaciteit....................................................................................................................... 13
9 De vlakke condensator...................................................................................................14
10 De principiële opbouw van een condensator..............................................................15
10.1 Symbool van een condensator................................................................................16
11 Capaciteit van een condensator.................................................................................17
11.1 Eenheid van capaciteit............................................................................................18
12 Soorten condensatoren..............................................................................................19
12.1 Regelbare condensatoren.......................................................................................19
12.2 Vaste condensatoren..............................................................................................19
13 Uitvoeringsvormen, soorten en hun toepassing..........................................................21
13.1 Vaste condensatoren..............................................................................................22
13.1.1 Elektrolytische condensatoren.........................................................................22
13.1.2 Keramische condensatoren.............................................................................23
13.1.3 Micacondensator.............................................................................................24
13.1.4 Papiercondensator...........................................................................................24
13.1.5 Kunststoffoliecondensatoren............................................................................24
13.1.6 Sibatitcondensator...........................................................................................24
13.2 Regelbare en instelbare condensatoren.................................................................25
13.2.1 Luchtcondensatoren........................................................................................25
13.2.2 Keramische condensatoren ( trimmers )..........................................................25
13.2.3 Kunststoffilm-condensator...............................................................................25
14 Gevaren bij het gebruik van condensatoren...............................................................26
15 Gegevens vermeld op een condensator.....................................................................27
15.1 Keramische condensatoren....................................................................................27
15.2 Elektrolytische condensatoren................................................................................29
15.3 Tantaliumcondensatoren........................................................................................30
15.4 Foliecondensatoren................................................................................................30

Het werkingsprincipe van een condensator 32


Vakwerkgroep Elektriciteit 2TSO. 4TEE
Don Bosco Halle 4TEM

You might also like