Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Naam:

Klas:

Toets: begrijpend lezen ‘Het interview’


OPDRACHT:
Lees het interview ‘Seppe Smits zoekt perfectie’.
Zorg dat je ALLE woorden begrijpt. Zoek woorden die je niet begrijpt op op www.vandale.nl

Op de toets tijdens de volgende les krijg je zowel inhoudsvragen als woordenschatvragen.


Je mag hiervoor je eigen, bewerkte tekst gebruiken.

Inleiding: https://www.youtube.com/watch?v=0YSC6oG0kpY

INTERVIEW ‘Bij mij moet


SEPPE SMITS ZOEKT PERFECTIE alles clean zijn’

Seppe Smits (26) is tweevoudig wereldkampioen slopestyle. Ja, dan ben je kandidaat om
op de Winterspelen van Pyeongchang een medaille te winnen. Maar in het snowboarden
is het niet al goud wat blinkt. ‘Een medaille zou het hoogtepunt zijn van mijn
wedstrijdcarrière. Niet van mijn carrière als snowboarder.’
SNOWBOARDEN
OLYMPISCHE WINTERSPELEN
JAN-PIETER DE VLIEGER, De Standaard 21/01/2018
Zou het kunnen dat snowboarders alleen kunnen geïnterviewd worden door andere
snowboarders? Dat ze alleen elkaar helemaal kunnen snappen? Wanneer je met Seppe
Smits in de bar van het Signina-hotel in Laax (Zwitserland) praat over Pyeongchang 2018,
voel je dat je vragen niet helemaal de juiste zijn. Is hij als huidige wereldkampioen slopestyle
ook favoriet voor olympisch goud? Daar valt bijvoorbeeld al heel moeilijk een zinnig
antwoord op te formuleren: ‘Er komen negenendertig riders aan de start, waarvan er tien
naar de finale gaan. Alle negenendertig hebben de kans om daar bij te zijn. Het hangt er van
af wie zijn zwaarste tricks perfect kan landen. Misschien kan je zeggen dat vijf riders
consistenter landen dan de rest. Die maken dan meer kans op een finale en ja, ik denk dat ik
op dit moment tot die vijf behoor.’
Wat ook geen briljante vraag blijkt: was hij ontgoocheld over de Winterspelen van Sotsji,
vier jaar geleden, toen hij niet door de kwalificaties raakte? ‘Neen’, zegt Smits. ‘Oprecht niet.
Ik was blij met die runs die ik toen heb gedaan. Ik heb mijn oefeningen perfect kunnen
afwerken. Voor mij telt de prestatie op zich, niet het resultaat dat aan die prestatie wordt
gekoppeld. Al wringt het natuurlijk dat ik toen niet doorging, omdat ik naar mijn gevoel wel
genoeg had gedaan.’

1
Subjectieve jury
Het is de klik die je bij een interview met een snowboarder moet maken: ze kijken
tamelijk onthecht naar uitslagen en competities, precies omdat die zo onvoorspelbaar zijn.
Een zuchtje wind maakt het verschil tussen een perfecte landing of een crash. En zelfs bij een
vlekkeloze run is het finaal een jury die een heel subjectief oordeel maakt. De verschillende
scores die juryleden aan eenzelfde oefening toekennen, liggen niet zelden heel ver uit
elkaar. Verder in ieder geval dan in elke andere jurysport. ‘Het blijft inderdaad heel
subjectief’, zegt Smits. ‘Een jury bestaat uit ex-snowboarders, maar die zijn al twintig jaar uit
de sport, terwijl die ontzettend snel evolueert. Het niveau van de tricks ligt nu superhoog:
alleen actieve riders kunnen dat nog aan en dat maakt dat het lastig voor een jury om de
moeilijkheidsgraad in te schatten. Soms trek je écht grote ogen: zo’n moeilijke oefening, zo
weinig punten?’

‘In de loop van een competitie probeer je de jurering te interpreteren. In Sotsji had mijn
coach Jean-Val (Jean-Valère Demard, red.) gezien dat de jury in de kwalificaties vooral
techniciteit hoog quoteerde. Terwijl ik inzette op creativiteit. In mijn halve finale ben ik
geswitcht naar een heel technische run, maar toen kregen net de creatieve riders hoge
scores. Zo kwam ik opnieuw 0,25 punten tekort voor een finaleplaats. Maar om dan te
zeggen dat het de schuld van de jury was? Dat is ook te simpel. Ik had gewoon zelf
overtuigender moeten zijn.’
Smits tilt er oprecht niet zwaar aan. Zijn topsportcontract bij Bloso mag dan afhangen van
prestaties op WK’s en Spelen, zelf ziet hij dat niet als de finaliteit van zijn sport. ‘Ik ben nu
twee keer wereldkampioen geweest (La Molina 2011, Sierra Nevada 2017, red.) Prachtig dat
ik dat heb kunnen bereiken. En de Spelen zouden het nog mooier maken. Maar het ultieme
resultaat? Niet voor mij. Het hoogtepunt van mijn wedstrijdcarrière, dat zeker wel. Maar
niet van mijn carrière als snowboarder. Daarin heb ik nog andere doelen die ik net zo
belangrijk vind.’

Ziel ligt bij slopestyle


Smits houdt vooral van snowboarden wegens de creatieve en esthetische dimensie van de
sport. Niet toevallig doet hij het liefst slopestyle, een discipline waarbij riders een parcours
afleggen met drie zogenaamde rails – ijzeren constructies waarover ze glijden – en drie
jumps. Daarin kan hij meer zijn ziel leggen dan in big air of halfpipe, de andere olympische
disciplines. ‘Er zijn minstens dertig verschillende soorten rails en eindeloos veel verschillende
jumps. Dus daarin kan je onbeperkt creatief zijn. Als snowboarder moet je een eigen stijl
ontwikkelen. Echt je persoonlijkheid in een oefening stoppen. Als jonge gast ga je eerst je
idolen imiteren, maar dat werkt niet. Iedereen staat anders op een plank. Laat tien
verschillende toppers in dezelfde outfit precies dezelfde trick doen en ik zal altijd kunnen
zeggen wie wie is. Gewoon omdat de stijlen en de persoonlijkheden zo verschillen. Mijn stijl?
Ik ben nogal perfectionistisch: dat betekent hoge sprongen en lang en juist de plank
vasthouden. Alles moet clean zijn.’

Smits ziet eruit als typische snowboarder: een coole gast, lange haren in de wind. Maar
onder de façade zit meer dan een adrenalinejunk. Hij lijkt eerder introvert dan extravert. ‘Ik
snowboard niet om show te geven, pure crowdpleasing events doe ik niet. Dan ga ik liever in
mijn eentje naar Alaska in de bergen snowboarden.’
Zelfs achter zijn hippe kapsel gaat een diepere betekenis schuil: ‘Vorig jaar heb ik het na
een lange winter even laten groeien. Net toen ik het wilde laten knippen, ben ik in contact
2
gekomen met iemand die een zoontje had bij
wie kanker was vastgesteld. Dus nu laat ik het
groeien voor Think Pink. Als je haar lang
genoeg is voor een staart van 20 centimeter,
knippen ze die af en gebruiken ze dat haar om
pruiken van te maken voor chemopatiënten.
Mijn kapper zegt dat ik nog tot juni te gaan
heb, dus de Spelen doe ik met lang
haar.’ (lacht)

Nog niet versleten


Lang haar of niet, het is bij de Spelen van
Pyeongchang wel de realiteit voor Smits: op
zijn 26ste is hij een oudje in de sport. ‘Ik sta nu
acht jaar aan de top en dat is lang. In het circuit
zijn er misschien nog drie of vier riders die wat
ouder zijn. Natuurlijk voel je dat. Ik heb het
moeilijker dan die jonge gasten om nieuwe
tricks aan te leren. Zij vallen en staan meteen
weer recht. Als ik val, duurt dat wat langer. Dan
denk ik al: shit, morgen stijf. Wat de volgende
dag ook altijd blijkt te kloppen.’ (lacht)

Momenteel draagt Smits nog de gevolgen van


een val eind vorig jaar: ‘Een botkneuzing in
mijn knie. Geen zware blessure, maar wel irritant: bij één specifieke beweging blijft het pijn
doen en dat speelt in je hoofd. Maar voor de Spelen zou het geen probleem mogen zijn.’
Red Bull verspreidde eerder een communiqué dat aangaf hoe groot de impact van een
sprong in het slopestyle precies is: de knieën van Smits vangen elke keer tien keer zijn
lichaamsgewicht op, 680 kilogram per sprong.
In een interview in 2011 zei Smits al: ‘Ik hoop dat er goeie kunstknieën op de markt zijn
wanneer ik 30 ben.’ Vandaag durft hij daarover al wat optimistischer te zijn: ‘Misschien
trekken mijn knieën het wel tot mijn 50ste. Tot de artrose zich doorzet. (lacht) Ik heb best
geluk: ik heb alleen wat peesontstekingen gehad en mijn kruisband en meniscus hoogstens
eens half gescheurd. Ik ken gasten bij wie die drie keer helemaal over is geweest. Dan heb je
valse knieën op je 40ste.’
Als Smits het lang trekt in het snowboarden, heeft dat veel te maken met hoe hij zijn vak
beleeft. Hij doet elke ochtend yoga om zijn lichaam ‘wakker te maken’, in de zomer zit hij tot
vijf uur in de fitness. ‘Vooral stabilisatie-oefeningen op een Swiss Ball (grote plastic bal,
red.) Ook daarin probeer ik creatief te zijn: dan sta ik op zo’n bal en gooit mijn vriendin
gewichten naar me toe, die ik dan opvang. Kan Peter Sagan uit stand op zo’n bal springen?
Knap voor een wielrenner. Hij is klaar voor de next level: van de ene Swiss Ball op de andere
springen.’
Smits heeft volgens ingewijden een trend gezet in het snowboarden. Niet meer go-with-
the-flow, maar een topsportmentaliteit. Hij noemt het een persoonlijke missie om een juist
beeld te scheppen van het snowboarden. Om te tonen hoe de sport vandaag echt is. Smits:
‘Het imago dat de sport vroeger had of nog altijd heeft, de levensstijl die mensen ermee
associëren, dat is niet wat snowboarden op topniveau inhoudt.’

3
‘Zo’n rebels, vrijgevochten leven kunnen wij ons niet permitteren. Dat blijft misschien bij
de sport horen, maar niet aan de top. Het niveau is te hoog en de impact op je lichaam is te
zwaar om daar mee weg te komen.’

Steeds op zoek naar perfecte sneeuw


Mocht Seppe Smits uit Westmalle straks echt goud winnen, het zou best een
wonderbaarlijk verhaal zijn: een jongen uit le plat pays die op zijn negende voor het eerst op
een plank stond. Een product van de Topsportschool in Wilrijk, wiens ouders elk weekend
heen en terug richting Alpen reden. Seppe en broer Anthony slapend op de achterbank.
‘Mijn ouders hebben ongelooflijk veel voor ons gedaan’, zegt Smits.
Vandaag offert hij privé zelf veel op. Hij leeft als een nomade, in een constante zoektocht
naar de juiste sneeuwomstandigheden om te trainen. ‘Als het weer goed is, blijf ik nog een
week in Zwitserland’, zegt hij. ‘Anders is Italië of Oostenrijk een optie, waar ik vorige week al
zat. We switchen heel vaak last minute. Ik heb twee apps die ik constant gebruik: Snow
Forecast en Bergfex. Daarop zie je hoeveel uren zon er zal zijn, hoeveel wind er staat, waar
de vriesgrens ligt. Mijn coach Jean-Valère Demard vraagt ook voortdurend aan collega’s hoe
de condities op hun locatie zijn.’
In 2016 spendeerde Smits 256 dagen in het buitenland. Vorig jaar klokte hij omwille van
een revalidatie in België af op ‘maar’ 220 dagen. Hij verhuisde eind vorig jaar naar Gent,
vond er een leuke flat, maar alles bij elkaar is hij er nu amper vijf dagen geweest. ‘In grote
lijnen ziet elk jaar er hetzelfde uit’, zegt hij. ‘Januari tot maart is het competitieseizoen: dan
hebben we wedstrijden over de hele wereld, waarbij de locaties elk jaar veranderen. In
augustus en september zitten we in het zuidelijke halfrond; Nieuw-Zeeland en Australië zijn
dan het best. In oktober, november en december doen we de Alpen: Zwitserland of
Oostenrijk.

Snowboarden op de kaart gezet


Het reizen valt hem zelden zwaar en zorgt ervoor dat hij het leven als professioneel
snowboarder graag nog even volhoudt. ‘Nee, Pyeongchang zijn niet per se mijn laatste
Spelen. Als ik het fysiek en mentaal trek tot Peking 2022, waarom niet? Ik ben nog nooit een
lift omhooggegaan met tegenzin. Ik kan ernaar uitkijken om na het winterseizoen terug te
keren naar de maten van Westmalle, maar nooit met het gevoel: nu moet ik stoppen, want
ik kan geen sneeuw meer zien.’
Wat veel energie geeft, is dat Smits in zijn opzet is geslaagd: hij heeft het snowboarden in
België op de kaart gezet. Als een volwaardige topsport. Smits kreeg op het einde van 2017
het Vlaamse Sportjuweel als erkenning voor zijn wereldtitel slopestyle. ‘Dat was grappig’,
zegt hij. ‘Ik was in Oostenrijk en kreeg een telefoontje met de melding dat ik had gewonnen.
Eerlijk: ik wist niet wat het Vlaamse Sportjuweel was. Ik zei: Cool, bedankt. Tot ik met mijn
vriendin ben gaan opzoeken wat het precies voorstelde. Toen heb ik beseft dat het gewoon
een zotte prijs is om te winnen. De avond van de uitreiking was ook de moeite: mijn ouders
waren er, mijn lief. Alle mensen die in mijn carrière belangrijk zijn geweest.’

Bron: https://www.standaard.be/cnt/dmf20180119_03310543, geraadpleegd op 19/11/2022

You might also like