Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 239

Ondernemingsrecht.

Rechtsvormen
Het grote herhalingscollege
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de personen
vennootschappen benoemen en eenvoudige casus oplossen.
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de vereniging,
coöperatie OWM en stichting benoemen en eenvoudige casus
oplossen.
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de BV en de NV
benoemen en eenvoudige casus oplossen.
Algemene opmerkingen
Rechtsvormen van ondernemingen
Rechtspersonen (Boek 2 BW) Personenvennootschappen
(Boek 7A BW en WvK)

Vereniging Maatschap (stil/openbaar)


Coöperatie Vennootschap onder firma
Onderlinge waarborg mij Commanditaire vennootschap
NV
BV
Stichting
Functionarissen binnen rechtsvormen

• Bestuurders –bij rechtspersonen


• Vennoten –bij personenvennootschappen
• Maten (of firmanten) –idem
• Commissarissen –bij grotere rechtspersonen
• Toezichthouders –idem, en ook bij stichtingen
• Procuratiehouders –bij rechtspersonen
• Eigenaar –bij eenmanszaak

5
Ondernemingsrecht. Deel 1 Ondernemingen
zonder rechtspersoonlijkheid
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de personen
vennootschappen benoemen en eenvoudige casus oplossen.
Ondernemingsvormen zonder
rechtspersoonlijkheid
• Eenmanszaak
• Maatschap
• Vennootschap onder firma (vof)
• Commanditaire vennootschap (cv)

8
Eenmanszaak
• Geen wettelijke regeling
• Eigenaar is natuurlijke persoon die onderneming drijft voor zijn
rekening en risico
• Verplichtingen:
-onder meer inschrijven in het handelsregister (ex art 5 sub b
Handelsregisterwet en ook economisch delict)
-administratie voeren (art 3:15i jo 2:10 BW)

9
Maatschapsovereenkomst
Art 7A:1655 BW
• Overeenkomst (oprichting: vormvrij, schriftelijke overeenkomst niet
noodzakelijk)
• Samenwerking tussen personen (tussen natuurlijke personen en
rechtspersonen)
• Inbreng
• Gericht op vermogensrechtelijk voordeel
• Gelijkwaardigheid van de personen

10
Inschrijving handelsregister -Kamer van
Koophandel- (ook § 1.8)
• Regels voor handelsregister: Handelsregisterwet (hierna: Hrw)
• Alle ondernemingen –ongeacht rechtsvorm- moeten worden
ingeschreven in handelsregister: art 5 en 6 Hrw
• Eigenaars, vennoten resp. bestuurders verantwoordelijk voor
inschrijving
• Derdenwerking, art 25 Hrw: als betreft niet/onvolledig of onjuist ingeschreven feit dan
geen derdenwerking (kan onderneming geen beroep doen op het onjuiste/ovolledig ingeschreven feit)

11
Maatschap
• Stille maatschap
• Openbare maatschap

12
Interne afspraken tussen vennoten
• Inbreng: art. 7A: 1662 BW
• Winstverdeling: art. 7A:1670-1672 BW
• (aanvullend recht)

13
Beheersdaden
Beheersdaden
• Handelingen die tot de normale activiteiten van de maatschap kunnen
worden gerekend
• In beginsel is elk van de maten bevoegd tot het verrichten van beheersdaden
(art. 7A:1676 BW)
• Het is mogelijke enkele maten met het beheer te belasten
(art. 7A:1673-1674 BW)

14
Beschikkingsdaden
Beschikkingsdaden
• Alle handelingen die niet tot de normale maatschapsactiviteiten
behoren
• Behoren in beginsel tot de bevoegdheid van de gezamenlijk
handelende maten

15
Vertegenwoordigingsbevoegdheid van
vennoten in een maatschap
Vennoten binden elkaar niet, tenzij:
• Volmacht (art. 7A:1681 jo 3:60 e.v. BW)
• Handeling ten voordele van maatschap = baattrekking (art. 7A:1681
BW)
• Bekrachtiging (art. 7A:1681 jo 3:69 BW)
• Schijn van vertegenwoordiging (art. 3:61 lid 2 BW)

16
Aansprakelijkheid
Hoofdregel:
• De maatschap is niet aansprakelijk jegens derden
(art. 7A:1679 BW)

Echter:
• Heeft een vennoot de maatschap verbonden, dan is
elk van de vennoten voor een gelijk deel verbonden
(art.7A:1680 BW)

17
Beëindiging van de maatschap
• Verstrijken van tijd
• Bereiken van het doel
• Opzegging van een maat
• Overlijden, curatele of faillissement van een maat
• Ontbinding door de rechter wegens gewichtige redenen
(art. 7A:1683-1684 BW)

18
Vennootschap onder firma
• Maatschap aangegaan tot de uitoefening van een bedrijf onder een
gemeenschappelijke naam (art. 16 Wvk)
• Van toepassing zijn de:
• Wettelijke regels van de maatschap
• Wettelijke regels van de vof
• Vennootschapsovereenkomst
• Oprichting: vormvrij (art 23 en 29 WvK)

19
Handelsregister
• Ook VOF moet worden ingeschreven in het
handelsregister door vennoten (art. 23 Wvk en art. 5
sub a Hrw)

• Zolang inschrijving niet heeft plaatsgevonden, wordt


de VOF beschouwd als:
• Aangegaan voor onbepaalde tijd
• Aangegaan voor alle doeleinden
• Waarbij alle vennoten onbeperkt bevoegd zijn om de
gezamenlijke vennoten te vertegenwoordigen
(art. 29 Wvk)
20
Vertegenwoordigingsbevoegdheid van
vennoten in een vof
• Hoofdregel is dat elke vennoot binnen het doel van de
vennootschap vertegenwoordigingsbevoegd is
(art. 17 Wvk)
• Een overeengekomen afwijkende regeling kan
inhouden dat een (of meerdere vennoten):
• Niet bevoegd is, of
• Beperkt bevoegd is, of
• Niet zelfstandig bevoegd is
• Een afwijkende regeling moet worden ingeschreven in
het Handelsregister om te kunnen inroepen tegen
derden (derdenwerking), art 25 Hrw
21
Aansprakelijkheid bij VOF
• Iedere vennoot is hoofdelijk aansprakelijkheid voor de verbintenissen
van de VOF (art. 18 Wvk)

• Merk het verschil op met de vennoten in een maatschap

22
Commanditaire vennootschap
• Beherende vennoot:
• Belast met de leiding van de vennootschap
• Bevoegd tot vertegenwoordiging van de vennootschap
• Hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap

23
Commanditaire vennoot:
Commanditaire (= stille) vennoot:
• Iemand die een bepaalde hoeveelheid geld ter beschikking stelt aan de
onderneming

• Slechts “intern” aansprakelijk (art. 20 lid 3 Wvk)


• Mag geen beheersdaden verrichten (art. 20 lid 2 Wvk)
• In beginsel niet aansprakelijk voor schulden van de vennootschap aan
derden
• Wel als hij art. 20 lid 1 en 2 WvK overtreedt (art. 21 Wvk)

24
Ondernemingsrecht deel 2
Vereniging, coöperatie, OWM
en stichting

25
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de vereniging,
coöperatie OWM en stichting benoemen en eenvoudige casus
oplossen.
Onderwerpen
• Inleiding rechtspersonen
• De vereniging
• De coöperatie

27
Rechtsvormen
• Eenmanszaak
• Stille en openbare maatschap
• Vennootschap onder firma
• Commanditaire vennootschap
• Vereniging
• Coöperatie (en OWM)
• Naamloze vennootschap
• Besloten vennootschap
• Stichting

28
Voordelen van rechtspersonen
• Indekken van risico’s
• Rechtssubjectiviteit
• Arrest Kleuterschool Babbel
• Waarborgen van continuïteit
• Goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke voordelen
• Art. 2:5 BW
• Fiscale voordelen

29
Algemene kenmerken rechtspersoon
• Art. 2:1 – 2:3 BW
• Publiekrechtelijke rechtspersonen
• Kerkgenootschappen
• Privaatrechtelijke rechtspersonen

Noodzakelijke bepalingen i.v.m. het vermogensrechtelijk


handelen van publiekrechtelijke rechtspersonen en
kerkgenootschappen
Oprichting bij notariële akte
• Vereniging (formeel): 2:26 jo 2:27 BW
• Coöperatie: 2:53 lid 1 BW
• OWM: 2:53 lid 2 BW
• NV: 2:64 lid 2 BW
• BV: 2:175 lid 2 BW
• Stichting: 2:286 lid 1 BW

31
Statuten van een rechtspersoon
• Art. 2:27, 2:54, 2:66, 2:177 en 2:286 BW
• O.a.: naam, zetel en doel van rechtspersoon
• Zetel i.v.m. relatieve bevoegdheid rechter
• Interne rechtsbetrekkingen
• Rol notaris
• Publicatie (deponering van de) statuten (art 2:6 BW en art. 24 Hrw)
• Bij werkcollege 2 wordt een casus besproken aan de hand van (een
deel van) statuten coöperatie
Organen van een rechtspersoon
• Algemene vergadering (van leden of
aandeelhouders/vergadergerechtigden), afgekort AVL of
AV
• Bestuur
• Raad van commissarissen of Raad van Toezicht, afgekort
RvC of RvT
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)

• Nagenoeg identiek, verschil zit in lid 2, eerste volzin


• Nv, bv: bestuurder is automatisch vertegenwoordigingsbevoegd,
tenzij statuten dit uitsluiten
• Overige rechtspersonen: bestuurder is alleen individueel
bevoegd als statuten dit bepalen

34
Art. 2:240
lid 1
Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap, voor zover uit de
wet niet anders voortvloeit.
Lid 2
De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede aan iedere
bestuurder toe. De statuten kunnen echter bepalen dat zij behalve
aan het bestuur slechts toekomt aan een of meer bestuurders. Zij
kunnen voorts bepalen dat een bestuurder de vennootschap slechts
met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
Lid 3
Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een
bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit
de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of
voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid
tot vertegenwoordiging kan slechts door de vennootschap worden
ingeroepen.
Lid 4
De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders
bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen.
35
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan

• Lid 3, eerste volzin van elk van deze bepalingen:


Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het
bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt
en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders
voortvloeit.

• Vb beperking: tot een bepaald bedrag …


• Vb voorwaarde: toestemming krijgen van …
Deze hebben dus geen derdenwerking! 36
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht

37
Tweede vereiste derdenwerking (zie ook §
1.8)
• Publicatie in handelsregister (Hrw):
• Zie art 5 en 6 Hrw (alle rechtsvormen –niet alleen rechtspersonen- moeten
zich inschrijven)
• Art 25 Hrw: als betreft niet/onvolledig of onjuist ingeschreven feit dan geen
derdenwerking
• art 2:6 lid 2 (geldt voor rechtspersonen)

38
Art 2:6 BW
Lid 2
Een door de wet toegelaten beroep op statutaire onbevoegdheid
van het bestuur of van een bestuurder tot vertegenwoordiging van
de rechtspersoon bij een rechtshandeling kan tegen een
wederpartij die daarvan onkundig was, niet worden gedaan,
indien de beperking of uitsluiting van de bevoegdheid niet ten
tijde van het verrichten van die rechtshandeling op de door de wet
voorgeschreven wijzen was openbaar gemaakt. Hetzelfde geldt
voor een beroep op een beperking van de
vertegenwoordigingsbevoegdheid van anderen dan bestuurders,
aan wie die bevoegdheid bij de statuten is toegekend.
Lid 3
De rechtspersoon kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig
was, niet de onjuistheid of onvolledigheid van de in het register
opgenomen gegevens inroepen. Juiste en volledige inschrijving
elders of openbaarmaking van de statuten is op zichzelf niet
voldoende bewijs dat de wederpartij van de onjuistheid of
onvolledigheid niet onkundig was.

39
Bekrachtiging
Art. 3:69 BW:
Wanneer iemand zonder daartoe bevoegd te zijn als gevolmachtigde in
naam van een ander heeft gehandeld, kan laatstgenoemde de
rechtshandeling bekrachtigen en haar daardoor hetzelfde gevolg
verschaffen, als zou zijn ingetreden wanneer zij krachtens een volmacht
was verricht.

40
Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
• Art 3:61 lid 2 BW:
• Onbevoegde vertegenwoordiger
• Gerechtvaardigd vertrouwen o.g.v. verklaring/gedraging van de ‘nep-
vertegenwoordigde’

41
Vereniging
Art. 2:26 BW
• Rechtspersoon met leden waarbij de samenwerking is gericht op een
bepaald doel
• Oprichting bij meerzijdige rechtshandeling
• Maken van winst niet verboden
• Doel mag niet gericht zijn op verdeling van de gemaakte winst onder
de leden
Volledig rechtsbevoegde vereniging
(= formele vereniging)
(art. 2:27 BW)
• Lid 1: Wordt een vereniging opgericht bij een
notariële akte, dan moeten de volgende bepalingen in
acht worden genomen …

• Oprichting formele vereniging:


• notariële akte, waarin de statuten zijn opgenomen
• meerzijdige rechtshandeling
• Inhoud statuten
• Inschrijving in het handelsregister (art. 2:29 lid 1 BW)
Beperkt rechtsbevoegde vereniging
(= informele vereniging)
• Kenmerkend:
• Statuten ontbreken, of
• zijn niet opgenomen in een notariële akte

Nadelen:
• Kan geen registergoederen verkrijgen
• Kan geen erfgenaam zijn
• Aansprakelijkheid bestuurders (hierna)
(art. 2:30 BW)
Art. 2:30 lid 2 BW
De bestuurders zijn hoofdelijk naast de vereniging
verbonden voor schulden uit een rechtshandeling die
tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Na hun aftreden
zijn zij voorts hoofdelijk verbonden voor schulden,
voortspruitend uit een tijdens hun bestuur verrichte
rechtshandeling, voor zover daarvoor niemand ingevolge
de vorige zin naast de vereniging is verbonden.
Aansprakelijkheid ingevolge een der voorgaande zinnen
rust niet op degene die niet tevoren over de
rechtshandeling is geraadpleegd en die heeft geweigerd
haar, toen zij hem bekend werd, als bestuurder voor zijn
verantwoording te nemen. Ontbreken personen die
ingevolge de eerste of tweede zin naast de vereniging zijn
verbonden, dan zijn degenen die handelden, hoofdelijk
verbonden.
45
Vereniging
(art. 2:26 BW)

Volledig rechtsbevoegd Beperkt rechtsbevoegdheid


(art. 2:27, 28, 29 BW) (art. 2:30 BW)
-not. statuten
-inschrijving
Verenigingenregister;
zo niet bestuurders
hoofdelijk aansprakelijk Niet-ingeschreven Ingeschreven
naast de vereniging
(art. 2:29 lid 2)
Bestuurders hoofdelijk Bestuurders hoofdelijk
aansprakelijk aansprakelijk na
naast vereniging vereniging
(art. 2:30 lid 2) (art. 2:30 lid 3,4)
Hoe herken je een informele vereniging?
Criteria in rechtspraak ontwikkeld:
• Doel
• Gericht op continuïteit
• Ledenlijst, contributieheffing, ALV?
• Winst wordt niet verdeeld
• Regels voor samenwerking

47
Algemene vergadering
• Bevoegdheden (art. 2:40 BW)
• Stemrecht (art. 2:38 BW)
• Afgevaardigden (2:39 lid 1 BW)
• Bijeenroeping (art. 2:41 BW)
• Statutenwijziging (art. 2:42 BW)
Het bestuur
Belangrijke bepalingen:
• Besturen (art. 2:44 BW) Ve
• Vertegenwoordigen (art. 2:45 BW)
• Benoeming (art. 2:37 BW)
• Schorsing of ontslag (art. 2:37 lid 6 BW)
• Uitbrengen jaarverslag dan wel jaarrekening (art. 2:48-49 BW)
Coöperatie (en OWM)
• Schakelbepaling (art. 2:53a BW) !

• Coöperatie: uitoefening van een bedrijf


• (Onderlinge waarborgmaatschappij: uitoefening
verzekeringsbedrijf)
• Behartiging materiële belangen van de leden
• Winstuitkering wel toegestaan, zie art. 2:53a BW)
• Vertegenwoordiging
Coöperatie: oprichting en doel
• Notariële akte, waarin de statuten zijn opgenomen
• Voorzien in de economische behoeften van de leden
• Uitoefening van een bedrijf
• Overeenkomsten met leden
• Overeenkomsten met niet-leden
Organen van coöperatie
• Verplicht: algemene ledenvergadering en bestuur
• Bepalingen inzake de vereniging
• Vrijwillig: raad van commissarissen
• (art. 2:57 BW)
• Een of meer natuurlijke personen
• Toezicht op bestuur en de algemene gang van
zaken
• Adviesfunctie
• Benoeming door de algemene
ledenvergadering
Aansprakelijkheid (oud)leden
• Aansprakelijkheid voor tekorten bij ontbinding (art. 2:55 jo art. 2:19,
19a BW)
• Leden
• Oud-leden: minder dan een jaar geleden nog lid
• Wettelijke aansprakelijkheid (WA)
• Beperkte aansprakelijkheid (BA)
• Uitgesloten aansprakelijkheid (UA)
Ondernemingsrecht deel 3
De BV en de NV
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de BV en de NV
benoemen en eenvoudige casus oplossen.
Enkele kapitaalvennootschappen in EU
bv-variant nv-variant
Duitsland, Oostenrijk Gesellschaft mit Aktiengesellschaft (AG)
beschränkter Haftung
(GmbH)
Frankrijk Société a responsabilitée Société Anonyme (SA)
Limitée (SARL)

Engeland Limited (Ltd) Public Limited Company


(Plc)
België Besloten vennootschap Naamloze vennootschap
met beperkte (nv)
aansprakelijkheid (BVBA)

Spanje Sociedad (de Sociedad anónima (SA)


responsabilidad)
Limitada (SL)
56
Opbouw wetstekst bv en nv
nv bv
Titel 4 BW2 Titel 5 BW2
Algemene bepalingen Art. 2:64 e.v. BW Art. 2:175 e.v. BW
De aandelen Art. 2:79 e.v. BW Art. 2:190 e.v. BW
Het vermogen Art. 2:93 e.v. BW Art. 2:203 e.v. BW
Algemene vergadering Art. 2:107 e.v. BW Art. 2:217 e.v. BW
Bestuur en raad van Art. 2:129 e.v. BW Art. 2:239 e.v. BW
commissarissen
structuurregeling Art. 2:152 e.v. BW Art. 2:262 e.v. BW
Vrouw/man-verdeling Art. 2:166 e.v. BW Art 2:276 e.v. BW
57
Oprichting nv of bv
Vereisten voor oprichting:

• Eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling


• Het gaat om de wil van de oprichter
• Notariële akte van oprichting
• art. 2:64/175 lid 2 BW

58
Inschrijving in handelsregister
• Verplichte inschrijving in het handelsregister
• Mededeling in de Nederlandse Staatscourant
• Gevolgen van niet-inschrijving
• Voor de vennootschap
• Voor de bestuurders van de vennootschap (art. 2:69, 180 BW)

59
Rechtshandelingen, namens een op te richten
vennootschap
Art. 2:93/203 BW
• Uitdrukkelijke of stilzwijgende bekrachtiging (lid 1):
vennootschap wordt verbonden
• Zolang rechtshandeling niet is bekrachtigd: degene die
handelt is hoofdelijk verbonden (lid 2)
• Bij niet nakoming door vennootschap na bekrachtiging: lid
3
• Rechtshandelingen m.b.t. uitgeven aandelen, aanstellen
bestuurders e.d. (lid 4)

60
Organen van de vennootschap
Systeem van checks and balances

• Bestuur
• Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)
• (evt) Raad van commissarissen (RVC)
• Ondernemingsraad (geen orgaan in de zin van BW2)

• Doel: Evenwichtige machtsverdeling

61
Bestuur (nv/bv)
Art. 2:129/239 lid 1 BW:
Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met
het besturen van de vennootschap.

62
Bestuur
• Taak (art. 2:129, 239 BW)
• Autonomie
• Arbeidsoverkomst
• Afwijkingen de normale regels van het individuele arbeidsrecht (bijv. art.
2:134, 244 lid 3 BW)
• Vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 2:130, 240 BW)

63
Hoofdelijke aansprakelijkheid
bestuurders
• Intern (art. 2:9 BW)
• Bij faillissement (art. 2:138, 248 BW)
• Bij misleidende jaarrekening (art. 2:139, 249 BW)
• (Alleen BV) Bij onverantwoorde :
• dividenduitkering (art.2:216 BW),
• verkrijging eigen aandelen (art. 2:207 BW) of
• vermindering geplaatste kapitaal (art. 2:208 BW)
• (dit is leerstof bij Financiën en Recht)
• i.v.m. kapitaalseisen en inschrijfeisen handelsregister
(art. 2:69, 180 BW)
• Belastingrecht en sociaalzekerheidsrecht
64
Nietige en vernietigbare besluiten
• Art. 2:14 BW
• Art. 2:15 BW

Bedenk: een besluit is een rechtshandeling

65
AVA (nv/bv)
Art. 2:107/217 lid 1 BW: aan de algemene vergadering behoort, binnen
de door de wet en de statuten gestelde grenzen, alle bevoegdheid,
die niet aan het bestuur of aan anderen is toegekend
Art. 2:107/217 lid 2 BW: inlichtingenplicht voor bestuur en RvC aan
algemene vergadering

66
Algemene vergadering
• Jaarvergadering (art. 2:108, 218 lid 1 BW)
• Bevoegdheid tot bijeenroeping (art. 2:109, 110, 219, 220 BW)
• Procedureregels (art. 2:113, 223 e.v. BW):
• Oproep
• Agendapunten
• Gevolgen van niet naleving

67
Besluitvorming en stemrecht
• Uitoefening van het stemrecht
• Quorum (art. 2:120, 230 lid 2 BW)
• Methoden van stemmen:
• Volstrekte meerderheid
• Gekwalificeerde meerderheid (versterkte meerderheid)
• Algemene stemmen
• Staken van stemmen (art. 2:120, 230 lid 1 BW)
• Aantal stemmen per aandeelhouder (2:118, 228 lid 2 en
3 BW)
• Geldigheid van besluiten
68
Belangrijke bevoegdheden AVA
• “Rest”bevoegdheden (art. 2:107, 217 lid 1 BW)
• Goedkeuring bepaalde besluiten (art. 2:107a BW)
• Benoeming, schorsing en ontslag leden van het bestuur
(art. 2:132, 134, 242, 244 BW)
• Oligarchische clausules
Benoeming commissarissen (2:142, 252 BW
• Vaststellen van de jaarrekening (art. 2:101, 210 BW)
• Statutenwijziging (art. 2:121, 231 BW)
• Benoeming, schorsing en ontslag van commissarissen
(art. 2:142, 144, 252, 254 BW)
• Omzetting in een andere rechtspersoon (art. 2:18 BW)
• Ontbinding (art. 2:19 BW)
• Fusie (art. 2:317 BW) 69
Belangrijke bevoegdheden individuele
aandeelhouders
• Oproepen van de ava (art. 2:110, 220 BW)
• Stemrecht (art. 2:118, 228 BW)
• Recht op dividend (art. 2:105, 216 BW)
• Claimrecht (art. 2:96a, 206a BW)

70
Raad van commissarissen
• Algemene taken (art. 2:140, 250 BW):
• Toezicht
• Advies
• Specifieke taken (art. 2:146, 256 BW)
• Samenstelling (art. 2:140, 250 lid 1 BW):
• Een of meer natuurlijke personen
• Benoeming (art. 2:142, 252 BW)
• Aansprakelijkheid (art. 2:149, 259 BW)

71
Belangenverstrengeling
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk belangenverstrengeling
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Drie soorten tegenstrijdige belangen
1. Direct persoonlijk tegenstrijdig belang

2. Indirect persoonlijk tegenstrijdig belang

3. Kwalitatief tegenstrijdig belang


Het bestuur vertegenwoordigt de
rechtspersoon.
Maar wat als:

• de bestuurder een hoger salaris wil dan de rechtspersoon wil


betalen?

• de bestuurder geld leent van de rechtspersoon maar het niet eens is


met het rentepercentage?
NV en BV
• Art. 2:129 lid 5 en Lid 6 BW / 2:239 lid 5 en 6 BW

• Bestuurder met tegenstrijdige belangen neemt niet deel aan de


beraadslaging.

• Interne werking. Beroep door belanghebbende is mogelijk m.b.v. 2:15


BW. Termijn voor deze actie is 1 jaar.
• Een derde merkt niets van de “2:15 BW actie”. De bestuurder blijft,
ondanks zijn tegenstrijdig belang vertegenwoordigingsbevoegd.

• Dat kan anders zijn als de derde wist van de tegenstrijdige belangen
van de bestuurder. (Zie ook het Bibolini-arrest p. 97)
Wat te doen bij tegenstrijdig belang BV en
NV?
• Alleen de bestuurder met tegenstrijdig belang neemt niet deel aan de
beraadslaging. Art. 2:129 / 2:239 lid 5 en 6 BW.

• Indien alle bestuurders ene tegenstrijdig belang hebben dan worden


besluiten door de rvc genomen.

• Wanneer een commissaris een tegenstrijdig belang heeft neemt hij niet
deel aan de besluitvorming. Art. 2:140 / 2:250 lid 5 BW.

• Indien geen besluit kan worden genomen door bestuur of RvC dan neemt
de AVA de besluiten.
De stichting en tegenstrijdig belang
• Heeft (verplicht) slechts één orgaan, het bestuur.

• Dit orgaan blijft bevoegd. (Tenzij er een RvC is. Dan neemt de RVC het
besluit. Ook als bij de RvC sprake is van een tegenstrijdig belang.)
De vereniging, coöperatie, owm en
tegenstrijdig belang.
• De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen heeft voor de vereniging,
de coöperatie en de owm (ongeveer) dezelfde regeling in het leven
geroepen als voor de BV en de NV. (Kortgeleden was dat nog anders.
De oude situatie staat nog beschreven in Rutten.)

• Bij tegenstrijdig belang neemt het bestuurslid geen deel aan de


beraadslaging en besluitvorming.
• De RvC / RvT kan het besluit nemen als bij het gehele bestuur sprake
is van een tegenstrijdig belang. Als bij de RvC sprake is van een
tegenstrijdig belang, dan is de algemene ledenvergadering bevoegd
een besluit te nemen.
Ondernemingsrecht verdiept
Bestuurdersaansprakelijkheid
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk bestuurdersaansprakelijkheid
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Aansprakelijkheid op verschillende niveaus
• Privaatrechtelijk
• Strafrechtelijk
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)

• Nagenoeg identiek, verschil zit in lid 2, eerste volzin


• Nv, bv: bestuurder is automatisch vertegenwoordigingsbevoegd,
tenzij statuten dit uitsluiten
• Overige rechtspersonen: bestuurder is alleen individueel
bevoegd als statuten dit bepalen

4
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht

5
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan

• Lid 3, eerste volzin van elk van deze bepalingen:


Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het
bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt
en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders
voortvloeit.

• Vb beperking: tot een bepaald bedrag …


• Vb voorwaarde: toestemming krijgen van …
Deze hebben dus geen derdenwerking! 6
Wie is verbonden / kan worden aangesproken
bij onbevoegde vertegenwoordiging?
De bestuurder die de handeling verrichte wordt de (ongewenste)
contractspartij. Hij hoeft niet na te komen, maar hij moet wel instaan
voor zijn bevoegdheid.
Hij is daarom gehouden:
1. schade te vergoeden als gevolg van de onbevoegde
vertegenwoordiging;
2. het voordeel dat uitblijft door de onbevoegde vertegenwoordiging
te vergoeden. (Positief contractbelang.)
Hoofdelijke aansprakelijkheid
bestuurders
• Intern (art. 2:9 BW)
• Bij faillissement (art. 2:138, 248 BW)
• Bij misleidende jaarrekening (art. 2:139, 249 BW)
• (Alleen BV) Bij onverantwoorde :
• dividenduitkering (art.2:216 BW),
• verkrijging eigen aandelen (art. 2:207 BW) of
• vermindering geplaatste kapitaal (art. 2:208 BW)
• i.v.m. kapitaalseisen en inschrijfeisen handelsregister
(art. 2:69, 2:180 BW)
• Belastingrecht en sociaalzekerheidsrecht

8
Aansprakelijkheid bestuurders op
privaatrechtelijke gronden. Korte uitbreiding.
• Interne aansprakelijkheid bestuur op grond van art. 2:9 BW. Art. 2:9
lid 2 BW ernstige verwijtbaarheid of verwijtbaarheid op grond van
alle omstandigheden van het geval. (lid 2 is codificering van
Staleman/ Van de Ven.)

• Antimisbruik wetgeving: art. 2:138 BW / 2:248 BW. Persoonlijke


aansprakelijkheid na faillissement.
• Uitkering van winst terwijl rekening moet worden gehouden dat
daarmee schuldeisers worden benadeeld en de vennootschap niet
meer aan haar verplichtingen kan voldoen. 6:162 BW. Kennelijk
onbehoorlijk bestuur. Reinders / Didam en Nimox-arrest.

• Tweede antimisbruik wetgeving. Verspreiding over meerdere wetten.


Niet melden van betalingsmoeilijkheden aan fiscus en instanties waar
sociale premies moet worden afgedragen.
Onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid.
2:9 BW jo 6:162 BW. De praktijk.
• Niet voldoen aan administratieplicht

• Onttrekken van geld aan vennootschap voor privédoeleinden

• Niet melden van ontwikkelingen welke van belang zijn voor


aandeelhouders

• Investeren boven normaal ondernemingsrisico

• Financiering verstrekken zonder zekerheid te verlangen


• Bij dreigende betalingsonmacht schuldeisers selectief betalen

• Zwart ontvangen en betalen van bedragen

• Niet controleren van kredietwaardigheid van handelspartners

• Stellen van onevenredig grote zekerheden

• Ongunstig vervreemden van activa


• Verwaarlozen van kredietbewaking

• Niet tijdig melden van betalingsonmacht aan fiscus, pensioenfonds en


sociale instanties

• Niet betalen van premies en belastingen

• Het verwaarlozen van schuldeisersbelangen

• Onvoldoende deskundigheid, besluitloosheid van bestuurders

• Overlaten van bestuurstaken aan een ander.


Nota bene.
In het geval de bestuurder van een rechtspersoon zelf een
rechtspersoon is “prikt” art. 2: 11 BW door deze structuur heen.
Daarmee zijn bestuurders toch hoofdelijk aansprakelijk.
Is decharge de oplossing voor een
bestuurder?
• Staleman / Van de Ven
Decharge strekt zich alleen uit over de informatie die de AVA kon weten
op basis van de jaarstukken. Dit blijft zelfs zo als een individuele
aandeelhouder van praktijken buiten dit verslag op de hoogte is.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Valsheid in geschrift. Art. 225 Sr
• Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als
schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
• 2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het
valse of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel
opzettelijk zodanig geschrift aflevert of voorhanden heeft, terwijl hij weet
of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig
gebruik.
• 3 Indien een feit, omschreven in het eerste of tweede lid, wordt gepleegd
met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met
een derde verhoogd.
Gekwalificeerd delict. Art. 226 Sr
• De schuldige aan valsheid in geschrift wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zeven jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij gepleegd is:
• 1°. in authentieke akten;
• 2°. in schuldbrieven of certificaten van schuld van enige staat, enige provincie, gemeente of
openbare instelling;
• 3°. in aandelen of schuldbrieven of certificaten van aandeel of schuld van enige vereniging,
stichting of vennootschap;
• 4°. in talons, dividend- of rentebewijzen behorende tot een der onder de beide voorgaande
nummers omschreven stukken, of in de bewijzen in plaats van deze stukken uitgegeven;
• 5°. in krediet- of handelspapier.
• 2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van enig in
het eerste lid vermeld vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst,
dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich
verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet
vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
Bedrieglijke en eenvoudige bankbreuk. Art
341 Sr.
Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:
a
die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van
zijn schuldeisers:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt,
hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet
kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het
voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het
bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel
bedoeld;
Bedrieglijke en eenvoudige bankbreuk
b
te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens
de boedel kunnen doen gelden:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2 enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van
zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en
gegevensdragers in dat artikel bedoeld.
Wet economische delicten
• Niet publiceren jaarrekening.
art. 1 sub 4 Wet op de Economische Delicten
Belangenverstrengeling
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk belangenverstrengeling
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Drie soorten tegenstrijdige belangen
1. Direct persoonlijk tegenstrijdig belang

2. Indirect persoonlijk tegenstrijdig belang

3. Kwalitatief tegenstrijdig belang


Het bestuur vertegenwoordigt de
rechtspersoon.
Maar wat als:

• de bestuurder een hoger salaris wil dan de rechtspersoon wil


betalen?

• de bestuurder geld leent van de rechtspersoon maar het niet eens is


met het rentepercentage?
NV en BV
• Art. 2:129 lid 5 en Lid 6 BW / 2:239 lid 5 en 6 BW

• Bestuurder met tegenstrijdige belangen neemt niet deel aan de


beraadslaging.

• Interne werking. Beroep door belanghebbende is mogelijk m.b.v. 2:15


BW. Termijn voor deze actie is 1 jaar.
• Een derde merkt niets van de “2:15 BW actie”. De bestuurder blijft,
ondanks zijn tegenstrijdig belang vertegenwoordigingsbevoegd.

• Dat kan anders zijn als de derde wist van de tegenstrijdige belangen
van de bestuurder. (Zie ook het Bibolini-arrest p. 97)
Wat te doen bij tegenstrijdig belang BV en
NV?
• Alleen de bestuurder met tegenstrijdig belang neemt niet deel aan de
beraadslaging. Art. 2:129 / 2:239 lid 5 en 6 BW.

• Indien alle bestuurders ene tegenstrijdig belang hebben dan worden


besluiten door de rvc genomen.

• Wanneer een commissaris een tegenstrijdig belang heeft neemt hij niet
deel aan de besluitvorming. Art. 2:140 / 2:250 lid 5 BW.

• Indien geen besluit kan worden genomen door bestuur of RvC dan neemt
de AVA de besluiten.
De stichting en tegenstrijdig belang
• Heeft (verplicht) slechts een orgaan, het bestuur.

• Daarom geen wettelijke regeling.

• Dit orgaan blijft bevoegd.


De vereniging, coöperatie, owm en
tegenstrijdig belang.
• In geval van tegenstrijdig belang van het bestuur wijst de ALV personen aan
die de vereniging vertegenwoordigen. Art. 2:47 Jo 2:53a BW.

• Let op! In het geval de ALV andere personen aanwijst wordt het bestuur
onbevoegd en kunnen rechtshandelingen met derden wel worden
aangetast. (Zie het verschil met de interne werking van de BV en de NV).
Tot die tijd blijft het bestuur vertegenwoordigingsbevoegd.

• Let wel, dit laatste is alleen van toepassing als de derde op de hoogte was
of had kunnen zijn van het tegenstrijdige belang. (ABN-Amro / Dijkema
q.q.)
Ondernemingsrecht verdiept
Bestuurdersaansprakelijkheid
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk bestuurdersaansprakelijkheid
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Aansprakelijkheid op verschillende niveaus
• Privaatrechtelijk
• Strafrechtelijk
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)

• Nagenoeg identiek, verschil zit in lid 2, eerste volzin


• Nv, bv: bestuurder is automatisch vertegenwoordigingsbevoegd,
tenzij statuten dit uitsluiten
• Overige rechtspersonen: bestuurder is alleen individueel
bevoegd als statuten dit bepalen

4
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht

5
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan

• Lid 3, eerste volzin van elk van deze bepalingen:


Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het
bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt
en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders
voortvloeit.

• Vb beperking: tot een bepaald bedrag …


• Vb voorwaarde: toestemming krijgen van …
Deze hebben dus geen derdenwerking! 6
Wie is verbonden / kan worden aangesproken
bij onbevoegde vertegenwoordiging?
De bestuurder die de handeling verrichte wordt de (ongewenste)
contractspartij. Hij hoeft niet na te komen, maar hij moet wel instaan
voor zijn bevoegdheid.
Hij is daarom gehouden:
1. schade te vergoeden als gevolg van de onbevoegde
vertegenwoordiging;
2. het voordeel dat uitblijft door de onbevoegde vertegenwoordiging
te vergoeden. (Positief contractbelang.)
Hoofdelijke aansprakelijkheid
bestuurders
• Intern (art. 2:9 BW)
• Bij faillissement (art. 2:138, 248 BW)
• Bij misleidende jaarrekening (art. 2:139, 249 BW)
• (Alleen BV) Bij onverantwoorde :
• dividenduitkering (art.2:216 BW),
• verkrijging eigen aandelen (art. 2:207 BW) of
• vermindering geplaatste kapitaal (art. 2:208 BW)
• i.v.m. kapitaalseisen en inschrijfeisen handelsregister
(art. 2:69, 180 BW)
• Belastingrecht en sociaalzekerheidsrecht

8
Aansprakelijkheid bestuurders op
privaatrechtelijke gronden. Korte uitbreiding.
• Interne aansprakelijkheid bestuur op grond van art. 2:9 BW. Art. 2:9
lid 2 BW ernstige verwijtbaarheid of verwijtbaarheid op grond van
alle omstandigheden van het geval. (lid 2 is codificering van
Staleman/ Van de Ven.)

• Antimisbruik wetgeving: art. 2:138 BW / 2:2148 BW. Persoonlijke


aansprakelijkheid na faillissement.
• Uitkering van winst terwijl rekening moet worden gehouden dat
daarmee schuldeisers worden benadeeld en de vennootschap niet
meer aan haar verplichtingen kan voldoen. 6:162 BW. Kennelijk
onbehoorlijk bestuur. Reinders / Didam en Nimox-arrest.

• Tweede antimisbruik wetgeving. Verspreiding over meerdere wetten.


Niet melden van betalingsmoeilijkheden aan fiscus en instanties waar
sociale premies moet worden afgedragen.
Onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid.
2:9 BW jo 6:162 BW. De praktijk.
• Niet voldoen aan administratieplicht

• Onttrekken van geld aan vennootschap voor privédoeleinden

• Niet melden van ontwikkelingen welke van belang zijn voor


aandeelhouders

• Investeren boven normaal ondernemingsrisico

• Financiering verstrekken zonder zekerheid te verlangen


• Bij dreigende betalingsonmacht schuldeisers selectief betalen

• Zwart ontvangen en betalen van bedragen

• Niet controleren van kredietwaardigheid van handelspartners

• Stellen van onevenredig grote zekerheden

• Ongunstig vervreemden van activa


• Verwaarlozen van kredietbewaking

• Niet tijdig melden van betalingsonmacht aan fiscus, pensioenfonds en


sociale instanties

• Niet betalen van premies en belastingen

• Het verwaarlozen van schuldeisersbelangen

• Onvoldoende deskundigheid, besluitloosheid van bestuurders

• Overlaten van bestuurstaken aan een ander.


Nota bene.
In het geval de bestuurder van een rechtspersoon zelf een
rechtspersoon is “prikt” art. 2: 11 BW door deze structuur heen.
Daarmee zijn bestuurders toch hoofdelijk aansprakelijk.
Is decharge de oplossing voor een
bestuurder?
• Staleman / Van de Ven
Decharge strekt zich alleen uit over de informatie die de AVA kon weten
op basis van de jaarstukken. Dit blijft zelfs zo als een individuele
aandeelhouder van praktijken buiten dit verslag op de hoogte is.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Valsheid in geschrift. Art. 225 Sr
• Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als
schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
• 2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het
valse of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel
opzettelijk zodanig geschrift aflevert of voorhanden heeft, terwijl hij weet
of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig
gebruik.
• 3 Indien een feit, omschreven in het eerste of tweede lid, wordt gepleegd
met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met
een derde verhoogd.
Gekwalificeerd delict. Art. 226 Sr
• De schuldige aan valsheid in geschrift wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zeven jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij gepleegd is:
• 1°. in authentieke akten;
• 2°. in schuldbrieven of certificaten van schuld van enige staat, enige provincie, gemeente of
openbare instelling;
• 3°. in aandelen of schuldbrieven of certificaten van aandeel of schuld van enige vereniging,
stichting of vennootschap;
• 4°. in talons, dividend- of rentebewijzen behorende tot een der onder de beide voorgaande
nummers omschreven stukken, of in de bewijzen in plaats van deze stukken uitgegeven;
• 5°. in krediet- of handelspapier.
• 2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van enig in
het eerste lid vermeld vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst,
dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich
verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet
vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
Bedrieglijke bankbreuk. Art 341 Sr.

Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:
a
die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van
zijn schuldeisers:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt,
hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet
kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het
voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het
bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel
bedoeld;
Bedrieglijke bankbreuk
b
te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens
de boedel kunnen doen gelden:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2 enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van
zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en
gegevensdragers in dat artikel bedoeld.
Art. 340 Sr. Eenvoudige bankbreuk
• Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt, als schuldig aan
eenvoudige bankbreuk, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de vijfde categorie:
• 1°. indien zijn verteringen buitensporig zijn geweest;
• 2°. indien hij, met het oogmerk om zijn faillissement uit te stellen, wetende
dat het daardoor niet kon worden voorkomen, op bezwarende
voorwaarden geldopnemingen heeft gedaan;
• 3°. indien hij de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarmee
hij ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een
administratie gevoerd heeft en de boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers die hij ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in
ongeschonden staat te voorschijn brengt.
Wet economische delicten
• Niet publiceren jaarrekening.
art. 1 sub 4 Wet op de Economische Delicten
Ondernemingsrecht verdiept
Bestuurdersaansprakelijkheid
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk bestuurdersaansprakelijkheid
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Aansprakelijkheid op verschillende niveaus
• Privaatrechtelijk
• Strafrechtelijk
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)

• Nagenoeg identiek, verschil zit in lid 2, eerste volzin


• Nv, bv: bestuurder is automatisch vertegenwoordigingsbevoegd,
tenzij statuten dit uitsluiten
• Overige rechtspersonen: bestuurder is alleen individueel
bevoegd als statuten dit bepalen

4
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht

5
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan

• Lid 3, eerste volzin van elk van deze bepalingen:


Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het
bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt
en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders
voortvloeit.

• Vb beperking: tot een bepaald bedrag …


• Vb voorwaarde: toestemming krijgen van …
Deze hebben dus geen derdenwerking! 6
Wie is verbonden / kan worden aangesproken
bij onbevoegde vertegenwoordiging?
De bestuurder die de handeling verrichte wordt de (ongewenste)
contractspartij. Hij hoeft niet na te komen, maar hij moet wel instaan
voor zijn bevoegdheid.
Hij is daarom gehouden:
1. schade te vergoeden als gevolg van de onbevoegde
vertegenwoordiging;
2. het voordeel dat uitblijft door de onbevoegde vertegenwoordiging
te vergoeden. (Positief contractbelang.)
Hoofdelijke aansprakelijkheid
bestuurders
• Intern (art. 2:9 BW)
• Bij faillissement (art. 2:138, 248 BW)
• Bij misleidende jaarrekening (art. 2:139, 249 BW)
• (Alleen BV) Bij onverantwoorde :
• dividenduitkering (art.2:216 BW),
• verkrijging eigen aandelen (art. 2:207 BW) of
• vermindering geplaatste kapitaal (art. 2:208 BW)
• i.v.m. kapitaalseisen en inschrijfeisen handelsregister
(art. 2:69, 180 BW)
• Belastingrecht en sociaalzekerheidsrecht

8
Aansprakelijkheid bestuurders op
privaatrechtelijke gronden. Korte uitbreiding.
• Interne aansprakelijkheid bestuur op grond van art. 2:9 BW. Art. 2:9
lid 2 BW ernstige verwijtbaarheid of verwijtbaarheid op grond van
alle omstandigheden van het geval. (lid 2 is codificering van
Staleman/ Van de Ven.)

• Antimisbruik wetgeving: art. 2:138 BW / 2:248 BW. Persoonlijke


aansprakelijkheid na faillissement.
• Uitkering van winst terwijl rekening moet worden gehouden dat
daarmee schuldeisers worden benadeeld en de vennootschap niet
meer aan haar verplichtingen kan voldoen. 6:162 BW. Kennelijk
onbehoorlijk bestuur. Reinders / Didam en Nimox-arrest.

• Tweede antimisbruik wetgeving. Verspreiding over meerdere wetten.


Niet melden van betalingsmoeilijkheden aan fiscus en instanties waar
sociale premies moet worden afgedragen.
Onbehoorlijk bestuur en aansprakelijkheid.
2:9 BW jo 6:162 BW. De praktijk.
• Niet voldoen aan administratieplicht

• Onttrekken van geld aan vennootschap voor privédoeleinden

• Niet melden van ontwikkelingen welke van belang zijn voor


aandeelhouders

• Investeren boven normaal ondernemingsrisico

• Financiering verstrekken zonder zekerheid te verlangen


• Bij dreigende betalingsonmacht schuldeisers selectief betalen

• Zwart ontvangen en betalen van bedragen

• Niet controleren van kredietwaardigheid van handelspartners

• Stellen van onevenredig grote zekerheden

• Ongunstig vervreemden van activa


• Verwaarlozen van kredietbewaking

• Niet tijdig melden van betalingsonmacht aan fiscus, pensioenfonds en


sociale instanties (UWV)

• Niet betalen van premies en belastingen

• Het verwaarlozen van schuldeisersbelangen

• Onvoldoende deskundigheid, besluitloosheid van bestuurders

• Overlaten van bestuurstaken aan een ander.


Nota bene.
In het geval de bestuurder van een rechtspersoon zelf een
rechtspersoon is “prikt” art. 2: 11 BW door deze structuur heen.
Daarmee zijn bestuurders toch hoofdelijk aansprakelijk.
Is decharge de oplossing voor een
bestuurder?
• Staleman / Van de Ven
Decharge strekt zich alleen uit over de informatie die de AVA kon weten
op basis van de jaarstukken. Dit blijft zelfs zo als een individuele
aandeelhouder van praktijken buiten dit verslag op de hoogte is.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Valsheid in geschrift. Art. 225 Sr
• Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt als
schuldig aan valsheid in geschrift gestraft, met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
• 2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het
valse of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel
opzettelijk zodanig geschrift aflevert of voorhanden heeft, terwijl hij weet
of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig
gebruik.
• 3 Indien een feit, omschreven in het eerste of tweede lid, wordt gepleegd
met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met
een derde verhoogd.
Gekwalificeerd delict. Art. 226 Sr
• De schuldige aan valsheid in geschrift wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zeven jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien zij gepleegd is:
• 1°. in authentieke akten;
• 2°. in schuldbrieven of certificaten van schuld van enige staat, enige provincie, gemeente of
openbare instelling;
• 3°. in aandelen of schuldbrieven of certificaten van aandeel of schuld van enige vereniging,
stichting of vennootschap;
• 4°. in talons, dividend- of rentebewijzen behorende tot een der onder de beide voorgaande
nummers omschreven stukken, of in de bewijzen in plaats van deze stukken uitgegeven;
• 5°. in krediet- of handelspapier.
• 2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van enig in
het eerste lid vermeld vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst,
dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich
verschaft, vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet
vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
Bedrieglijke bankbreuk. Art 341 Sr.

Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:
a
die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van
zijn schuldeisers:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt,
hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet
kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het
voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het
bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel
bedoeld;
Bedrieglijke bankbreuk
b
te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens
de boedel kunnen doen gelden:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2 enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van
zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en
gegevensdragers in dat artikel bedoeld.
Art. 340 Sr. Eenvoudige bankbreuk
• Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt, als schuldig aan
eenvoudige bankbreuk, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de vijfde categorie:
• 1°. indien zijn verteringen buitensporig zijn geweest;
• 2°. indien hij, met het oogmerk om zijn faillissement uit te stellen, wetende
dat het daardoor niet kon worden voorkomen, op bezwarende
voorwaarden geldopnemingen heeft gedaan;
• 3°. indien hij de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarmee
hij ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een
administratie gevoerd heeft en de boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers die hij ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in
ongeschonden staat te voorschijn brengt.
Wet economische delicten
• Niet publiceren jaarrekening.
art. 1 sub 4 Wet op de Economische Delicten
Faillissementsrecht

1
Leerdoelen:
• Je kent de indeling van het Nederlandse faillissementsrecht alsmede
de bijbehorende begrippen.
• Je past de beginselen van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
toe op een eenvoudige casus.
• Je kunt hoofdpunten van het faillissementsrecht benoemen en op het
eenvoudigste niveau een casus oplossen.

2
Wat is faillissement
• Verschil tussen bijzonder beslag en faillissement.

• Bijzonder beslag wordt door een schuldeiser gelegd als zijn vordering
niet wordt voldaan. Faillissement is algemeen beslag voor alle
schuldeisers. Mocht eerst bijzonder beslag zijn gelegd, dan vervalt dit
in het geval faillissement wordt uitgesproken. Art. 33
Faillissementswet (Fw)

3
Aanvragers van faillissement
• 1. De schuldenaar zelf
• 2. Ten minste twee schuldeisers. Art. 6 Fw
• 3. Het openbaar ministerie. Art. 1 lid 1 en 2 Fw

4
Wanneer kan het faillissement worden
uitgesproken?
• 1. Ten minste twee schuldeisers. Art. 6 lid 3 Fw (zie: “steunvordering)

Waarom tenminste twee schuldeisers?

• 2. De failliet moet opgehouden zijn te betalen. Art 6 lid 3 Fw (Dit


wordt afgeleid uit het feit dat er ten minste twee schuldeisers zijn.)

5
Na de faillissementsverklaring
• De failliet wordt beschikkingsonbevoegd. Art. 23 Fw. tenzij sprake is van
voordeel voor de failliete boedel Art. 24 Fw.

• Hij blijft handelingsbekwaam

• De failliete boedel wordt door een curator en rechter-commissaris


beheerd. (64 Fw)

• Het faillissement wordt in het faillissementsregister ingeschreven en


gepubliceerd in de Staatscourant. (Zie voor de praktijk het
Insolventieregister op www.rechtspraak.nl)
6
Wat omvat het faillissement?
• Het gehele vermogen (let op huwelijk in gemeenschap van goederen bij
natuurlijke personen) van de failliet en de baten die na de faillietverklaring
in de boedel vallen. Art. 20 Fw

Uitzonderingen:

• Salaris, sociale uitkeringen. Art. 21 Fw


• Evt. kan de beslagvrije voet van art. 475c Rv jo 475d Rv worden
aangehouden.
• Huishoudelijke zaken en zaken waarmee inkomen kan worden
gegenereerd. Art. 21 Fw jo 447 RV
7
Twee fasen van faillissement
• Conservatoire fase
Boedelbeschrijving en staat van baten en schulden. Art. 94 t/m 96 Fw
Verificatie van vorderingen 108 t/m 115 Fw.

Indien geen: akkoord, homologatie of opheffing door gebrek aan baten:

• Executoriale fase
Staat van insolventie en vereffening
Uitdeling aan schuldeisers

8
Wie krijgt wat?
• Afhankelijk van het soort schuldeiser

• Rangorde van deze schuldeisers

9
Soorten schuldeisers (1)
Schuldeisers met een bijzondere positie
• Separatisten -> Pand- en hypotheekhouder. Art. 57 Fw
Kunnen executeren alsof er geen faillissement was. Het recht van
parate executie.
• Boedelschuldeisers -> schulden die ontstaan uit het beheer van het
faillissement.
Salaris curator art. 71 Fw, huur- , loon- en pachtsommen na
faillissement art. 39 lid 1. Art. 40 lid 2 Fw, verbintenissen ex art. 24 Fw
en 37 Fw, handelingen curator voor voortzetting bedrijf art. 98 Fw.
10
Soorten schuldeisers (2)
• Schuldeisers met feitelijke voorrang
Schuldverrekening of compensatie art. 6:127, 53, 54, 55 FW,
retentierecht art. 3:290 BW, recht van reclame art 7:39 BW,
eigendomsvoorbehoud art. 3:92 BW
• De Ontvanger (fiscus)
Versneld incassorecht art. 19 lid 1 en 3, bodemrecht art. 22
Invorderingswet

11
Soorten schuldeisers (3)
• Bevoorrechte / preferente schuldeisers
Drie soorten:

1. Bijzondere en algemene voorrechten


Bijzonder -> Vorderingen die een bepaalde zaak betreffen
Kosten tot behoud van de zaak art. 3:284, Overeenkomst tot aanneming van
werk, Verzekeringsuitkering art. 3:287 BW.
Algemeen -> Vorderingen die rusten op het gehele vermogen schuldenaar
Kosten faillissementsaanvraag, begrafeniskosten, vervallen
pensioentermijnen en lonen art. 3:288 BW.

12
Soorten schuldeisers (4)
• 2 / 3. De ontvanger (fiscus) en houders van vorderingen inzake sociale
verzekeringspremies
Fiscus art. 21 lid 1 Invorderingswet.

Als een bestuurder geen melding maakt (voor faillissement) dat


belastingen en sociale verzekeringen niet meer kunnen worden voldaan
is sprake van onbehoorlijk bestuur art. 36 Invorderingswet. (Zie ook
aansprakelijkheid bestuurders).

13
Soorten schuldeisers (5)
• Concurrent crediteur
Schuldeisers met een persoonlijk recht

Voorbeeld: recht op levering van een gekochte zaak. Betaald vóór


faillissement maar nog niet geleverd.

14
Rangorde schuldeisers (1)

Beginsel: paritas creditorum / gelijkheid van schuldeisers

15
Rangorde van schuldeisers (2)
Het beginsel brengt met zich dat een volgorde in het leven is geroepen.

1. Boedelschuldeisers
2. Voorrecht ter zake van verzekeringspenningen
3. Voorrecht met betrekking tot faillissementsaanvraag
4. Voorrecht met betrekking tot kosten van behoud van een zaak

16
Vraag:
• Noem een voorbeeld van een boedelschuldeiser.
• Bedenk voor voorbeeld van situatie waarin zich een voorrecht tot
behoud van een zaak voordoet.

17
Rangorde van schuldeisers (3)
5. Fiscaal voorrecht en voorrecht voor verzekeringspremies
6. Andere speciale / bijzondere voorrechten
7. Algemene voorrechten volgens de rangorde uit de wet
8. Concurrente crediteuren
9. Post-concurrente crediteuren

18
Rangorde van schuldeisers (4)
• Schuldeisers die op onderstaande gronden een vordering hebben
blijven buiten faillissement / rangorde

1. De pand- en hypotheekhouder
2. Recht van reclame
3. Retentiegerechtigde
4. Eigendomsvoorbehoud
5. Schuldverrekening

19
Recht van retentie
• Art. 3:290 BW
• De wet kent in bepaalde gevallen een crediteur het recht toe om de nakoming
van een verplichting tot afgifte van een zaak op te schorten totdat de wederpartij
de vordering betaalt.
• In faillissement blijft het retentierecht bestaan. De curator kan de vordering
voldoen en de zaak zo terugkrijgen. Ook mag de curator de zaak opeisen en
verkopen. Degene met het retentierecht heeft dan voorrang op het verhalen van
zijn vordering op de opbrengst van de zaak.
• Is de schuldeiser met het retentierecht bang voor opeising van het goed door de
curator, dan kan hij de curator een redelijke termijn stellen om het goed op te
eisen. Doet de curator dat niet binnen de termijn, dan mag hij het goed door
middel van parate executie verkopen. De retentor wordt geen eigenaar hetgeen
teveel is ontvangen gaat naar de failliete boedel.
20
Actio Pauliana
• Buiten faillissement art. 3:45 BW t/m 3:48 BW

• Binnen faillissement art. 42 Fw t/m 51 Fw

Let op de omkering van de bewijslast.

21
Paulianeus handelen:
Vereisten:
• Onverplichte rechtshandeling
• Crediteuren worden benadeeld (vermogensvergelijking vóór en na rh)
• Debiteur wist dat/behoorde te weten.
• Wetenschap wederpartij
• Curator in faillissement kan vernietigen
• Buiten faillissement: crediteur kan vernietigen
• Let op: art 43 en volgende FW

22
Vraag:
Bedenk zelf een situatie, waarin Paulianeus is gehandeld.

Denk aan de wettelijke vereisten! (vorige slide)

23
Soms kan een faillissement worden
voorkomen door een akkoord
• via een wettelijk akkoord: voorwaarde is dat alle crediteuren
instemmen.
• Via een dwangakkoord (de Wet Homologatie Onderhands Akkoord:
WHOA, sinds 1 januari 2021), instemming alle crediteuren onnodig.
• De WHOA biedt mogelijkheden voor bedrijven die
toekomstperspectief hebben, om ook als een crediteur niet
meewerkt, te pogen een faillissement te voorkomen.
• Gecontroleerd stoppen zonder faillissement mogelijk
• Via rechtbank ter bescherming crediteuren en aandeelhouders

24
Voorbeeld
Centraal Insolventieregister (rechtspraak.nl)

WHOA | Rechtspraak

25
Einde van het faillissement
Het faillissement eindigt op drie manieren.

1. Opheffing wegens gebrek aan baten art. 16 Fw (Zo komt het


faillissement dus nooit in de executoriale fase)
2. Het verbindend worden van de slotuitdelingslijst art. 187 lid 4 Fw en
193 lid 1 Fw.
3. Het in kracht van gewijsde gaan van de homologatie van een akkoord
art. 161 FW.

26
Einde van het faillissement
Voor de failliet:

1. Na rehabilitatie art. 206 e.v. Fw


2. Bij SNP: blijft aan het einde van de termijn een natuurlijke
verbintenis over. Hierdoor “voelt” de failliet niets van een eventuele
restschuld. Art. 358 Fw.

27
Schuldsanering natuurlijke personen.
• Een natuurlijk persoon kan verzoeken om sanering van schulden. Art.
284 Fw.

• Tijdige aanvraag van de schuldsanering gaat vóór de eventuele


faillissementsaanvraag. Art. 3a Fw.

• Van schuldsanering kan alleen sprake zijn als schuldenaar kan


aantonen dat geen minnelijke regeling kon worden getroffen met
schuldeisers. Art. 285 lid 1 sub f FW.

28
Reikwijdte van de sanering
• De boedel van de schuldenaar.

• De goederen (art. 3:1 BW -> zaken en vermogensrechten) die tijdens


de regeling worden verkregen.

• Vrijgesteld is de beslagvrije voet van art. 475d Rv jo art. 295 lid 2 Fw.
En zaken vermogen genoemd in art. 295 lid 4 Fw.

29
Gevolgen toewijzing verzoek tot
schuldsanering
• Er wordt een bewindvoerder aangewezen

• Schuldenaar wordt beschikkingsonbevoegd (handelingsonbekwaam is


niet hetzelfde!) ten aanzien van goederen uit de boedel. Art. 296 Fw.

• Periode: drie jaar met verlenging van max. vijf jaar.

30
Vraag
Noem enkele verschillen tussen de SNP en een faillissement

31
DE AVG: deel 1
privacymanagement
Leerdoelen:
• Je benoemt in hoofdlijnen het belang van de bescherming van privacy
en persoonsgegevens en de rol van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming;
• je benoemt de begrippen compliance, de definities van alle partijen
die bij privacymanagement zijn betrokken en de overige bijbehorende
begrippen;
• je licht gemotiveerd toe waarom financiële adviseur in hoofdlijnen
kennis hebben van privacymanagement van MKB-ondernemingen.
Inhoud
• Wat is privacymanagement?
• Is dat nodig?
• Wie heeft te maken met privacymanagement?
• Belangrijke begrippen
• Welke partijen zijn daarbij betrokken?
Privacymanagement
• Beleid en de bijbehorende regels die organisaties hanteren,
aangaande de privacygevoelige gegevens van hun werkers en hun
klanten en andere betrokkenen.
Risicomanagement
• Privacygevoelige informatie behelst een risico voor organisaties.
Waarom is dat? Onder welke noemers valt dat risico?
Compliance, goed bestuur
• Wat is dat, compliance?
• Voldoen aan wet en regelgeving, vereisten vanuit betrokken
stakeholders en eisen voortvloeiend uit eigen codes, keurmerken en
dergelijke.

• Waarom zijn de begrippen compliance en goed bestuur belangrijk,


ook voor MKB-ondernemingen?
Risk-based compliance management
• Is steeds meer de basis voor Nederlandse organisaties, zowel voor de
commerciële als de niet-commerciële.
• Wat houdt dat in?
• Management wordt benaderd niet meer vanuit een eisen-stellende
norm, maar vanuit een richtsnoer voor risk-based compliance
management.
• Met welke vakgebieden heeft risico management raakvlakken?
Raakvlakken met
• Maatschappelijk verantwoord ondernemen
• corporate governance, MKB governance (wat is het verschil?)
• Administratieve organisatie, financiering, controleleer
• Bedrijfskunde, bestuurskunde
• Natuurlijk: rechten; vermogensrecht, ondernemingsrecht,
bedrijfsrecht,
• Ethiek
Privacy management en risk, wat is het
verband?
• Wat houdt privacy management in?
• Waarom belangrijk voor F&C-ers?
• Dezelfde uitgangspunten als bij de risk based benadering:
- welke wet- en regelgeving?
- de belangen van welke stakeholders zijn betrokken?
- eigen codes en regels?
- wat zijn de risico’s?
- welke maatregelen kan de organisatie treffen om die te beheersen?

Bijv. de privacy belangen van welke stakeholders kunnen we


benoemen bij de F&C-opleiding?
Wet- en regelgeving privacy: de AVG
• Algemene Verordening Gegevensbescherming (ook wel de GDPR)
• Andere begrippen: de Autoriteit Persoonsgegevens (AP); de
Functionaris Gegevensbescherming (FG) ook wel Data Protection
Officer (DPO); Protection Impact Assessment (PIA)
Hoofddoelen AVG
• Bescherming van persoonsgegevens
• Mogelijk maken/vergemakkelijken vrij verkeer persoonsgegevens
binnen de EU

• Belangrijk: persoonsgegevensbescherming en privacy zijn


grondrechten
• Privacywetten bestaan al lang (zo’n 50 jaar)
persoonsgegevens
• Definitie: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare
natuurlijke persoon (de betrokkene).
• Identificeerbaar: als iemand direct/indirect kan worden
geïdentificeerd (let op: pseudonimiseren)
• Alle informatie: foto’s, video’s, dna-materiaal, cookies, surgedrag op
internet, de vorm van de info niet belangrijk.
• Reikwijdte: natuurlijke personen die zich in de EU (ook bijv.
ambassades, vliegtuig of schip) bevinden, ook als organisatie niet in
EU is gevestigd
Nog meer begrippen
• Verwerkingsverantwoordelijke
• Medeverantwoordelijke
• Verwerker
• Subverwerker

• Soms lastig te bepalen welke rol een organisatie heeft bij de


gegevensverwerking.
• Belangrijk? Ja, vanwege de aansprakelijkheid voor schade die de
betrokkenen lijden als organisatie fouten maakt bij privacy
management.
Meerdere partijen betrokken bij
gegevensverwerking
• Dan lastig te bepalen wie verantwoordelijke is en wie verwerker
• Vuistregels: wie bepaalt doel van de verwerking? Of, wie voert de
regie over de gegevensverwerking?
• Soms gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid. Bijvoorbeeld
ingeval er een platform bestaat waarop partijen persoonsgegevens
uitwisselen en verwerken.
• De feitelijke situatie is doorslaggevend, los van de afspraken.
Verwerkersovereenkomsten
• verantwoordelijke en verwerker moeten altijd een overeenkomst
sluiten.
• Hierin moeten partijen hebben vastgelegd dat de verwerker
voldoende garanties biedt dat diens verwerking voldoet aan de eisen
van de AVG
• Waarschijnlijk zullen verwerkers dergelijke zaken (aangaande
gegevensbescherming en privacy) gaan opnemen in hun algemene
voorwaarden.
De AVG in de praktijk: privacymanagement
Artikel 24 lid 1 AVG:
Rekening houdend met de aard, omvang, context en doel van de
verwerking, alsook met de qua waarschijnlijkheid en ernst
uiteenlopende risico’s voor de rechten en vrijheden van natuurlijke
personen, treft de verwerkingsverantwoordelijke passende technische
en organisatorische maatregelen om te waarborgen en te kunnen
aantonen dat de verwerking i.o.m. deze verordening (de AVG) wordt
uitgevoerd. Die maatregelen worden geëvalueerd en indien nodig
geactualiseerd.
Privacymanagement 2
• Definitie: alle maatregelen die een organisatie neemt om ervoor te
zorgen dat zij zich houdt aan de AVG en dat zij daarover
verantwoording kan afleggen.
• Hierna:
• De FG
• Het verwerkingsregister
• De PIA
• Privacy by design
• Informatiebeveiliging
• Meldplicht bij datalekken
De FG (ook wel: DPO-Data Protection Officer)
• Overheidsorganisaties
• Ingeval regelmatige, stelselmatige grootschalige observaties
onderdeel kernbezigheid zijn
• Ingeval grootschalige verwerking bijzondere of strafrechtelijke
gegevens onderdeel kernbezigheid zijn

• Uiteraard is bovenstaande ruim op te vatten!


• Taak/positie
• Vraagje: Licht gemotiveerd toe of de HU verplicht is om een FG aan te
stellen?
Verwerkingsregister
• NAW van de organisatie en de FG
• NAW van evtuele medeverantwoordelijken
• De verwerkingsdoeleinden
• Beschrijving categorieën betrokkenen en categorieën
persoonsgegevens
• Categorieën van ontvangers van gegevens
• Informatie doorgifte aan derde landen
• Beoogde bewaartermijnen
• Beschrijving hoofdlijnen beveiliging van de persoonsgegevens
Privacy Impact Assessment (PIA)
• Een kwaliteitsmeting wettelijk voorgeschreven in bepaalde gevallen.
• Naast beschrijving verwerking, doeleinden en belangen, beoordeling
noodzaak, proportionaliteit, risico’s en beoogde maatregelen om die
risico’s te voorkomen.
• Momenteel veelal gangbaar te volstaan met aanbevelingen, PIA’s
moeten concrete besluiten (PDCA-cyclus moet kunnen worden
overlegd) bevatten!
Privacy by design
• Wat is dat: vanaf begin in ontwerpprocessen privacybescherming
inbouwen, zodat rechtmatig gebruik persoonsgegevens wordt
gewaarborgd enerzijds en anderzijds de AVG wordt nageleefd.
• Focus op:
• Anonimiseren: voldoende anonimiteit, AVG n.v.t.
• Pseudonimiseren: nog wel te identificeren, dus AVG blijft toepasselijk
• Aggregeren: voldoende abstractie AVG n.v.t.
Privacy by default
• de standaardinstellingen van een programma, app, website, dienst of
apparaat zijn zodanig dat maximale privacy wordt betracht;
• Voorbeeld: je ontvangt een nieuwsbrief pas wanneer je je daarvoor
hebt aangemeld, niet automatisch (opt out in plaats van opt in)
informatiebeveiliging
• Typen maatregelen
• Pseudonimiseren en versleuteling persoonsgegevens
• Doorlopende garantie dat verwerkingssystemen betrouwbaar zijn en voldoen
aan de eisen van de AVG
• Vermogen om op incidenten tijdig te reageren en herstel te bieden
• Procedure voor calamiteiten, die ook wordt bijgehouden
Meldplicht datalekken
• Wat is een datalek?
• Meldplicht: aan de AP
• Registratieplicht datalekken
Privacymanagement voor verwerkers
• Minder ingrijpend dan voor verwerkingsverantwoordelijken, maar
ook verwerkers moeten o.a.:
• Een verwerkingsregister bijhouden
• Soms een FG aanstellen
• Informatiebeveiliging op orde hebben en houden
• Gegevens alleen verwerken conform opdracht van klanten
• AVG-proof werken en de klanten in dat opzicht ondersteunen
DE AVG: deel 2
privacymanagement
Leerdoelen:
• Je geeft in een casus aan welke gegevens in welke gevallen op welke wijze
mogen worden opgevraagd en mogen worden bewaard onder welke
omstandigheden;
• Je benoemt de risico’s op het gebied van privacymanagement en de
maatregelen die deze risico’s tegengaan;
• Je bent bekend met PIA’s;
• Je benoemt de taken en bevoegdheden van de Autoriteit
Persoonsgegevens (hierna: de AP);
• Je licht gemotiveerd toe welke maatregelen de AP kan opleggen in een
bepaalde situatie;
• Je benoemt globaal de maatregelen die organisaties ten aanzien van
privacy management behoren te treffen in een bepaalde situaties.
onderwerpen:
• Gegevensverwerking, het proces
• De betrokken natuurlijke persoon
• De toezichthouder: de AP, taak, bevoegdheden
• En nu? Hoe verder met de privacy-regels?
Eerst een paar vragen
• Noem een voorbeeld van een verwerkingsverantwoordelijke
organisatie;
• en een voorbeeld van een verwerker;
• en van een sub-verwerker.
Het verwerkingsproces
• De verwerking moet zijn
• Rechtmatig: niet in strijd met het Europese en nationale recht (ook
grondrechten); en
• Behoorlijk: gaat om de intentie, goed bestuur, degenen die ermee werken
moeten fatsoenlijk, behoorlijk met privégegevens omgaan en dat ook willen
doen.
a) Doelbinding
• De doeleinden waarvoor wordt verwerkt moeten concreet en te
rechtvaardigen zijn.
• Mag de organisatie verwerkte gegevens ook nog voor iets anders
gebruiken, of bijvoorbeeld doorverkopen?
b) Minimale gegevensverwerking
• Hangt ook samen met eis van doelbinding. Je mag niet meer gegevens
verzamelen dan relevant of nodig.
• Hotels eisen bij het inchecken vaak een kopie van het paspoort. Mag
dat? Zie ook ad 4) grondslag
• Hiermee samen hangt uitgangspunt dat behoorlijke verwerking met
zich meebrengt dat gegevens worden vernietigd /geanonimiseerd
zodra dat kan.
c) juistheid
• De gegevens moeten kloppen, niet verouderd zijn of de verkeerde.
d) grondslagen
Verwerking is nodig hetzij:
1 om een overeenkomst met de betrokkene voor te bereiden of uit te
voeren; of om
2 aan een wettelijke verplichting te voldoen; of omdat het
3 nodig is voor iemands levensbelang;
4 om een overheidstaak goed te kunnen uitvoeren;
5 omwille van zo’n zwaarwegend belang dat belang van betrokkene
moet wijken; ofwel
6 betrokkene heeft toestemming gegeven.
e) Bijzondere of strafrechtelijke gegevens
• Bijzondere gegevens zijn o.a. gegevens waaruit ras, etniciteit of
geloofsopvattingen, politieke opvattingen blijken, iemands sexuele
gerichtheid of gezondheid.
• Sommige gegevens vallen niet in de categorie bijzonder, maar zijn wel
gevoeliger en vereisen een hoger beschermingsniveau, denk aan,
gegevens over iemands financiële situatie (bijv. schulden),
loonstrookjes, medische gegevens (Altrecht, verslavingszorg),
wachtwoorden/inloggegevens, DNA-informatie, kopieën van ID-
bewijzen.
• Strafrechtelijke gegevens
Let op: profilering
• Ook wel geautomatiseerde verwerking van gegevens waarbij aan de
hand van persoonsgegevens bepaalde persoonlijke aspecten van een
persoon worden geëvalueerd om bepaalde prestaties, interesses,
gedrag, gezondheid, financiële prestaties te analyseren en
voorspellen.

• Kun je een voorbeeld van profilering noemen?


• AVG stelt eis van toestemming van betrokkene, uitleg over essentie
van de verwerking.
De toezichthouder
• Wat is een toezichthouder?
• https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl
Meldplicht datalekken
De meldplicht datalekken houdt in dat organisaties (zowel
bedrijven als overheden) direct een melding moeten doen
bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zodra zij een
ernstig datalek hebben. En soms moeten zij het datalek
ook melden aan de betrokkenen (de mensen van wie de
persoonsgegevens zijn gelekt).
Bij een datalek gaat het om toegang tot of vernietiging,
wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens bij een
organisatie zonder dat dit de bedoeling is van deze
organisatie. Of zonder dat dit wettelijk is toegestaan.
Datalek melden
Organisaties die een datalek willen melden bij de AP,
kunnen dat doen via het meldloket datalekken.
In de privacyverklaring datalek melden staat hoe de AP
omgaat met de persoonsgegevens van degene die een
datalek meldt.
Gedragscodes / Certificering
• Gedragscode: zelfregulering binnen een beroepsgroep of branche
• Certificering: beoordelingsproces, een meting/check voor een
organisatie om een onafhankelijk beeld/inzicht te krijgen in hoeverre
de organisatie AVG-proof is.
Ethiek, goed bestuur in het MKB
(good governance), compliance,
Lesweek 6
Leerdoelen
• Je hanteert de belangrijkste begrippen uit de beroepsethiek –zoals onder
meer de moraliteit, integriteit en compliance, beroepsethiek;
• je beschrijft ethische dilemma’s onder verwijzing naar correct uitgewerkte
ethische begrippen in een niet complexe probleemstelling. De context van
de probleemstelling is: compliance, good governance –de corporate
governance code daaronder begrepen- en goed bestuur in het MKB;
• Je kent de tekst en het achterliggende gedachtegoed van de beroepseed
van de accountants resp. bankierseed mede in de context van de
beroepsethiek en de beroepseer;
• Je past de theorie het interne of externe toezicht (Raad van
Commissarissen/Raad van Toezicht/kwaliteitsmanager) toe op een
eenvoudige casus.
Onderwerpen:
• Wat houdt ethiek in en welke begrippen horen daarbij?
• Waarom is dat onderwerp belangrijk voor Financials?
• Wat is goed bestuur en good governance?
• Aanverwante onderwerpen: toezicht, medezeggenschap en het
structuurregime
Wat is ethiek?
• Vragenlijst ‘Hoe ethisch ben jij ingesteld?’
• Aanleiding van aanscherpen regels, toezicht, kortom onderwerp van
compliance
• https://www.youtube.com/watch?v=Hhy7JUinlu0
• Actueel onderwerp?
• Fred Teeven en Marcel Pheijffer Acc.dag 2015:
https://www.youtube.com/watch?v=7QvUf9SW83c
• kijk naar: CFO ING Van Rijswijk en accountant hoofd Vaktechniek EY De Bos:
https://debatdirect.tweedekamer.nl/2018-10-17/financien/troelstrazaal/ing-
15-00/onderwerp
Ethiek actueel? 2
• De ING-witwas-casus.
• Artikel van Marcel Pheijffer
• Oefening kritisch lezen, zie volgende slide
Oefening
• Lees de tekst die nu wordt uitgedeeld. Je krijgt 4 minuten de tijd
daarvoor.
• Dan draai je je blaadje om en schrijft op de achterzijde het antwoord
op de volgende twee vragen.
• Wat is het onderwerp van deze tekst? Waar gaat het stuk over, wat is het
probleem?
• Waarom is dat het onderwerp? Wat is de aanleiding van dat probleem?

Noteer de beide antwoorden in twee correcte Nederlandse volzinnen.


Het belang van ethiek voor financials
• De bankierseed (https://www.tuchtrechtbanken.nl/de-bankierseed):
• Ik zweer/beloof binnen de grenzen van mijn functie die ik op enig moment
in de bancaire sector vervul:
• dat ik mijn functie integer en zorgvuldig zal uitoefenen;
• dat ik een zorgvuldige afweging maak tussen de belangen van alle partijen die bij de
onderneming zijn betrokken, te weten die van de klanten, de aandeelhouders, de
werknemers en de samenleving waarin de onderneming opereert;
• dat ik in die afweging het belang van de klant centraal zal stellen;
• dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de gedragscodes die op
mij van toepassing zijn;
• dat ik geheim zal houden wat mij is toevertrouwd;
• dat ik geen misbruik zal maken van mijn kennis;
Het belang van ethiek voor financials 2
• dat ik mij open en toetsbaar zal opstellen en mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving ken;
• dat ik mij zal inspannen om het vertrouwen in de financiële sector te behouden en te bevorderen.
Zo waarlijk helpe mij god Almachtig! / Dat verklaar en beloof ik!
Op [datum], werd te [plaats] ten overstaan van [naam persoon ten overstaan van wie de eed of
belofte is afgelegd], en in tegenwoordigheid van [naam andere vertegenwoordiger van de
onderneming of branche of beroepsorganisatie] de eed /belofte volgens bovenvermeld formulier
afgelegd.
Tevens bevestigt [naam betrokkene] zich te houden aan de gedragsregels en de handhaving van de
gedragsregels en de uitoefening van de bevoegdheden op grond van het Tuchtreglement bancaire
sector te erkennen;
Betrokkene
[handtekening betrokkene]

Aan de Bankierseed is een gedragscode verbonden. Wie de eed heeft afgelegd, onderwerpt zich aan
het tuchtrecht. Er zijn sinds 1 april 2015 uitspraken gedaan in tuchtzaken; zij zijn hier terug te lezen.
Beroepseed accountants
https://www.nba.nl/kwaliteitsbevordering/beroepseed-voor-accountants/
• ‘Ik ben mij ervan bewust dat ik als accountant dien te handelen in het
algemeen belang.
• Ik oefen mijn beroep uit met een professioneel-kritische instelling. In de
uitoefening van mijn beroep als accountant laat ik mij leiden door
fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en
zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid.
• Ik houd mij aan de wetten en regelgeving die op mijn beroep van
toepassing zijn.
• Mijn professionaliteit brengt met zich mee dat ik geen handelingen verricht
waarvan ik weet of behoor te weten dat die het accountantsberoep in
diskrediet kunnen brengen.
• Zo waarlijk helpe mij God almachtig/dat beloof/dat verklaar ik.’
Goed bestuur/good governance
• https://www.mccg.nl/
• Manier waarop een onderneming wordt bestuurd → groot belang
voor goed functioneren en concurreren economie
• Belang nog groter als dit in internationaal verband wordt geplaatst
• Sinds december 2016 herziene Code (Code Frijns) in werking
• Doel: stimuleren economie door vertrouwen van stakeholders te
borgen
• Comply or explain basis
• Gericht op beursgenoteerde onderneming, maar reflexwerking naar
MKB
Goed bestuur 2
• De Wet financieel toezicht, het BW en Wet giraal effectenverkeer
bevatten ook diverse normen van goed bestuur; invloed op bestuur
van ondernemingen
• Opdracht: bestudeer de Code (zie site Monitoringcie, vorige slide) en
check de best practices. Ga na welke je herkent uit BW2.
Diverse links recente gevoelige kwesties
• https://debatdirect.tweedekamer.nl/2018-10-
17/financien/troelstrazaal/ing-15-00/onderwerp

• accountantsdag 2015 (Marcel Pheijffer en Fred Teeven), vanaf 3e
minuut en 50 seconden tot de 19e minuut.

• https://www.youtube.com/watch?v=7QvUf9SW83c

concernbegrippen
• Moedermaatschappij
• Holding
• Dochtermij
• Afhankelijke maatschappij

• Bekijk voorbeeld figuur 9.2 aandachtig. Teken dit voorbeeld uit.


• beantwoord TV 9.2
Het structuurregime
• Grote BV resp. NV: zie artt 2:153/263 BW en volgende
• Gevolg:
• Verplichte RvC of toezichthoudende bestuurders
• Bevoegdheden RvC
• Bevoegdheid bestuurders benoemen/ ontslaan verschuift van AV naar RvC
• Art 2: 164/274

You might also like