Professional Documents
Culture Documents
Ondernemingsrecht. Rechtsvormen: Het Grote Herhalingscollege
Ondernemingsrecht. Rechtsvormen: Het Grote Herhalingscollege
Rechtsvormen
Het grote herhalingscollege
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de personen
vennootschappen benoemen en eenvoudige casus oplossen.
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de vereniging,
coöperatie OWM en stichting benoemen en eenvoudige casus
oplossen.
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de BV en de NV
benoemen en eenvoudige casus oplossen.
Algemene opmerkingen
Rechtsvormen van ondernemingen
Rechtspersonen (Boek 2 BW) Personenvennootschappen
(Boek 7A BW en WvK)
5
Ondernemingsrecht. Deel 1 Ondernemingen
zonder rechtspersoonlijkheid
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de personen
vennootschappen benoemen en eenvoudige casus oplossen.
Ondernemingsvormen zonder
rechtspersoonlijkheid
• Eenmanszaak
• Maatschap
• Vennootschap onder firma (vof)
• Commanditaire vennootschap (cv)
8
Eenmanszaak
• Geen wettelijke regeling
• Eigenaar is natuurlijke persoon die onderneming drijft voor zijn
rekening en risico
• Verplichtingen:
-onder meer inschrijven in het handelsregister (ex art 5 sub b
Handelsregisterwet en ook economisch delict)
-administratie voeren (art 3:15i jo 2:10 BW)
9
Maatschapsovereenkomst
Art 7A:1655 BW
• Overeenkomst (oprichting: vormvrij, schriftelijke overeenkomst niet
noodzakelijk)
• Samenwerking tussen personen (tussen natuurlijke personen en
rechtspersonen)
• Inbreng
• Gericht op vermogensrechtelijk voordeel
• Gelijkwaardigheid van de personen
10
Inschrijving handelsregister -Kamer van
Koophandel- (ook § 1.8)
• Regels voor handelsregister: Handelsregisterwet (hierna: Hrw)
• Alle ondernemingen –ongeacht rechtsvorm- moeten worden
ingeschreven in handelsregister: art 5 en 6 Hrw
• Eigenaars, vennoten resp. bestuurders verantwoordelijk voor
inschrijving
• Derdenwerking, art 25 Hrw: als betreft niet/onvolledig of onjuist ingeschreven feit dan
geen derdenwerking (kan onderneming geen beroep doen op het onjuiste/ovolledig ingeschreven feit)
11
Maatschap
• Stille maatschap
• Openbare maatschap
12
Interne afspraken tussen vennoten
• Inbreng: art. 7A: 1662 BW
• Winstverdeling: art. 7A:1670-1672 BW
• (aanvullend recht)
13
Beheersdaden
Beheersdaden
• Handelingen die tot de normale activiteiten van de maatschap kunnen
worden gerekend
• In beginsel is elk van de maten bevoegd tot het verrichten van beheersdaden
(art. 7A:1676 BW)
• Het is mogelijke enkele maten met het beheer te belasten
(art. 7A:1673-1674 BW)
14
Beschikkingsdaden
Beschikkingsdaden
• Alle handelingen die niet tot de normale maatschapsactiviteiten
behoren
• Behoren in beginsel tot de bevoegdheid van de gezamenlijk
handelende maten
15
Vertegenwoordigingsbevoegdheid van
vennoten in een maatschap
Vennoten binden elkaar niet, tenzij:
• Volmacht (art. 7A:1681 jo 3:60 e.v. BW)
• Handeling ten voordele van maatschap = baattrekking (art. 7A:1681
BW)
• Bekrachtiging (art. 7A:1681 jo 3:69 BW)
• Schijn van vertegenwoordiging (art. 3:61 lid 2 BW)
16
Aansprakelijkheid
Hoofdregel:
• De maatschap is niet aansprakelijk jegens derden
(art. 7A:1679 BW)
Echter:
• Heeft een vennoot de maatschap verbonden, dan is
elk van de vennoten voor een gelijk deel verbonden
(art.7A:1680 BW)
17
Beëindiging van de maatschap
• Verstrijken van tijd
• Bereiken van het doel
• Opzegging van een maat
• Overlijden, curatele of faillissement van een maat
• Ontbinding door de rechter wegens gewichtige redenen
(art. 7A:1683-1684 BW)
18
Vennootschap onder firma
• Maatschap aangegaan tot de uitoefening van een bedrijf onder een
gemeenschappelijke naam (art. 16 Wvk)
• Van toepassing zijn de:
• Wettelijke regels van de maatschap
• Wettelijke regels van de vof
• Vennootschapsovereenkomst
• Oprichting: vormvrij (art 23 en 29 WvK)
19
Handelsregister
• Ook VOF moet worden ingeschreven in het
handelsregister door vennoten (art. 23 Wvk en art. 5
sub a Hrw)
22
Commanditaire vennootschap
• Beherende vennoot:
• Belast met de leiding van de vennootschap
• Bevoegd tot vertegenwoordiging van de vennootschap
• Hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap
23
Commanditaire vennoot:
Commanditaire (= stille) vennoot:
• Iemand die een bepaalde hoeveelheid geld ter beschikking stelt aan de
onderneming
24
Ondernemingsrecht deel 2
Vereniging, coöperatie, OWM
en stichting
25
Leerdoelen
• Je kunt de verschillen en overeenkomsten tussen de vereniging,
coöperatie OWM en stichting benoemen en eenvoudige casus
oplossen.
Onderwerpen
• Inleiding rechtspersonen
• De vereniging
• De coöperatie
27
Rechtsvormen
• Eenmanszaak
• Stille en openbare maatschap
• Vennootschap onder firma
• Commanditaire vennootschap
• Vereniging
• Coöperatie (en OWM)
• Naamloze vennootschap
• Besloten vennootschap
• Stichting
28
Voordelen van rechtspersonen
• Indekken van risico’s
• Rechtssubjectiviteit
• Arrest Kleuterschool Babbel
• Waarborgen van continuïteit
• Goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke voordelen
• Art. 2:5 BW
• Fiscale voordelen
29
Algemene kenmerken rechtspersoon
• Art. 2:1 – 2:3 BW
• Publiekrechtelijke rechtspersonen
• Kerkgenootschappen
• Privaatrechtelijke rechtspersonen
31
Statuten van een rechtspersoon
• Art. 2:27, 2:54, 2:66, 2:177 en 2:286 BW
• O.a.: naam, zetel en doel van rechtspersoon
• Zetel i.v.m. relatieve bevoegdheid rechter
• Interne rechtsbetrekkingen
• Rol notaris
• Publicatie (deponering van de) statuten (art 2:6 BW en art. 24 Hrw)
• Bij werkcollege 2 wordt een casus besproken aan de hand van (een
deel van) statuten coöperatie
Organen van een rechtspersoon
• Algemene vergadering (van leden of
aandeelhouders/vergadergerechtigden), afgekort AVL of
AV
• Bestuur
• Raad van commissarissen of Raad van Toezicht, afgekort
RvC of RvT
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)
34
Art. 2:240
lid 1
Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap, voor zover uit de
wet niet anders voortvloeit.
Lid 2
De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede aan iedere
bestuurder toe. De statuten kunnen echter bepalen dat zij behalve
aan het bestuur slechts toekomt aan een of meer bestuurders. Zij
kunnen voorts bepalen dat een bestuurder de vennootschap slechts
met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.
Lid 3
Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een
bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit
de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of
voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid
tot vertegenwoordiging kan slechts door de vennootschap worden
ingeroepen.
Lid 4
De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders
bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen.
35
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan
37
Tweede vereiste derdenwerking (zie ook §
1.8)
• Publicatie in handelsregister (Hrw):
• Zie art 5 en 6 Hrw (alle rechtsvormen –niet alleen rechtspersonen- moeten
zich inschrijven)
• Art 25 Hrw: als betreft niet/onvolledig of onjuist ingeschreven feit dan geen
derdenwerking
• art 2:6 lid 2 (geldt voor rechtspersonen)
38
Art 2:6 BW
Lid 2
Een door de wet toegelaten beroep op statutaire onbevoegdheid
van het bestuur of van een bestuurder tot vertegenwoordiging van
de rechtspersoon bij een rechtshandeling kan tegen een
wederpartij die daarvan onkundig was, niet worden gedaan,
indien de beperking of uitsluiting van de bevoegdheid niet ten
tijde van het verrichten van die rechtshandeling op de door de wet
voorgeschreven wijzen was openbaar gemaakt. Hetzelfde geldt
voor een beroep op een beperking van de
vertegenwoordigingsbevoegdheid van anderen dan bestuurders,
aan wie die bevoegdheid bij de statuten is toegekend.
Lid 3
De rechtspersoon kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig
was, niet de onjuistheid of onvolledigheid van de in het register
opgenomen gegevens inroepen. Juiste en volledige inschrijving
elders of openbaarmaking van de statuten is op zichzelf niet
voldoende bewijs dat de wederpartij van de onjuistheid of
onvolledigheid niet onkundig was.
39
Bekrachtiging
Art. 3:69 BW:
Wanneer iemand zonder daartoe bevoegd te zijn als gevolmachtigde in
naam van een ander heeft gehandeld, kan laatstgenoemde de
rechtshandeling bekrachtigen en haar daardoor hetzelfde gevolg
verschaffen, als zou zijn ingetreden wanneer zij krachtens een volmacht
was verricht.
40
Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
• Art 3:61 lid 2 BW:
• Onbevoegde vertegenwoordiger
• Gerechtvaardigd vertrouwen o.g.v. verklaring/gedraging van de ‘nep-
vertegenwoordigde’
41
Vereniging
Art. 2:26 BW
• Rechtspersoon met leden waarbij de samenwerking is gericht op een
bepaald doel
• Oprichting bij meerzijdige rechtshandeling
• Maken van winst niet verboden
• Doel mag niet gericht zijn op verdeling van de gemaakte winst onder
de leden
Volledig rechtsbevoegde vereniging
(= formele vereniging)
(art. 2:27 BW)
• Lid 1: Wordt een vereniging opgericht bij een
notariële akte, dan moeten de volgende bepalingen in
acht worden genomen …
Nadelen:
• Kan geen registergoederen verkrijgen
• Kan geen erfgenaam zijn
• Aansprakelijkheid bestuurders (hierna)
(art. 2:30 BW)
Art. 2:30 lid 2 BW
De bestuurders zijn hoofdelijk naast de vereniging
verbonden voor schulden uit een rechtshandeling die
tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Na hun aftreden
zijn zij voorts hoofdelijk verbonden voor schulden,
voortspruitend uit een tijdens hun bestuur verrichte
rechtshandeling, voor zover daarvoor niemand ingevolge
de vorige zin naast de vereniging is verbonden.
Aansprakelijkheid ingevolge een der voorgaande zinnen
rust niet op degene die niet tevoren over de
rechtshandeling is geraadpleegd en die heeft geweigerd
haar, toen zij hem bekend werd, als bestuurder voor zijn
verantwoording te nemen. Ontbreken personen die
ingevolge de eerste of tweede zin naast de vereniging zijn
verbonden, dan zijn degenen die handelden, hoofdelijk
verbonden.
45
Vereniging
(art. 2:26 BW)
47
Algemene vergadering
• Bevoegdheden (art. 2:40 BW)
• Stemrecht (art. 2:38 BW)
• Afgevaardigden (2:39 lid 1 BW)
• Bijeenroeping (art. 2:41 BW)
• Statutenwijziging (art. 2:42 BW)
Het bestuur
Belangrijke bepalingen:
• Besturen (art. 2:44 BW) Ve
• Vertegenwoordigen (art. 2:45 BW)
• Benoeming (art. 2:37 BW)
• Schorsing of ontslag (art. 2:37 lid 6 BW)
• Uitbrengen jaarverslag dan wel jaarrekening (art. 2:48-49 BW)
Coöperatie (en OWM)
• Schakelbepaling (art. 2:53a BW) !
58
Inschrijving in handelsregister
• Verplichte inschrijving in het handelsregister
• Mededeling in de Nederlandse Staatscourant
• Gevolgen van niet-inschrijving
• Voor de vennootschap
• Voor de bestuurders van de vennootschap (art. 2:69, 180 BW)
59
Rechtshandelingen, namens een op te richten
vennootschap
Art. 2:93/203 BW
• Uitdrukkelijke of stilzwijgende bekrachtiging (lid 1):
vennootschap wordt verbonden
• Zolang rechtshandeling niet is bekrachtigd: degene die
handelt is hoofdelijk verbonden (lid 2)
• Bij niet nakoming door vennootschap na bekrachtiging: lid
3
• Rechtshandelingen m.b.t. uitgeven aandelen, aanstellen
bestuurders e.d. (lid 4)
60
Organen van de vennootschap
Systeem van checks and balances
• Bestuur
• Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)
• (evt) Raad van commissarissen (RVC)
• Ondernemingsraad (geen orgaan in de zin van BW2)
61
Bestuur (nv/bv)
Art. 2:129/239 lid 1 BW:
Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met
het besturen van de vennootschap.
62
Bestuur
• Taak (art. 2:129, 239 BW)
• Autonomie
• Arbeidsoverkomst
• Afwijkingen de normale regels van het individuele arbeidsrecht (bijv. art.
2:134, 244 lid 3 BW)
• Vertegenwoordigingsbevoegdheid (art. 2:130, 240 BW)
63
Hoofdelijke aansprakelijkheid
bestuurders
• Intern (art. 2:9 BW)
• Bij faillissement (art. 2:138, 248 BW)
• Bij misleidende jaarrekening (art. 2:139, 249 BW)
• (Alleen BV) Bij onverantwoorde :
• dividenduitkering (art.2:216 BW),
• verkrijging eigen aandelen (art. 2:207 BW) of
• vermindering geplaatste kapitaal (art. 2:208 BW)
• (dit is leerstof bij Financiën en Recht)
• i.v.m. kapitaalseisen en inschrijfeisen handelsregister
(art. 2:69, 180 BW)
• Belastingrecht en sociaalzekerheidsrecht
64
Nietige en vernietigbare besluiten
• Art. 2:14 BW
• Art. 2:15 BW
65
AVA (nv/bv)
Art. 2:107/217 lid 1 BW: aan de algemene vergadering behoort, binnen
de door de wet en de statuten gestelde grenzen, alle bevoegdheid,
die niet aan het bestuur of aan anderen is toegekend
Art. 2:107/217 lid 2 BW: inlichtingenplicht voor bestuur en RvC aan
algemene vergadering
66
Algemene vergadering
• Jaarvergadering (art. 2:108, 218 lid 1 BW)
• Bevoegdheid tot bijeenroeping (art. 2:109, 110, 219, 220 BW)
• Procedureregels (art. 2:113, 223 e.v. BW):
• Oproep
• Agendapunten
• Gevolgen van niet naleving
67
Besluitvorming en stemrecht
• Uitoefening van het stemrecht
• Quorum (art. 2:120, 230 lid 2 BW)
• Methoden van stemmen:
• Volstrekte meerderheid
• Gekwalificeerde meerderheid (versterkte meerderheid)
• Algemene stemmen
• Staken van stemmen (art. 2:120, 230 lid 1 BW)
• Aantal stemmen per aandeelhouder (2:118, 228 lid 2 en
3 BW)
• Geldigheid van besluiten
68
Belangrijke bevoegdheden AVA
• “Rest”bevoegdheden (art. 2:107, 217 lid 1 BW)
• Goedkeuring bepaalde besluiten (art. 2:107a BW)
• Benoeming, schorsing en ontslag leden van het bestuur
(art. 2:132, 134, 242, 244 BW)
• Oligarchische clausules
Benoeming commissarissen (2:142, 252 BW
• Vaststellen van de jaarrekening (art. 2:101, 210 BW)
• Statutenwijziging (art. 2:121, 231 BW)
• Benoeming, schorsing en ontslag van commissarissen
(art. 2:142, 144, 252, 254 BW)
• Omzetting in een andere rechtspersoon (art. 2:18 BW)
• Ontbinding (art. 2:19 BW)
• Fusie (art. 2:317 BW) 69
Belangrijke bevoegdheden individuele
aandeelhouders
• Oproepen van de ava (art. 2:110, 220 BW)
• Stemrecht (art. 2:118, 228 BW)
• Recht op dividend (art. 2:105, 216 BW)
• Claimrecht (art. 2:96a, 206a BW)
70
Raad van commissarissen
• Algemene taken (art. 2:140, 250 BW):
• Toezicht
• Advies
• Specifieke taken (art. 2:146, 256 BW)
• Samenstelling (art. 2:140, 250 lid 1 BW):
• Een of meer natuurlijke personen
• Benoeming (art. 2:142, 252 BW)
• Aansprakelijkheid (art. 2:149, 259 BW)
71
Belangenverstrengeling
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk belangenverstrengeling
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Drie soorten tegenstrijdige belangen
1. Direct persoonlijk tegenstrijdig belang
• Dat kan anders zijn als de derde wist van de tegenstrijdige belangen
van de bestuurder. (Zie ook het Bibolini-arrest p. 97)
Wat te doen bij tegenstrijdig belang BV en
NV?
• Alleen de bestuurder met tegenstrijdig belang neemt niet deel aan de
beraadslaging. Art. 2:129 / 2:239 lid 5 en 6 BW.
• Wanneer een commissaris een tegenstrijdig belang heeft neemt hij niet
deel aan de besluitvorming. Art. 2:140 / 2:250 lid 5 BW.
• Indien geen besluit kan worden genomen door bestuur of RvC dan neemt
de AVA de besluiten.
De stichting en tegenstrijdig belang
• Heeft (verplicht) slechts één orgaan, het bestuur.
• Dit orgaan blijft bevoegd. (Tenzij er een RvC is. Dan neemt de RVC het
besluit. Ook als bij de RvC sprake is van een tegenstrijdig belang.)
De vereniging, coöperatie, owm en
tegenstrijdig belang.
• De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen heeft voor de vereniging,
de coöperatie en de owm (ongeveer) dezelfde regeling in het leven
geroepen als voor de BV en de NV. (Kortgeleden was dat nog anders.
De oude situatie staat nog beschreven in Rutten.)
4
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht
5
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan
8
Aansprakelijkheid bestuurders op
privaatrechtelijke gronden. Korte uitbreiding.
• Interne aansprakelijkheid bestuur op grond van art. 2:9 BW. Art. 2:9
lid 2 BW ernstige verwijtbaarheid of verwijtbaarheid op grond van
alle omstandigheden van het geval. (lid 2 is codificering van
Staleman/ Van de Ven.)
• Dat kan anders zijn als de derde wist van de tegenstrijdige belangen
van de bestuurder. (Zie ook het Bibolini-arrest p. 97)
Wat te doen bij tegenstrijdig belang BV en
NV?
• Alleen de bestuurder met tegenstrijdig belang neemt niet deel aan de
beraadslaging. Art. 2:129 / 2:239 lid 5 en 6 BW.
• Wanneer een commissaris een tegenstrijdig belang heeft neemt hij niet
deel aan de besluitvorming. Art. 2:140 / 2:250 lid 5 BW.
• Indien geen besluit kan worden genomen door bestuur of RvC dan neemt
de AVA de besluiten.
De stichting en tegenstrijdig belang
• Heeft (verplicht) slechts een orgaan, het bestuur.
• Let op! In het geval de ALV andere personen aanwijst wordt het bestuur
onbevoegd en kunnen rechtshandelingen met derden wel worden
aangetast. (Zie het verschil met de interne werking van de BV en de NV).
Tot die tijd blijft het bestuur vertegenwoordigingsbevoegd.
• Let wel, dit laatste is alleen van toepassing als de derde op de hoogte was
of had kunnen zijn van het tegenstrijdige belang. (ABN-Amro / Dijkema
q.q.)
Ondernemingsrecht verdiept
Bestuurdersaansprakelijkheid
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk bestuurdersaansprakelijkheid
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Aansprakelijkheid op verschillende niveaus
• Privaatrechtelijk
• Strafrechtelijk
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)
4
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht
5
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan
8
Aansprakelijkheid bestuurders op
privaatrechtelijke gronden. Korte uitbreiding.
• Interne aansprakelijkheid bestuur op grond van art. 2:9 BW. Art. 2:9
lid 2 BW ernstige verwijtbaarheid of verwijtbaarheid op grond van
alle omstandigheden van het geval. (lid 2 is codificering van
Staleman/ Van de Ven.)
Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:
a
die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van
zijn schuldeisers:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt,
hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet
kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het
voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het
bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel
bedoeld;
Bedrieglijke bankbreuk
b
te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens
de boedel kunnen doen gelden:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2 enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van
zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en
gegevensdragers in dat artikel bedoeld.
Art. 340 Sr. Eenvoudige bankbreuk
• Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt, als schuldig aan
eenvoudige bankbreuk, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de vijfde categorie:
• 1°. indien zijn verteringen buitensporig zijn geweest;
• 2°. indien hij, met het oogmerk om zijn faillissement uit te stellen, wetende
dat het daardoor niet kon worden voorkomen, op bezwarende
voorwaarden geldopnemingen heeft gedaan;
• 3°. indien hij de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarmee
hij ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een
administratie gevoerd heeft en de boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers die hij ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in
ongeschonden staat te voorschijn brengt.
Wet economische delicten
• Niet publiceren jaarrekening.
art. 1 sub 4 Wet op de Economische Delicten
Ondernemingsrecht verdiept
Bestuurdersaansprakelijkheid
Leerdoelen
• Je kunt hoofdpunten van het leerstuk bestuurdersaansprakelijkheid
benoemen en een eenvoudige casus oplossen
Aansprakelijkheid op verschillende niveaus
• Privaatrechtelijk
• Strafrechtelijk
Vertegenwoordiging door bestuur en
bestuurders
• Art. 2:130 (nv)
• Art. 2:240 (bv)
• Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en owm)
• Art. 2:292 (stichting)
4
beperkingsmogelijkheden
• Bestuurder uitsluiten (bv en nv)
• Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen)
• Tweehandtekeningenclausule
• Lid 4: een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.mv.
een volmacht
5
Vereisten voor derdenwerking
• Beperking moet in statuten staan
8
Aansprakelijkheid bestuurders op
privaatrechtelijke gronden. Korte uitbreiding.
• Interne aansprakelijkheid bestuur op grond van art. 2:9 BW. Art. 2:9
lid 2 BW ernstige verwijtbaarheid of verwijtbaarheid op grond van
alle omstandigheden van het geval. (lid 2 is codificering van
Staleman/ Van de Ven.)
Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen, hij:
a
die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten van
zijn schuldeisers:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet verantwoordt,
hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement niet
kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het
voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en het
bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers in dat artikel
bedoeld;
Bedrieglijke bankbreuk
b
te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers jegens
de boedel kunnen doen gelden:
1 hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
2 enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
3 ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van
zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
4 niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en
gegevensdragers in dat artikel bedoeld.
Art. 340 Sr. Eenvoudige bankbreuk
• Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt, als schuldig aan
eenvoudige bankbreuk, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de vijfde categorie:
• 1°. indien zijn verteringen buitensporig zijn geweest;
• 2°. indien hij, met het oogmerk om zijn faillissement uit te stellen, wetende
dat het daardoor niet kon worden voorkomen, op bezwarende
voorwaarden geldopnemingen heeft gedaan;
• 3°. indien hij de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarmee
hij ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een
administratie gevoerd heeft en de boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers die hij ingevolge dat artikel bewaard heeft, niet in
ongeschonden staat te voorschijn brengt.
Wet economische delicten
• Niet publiceren jaarrekening.
art. 1 sub 4 Wet op de Economische Delicten
Faillissementsrecht
1
Leerdoelen:
• Je kent de indeling van het Nederlandse faillissementsrecht alsmede
de bijbehorende begrippen.
• Je past de beginselen van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
toe op een eenvoudige casus.
• Je kunt hoofdpunten van het faillissementsrecht benoemen en op het
eenvoudigste niveau een casus oplossen.
2
Wat is faillissement
• Verschil tussen bijzonder beslag en faillissement.
• Bijzonder beslag wordt door een schuldeiser gelegd als zijn vordering
niet wordt voldaan. Faillissement is algemeen beslag voor alle
schuldeisers. Mocht eerst bijzonder beslag zijn gelegd, dan vervalt dit
in het geval faillissement wordt uitgesproken. Art. 33
Faillissementswet (Fw)
3
Aanvragers van faillissement
• 1. De schuldenaar zelf
• 2. Ten minste twee schuldeisers. Art. 6 Fw
• 3. Het openbaar ministerie. Art. 1 lid 1 en 2 Fw
4
Wanneer kan het faillissement worden
uitgesproken?
• 1. Ten minste twee schuldeisers. Art. 6 lid 3 Fw (zie: “steunvordering)
5
Na de faillissementsverklaring
• De failliet wordt beschikkingsonbevoegd. Art. 23 Fw. tenzij sprake is van
voordeel voor de failliete boedel Art. 24 Fw.
Uitzonderingen:
• Executoriale fase
Staat van insolventie en vereffening
Uitdeling aan schuldeisers
8
Wie krijgt wat?
• Afhankelijk van het soort schuldeiser
9
Soorten schuldeisers (1)
Schuldeisers met een bijzondere positie
• Separatisten -> Pand- en hypotheekhouder. Art. 57 Fw
Kunnen executeren alsof er geen faillissement was. Het recht van
parate executie.
• Boedelschuldeisers -> schulden die ontstaan uit het beheer van het
faillissement.
Salaris curator art. 71 Fw, huur- , loon- en pachtsommen na
faillissement art. 39 lid 1. Art. 40 lid 2 Fw, verbintenissen ex art. 24 Fw
en 37 Fw, handelingen curator voor voortzetting bedrijf art. 98 Fw.
10
Soorten schuldeisers (2)
• Schuldeisers met feitelijke voorrang
Schuldverrekening of compensatie art. 6:127, 53, 54, 55 FW,
retentierecht art. 3:290 BW, recht van reclame art 7:39 BW,
eigendomsvoorbehoud art. 3:92 BW
• De Ontvanger (fiscus)
Versneld incassorecht art. 19 lid 1 en 3, bodemrecht art. 22
Invorderingswet
11
Soorten schuldeisers (3)
• Bevoorrechte / preferente schuldeisers
Drie soorten:
12
Soorten schuldeisers (4)
• 2 / 3. De ontvanger (fiscus) en houders van vorderingen inzake sociale
verzekeringspremies
Fiscus art. 21 lid 1 Invorderingswet.
13
Soorten schuldeisers (5)
• Concurrent crediteur
Schuldeisers met een persoonlijk recht
14
Rangorde schuldeisers (1)
15
Rangorde van schuldeisers (2)
Het beginsel brengt met zich dat een volgorde in het leven is geroepen.
1. Boedelschuldeisers
2. Voorrecht ter zake van verzekeringspenningen
3. Voorrecht met betrekking tot faillissementsaanvraag
4. Voorrecht met betrekking tot kosten van behoud van een zaak
16
Vraag:
• Noem een voorbeeld van een boedelschuldeiser.
• Bedenk voor voorbeeld van situatie waarin zich een voorrecht tot
behoud van een zaak voordoet.
17
Rangorde van schuldeisers (3)
5. Fiscaal voorrecht en voorrecht voor verzekeringspremies
6. Andere speciale / bijzondere voorrechten
7. Algemene voorrechten volgens de rangorde uit de wet
8. Concurrente crediteuren
9. Post-concurrente crediteuren
18
Rangorde van schuldeisers (4)
• Schuldeisers die op onderstaande gronden een vordering hebben
blijven buiten faillissement / rangorde
1. De pand- en hypotheekhouder
2. Recht van reclame
3. Retentiegerechtigde
4. Eigendomsvoorbehoud
5. Schuldverrekening
19
Recht van retentie
• Art. 3:290 BW
• De wet kent in bepaalde gevallen een crediteur het recht toe om de nakoming
van een verplichting tot afgifte van een zaak op te schorten totdat de wederpartij
de vordering betaalt.
• In faillissement blijft het retentierecht bestaan. De curator kan de vordering
voldoen en de zaak zo terugkrijgen. Ook mag de curator de zaak opeisen en
verkopen. Degene met het retentierecht heeft dan voorrang op het verhalen van
zijn vordering op de opbrengst van de zaak.
• Is de schuldeiser met het retentierecht bang voor opeising van het goed door de
curator, dan kan hij de curator een redelijke termijn stellen om het goed op te
eisen. Doet de curator dat niet binnen de termijn, dan mag hij het goed door
middel van parate executie verkopen. De retentor wordt geen eigenaar hetgeen
teveel is ontvangen gaat naar de failliete boedel.
20
Actio Pauliana
• Buiten faillissement art. 3:45 BW t/m 3:48 BW
21
Paulianeus handelen:
Vereisten:
• Onverplichte rechtshandeling
• Crediteuren worden benadeeld (vermogensvergelijking vóór en na rh)
• Debiteur wist dat/behoorde te weten.
• Wetenschap wederpartij
• Curator in faillissement kan vernietigen
• Buiten faillissement: crediteur kan vernietigen
• Let op: art 43 en volgende FW
22
Vraag:
Bedenk zelf een situatie, waarin Paulianeus is gehandeld.
23
Soms kan een faillissement worden
voorkomen door een akkoord
• via een wettelijk akkoord: voorwaarde is dat alle crediteuren
instemmen.
• Via een dwangakkoord (de Wet Homologatie Onderhands Akkoord:
WHOA, sinds 1 januari 2021), instemming alle crediteuren onnodig.
• De WHOA biedt mogelijkheden voor bedrijven die
toekomstperspectief hebben, om ook als een crediteur niet
meewerkt, te pogen een faillissement te voorkomen.
• Gecontroleerd stoppen zonder faillissement mogelijk
• Via rechtbank ter bescherming crediteuren en aandeelhouders
24
Voorbeeld
Centraal Insolventieregister (rechtspraak.nl)
WHOA | Rechtspraak
25
Einde van het faillissement
Het faillissement eindigt op drie manieren.
26
Einde van het faillissement
Voor de failliet:
27
Schuldsanering natuurlijke personen.
• Een natuurlijk persoon kan verzoeken om sanering van schulden. Art.
284 Fw.
28
Reikwijdte van de sanering
• De boedel van de schuldenaar.
• Vrijgesteld is de beslagvrije voet van art. 475d Rv jo art. 295 lid 2 Fw.
En zaken vermogen genoemd in art. 295 lid 4 Fw.
29
Gevolgen toewijzing verzoek tot
schuldsanering
• Er wordt een bewindvoerder aangewezen
30
Vraag
Noem enkele verschillen tussen de SNP en een faillissement
31
DE AVG: deel 1
privacymanagement
Leerdoelen:
• Je benoemt in hoofdlijnen het belang van de bescherming van privacy
en persoonsgegevens en de rol van de Algemene Verordening
Gegevensbescherming;
• je benoemt de begrippen compliance, de definities van alle partijen
die bij privacymanagement zijn betrokken en de overige bijbehorende
begrippen;
• je licht gemotiveerd toe waarom financiële adviseur in hoofdlijnen
kennis hebben van privacymanagement van MKB-ondernemingen.
Inhoud
• Wat is privacymanagement?
• Is dat nodig?
• Wie heeft te maken met privacymanagement?
• Belangrijke begrippen
• Welke partijen zijn daarbij betrokken?
Privacymanagement
• Beleid en de bijbehorende regels die organisaties hanteren,
aangaande de privacygevoelige gegevens van hun werkers en hun
klanten en andere betrokkenen.
Risicomanagement
• Privacygevoelige informatie behelst een risico voor organisaties.
Waarom is dat? Onder welke noemers valt dat risico?
Compliance, goed bestuur
• Wat is dat, compliance?
• Voldoen aan wet en regelgeving, vereisten vanuit betrokken
stakeholders en eisen voortvloeiend uit eigen codes, keurmerken en
dergelijke.
Aan de Bankierseed is een gedragscode verbonden. Wie de eed heeft afgelegd, onderwerpt zich aan
het tuchtrecht. Er zijn sinds 1 april 2015 uitspraken gedaan in tuchtzaken; zij zijn hier terug te lezen.
Beroepseed accountants
https://www.nba.nl/kwaliteitsbevordering/beroepseed-voor-accountants/
• ‘Ik ben mij ervan bewust dat ik als accountant dien te handelen in het
algemeen belang.
• Ik oefen mijn beroep uit met een professioneel-kritische instelling. In de
uitoefening van mijn beroep als accountant laat ik mij leiden door
fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en
zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid.
• Ik houd mij aan de wetten en regelgeving die op mijn beroep van
toepassing zijn.
• Mijn professionaliteit brengt met zich mee dat ik geen handelingen verricht
waarvan ik weet of behoor te weten dat die het accountantsberoep in
diskrediet kunnen brengen.
• Zo waarlijk helpe mij God almachtig/dat beloof/dat verklaar ik.’
Goed bestuur/good governance
• https://www.mccg.nl/
• Manier waarop een onderneming wordt bestuurd → groot belang
voor goed functioneren en concurreren economie
• Belang nog groter als dit in internationaal verband wordt geplaatst
• Sinds december 2016 herziene Code (Code Frijns) in werking
• Doel: stimuleren economie door vertrouwen van stakeholders te
borgen
• Comply or explain basis
• Gericht op beursgenoteerde onderneming, maar reflexwerking naar
MKB
Goed bestuur 2
• De Wet financieel toezicht, het BW en Wet giraal effectenverkeer
bevatten ook diverse normen van goed bestuur; invloed op bestuur
van ondernemingen
• Opdracht: bestudeer de Code (zie site Monitoringcie, vorige slide) en
check de best practices. Ga na welke je herkent uit BW2.
Diverse links recente gevoelige kwesties
• https://debatdirect.tweedekamer.nl/2018-10-
17/financien/troelstrazaal/ing-15-00/onderwerp
•
• accountantsdag 2015 (Marcel Pheijffer en Fred Teeven), vanaf 3e
minuut en 50 seconden tot de 19e minuut.
•
• https://www.youtube.com/watch?v=7QvUf9SW83c
•
concernbegrippen
• Moedermaatschappij
• Holding
• Dochtermij
• Afhankelijke maatschappij