Professional Documents
Culture Documents
Faillissementsrecht (Boek 26 FW) : Wat Is Faillissement en Bijzonder Beslag?
Faillissementsrecht (Boek 26 FW) : Wat Is Faillissement en Bijzonder Beslag?
Faillissementsrecht (Boek 26 FW) : Wat Is Faillissement en Bijzonder Beslag?
Na de faillissementsverklaring
- De failliet wordt beschikkingsonbevoegd, maar blijft handelingsbekwaam (art. 23 FW). Hij
kan dus wel rechtshandelingen verrichten, maar hij kan zijn vermogen niet binden, tenzij de
boedel door de handeling is gebaat (art. 24 FW).
- De failliete boedel wordt door een curator en rechter-commissaris beheerd (art. 64 FW).
- Het faillissement wordt in het faillissementsregister ingeschreven en gepubliceerd in de
Staatscourant.
Soorten schuldeisers
Separatisten -> pand- en hypotheekhouder (art. 57 FW).
- Separatisten kunnen executeren alsof er geen faillissement was, ze behouden voorrang in
het faillissement. Separatisten hebben het recht van parate executie.
Boedelschuldeisers -> schulden die ontstaan uit het beheer van het faillissement.
- Alle schulden die door of na de faillietverklaring zijn ontstaan, zijn boedelschulden.
Boedelschulden ontstaan uit het beheer bij faillissement.
- Bv. Salaris curator (art. 71 FW), huur-, en pachtsommen na faillissement (art. 39 lid 1 FW),
Lonen na faillissement (art. 40 lid 2 FW), verbintenissen op grond van (art. 24 FW en 37 FW),
handelingen van de curator voor voortzetting van het bedrijf van de failliet (art. 98 FW).
Concurrent crediteur
- Concurrente schuldeisers hebben allemaal recht op de voldoening van een gelijk percentage
van hun vordering (art. 3:277 BW). We noemen dit ook wel pondsgewijze of pondsverdeling.
- Concurrente schuldeisers zijn schuldeisers met een persoonlijk recht en komen wat betreft
de verdeling van de executieopbrengst van het vermogen van de failliet pas aan de beurt
nadat alle hiervoor genoemde crediteuren geheel zijn voldaan.
Vb. Recht op een levering van een gekochte zaak. Betaald vóór faillissement maar nog niet geleverd.
Rangorde schuldeisers
Beginsel: paritas creditorum/ gelijkheid van schuldeisers (soms toch beslissingen in rangorde voor
goede basis, bv. belastingdienst eerst).
Het beginsel brengt met zich dat een onderlinge rangorde in het leven is geroepen.
1. Boedelschuldeisers;
2. Voorrecht ter zake van verzekeringspenningen (art. 3:287 BW);
3. Voorrecht m.b.t. faillissementsaanvraag (art. 3:288 lid 1 sub a BW);
4. Voorrecht m.b.t. kosten van behoud van een zaak (art. 3:284 BW);
5. Fiscaal voorrecht en voorrecht voor verzekeringspremies (art. 21 lid 1 Invorderingswet);
6. Andere speciale/ bijzondere voorrechten;
7. Algemene voorrechten volgens de rangorde uit de wet (art. 3:288 BW);
8. Concurrente crediteuren;
9. Post-concurrente crediteuren.
Schuldeisers die op onderstaande gronden een vordering hebben blijven geheel of gedeeltelijk
buiten het faillissement/ rangorde.
1. De pand- en hypotheekhouder als separatist;
2. De verkoper die het recht van reclame uitoefent;
3. De retentiegerechtigde;
4. De schuldeiser die een eigendomsvoorbehoud heeft gemaakt;
5. De schuldeiser die een beroep op schuldverrekening kan doen;
6. De contractpartij bij een wederkerige overeenkomst die niet is nagekomen.
Ook hier wordt de bewijslast in bepaalde gevallen ten gunste van de curator omgekeerd (art. 43 en
45 FW) (als we het wetsartikel doorlezen, zien we dat het dezelfde gevallen betreft als bij een beroep
op de Actio Pauliana buiten faillissement (vergelijk art. 3:46 BW met art. 43 FW)).
Een paulianeus handelen kan door de curator door een buitengerechtelijke verklaring worden
vernietigd (art. 3:49, 50 lid 1 BW en 42 lid 1 FW). Het is ook mogelijk in een gerechtelijke procedure
de rechtshandeling te vernietigen (art. 3:49 en art. 3:51 lid 1 BW).
De schuldenaar is bevoegd rehabilitatie aan te vragen (art. 206 e.v. FW). Dat kan in het geval dat het
faillissement is geëindigd in een vereenvoudigde afwikkeling, er sprake is van de homologatie van
een akkoord, nadat aan alle geverifieerde schuldeisers het volledige bedrag van hun vorderingen is
voldaan, of de slotuitdelingslijst verbindend is geworden (art. 193 FW). De schuldenaar moet daarbij
kunnen aantonen dat alle erkende schuldeisers zijn voldaan (art. 207 FW).
Privaatrechtelijke aansprakelijkheid
Vertegenwoordigingsbevoegdheid bestuur en bestuurders
- NV, BV: bestuurder is automatisch vertegenwoordigingsbevoegdheid, tenzij statuten dit
uitsluiten (uitsluiten);
- Overige rechtspersonen: bestuurder is alleen individueel bevoegd als statuten dit bepalen
(insluiten)
o BV & NV: bestuurder is automatisch vertegenwoordigingsbevoegd, als je dat niet wilt
moet je dat opnemen in de statuten (uitsluiten).
o Overige rechtspersonen: bestuurder is alleen individueel bevoegd als statuten dit
bepalen (insluiten).
- Art. 2:130 (nv), Art. 2:240 (bv), Art. 2:45 (vereniging, coöperatie en OWM), Art. 2:292
(stichting)
(Beperkings)mogelijkheden
- Bestuurder uitsluiten (bv en nv);
- Bestuurder insluiten (overige rechtspersonen);
- Tweehandtekeningenclausule;
- Een andere persoon vertegenwoordigingsbevoegd maken d.m.v. een volmacht. (Art. 2:240
lid 4)
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Valsheid in geschrifte (art. 225 SR) (INKORTEN)
- Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk opmaakt of
vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrifte gestraft, met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
- Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het valse of vervalste
geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert of
voorhanden heeft, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift
bestemd is voor zodanig gebruik.
- Indien een feit, omschreven in het eerste of tweede lid, wordt gepleegd met het oogmerk
om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit
gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.
Risicomanagement
- Privacygevoelige informatie behelst een risico voor organisaties.
- Organisaties moeten zich aan de AVG-wetgeving houden en daar verantwoording over
kunnen afleggen.
Hoofddoelen AVG
- Bescherming van persoonsgegevens;
- Mogelijk maken/vergemakkelijken van vrij verkeer van persoonsgegevens binnen de EU;
- Belangrijk: Persoonsgegevensbescherming en privacy zijn grondwetten;
- Privacywetten bestaan al zo’n 50 jaar.
Persoonsgegevens
- De definitie: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijk persoon
(de betrokkene)
- Identificeerbaar: als iemand direct/indirect kan worden geïdentificeerd (let op:
pseudonimiseren)
- Alle informatie: foto’s, video’s, DNA, cookies, surfgedrag op internet, de vorm van informatie
niet belangrijk.
- Reikwijdte: natuurlijk personen die zich in de EU (ook bijv. ambassades, vliegtuig of schip)
bevinden, ook als organisatie niet in EU is gevestigd.
Verwerkingsregister AVG
In het verwerkingsregister moet de volgende informatie vermeld worden:
- NAW van de organisatie en de FG;
- NAW van eventuele medeverantwoordelijken;
- De verwerkingsdoeleinden;
- Beschrijving categorieën betrokkenen en categorieën persoonsgegevens;
- Categorieën van ontvangers van gegevens;
- Informatie doorgifte aan derde landen;
- Beoogde bewaartermijnen;
- Beschrijving hoofdlijnen beveiligingsmaatregelen van de persoonsgegevens.
Privacy by design
- Vanaf het begin in de ontwerpprocessen privacybescherming inbouwen, zodat rechtmatig
gebruik van persoonsgegevens wordt gewaarborgd enerzijds en anderzijds de AVG wordt
nageleefd.
- Focus op:
• Anonimiseren: voldoende anonimiteit, AVG n.v.t.;
• Pseudonimiseren: nog wel te identificeren, dus AVG blijft toepasselijk;
• Aggregeren: voldoende abstractie AVG n.v.t.
Privacy by default
- De standaardinstellingen van een programma, app, website, dienst of apparaat zijn zodanig
dat maximale privacy in acht wordt genomen;
• Vb.: je ontvangt een nieuwsbrief pas wanneer je je daarvoor hebt aangemeld, niet
automatisch (opt-in = bewust aanmelden; opt-out uitschrijven op informatie die zonder
expliciete toestemming wordt toegezonden).
Informatiebeveiliging
Typen maatregelen voor informatiebeveiliging:
- Pseudonimiseren en versleuteling van persoonsgegevens;
- Doorlopende garantie dat verwerkingssystemen betrouwbaar zijn en voldoen aan de eisen
van de AVG;
- Vermogen om op incidenten tijdig te reageren en herstel te bieden;
- Procedure voor calamiteiten implementeren, die ook wordt bijgehouden.
Meldplicht datalekken
Bij een datalek gaat het om toegang tot of vernietiging, wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens
bij een organisatie zonder dat dit de bedoeling is van deze organisatie, of zonder dat dit wettelijk is
toegestaan.
- Meldplicht aan de AP (autoriteit persoonsgegevens).
- Registratieplicht datalekken.
Het verwerkingsproces
De verwerking moet zijn:
- Rechtmatig: niet in strijd met het Europese en nationale recht (ook grondrechten) en;
- Behoorlijk: gaat om de intentie, goed bestuur, degenen die ermee werken moeten fatsoenlijk
en behoorlijk met privégegevens omgaan en dat ook willen doen.
Doelbinding (a)
- De doeleinden waarvoor wordt verwerkt moeten concreet en te rechtvaardigen zijn.
- Een organisatie mag niet zomaar persoonsgegevens doorgeven aan personen of andere
organisaties. De algemene regel is dat verstrekken van persoonsgegevens alleen mag als dat
verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld.
Juistheid (c)
- De gegevens moeten kloppen, niet verouderd zijn of de verkeerde.
Grondslagen (d)
Verwerking is nodig hetzij:
1. om een overeenkomst met de betrokkene voor te bereiden of uit te voeren; of om
2. aan een wettelijke verplichting te voldoen; of omdat het
3. nodig is voor iemands levensbelang;
4. om een overheidstaak goed te kunnen uitvoeren;
5. omwille van zo’n zwaarwegend belang dat belang van betrokkene moet wijken; ofwel
6. betrokkene heeft toestemming gegeven.
De toezichthouder
- Een toezichthouder is een door de overheid aangesteld, onafhankelijk en onpartijdig instituut
dat toeziet op naleving van wet- en regelgeving door organisaties. (Toezichthouder opereert
binnen het bestuursrecht, en valt doorgaans onder de uitvoerende macht, eventueel onder
toezicht van het parlement).
Gedragscodes/ certificering
- Gedragscode: zelfregulering binnen een beroepsgroep of branche.
- Certificering: beoordelingsproces, een meting/check voor een organisatie om een
onafhankelijk beeld/inzicht te krijgen in hoeverre de organisatie AVG-proof is.