Burda Moden Journal

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 94

HET GROOTSTE

PATRONENBLAD VAN
NEDERLAND
Ontvang
6 gratis
patronen

VOOR ELK FIGUUR WAT • VAN MAAT 34 TOT 54!

Knipmode in een
Nieuw jasje
SLUIK & CASUAL:
BLOUSE +
OVERHEMDJURK

EN OOK NR 1.
maart 2023
MIDIROK MET
HOGE SPLIT
KM2302-17
Copyright © Roularta Media Nederland - Knipmode
KM2302-18
Copyright © Roularta Media Nederland - Knipmode
Belangrijk!
Voordat u verder gaat, eerstdeze pagina goed lezen!

Voordat u begint met het printen van alle Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan
pagina’s, print u eerst ALLEEN DEZE PAGINA. vierkant exact 10 bij 10 cm is, print u met is het patroon juist geprint en kunt u beginnen
DEZELFDE INSTELLINGEN (ware grootte op met het knippen en plakken van het patroon.
Als u deze pagina heeft geprint, controleert u A4 papier) de resterende pagina’s.
met behulp van een liniaal of het onderstaande Op één van de pagina’s in het patroon is voor Doet u voorgaande stappen niet, dan bestaat
vierkant exact 10 bij 10 cm is. een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet
geplaatst. klopt.
Zo niet, dan print u nogmaals alleen deze Voordat u begint met het knippen en plakken
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controleert u ook nog of dit
grootte (100%) en op het juiste papierformaat; vierkant de juiste afmetingen heeft.
A4 (210 x 297 mm).

CONTROLE VLAK
10 cm

10 cm

Copyright © Roularta Media Nederland– KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
AG E N
VR

?
Heb je vragen over patronen uit het
blad? Mail onze coupeuse:
coupeuse@newskoolmedia.nl BOVEN
WIJDTE
HOE TE BEGINNEN TAILLE
WIJDTE
HOE MEET JE DE MATEN?
HEUP
WELKE PATROONMAAT • Lichaamslengte Meet van boven op je hoofd tot op WIJDTE
PAST BIJ JOU? de grond.
Let op: onze patronen zijn niet te vergelijken met con - • Bovenwijdte Meet rond de borst op
fectiematen. Het is daarom heel belangrijk om eerst het meest uitstekende gedeelte. Controleer of het
de maten goed te meten voordat je begint. meetlint goed horizontaal ligt.
• Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille en • Taillewijdte Meet rond het smalste deel van je
laat dit tijdens het maatnemen zitten. taille, over je navel heen. Reken ± 2 cm extra als je
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vaststellen niet van een strakke taille houdt.
in welke kledingmaat je valt. • Heupwijdte Leg de centimeter over het zwaarste
• Omcirkel in de maattabel de maten die het meest deel van je billen of heupen. Zorg ervoor dat het
met de opgemeten maten overeenkomen. Meestal meetlint horizontaal ligt.
zullen de cirkeltjes in verschillende kolommen • Ruglengte Meet van het knobbeltje in de nek tot op
staan. Dat betekent dat voor verschillende kleding - het bandje in de taille.
stukken andere maten gekozen moeten worden • Bovenarmwijdte Leg het meetlint rondom het
en dat soms de patronen iets aangepast moeten zwaarste deel van de arm.
worden. • Schoudermouwlengte Meet vanaf de hals via je
• Ga voor bovenstukken (bijvoorbeeld een jurk, gebogen elleboog naar 1 cm onder het polsge -
blouse of jasje) uit van de bovenwijdte en voor wricht.
• Zithoogte Ga rechtop op een vlakke stoel zitten.

RUGLENGTE
een broek of rok van de heupwijdte. Vergelijk de
gemeten lichaamsmaten altijd met de maattabel. Meet vanaf de hoogte van de zijkant van je taille in
Meet voor de volledigheid ook het patroon na. een rechte lijn naar de zitting van je stoel.
Let op: afhankelijk van het model is een toegift in Let op: laat het meetlint niet in een bocht om je

LICHAAMSLENGTE
het patroon verwerkt. heupen lopen. Tip: gebruik een liniaal i.p.v. een
• Heb je een andere lichaamslengte dan aangege - meetlint.
ven, dan kun je bij een klein verschil het patroon
aanpassen door het korter of langer te maken. De volgende maten staan niet in de maattabel maar
• Heb je een andere cupmaat dan C? Pas het zijn wel belangrijk.

BINNENBEENLENGTE
patroon dan aan. Kijk voor de uitleg in het hand- • Binnenbeenlengte Meet vanaf het kruis naar de
boek bij 'Patronen aanpassen'. grond.
• Bovenbeenwijdte Meet rondom over het zwaarste
JE MAAT NEMEN deel van het bovenbeen.
Draag tijdens het meten alleen onderkleding en een • Achterlengte Meet van het knobbeltje
goed passende bh. Zorg ervoor dat je het meetlint in de nek tot de zoom.
niet te strak aantrekt, het moet kunnen draaien/ • Roklengte Meet van het bandje in de taille tot de
glijden. zoom. De tailleband wordt niet meegerekend.

PATROONMAAT VROUWEN LICHAAMSLENGTE 172 CM EN CUPMAAT C

Maat 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
S S M M L L XL XL XXL XXL XXXL

Bovenwijdte 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137

Taillewijdte 67 70 73 77 81 85 89 95 101 107 113 119

Heupwijdte 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144

Ruglengte 41,6 41,8 42 42,2 42,4 42,6 42,8 43 43 43 43 43

Bovenarmwijdte 28 29 30 31,5 33 34,5 36 38 40 42 44 46

Schouder–mouwlengte 70,5 71,5 72,5 73,5 74,5 75,5 76,5 77,5 78,5 79,5 80,5 81,5

Zithoogte 26 26,5 27 27,5 28 28,5 29 29,5 30 30,5 31 31,5

Copyright © Roularta Media Nederland-Knipmode 1


IP TIPS
KN

DE PATROONDELEN OP DE STOF
2 2 2 2 2 LEGGEN

1 Leg de patroondelen in één richting, rekening

middenachter

middenachter

middenachter
doorkniplijn

doorkniplijn

doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
houdend met de vleug of het dessin.

zijnaad

zijnaad
zijnaad
Leg voor het stikken de delen met
de goede kanten op elkaar.

2
afkniplijn

STOFVOUW
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn

ZELFKANT
DRAAD
RECHT
VAN
3
Werk de naden met een lock- of
zigzagsteek af.

3 Teken de volgende patroondelen zelf


Eenvoudige rechte delen teken je zelf. De maten Patroondelen horen recht van draad uit de stof
Strijk de naden na het stikken open staan bij ‘Teken de volgende patroondelen zelf’ en geknipt te worden. In het patroondeel staat de
en de figuurnaden plat. zijn zonder naad beschreven. De vouwlijn van deze recht-van-draadlijn aangegeven. Zorg dat deze lijn

4 patroondelen is met een stippellijn aangegeven.

30 cm
evenwijdig loopt met de zelfkant van de stof.
Let op: sommige delen liggen meerdere keren op het
Zet eventueel de letters die in het knip- knipvoorbeeld.
4 cm

voorbeeld staan op de patroondelen.

HET KNIPPEN VAN DE STOF


KIES JE STOF BIJ HET PATROON Stofvouw De vouw die ontstaat als de stof wordt
Bij elk model geven we aan of het patroon gemaakt dubbelgevouwen.
HET PATROON is voor rekbare of niet-rekbare stof. Heb je rekbare Zelfkant Is de afgewerkte rand van de stof.
Als op het knipvoorbeeld tussen 2 tekens een rode stof nodig? Dan kun je dat zien aan dit symbooltje: Stof in de breedte dubbel Vouw de stof
lijn staat aangegeven, betekent dit dat de stof tus- Gebruik dan ook altijd een stof met rek/stretch, want dubbel waarbij de goede kant van de stof
sen de tekens moet worden gerimpeld. Sommige daar is in de pasvorm van het patroon rekening mee en de zelfkanten op elkaar liggen.
patroondelen, bijvoorbeeld belegdelen, staan in een gehouden. Staat er geen symbooltje, dan kun je elke Stof enkel Leg de stof open met de goede kant naar
patroondeel getekend en moeten apart overgenomen geweven stof-zonder stretch-kiezen. boven. Let op dat je in dit geval linker- en rechterpa-
worden. Er zijn twee groepen rekbare stoffen: troondelen knipt.
• Geweven stoffen met rek (met een paar procent Twee stofvouwen Vouw de stof naar het midden

GESPIEGELD PATROONDEEL
Spiegelen Soms moet er van een half patroondeel
een heel patroondeel gemaakt worden. Leg het
elastaan of Spandex erin).
• Gebreide stoffen met rek – meestal
dubbel, zodat de zelfkanten in het midden óf op de
gewenste breedte tegen elkaar aan komen te liggen.
overgenomen patroon nog een keer op het papier en tricots/jerseys. We geven aan welke soort het Hierdoor ontstaan twee stofvouwen.
knip het patroondeel uit. Je hebt nu twee delen die je meest geschikt is voor het model; gewone tricot,
STOFBREEDTE 70 CM
op de spiegellijn tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een Punta di Roma of andere ‘gebreide stof’.
heel patroondeel. • Let op: gebruik bij stretch-stoffen die je wilt voeren
ook een voering met stretch.
STOFVOUW

STOFVOUW
ZELFKANT
m.a. stofvouw

gespiegeld HOEVEEL STOF HEB JE NODIG?


spiegellijn

patroondeel
patroondeel
Kijk daarvoor naar het knipvoorbeeld dat is
afgebeeld bij de werkbeschrijving.
• B ij onz e k nipvoorb e e ld e n g a a n wij a ltijd uit va n
een standaard stofbreedte van 1,40 m. Heb je een
Aansluitlijnen Sommige patroondelen staan in twee andere stofbreedte? Neem dan de betreffende Let op: Knipmode is niet aansprakelijk voor
of meer delen op het patronenblad. Plak deze delen stofbreedte -bijvoorbeeld door een andere stof neer de gevolgen van foutjes in de stofbereke-
na het uitknippen volgens de aangegeven tekens aan te leggen en deze om te vouwen op deze breedte- ning of de stofkeuze.
elkaar. en leg de patroondelen erop om te kijken hoeveel je Om je patroon mooi passend te maken en
nodig hebt. Je kunt ook de patroondelen mee naar om problemen te voorkomen kun je eerst
de winkel nemen. een proefmodel maken van een goedkope
• G e b ruik je grote dessins , zoals ruiten en strepen, stof, voordat je het model uit een mooie stof
dan is er meer stof nodig: leg de patroondelen zo op gaat knippen.
de ruit, streep of het dessin, dat deze na het stikken
mooi doorlopen.
• Een panel is een grote afbeelding.
Doorknippen/afknippen Sommige patroondelen • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bij het was- NADEN EN ZOMEN AANTEKENEN
moeten vóór het knippen uit de stof doorgeknipt sen. Was, droog en strijk deze stoffen voordat je de In de patroondelen zijn geen naden en zomen verwerkt.
worden. Bijvoorbeeld omdat er een deelnaad in komt. delen gaat knippen. Knip daarom de volgende naadbreedtes aan: 1 cm bij
Of ze moeten vóór het knippen uit de stof afgeknipt • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bij het was- ronde naden en belegranden, 1 cm aan de onderkant
worden. Bijvoorbeeld omdat je het kledingstuk in een sen. Was, droog en strijk deze stoffen voordat je de van de armsgaten, naar de schouderkop verlopend tot
kortere lengte kunt maken. delen gaat knippen. 2 cm, 2 cm bij mouwkoppen, 2 cm bij overige naden,
3 à 6 cm bij zomen. Knip bij rechte delen rondom 1 cm
naad aan.
Copyright © Roularta Media Nederland-Knipmode
2
NAAITECHNIEKEN
NAADBAND 4
NAADBAND

M.V.
2 3
Rijg de plooien op de rand van de panden vast.
Vouw zo ook de andere plooien op elkaar.

BLINDE RITS Stik de linker ritshelft tot de onderkant van het split
vast. Stik de rechter ritshelft vanaf de onderkant van

1 BLINDE
het split. RITS
De naden van rekbare sto en bij hals, schouder
en armsgaten mogen niet rekken. Om daarvoor te 1 4 BLINDE RITS
5
zorgen kun je het beste Naadband gebruiken. Strijk
het midden van het naadband aan de verkeerde kant
over de patroonlijn van de aangeven naden.

KNIPJES IN DE NAAD GEVEN

Stik de naad vanaf het splitteken voor de rits.


Sluit de rits. Maak de rits op lengte door met een

2 3 paar dwarssteken aan de onderkant van het split de


2 3 tandjes van de rits vast te zetten. Knip eventueel aan
de binnenkant het uitstekende uiteinde van de rits af.
Stik de ritslintjes vlak langs de buitenrand smal op
de kant op de naad vast.
Knip de aangegeven naad tot 2 mm vóór het stiksel
in.
GULP
2 cm

HOEKJE INKNIPPEN
Knip de naad bij het hoekje schuin tot de patroonlijn/ Open de rits. Leg één ritshelft met de goede kant
44
het stiksel in. naar beneden op de goede kant van de stof. Leg de
5 5
M.V.

M.V.
tandjes van de rits tegen de patroonlijn op de naad
1 van het split. BLINDE RITS
Rijg het ritslintje op de naad vast.
linker
Sluit de rits om te bepalen dat de bovenkant van de voorbeen
andere ritshelft, op de juiste hoogte, op de andere
naad van het split gespeld kan worden. Knip het linker-gulpbeleg tot 2 cm vóór de midden -
Leg de andere ritshelft op dezelfde manier langs de voorlijn van het linker–voorpand af, dit wordt later
andere naad van het split. Speld en rijg deze ritshelft de onderslag.
op de naad vast.
2 cm

2 3
INGEVOUWEN PLATTE PLOOI
M.V.

M.V.
PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN
M.V.

linker
voorbeen Tek. 5

Geef met een rijgdraad de plooilijnen aan. Houd bij


het invouwen van de plooien de goede kant van de Speld, rijg en stik de kruisnaad vanaf de gulp tot
stof boven. Vouw de plooilijn in de richting van de pijl Open de rits en haal het trekkertje van de rits 3 cm vóór de binnenbeennaad. Vouw de naad van
4
op de andere plooilijn. Speld de plooi vast. 5 Duw de tandjes van
helemaal naar de binnenkant. de linker-onderslag 1 cm vóór de middenvoorlijn
de rits naar buiten. Plaats het ritsvoetje vlak langs naar binnen en strijk hem plat.
de naar buiten geduwde tandjes van de rits.
M.V.

3
MOUW Tek. 1
RIMPELEN
Tek. 2

Zet voor de rimpeldraad de bovenspanning van


de naaimachine iets losser en de steekgrootte iets
Speld de linker ritshelft onder de linker-onderslag. groter. Stik een rimpeldraad 3 mm boven de patroon -
2 cm M.V.

Tek. 5Vouw de splitreep met de verkeerde kant op elkaar Tek. 6


lijn langs de aangegeven rand. Onderbreek hierbij
dubbel. Speld de splitreep onder de rits. Gebruik een Vouw de mouw in de lengte dubbel met de goede het stiksel bij de verticale naden, zodat deze niet
ritsvoetje. Stik de rand van de linker-onderslag smal MOU
kant Wstof
van de INZETTEN
op
Tek.elkaar.
3 Speld, rijg en stik de gerimpeld worden. Laat aan het begin en het einde
Tek. 4
M.V.

op de kant op de rits vast. mouwnaden van boven naar beneden op elkaar. Keer een draad van ± 10 cm loshangen. Stik op dezelfde
M.V.

Tek. 1

de mouw. Tek. 2 wijze een tweede rimpeldraad 3 mm onder de


patroonlijn langs de aangegeven rand.
linker
voorbeen

Hoofdstuk 7 Mouwen
Pofmouwen
tek. 3

Vouw het rechter-gulpbeleg op de middenvoorlijn Zet een speld aan één uiteinde van beide rimpel-
naar binnen. Stik de rechter gulprand eventueel smal Stik voor de rimpeldraad met een grote rijgsteek een draden. Wikkel de draden in een acht-vorm om de
Tek. 6
op de kant door. Leg de rechter gulprand op de split- draad langs de patroonlijn in de kop van de mouw. speld, zodat deze draden tijdelijk vast zitten. Houd de
Tek. 3
reep, tegen de middenvoorlijn van de linker gulprand Tek. 4 losse draden aan het andere uiteinde vast. Schuif de
M.V.

en rijg hem vast. stof over de draden tot de gewenste lengte even lang
zijn. Verdeel de rimpels gelijkmatig.

MOUW INZETTEN
.5 Tek. 6
Tek. 1

Tek. 2

Werk tijdens het spelden en rijgen op de kant van Steek de spelden dwars in de stof. Zet de gerimpelde
Rijg en stik de rechter ritshelft 2 cm vanaf de mouw. Speld de onderkant van de mouw en de rand en de gladde rand met spelden vast. Zet de
middenvoor alleen op het rechter-gulpbeleg. panden, vanaf en tot de inzettekens, in het armsgat bovenspanning en steekgrootte van de naaimachine
op elkaar. Trek de rimpeldraad aan tot de kop van weerDOORSTIKKEN
in de normale stand. Stik tussen de rimpeldra -
de mouw in het armsgat past. Zet de rimpeldraad den de delen op elkaar, haal tijdens het stikken de
Tek. 1
met spelden vast en verdeel de rimpels gelijkmatig. spelden uit de stof.
Tek. 2
Haal de rimpeldraden uit de stof
Tek. 6
Speld het inzetteken in de kop van de mouw op de en strijk de naad.
schoudernaad. Houd het werk rond in de hand. Speld
de kop van de mouw verder in het armsgat. Rijg de
Tek. 3 mouw in het armsgat, zorg dat er geen plooitjes in de PLAT STIKKEN EN IN DE NAAD
Tek. 4
kop van de mouw komen. STIKKEN
Tek. 4
Tek. 3

B E LEG
Stik de rechter gulprand 3 cm vanaf de middenvoor
lijn door, laat het stiksel aan de onderkant van de gulp
rond of schuin naar de kruisnaad lopen. B E LEG O F in de naad
VO E R IN G stikken

Platstikken Knip de naden ongelijk af. Leg de naden


B E LEG onder het beleg of de voering. Stik het beleg of de
Stik op de kant van de mouw. Stik de mouw vanaf de voering smal op de kant door. Het beleg of de voering
onderkant in het armsgat. Knip de naadbreedtes op valt nu beter naar binnen.
1 cm af. Strijk de naden vanaf de inzettekens
in de naad op de
naaien
In de naad stikken Leg de delen met de goede kant
mouw glad. Gebruik eventueel een perskussen. Strijk naar boven. Stik de aangegeven naad op de goede
daarna de naden onder de mouw. kant precies in de naad door.

Copyright © Roularta Media Nederland-Knipmode


4
sluitbies op de linker–sluitbies, houd de middenlijnen op elkaar. Rijg

17 JURK
de onderrand B van de biezen op elkaar. Stik de onderrand B van de
bies en de naad B van het voorpand op elkaar. Stik de naad B op het
voorpand door.
Kijk altijd bij “Hoe te beginnen” Achterpas–buiten en binnen
en “Naaitechnieken” (in het tijdschrift op 9. Leg de goede kant van de achterpas–binnen 2 op de verkeerde
pag. 30 t/m 34) of op knipmode.nl/naaitips kant van het achterpand 2 . Leg de achterpas–buiten 2 op het ach-
Van dit model is de achterlengte ± 122,5 cm. terpand. Er liggen nu 3 lagen op elkaar. Stik de dwarsnaad D van de
passen en het achterpand op elkaar.
DIT HEB JE NODIG 10. Vouw de passen naar boven met de verkeerde kanten op elkaar. Stik
de dwarsnaad D met een enkel stiksel op de pas door.
S M L XL XXL XXXL
11. Stik de dwarsnaad E van de pas–buiten en het voorpand op elkaar.
Stof van 1,40 m breed 12. Zoom de dwarsnaad E van de pas–binnen met een inslag op de
2,80 m 2,80 m 2,85 m 2,90 m 3,15 m 3,30 m dwarsnaad E van het voorpand vast.
1/2 stofbr. 70 cm
Fournituren: Vlieseline (H 180) • 19 knopen.
10 C 11 C
KNIP DE VOLGENDE PATROONDELEN UIT: D
A
1 voorpand 4 achtermouw
A A
2 achterpand 5 staander–buiten en binnen
3 voormouw 6 kraag–boven en onder
Let op: de patroondelen 1 en 2 staan in twee delen op het patronen-
2
blad. Plak deze delen op de tekens 1 en 2 aan elkaar. Knip het B B
patroondeel 1 op de aangegeven lijn af. Knip het patroondeel 2 op de
aangegeven lijn door, zodat de achterpas–buiten en binnen ontstaat.
Maak van de achterpas–buiten en binnen 2 en de patroondeel 5 en 6 1
hele patroondelen.
TEKEN DE VOLGENDE PATROONDELEN ZELF 1
Tekening 2
9 manchet (2x knippen): 20 cm lang en 26,5–27,5–28,5–30–32–33 cm C E
3
breed.
10 linker–sluitbies (1x knippen): 52 cm lang en 7 cm breed.
A G
11 rechter–sluitbies (1x knippen): 52 cm lang en 13,5 cm breed.
stofvouw

zelfkant
VOOR JE BEGINT
• Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof. Teken
B 1
een beleg en zoom van 3,5 cm breed aan de splitranden en de onder-
rand van de panden 1 en 2 , zie het knipvoorbeeld.
• Verstevig de grijze delen in het knipvoorbeeld.
• Stik de naden smal op de kant door, tenzij het anders wordt beschre- 2
Tekening 3
ven.
ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR 2
Figuurnaden
1. Stik de figuurnaden in het voorpand 1. G
4
Linker–sluitbies 9
2. Stik de naad A van de niet verstevigde rand van de linker–sluitbies G
G
10 en de linker–splitrand A van het voorpand tot de patroonlijn in C
het hoekje A/B . Knip de naad A/B bij het hoekje schuin tot het stik- E 2 E
D
sel in. 6 F
Material: st

3. Vouw de bies dubbel met de verkeerde kant op elkaar. Rijg de F


5
andere rand A van de bies met een inslag aan de binnenkant op de C
naad A van de linker–splitrand vast. Stik de naad A van de linker–
Kraag met staander
splitrand door.
13. Stik de buitenrand van de kraag–boven en onder 6 op elkaar, laat de
Rechter–sluitbies
onderrand F open. Keer de kraag en stik hem door. Rijg de naden F
4. Geef de vouwlijnen van de rechter–sluitbies 11 met een rijgdraad
van de kraag op elkaar.
aan, zie tekening 1.
14. Rijg de naad F van de staander–binnen 5 en de kraag–boven op
5. Stik de naad A van de niet verstevigde rand van de rechter–sluitbies
elkaar. Speld de naad F van de staander–buiten 5 en de kraag–
en de rechter–splitrand A van het voorpand tot de patroonlijn in het
onder op elkaar. Je hebt nu vier lagen op elkaar. Stik de naad F van
hoekje A/B . Knip de naad A/B bij het hoekje schuin tot het stiksel in.
de staanders tot de halslijn C op elkaar. Keer de staander.
6. Strijk de naden A op de verkeerde kant van de bies. Vouw het beleg
15. Stik de halsnaad C van de staander–binnen en de panden, houd de
van de bies naar binnen. Maak de knoopsgaten in deze rand van de
goede kant op de binnenkant van de panden. Knip de halsnaad C
bies.
tot 2 mm vóór het stiksel in. Stik de halsnaad C van de staander–bui-
7. Vouw de bies op de 1e vouwlijn vanaf de naad A naar binnen. Stik
ten met een inslag smal op de kant op de halsnaad C van de panden
de naad A aan de goede kant op de bies door. Vouw de bies met
en stik hem verder door.
knoopsgaten onder de bovenste bies en strijk alles plat. Zet de
Mouwen
halsnaden C op elkaar.
16. Vouw de naad van het beleg van de mouwen 3 en 4 naar de ver-
8. Leg het voorpand met de goede kant naar boven. Leg de rechter–
keerde kant en rijg ze vast. Vouw het beleg naar de verkeerde kant.
KNM2302-17
TEKENING 1

Tekening 1
11

naad
naad

beleg

1e vouwlijn

vouwlijn
vouwlijn
A A

1 cm 3,5 cm 3,5 cm 3,25 cm 3,25 cm 1 cm

Stik de mouwen op belegbreedte door.


KNIP DE VOLGENDE PATROONDELEN UIT:
17. Leg de mouwen met de goede kant naar boven. Leg de achter-
1 voorpand 7 mouw
mouw tot het teken op de onderslag van de voormouw en zet de
1/2 stofbr. 70 cm 2 achterpand 8 manchet–buiten
armsgatnaden op elkaar vast. 10 C 11 C
D Let op: knip de patroondelen 1 en 2 op de aangegeven lengtelijn en
18. Stik de mouwnaden van de mouw. A Keer de mouw. Zet de mouw in
zijlijn af.
het armsgat.
A A TEKEN DE VOLGENDE PATROONDELEN ZELF
19. Geef met een rijgdraad de plooilijnen van de mouw aan. Vouw de
12 manchet–binnen (2x knippen): 8 cm lang en 24–25–26–27,5–29,5–
plooilijnen in de richting van de pijl met de goede kant op elkaar.
30,5 cm breed.
Speld de plooi vast. 2
B 13 splitreep (2x knippen): 10 cm lang en 2 cm breed.
20. Rijg de plooidiepte op de onderrand GBvan de mouw vast.
14 splitbies (1x knippen): 12 cm lang en 4 cm breed.
Manchetten
15 halsbies (1x schuin knippen): 2 cm lang en 43,5–46,5–50–53–56–58
21. Stik de naad G van de niet verstevigde rand van de manchet 9 en
cm breed.
de mouw op elkaar, laat de naad aan de uiteinden van de manchet
16 sluitbies (4x knippen): 35,25–35–35–34,75–34,5–34,5 cm lang en 7
uitsteken. Vouw de andere naad G van de manchet naar binnen en
cm breed.
rijg hem vast.
C E en stik de uiteinden dicht. Keer de man- VOOR JE BEGINT
22. Vouw de manchet dubbel
3 • Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof. Knip de
chet en rijg de andere naad G op de naad G van de mouw vast. Stik
voorrand van de voorpanden 1 en de halsrand van de panden 1 en 2
de naad G door en stik de manchet verder rondom door.
A G zonder naad.
Zoom met hoekje en split
Verstevig de grijze delen in het knipvoorbeeld.
stofvouw

zelfkant

23. Vouw de naad van de aangeknipte zoom en de aangeknipte split-


•• Stik de naden smal op de kant door, ten zij het anders wordt beschre-
beleggen naar de verkeerde kant en rijg ze vast.
B 1 ven.
24. Vouw de aangeknipte zoom op de patroonlijn naar de verkeerde
kant. Geef met kleermakerspotlood de zoomrand met een teken ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR
op de splitrand aan. (Zie tek. 2) Vouw de zoom naar beneden. Geef Figuurnaden
op dezelfde manier het teken van het splitbeleg op de zoom aan. 1. Stik de figuurnaad in de voorpanden 1.
Vouw het splitbeleg weer terug. Trek nu een lijn tussen beide Panden
punten. (Zie tek. 3) 2. Stik de schoudernaden van de panden 1 en 2 .
25. Vouw de hoek zo dat de tekens van de zoom en het splitbeleg op 3. Vouw het beleg A van het voorpand op de vouwlijn naar binnen en
elkaar komen te liggen. Stik de getekende lijn op elkaar vast. rijg het vast. Vouw het voorpand op de vouwlijn B naar de goede
G
26. Vouw de zoom en het splitbeleg naar 4binnen. Stik de splitranden en kant.
9
de zoom 3,5 cm vanaf de 4. Stik het beleg aan de onderrand op de zoomlijn vast. Vouw het
G kant door en laat het stiksel bovenaan het
split recht naar de zijnaad lopen. G beleg naar binnen. Stik de voorrand van de voorpanden op beleg-
C
Afwerking E E breedte door, stik hierbij het beleg vast.
2 D
27. Maak de knoopsgaten. Zet de knopen aan. 5. Stik een zoom van 1,5 cm breed in de onderrand van de panden.
6 F
Halsbies
Material: st

18
5 F 6. Leg de goede kant van de halsbies 15 op de verkeerde kant van de
C
BLOUSE panden. Stik één naad C van de halsbies en de halsrand C van de
panden op elkaar, laat de naad aan de uiteinden uitsteken.
Kijk altijd bij “Hoe te beginnen”
en “Naaitechnieken” (in het tijdschrift op 7. Vouw de andere naad C van de bies naar de verkeerde kant en rijg
pag. 30 t/m 34) of op knipmode.nl/naaitips hem vast. Vouw de bies dubbel en stik de uiteinden dicht.
Van dit model is de achterlengte ± 71,5 cm. 8. Keer de bies en stik de andere naad C smal op de kant op de hals-
rand C van de panden vast.
DIT HEB JE NODIG Sluitbiezen
9. Stik de naad D van de niet verstevigde rand van een sluitbies 18 en
S M L XL XXL XXXL het voorpand, laat de naad van de bies aan de onderrand uitsteken.
Stof van 1,40 m breed 10. Vouw de andere naad D van de bies 0,75 cm naar binnen en rijg
hem vast. Vouw de bies dubbel en stik de onderranden van de bies
1,45 m 1,60 m 1,75 m 1,85 m 2,15 m 2,30 m
op elkaar. Keer de bies.
11. Rijg de andere rand D van de bies aan de binnenkant op de naad D
Fournituren: Vlieseline (H 180) • 16 knopen.
van het voorpand vast.
1/2 stofbr. 70 cm Mouwen
F 22. Stik de mouwnaden van de mouw. Keer de mouw. Zet de mouw in
C 12
G het armsgat.
14
E E Plooien
D D
F 23. Geef met een rijgdraad de plooilijnen van de mouw en de manchet–
2
D 13 buiten 8 aan. Vouw de plooilijnen in de richting van de pijl met de
18 E E goede kant op elkaar. Speld de plooi vast.
F
24. Rijg de plooidiepte op de onderrand F van de mouw en de boven-
C
rand F en de onderrand G van de manchet vast. Vouw zo ook de
andere plooien op elkaar.
stofvouw

Manchetten–buiten en binnen
zelfkant

D 1
A 25. Stik de naad F van de manchet–buiten 8 en de mouw, laat de naad
C
aan de uiteinden uitsteken.
15
B 26. Vouw de naad F van de manchet–binnen 8 naar de verkeerde kant
C
en rijg hem vast.
27. Stik de uiteinden en onderrand G van de manchet–buiten en binnen
18 op elkaar. Keer de manchet.
28. Speld de naad F van de manchet–binnen op de naad F van de
7 mouw. Stik de naad F smal op de kant op de manchet–buiten door.
E D D Afwerking
F 29. Maak de knoopsgaten. Zet de knopen aan.
F
8
G

12. Stik het voorpand op de goede kant in de naad D door.


13. Stik op dezelfde manier de andere biezen aan het achterpand.
14. Leg de panden met de goede kant naar boven. Leg de sluitbies
van het voorpand op de sluitbies van het achterpand en zet de
armsgatnaden op elkaar. Stik de sluitbiezen vanaf het armsgat tot
de figuurnaad van het voorpand met een rechthoekig en kruistiksel
op elkaar.
Mouwsplitten
15. Knip het split E van de mouw 7 op
de aangegeven splitlijn tot 0,75 cm
vóór het uiteinde in.
16. Leg de goede kant van de split-
reep 13 op de verkeerde kant aan
de smalle kant van de mouw. Stik
één lange rand E van de splitreep
met 0,5 cm naad langs de splitrand
E . Knip aan het uiteinde van het
split de naad E van de mouw
schuin naar het stiksel in.
17. Vouw de splitreep dubbel met de verkeerde kant op elkaar. Stik de
andere rand E van de splitreep smal op de kant met een inslag op
de splitnaad E vast.
18. Vouw de splitbies 14 dubbel. Stik de bovenrand en stik aansluitend
2 cm van de lange randen E van de splitbies op elkaar.
19. Leg de goede kant van de splitbies op de verkeerde kant van de
mouw. Stik één rand E van de splitbies op 0,5 cm langs de andere
splitrand E .
20. Knip de splitnaad E van de mouw aan de bovenkant van het split
schuin naar het stiksel in. Keer de splitbies. Vouw de naad E aan de
andere lange rand van de splitbies naar de verkeerde kant en rijg
hem vast. Vouw het ingeknipte hoekje en de bovenrand van de
splitreep op de goede kant van de mouw.
21. Vouw de splitbies op de goede kant over de splitreep en speld het
bovenstukje op de mouw vast. Stik de andere naad E van de split-
bies op de splitnaad E van de mouw vast. Stik verder de bovenrand
en de vouwrand van de splitbies over een lengte van 2 cm smal op
de kant vast en stik aansluitend een dwarsstiksel tot de naad E . Je
hebt nu de splitbies aan de bovenrand met een vierkant stiksel vast
gestikt.
CONTROLE VLAK

10 cm
10 cm

Notities:
plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

CONTROLE VLAK

10 cm

plak-/lijmvlak - niet afknippen


10 cm

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


KM2301-18
Copyright © New Skool Media - Knipmode
AG E N
VR

?
Heb je vragen over patronen uit het
blad? Mail onze coupeuse:
coupeuse@newskoolmedia.nl BOVEN
WIJDTE
HOE TE BEGINNEN TAILLE
WIJDTE
HOE MEET JE DE MATEN?
HEUP
WELKE PATROONMAAT • Lichaamslengte Meet van boven op je hoofd tot op WIJDTE
PAST BIJ JOU? de grond.
Let op: onze patronen zijn niet te vergelijken met con - • Bovenwijdte Meet rond de borst op
fectiematen. Het is daarom heel belangrijk om eerst het meest uitstekende gedeelte. Controleer of het
de maten goed te meten voordat je begint. meetlint goed horizontaal ligt.
• Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille en • Taillewijdte Meet rond het smalste deel van je
laat dit tijdens het maatnemen zitten. taille, over je navel heen. Reken ± 2 cm extra als je
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vaststellen niet van een strakke taille houdt.
in welke kledingmaat je valt. • Heupwijdte Leg de centimeter over het zwaarste
• Omcirkel in de maattabel de maten die het meest deel van je billen of heupen. Zorg ervoor dat het
met de opgemeten maten overeenkomen. Meestal meetlint horizontaal ligt.
zullen de cirkeltjes in verschillende kolommen • Ruglengte Meet van het knobbeltje in de nek tot op
staan. Dat betekent dat voor verschillende kleding - het bandje in de taille.
stukken andere maten gekozen moeten worden • Bovenarmwijdte Leg het meetlint rondom het
en dat soms de patronen iets aangepast moeten zwaarste deel van de arm.
worden. • Schoudermouwlengte Meet vanaf de hals via je
• Ga voor bovenstukken (bijvoorbeeld een jurk, gebogen elleboog naar 1 cm onder het polsge -
blouse of jasje) uit van de bovenwijdte en voor wricht.
• Zithoogte Ga rechtop op een vlakke stoel zitten.

RUGLENGTE
een broek of rok van de heupwijdte. Vergelijk de
gemeten lichaamsmaten altijd met de maattabel. Meet vanaf de hoogte van de zijkant van je taille in
Meet voor de volledigheid ook het patroon na. een rechte lijn naar de zitting van je stoel.
Let op: afhankelijk van het model is een toegift in Let op: laat het meetlint niet in een bocht om je

LICHAAMSLENGTE
het patroon verwerkt. heupen lopen. Tip: gebruik een liniaal i.p.v. een
• Heb je een andere lichaamslengte dan aangege - meetlint.
ven, dan kun je bij een klein verschil het patroon
aanpassen door het korter of langer te maken. De volgende maten staan niet in de maattabel maar
• Heb je een andere cupmaat dan C? Pas het zijn wel belangrijk.

BINNENBEENLENGTE
patroon dan aan. Kijk voor de uitleg in het hand- • Binnenbeenlengte Meet vanaf het kruis naar de
boek bij 'Patronen aanpassen'. grond.
• Bovenbeenwijdte Meet rondom over het zwaarste
JE MAAT NEMEN deel van het bovenbeen.
Draag tijdens het meten alleen onderkleding en een • Achterlengte Meet van het knobbeltje
goed passende bh. Zorg ervoor
satijn dat jestofbreedte
voering het meetlint140 cm in de nek tot de zoom.
STOFVOUW
niet te strak aantrekt, het moet kunnen draaien/ • Roklengte Meet van het bandje in de taille tot de
glijden. zoom. De tailleband wordt niet meegerekend.

KNM2005-13
zelfkant voering dubbel

zelfkant voering dubbel

F
E
PATROONMAATG VROUWEN LICHAAMSLENGTE 172 CM EN CUPMAAT C
B
Maat 2 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
S S M M L L XL XL XXL XXL XXXL
D 25 cm 28 cm
Bovenwijdte 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137
LET OP 2 lagen tule op elkaar
Taillewijdte A67 70 rafels 73 77 81 85 89 95 101
soepele tule 107140 cm 113
stofbreedte 119
A
Heupwijdte 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144
6
zelfkant

Ruglengte 41,6 41,8 42 Tekenen


42,2 van
42,4een schuine
42,6 punt
42,8 43 43 43 43 43
stofvouw

1
Bovenarmwijdte
B
28 29 30 31,5 33 5 cm 34,5 36 38 40 42 44 46

Schouder–mouwlengte 70,5 71,5 72,5 73,5 74,5 75,5 76,5 77,5 78,5 79,5 80,5 81,5

Zithoogte 26 26,5 27 27,5 28 28,5 29 29,5 30 30,5 31 31,5


D D 28
8 cm

vouwlijn
C OPYRIGHT © N EW SKOOL M EDIA - K NIP MODE 1

8 cm
IP TIPS
KN

DE PATROONDELEN OP DE STOF
2 2 2 2 2 LEGGEN

1 Leg de patroondelen in één richting, rekening

middenachter

middenachter

middenachter
doorkniplijn

doorkniplijn

doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
houdend met de vleug of het dessin.

zijnaad

zijnaad
zijnaad
Leg voor het stikken de delen met
de goede kanten op elkaar.

STOFVOUW

ZELFKANT
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn

DRAAD
RECHT
VAN
3
Werk de naden met een lock- of
zigzagsteek af.

3 Teken de volgende patroondelen zelf


Eenvoudige rechte delen teken je zelf. De maten Patroondelen horen recht van draad uit de stof
Strijk de naden na het stikken open staan bij ‘Teken de volgende patroondelen zelf’ en geknipt te worden. In het patroondeel staat de
en de figuurnaden plat. zijn zonder naad beschreven. De vouwlijn van deze recht-van-draadlijn aangegeven. Zorg dat deze lijn

4 patroondelen is met een stippellijn aangegeven.

30 cm
evenwijdig loopt met de zelfkant van de stof.
Let op: sommige delen liggen meerdere keren op het
Zet eventueel de letters die in het knip- knipvoorbeeld.
4 cm

voorbeeld staan op de patroondelen.

HET KNIPPEN VAN DE STOF


KIES JE STOF BIJ HET PATROON Stofvouw De vouw die ontstaat als de stof wordt
Bij elk model geven we aan of het patroon gemaakt dubbelgevouwen.
HET PATROON is voor rekbare of niet-rekbare stof. Heb je rekbare Zelfkant Is de afgewerkte rand van de stof.
Als op het knipvoorbeeld tussen 2 tekens een rode stof nodig? Dan kun je dat zien aan dit symbooltje: Stof in de breedte dubbel Vouw de stof
lijn staat aangegeven, betekent dit dat de stof tus- Gebruik dan ook altijd een stof met rek/stretch, want dubbel waarbij de goede kant van de stof
sen de tekens moet worden gerimpeld. Sommige daar is in de pasvorm van het patroon rekening mee en de zelfkanten op elkaar liggen.
patroondelen, bijvoorbeeld belegdelen, staan in een gehouden. Staat er geen symbooltje, dan kun je elke Stof enkel Leg de stof open met de goede kant naar
patroondeel getekend en moeten apart overgenomen geweven stof-zonder stretch-kiezen. boven. Let op dat je in dit geval linker- en rechterpa-
worden. Er zijn twee groepen rekbare stoffen: troondelen knipt.
• Geweven stoffen met rek (met een paar procent Twee stofvouwen Vouw de stof naar het midden

GESPIEGELD PATROONDEEL
Spiegelen Soms moet er van een half patroondeel
een heel patroondeel gemaakt worden. Leg het
elastaan of Spandex erin).
• Gebreide stoffen met rek – meestal
dubbel, zodat de zelfkanten in het midden óf op de
gewenste breedte tegen elkaar aan komen te liggen.
overgenomen patroon nog een keer op het papier en tricots/jerseys. We geven aan welke soort het Hierdoor ontstaan twee stofvouwen.
knip het patroondeel uit. Je hebt nu twee delen die je meest geschikt is voor het model; gewone tricot,
STOFBREEDTE 70 CM
op de spiegellijn tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een Punta di Roma of andere ‘gebreide stof’.
heel patroondeel. • Let op: gebruik bij stretch-stoffen die je wilt voeren
ook een voering met stretch.
STOFVOUW

STOFVOUW
ZELFKANT
m.a. stofvouw

HOEVEEL STOF HEB JE NODIG?


spiegellijn

patroondeel gespiegeld
patroondeel
Kijk daarvoor naar het knipvoorbeeld dat is
afgebeeld bij de werkbeschrijving.
• Bij onze knipvoorbeelden gaan wij altijd uit van
een standaard stofbreedte van 1,40 m. Heb je een
Aansluitlijnen Sommige patroondelen staan in twee andere stofbreedte? Neem dan de betreffende Let op: Knipmode is niet aansprakelijk voor
of meer delen op het patronenblad. Plak deze delen stofbreedte -bijvoorbeeld door een andere stof neer de gevolgen van foutjes in de stofbereke-
na het uitknippen volgens de aangegeven tekens aan te leggen en deze om te vouwen op deze breedte- ning of de stofkeuze.
elkaar. en leg de patroondelen erop om te kijken hoeveel je Om je patroon mooi passend te maken en
nodig hebt. Je kunt ook de patroondelen mee naar om problemen te voorkomen kun je eerst
de winkel nemen. een proefmodel maken van een goedkope
• Gebruik je grote dessins, zoals ruiten en strepen, stof, voordat je het model uit een mooie stof
dan is er meer stof nodig: leg de patroondelen zo op gaat knippen.
de ruit, streep of het dessin, dat deze na het stikken
mooi doorlopen.
• Een panel is een grote afbeelding.
Doorknippen/afknippen Sommige patroondelen • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bij het was- NADEN EN ZOMEN AANTEKENEN
moeten vóór het knippen uit de stof doorgeknipt sen. Was, droog en strijk deze stoffen voordat je de In de patroondelen zijn geen naden en zomen verwerkt.
worden. Bijvoorbeeld omdat er een deelnaad in komt. delen gaat knippen. Knip daarom de volgende naadbreedtes aan: 1 cm bij
Of ze moeten vóór het knippen uit de stof afgeknipt • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bij het was- ronde naden en belegranden, 1 cm aan de onderkant
worden. Bijvoorbeeld omdat je het kledingstuk in een sen. Was, droog en strijk deze stoffen voordat je de van de armsgaten, naar de schouderkop verlopend tot
kortere lengte kunt maken. delen gaat knippen. 2 cm, 2 cm bij mouwkoppen, 2 cm bij overige naden,
3 à 6 cm bij zomen. Knip bij rechte delen rondom 1 cm
naad aan.
COPYRIGHT © NEW SKOOL MEDIA - KNIPMODE 2
1 BLINDE RITS

NAAITECHNIEKEN
NAADBAND 4
NAADBAND 5

M.V.
2 3
Rijg de plooien op de rand van de panden vast.
Vouw zo ook de andere plooien op elkaar.

BLINDE RITS Stik de linker ritshelft tot de onderkant van het split
vast. Stik de rechter ritshelft vanaf de onderkant van

1 BLINDE
het split. RITS
De naden van rekbare stoffen bij hals, schouder
en armsgaten mogen niet rekken. Om daarvoor te 1 4 BLINDE RITS
5
zorgen kun je het beste Naadband gebruiken. Strijk
het midden van het naadband aan de verkeerde kant
over de patroonlijn van de aangeven naden.

KNIPJES IN DE NAAD GEVEN

Stik de naad vanaf het splitteken voor de rits.


Sluit de rits. Maak de rits op lengte door met een

2 3 paar dwarssteken aan de onderkant van het split de


2 3 tandjes van de rits vast te zetten. Knip eventueel aan
de binnenkant het uitstekende uiteinde van de rits af.
Stik de ritslintjes vlak langs de buitenrand smal op
de kant op de naad vast.
Knip de aangegeven naad tot 2 mm vóór het stiksel
in.
GULP
2 cm

HOEKJE INKNIPPEN
Knip de naad bij het hoekje schuin tot de patroonlijn/ Open de rits. Leg één ritshelft met de goede kant
44
het stiksel in. naar beneden op de goede kant van de stof. Leg de
5 5
M.V.

M.V.
tandjes van de rits tegen de patroonlijn op de naad
1 van het split. BLINDE RITS
Rijg het ritslintje op de naad vast.
linker
Sluit de rits om te bepalen dat de bovenkant van de voorbeen
andere ritshelft, op de juiste hoogte, op de andere
naad van het split gespeld kan worden. Knip het linker-gulpbeleg tot 2 cm vóór de midden -
Leg de andere ritshelft op dezelfde manier langs de voorlijn van het linker–voorpand af, dit wordt later
andere naad van het split. Speld en rijg deze ritshelft de onderslag.
op de naad vast.
2 cm

2 3
INGEVOUWEN PLATTE PLOOI
M.V.

M.V.
PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN
M.V.

linker
voorbeen Tek. 5 Tek. 6

Geef met een rijgdraad de plooilijnen aan. Houd bij


het invouwen van de plooien de goede kant van de Speld, rijg en stik de kruisnaad vanaf de gulp tot
stof boven. Vouw de plooilijn in de richting van de pijl Open de rits en haal het trekkertje van de rits 3 cm vóór de binnenbeennaad. Vouw de naad van
4
op de andere plooilijn. Speld de plooi vast. 5 Duw de tandjes van
helemaal naar de binnenkant. de linker-onderslag 1 cm vóór de middenvoorlijn
de rits naar buiten. Plaats het ritsvoetje vlak langs naar binnen en strijk hem plat.
de naar buiten geduwde tandjes van de rits.
M.V.

C OPYRIGHT © N EW SKOOL MEDIA - KNIP MODE 3


linker
voorbeen

MOUW INZETTEN
MOUW Tek. 1
RIMPELEN
Tek. 2

Zet voor de rimpeldraad de bovenspanning van


de naaimachine iets losser en de steekgrootte iets
Speld de linker ritshelft onder de linker-onderslag. groter. Stik een rimpeldraad 3 mm boven de patroon -
2 cm M.V.

Tek. 5Vouw de splitreep met de verkeerde kant op elkaar Tek. 6


lijn langs de aangegeven rand. Onderbreek hierbij
dubbel. Speld de splitreep onder de rits. Gebruik een Vouw de mouw in de lengte dubbel met de goede het stiksel bij de verticale naden, zodat deze niet
ritsvoetje. Stik de rand van de linker-onderslag smal MOUW
kant INZETTEN
van de stof op
Tek. elkaar.
3 Speld, rijg en stik de gerimpeld worden. Laat aan het begin en het einde
Tek. 4
M.V.

op de kant op de rits vast. mouwnaden van boven naar beneden op elkaar. Keer een draad van ± 10 cm loshangen. Stik op dezelfde
M.V.

Tek. 1

de mouw. Tek. 2 wijze een tweede rimpeldraad 3 mm onder de


patroonlijn langs de aangegeven rand.
linker
voorbeen

Hoofdstuk 7 Mouwen
Pofmouwen
tek. 3

Vouw het rechter-gulpbeleg op de middenvoorlijn Zet een speld aan één uiteinde van beide rimpel-
naar binnen. Stik de rechter gulprand eventueel smal Stik voor de rimpeldraad met een grote rijgsteek een draden. Wikkel de draden in een acht-vorm om de
Tek. 6
op de kant door. Leg de rechter gulprand op de split- draad langs de patroonlijn in de kop van de mouw. speld, zodat deze draden tijdelijk vast zitten. Houd de
Tek. 3
reep, tegen de middenvoorlijn van de linker gulprand Tek. 4 losse draden aan het andere uiteinde vast. Schuif de
M.V.

en rijg hem vast. stof over de draden tot de gewenste lengte even lang
zijn. Verdeel de rimpels gelijkmatig.

MOUW INZETTEN
Tek. 5 Tek. 6
Tek. 1

Tek. 2

Werk tijdens het spelden en rijgen op de kant van Steek de spelden dwars in de stof. Zet de gerimpelde
Rijg en stik de rechter ritshelft 2 cm vanaf de mouw. Speld de onderkant van de mouw en de rand en de gladde rand met spelden vast. Zet de
middenvoor alleen op het rechter-gulpbeleg. panden, vanaf en tot de inzettekens, in het armsgat bovenspanning en steekgrootte van de naaimachine
op elkaar. Trek de rimpeldraad aan tot de kop van weerDOORSTIKKEN
in de normale stand. Stik tussen de rimpeldra -
de mouw in het armsgat past. Zet de rimpeldraad den de delen op elkaar, haal tijdens het stikken de
Tek. 1
met spelden vast en verdeel de rimpels gelijkmatig. spelden uit de stof.
Tek. 2
Haal de rimpeldraden uit de stof
Tek. 6
Speld het inzetteken in de kop van de mouw op de en strijk de naad.
schoudernaad. Houd het werk rond in de hand. Speld
de kop van de mouw verder in het armsgat. Rijg de
Tek. 3 mouw in het armsgat, zorg dat er geen plooitjes in de PLAT STIKKEN EN IN DE NAAD
Tek. 4
kop van de mouw komen. STIKKEN
Tek. 4
Tek. 3

B E LEG
Stik de rechter gulprand 3 cm vanaf de middenvoor
lijn door, laat het stiksel aan de onderkant van de gulp
rond of schuin naar de kruisnaad lopen. B E LEG O F in de naad
VO E R IN G stikken

Platstikken Knip de naden ongelijk af. Leg de naden


B E LEG onder het beleg of de voering. Stik het beleg of de
Stik op de kant van de mouw. Stik de mouw vanaf de voering smal op de kant door. Het beleg of de voering
onderkant in het armsgat. Knip de naadbreedtes op valt nu beter naar binnen.
1 cm af. Strijk de naden vanaf de inzettekens
in de naad op de
naaien
In de naad stikken Leg de delen met de goede kant
mouw glad. Gebruik eventueel een perskussen. Strijk naar boven. Stik de aangegeven naad op de goede
daarna de naden onder de mouw. kant precies in de naad door.

C OPYRIGHT © N EW SKOOL MEDIA - KNIP MODE 4


18 ROK ●◗
Kijk altijd bij 'Hoe te beginnen' en
'Naaitechnieken' ( op pag. 26 t/m 29) of kijk op
knipmode.nl/naaitips.
Van dit model is de achterlengte ± 92 cm.

S M L XL XXL XXXL
(34/36) (38/40) (42/44) (46/48) (50/52) (54)

Stof van 1,40 m breed


2,15 m 2,15 m 2,15 m 2,15 m 2,15 m 2,15 m

Fournituren: Vlieseline (H 180) • 1 rits van 20 cm •


patroonpapier met ruitjes van 4 x 4 cm.
Teken de patroondelen op ware grootte. De lijnen zijn voor
de volgende maten: S, M, L, XL, XXL en XXXL.

TEKEN HET VOLGENDE PATROONDEEL ZELF


Tailleband (1x knippen): 8 cm hoog en 71–78–86–96–108–
114 cm breed plus naden.

VOOR JE BEGINT
• Knip de patroondelen met naden en zomen uit de stof.
• Knip aan de splitranden voor de rits 2 cm naad bij de
middenachternaad en de uiteinden van de tailleband.
• Verstevig de tailleband tot de helft met een strook
versteviging van 4 cm breed.

ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR


VOORPAND
• Stik de middenvoornaad tot het splitteken.
• Geef met rijgdraad de plooilijnen van het voorpand aan.
Vouw voor de platte plooi (links en rechts) de plooilijn in de
richting van de pijl met de goede kant op elkaar. Speld de
plooi vast.
• Vouw voor de grote stolpplooi middenvoor de plooi-
lijnen met de goede kant op elkaar. Stik de plooilijnen
vanaf de bovenrand tot het teken op elkaar. Vouw het
midden van de plooi op de gestikte naad. Vouw de plooi
dieptes naar links en rechts. Speld de plooi vast.
-
ACHTERPAND
• Stik de figuurnaad in de achterpanden. Stik de midden-
achternaad vanaf het splitteken voor de rits.
• Stik de zijnaden.

TAILLEBAND EN RITS
• Stik de niet verstevigde rand van de tailleband en de
bovenrand van de panden op elkaar.
• Vouw de splitnaden van het achterpand met tailleband
op de patroonlijn naar binnen en rijg de rits onder de
splitnaden. Stik de splitnaden op de goede kant ± 0,5 cm
vanaf de kant door en stik aansluitend een dwarsstiksel
aan de onderkant van het split. Stik de ritslintjes smal op
de kant op de naad vast.
• Vouw de tailleband met de verkeerde kant op elkaar
dubbel. Vouw de andere lange naad van de tailleband
0,75 cm naar binnen en rijg hem op de bovenrand van
de panden vast. Stik de panden op de goede kant in
de taillenaad vast. Zoom de middenachternaad van de
tailleband op de ritslintjes vast.

AFWERKING
• Stik een zoom van 1 cm breed in de splitranden. Stik een
zoom van 2 cm breed in de onderrand van de rok.
Elk hokje is 4 x 4cm. Gebruik voorgedrukt blokjespatroonpapier.
Teken de rok in jouw maat, op ware grootte.

XXL (50-52),
XL (46-48),
Voorpand

M (38-40),

XXXL (54)
S (34-36),

L (42-44),
plooi

stiklijn
plooilijn middenvoor
elk hokje is 4 x 4 cm

middenvoor split
Achterpand

figuur
aad n

rits middenachter
18 ROK ●◗
Kijk altijd bij 'Hoe te beginnen' en
'Naaitechnieken' ( op pag. 26 t/m 29) of kijk op
knipmode.nl/naaitips.
Van dit model is de achterlengte ± 92 cm.

S M L XL XXL XXXL
(34/36) (38/40) (42/44) (46/48) (50/52) (54)

Stof van 1,40 m breed


2,15 m 2,15 m 2,15 m 2,15 m 2,15 m 2,15 m

Fournituren: Vlieseline (H 180) • 1 rits van 20 cm •


patroonpapier met ruitjes van 4 x 4 cm.
Teken de patroondelen op ware grootte. De lijnen zijn voor
de volgende maten: S, M, L, XL, XXL en XXXL.

TEKEN HET VOLGENDE PATROONDEEL ZELF


Tailleband (1x knippen): 8 cm hoog en 71–78–86–96–108–
114 cm breed plus naden.

VOOR JE BEGINT
• Knip de patroondelen met naden en zomen uit de stof.
• Knip aan de splitranden voor de rits 2 cm naad bij de
middenachternaad en de uiteinden van de tailleband.
• Verstevig de tailleband tot de helft met een strook
versteviging van 4 cm breed.

ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR


VOORPAND
• Stik de middenvoornaad tot het splitteken.
• Geef met rijgdraad de plooilijnen van het voorpand aan.
Vouw voor de platte plooi (links en rechts) de plooilijn in de
richting van de pijl met de goede kant op elkaar. Speld de
plooi vast.
• Vouw voor de grote stolpplooi middenvoor de plooi-
lijnen met de goede kant op elkaar. Stik de plooilijnen
vanaf de bovenrand tot het teken op elkaar. Vouw het
midden van de plooi op de gestikte naad. Vouw de plooi
dieptes naar links en rechts. Speld de plooi vast.
-
ACHTERPAND
• Stik de figuurnaad in de achterpanden. Stik de midden-
achternaad vanaf het splitteken voor de rits.
• Stik de zijnaden.

TAILLEBAND EN RITS
• Stik de niet verstevigde rand van de tailleband en de
bovenrand van de panden op elkaar.
• Vouw de splitnaden van het achterpand met tailleband
op de patroonlijn naar binnen en rijg de rits onder de
splitnaden. Stik de splitnaden op de goede kant ± 0,5 cm
vanaf de kant door en stik aansluitend een dwarsstiksel
aan de onderkant van het split. Stik de ritslintjes smal op
de kant op de naad vast.
• Vouw de tailleband met de verkeerde kant op elkaar
dubbel. Vouw de andere lange naad van de tailleband
0,75 cm naar binnen en rijg hem op de bovenrand van
de panden vast. Stik de panden op de goede kant in
de taillenaad vast. Zoom de middenachternaad van de
tailleband op de ritslintjes vast.

AFWERKING
• Stik een zoom van 1 cm breed in de splitranden. Stik een
zoom van 2 cm breed in de onderrand van de rok.
Elk hokje is 4 x 4cm. Gebruik voorgedrukt blokjespatroonpapier.
Teken de rok in jouw maat, op ware grootte.

XXL (50-52),
XL (46-48),
Voorpand

M (38-40),

XXXL (54)
S (34-36),

L (42-44),
plooi

stiklijn
plooilijn middenvoor
elk hokje is 4 x 4 cm

middenvoor split
Achterpand

figuur
aad n

rits middenachter
KM2302-13
Copyright © Roularta Media Nederland - Knipmode
KM2302-13
Copyright © Roularta Media Nederland - Knipmode
KM2302-14
Copyright © Roularta Media Nederland - Knipmode
D 10

TEKENING 1

13
1/2 stofbr. 70 cm
E
VEST C
2a
E
7 C
Kijk altijd bij “Hoe te beginnen” 3C
F F voering
en “Naaitechnieken” (in het tijdschrift op E 4
1a
1/2 stofbr. 25 cm 8 en 9
J

stofvouw
pag. 30 t/m 34) of op knipmode.nl/naaitips

zelfkant
A
B
Van dit model is de achterlengte ± 110,5 cm.
E 9B

DIT HEB JE NODIG 2 D 3 cm


34 36 38, 40 44 en 48 50 en 54 Tekening 1
en 42 46 52 1/2 stofbr. 70 cm
TEKENING 1
C
Stof van 1,40 m breed 2a C A
7
C
2,55 m 2,60 m 2,70 m 2,80 m 3,00 m 3,05 m 3,10 m 1a 8 B 8 en 9
E B

stofvouw
J C

zelfkant
Fournituren: Vlieseline (H 180) • restje voering van 25 cm lang enE 3 cm
E
50 cm breed. J
KNIP DE VOLGENDE PATROONDELEN UIT:
1 voorpand 2a beleg–achterpand 2 D 1
3 cm
1a beleg–voorpand 3 bovenmouw B

2 achterpand 4 ondermouw
10
Let op: verleng de patroondelen 1 en 2 met 51 cm. Neem de beleg- D
A
delen 1a en 2a volgens de aangegeven lijn van de patroondelen 1 en 2
apart over. 8 B
B
stofvouw

C
TEKEN DE VOLGENDE PATROONDELEN ZELF
zelfkant
E E
7 lusreep (1x knippen): 18 cm lang en 4 cm breed. E
J
8 zak (2x knippen): 20,5–20,5–20,5–21–21–21–21–21,5–21,5–21,5–21,5 3
F F voering
cm lang (incl. 2 cm beleg) en 17–17–17–17,5–17,5–17,5–17,5–18–18–18–
1 4 1/2 stofbr. 25 cm
18 cm breed.

stofvouw

zelfkant
B A
9 voering–zak (2x knippen): 18,5–18,5–18,5–19–19–19–19–19,5–19,5–
19,5–19,5 cm lang en 17–17–17–17,5–17,5–17,5–17,5–18–18–18–18 cm 10
B B
9
KNM2302-14
D
breed. Mouwen
10 ceintuur (2x knippen): 82–84–85–87–89–91–93–96–99–102–105 cm 10. Stik de figuurnaden in de bovenmouw 3 . Stik de naden F van de
lang en 10 cm breed. bovenmouw en de ondermouw 4 . Stik de mouwnaden.
11. Stik de naad E van de mouw en de panden vanaf en tot de patroon-
VOOR JE BEGINT E E
lijn in hoek. Knip de naad E bij het hoekje schuin naar het stiksel in.
• Knip de hoeken onderaan de zakken 8 en 9 volgens tekening 1 rond
3 Lussen
F
af, zie het knipvoorbeeld. Leg de patroondelen volgens het knipvoor- F voering
4 Vouw de lusreep 7 dubbel
12. en25stik
1/2 stofbr. cmde zijranden op elkaar. Keer de lus
beeld op de stof en de voering.
stofvouw

en zorg dat de naad in hetAmidden van de achterkant komt.


zelfkant

• Verstevig de grijze delen in het knipvoorbeeld. B B


13. Knip de reep in 2 gelijke delen.9 Stik de uiteinden van lus met een
ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR inslag boven en onder het teken op de zijnaad van de panden.
Zakken Ceintuur
1. Stik de bovenrand A van de zak 8 en de voering–zak 9 op elkaar, laat 14. Stik de naden van een kort uiteinde van de ceintuurdelen 10 op
in het midden een stukje open. elkaar. Vouw de ceintuur dubbel. Stik de lange randen en de uitein-
2. Vouw de zak op de vouwlijn om en leg de goede kant op elkaar. Stik den van de ceintuur op elkaar, laat in het midden een stukje open
de zijranden en de onderrand. om te keren.
3. Keer de zak. Zoom de opening dicht. Stik de bovenrand van de zak 15. Keer de ceintuur. Zoom de opengelaten naad dicht.
met een enkel stiksel door. Afwerking
4. Stik de zak met een enkel stiksel volgens de zaklijn B op het voor-
16. Zoom de onderrand van de mouwen en het vest.
pand 1 vast.
Panden
5. Stik de schoudernaden van voorpand 1 en het achterpand 2 . Stik
de zijnaden.
Belegpanden
14
Kijk altijd bij “Hoe te beginnen”
JACK
en “Naaitechnieken” (in het tijdschrift op
6. Stik de schoudernaden van de belegpanden 1a en 2a .
pag. 30 t/m 34) of op knipmode.nl/naaitips
7. Stik halsnaad C en aansluitend de voorrand D van de panden en het
Van dit model is de achterlengte ± 59,5 cm.
beleg op elkaar. Stik de onderrand van het beleg op de zoomlijn
vast. Knip de halsnaad C tot 2 mm vóór het stiksel in.
DIT HEB JE NODIG stofbreedte 140 cm
8. Leg de naden C onder het beleg–achterpand. Leg de naden C vanaf
de middenvoorlijn en de naden J tot het teken onder het voorpand. E
34 en 38 en 42 44 en H 48 50 en 52 en
D
Stik de naden C en J zo ver mogelijk smal op de kant op het beleg– 36 40 46 52 54
achterpand en het voorpand door. G 3 H H
Stof van 1,40 m breed 2 1a
9. Leg de rest van naden D vanaf het teken onder het beleg. Stik de F
naad D zo ver mogelijk smal op de kant op het beleg door. Vouw het 1,85 m 1,95 m 2,00 m 2,05 m 2,10 m 2,20 m 2,30 m
beleg naar binnen en zet het op de schoudernaden vast.
Fournituren: Vlieseline (H 410).
t stof boven

H E E H
KNIP DE VOLGENDE PATROONDELEN UIT: zak–binnen door.
1 rechter–voorpand 3 bovenmouw 3. Leg de zak–binnen volgens de zaklijn A op het voorpand. Stik de
1a beleg–rechter–voorpand 4 ondermouw zak–binnen smal op de kant tot en vanaf de zakingang B vast, vouw
2 achterpand 5 zakklep–boven en onder hierbij de zak–buiten iets opzij.
2a beleg–achterpand 6 halsboord–buiten en binnen Zakkleppen
3 cm Let op: knip voor het linker–voorpand 1 deel 1 op de aangegeven lijn 4. Stik de buitenrand van de zakklep–boven en onder 5 op elkaar,
af. Neem de belegdelen 1a en 2a volgens de aangegeven lijn van de laat de bovenrand C open. Keer de klep en rijg de bovenrand C op
patroondelen 1 en 2 apart over. Maak van de patroondelen 2 en 2a elkaar.
hele patroondelen. 5. Stik de bovenrand C van de klep 1 cm boven de zak, de klep wijst
TEKEN DE VOLGENDE PATROONDELEN ZELF naar boven. Vouw de klep naar beneden en stik de aanzetrand C
10 ceintuur (2x knippen): 82–84–85–87–89–91–93–96–99–102–105 cm met een enkel stiksel door.
lang en 10 cm breed. Halsboord–buiten en panden
11 zak–buiten en binnen (4x knippen): 18 cm lang en 15–15–15–15,5– 6. Stik de naad D van de halsboord–buiten 6 en het linker–voorpand
15,5–15,5–15,5–16–16–16–16 cm breed. tot de patroonlijn E . Knip de naad D tot 2 mm vóór het stiksel in.
12 lusreep (1x knippen): 34 cm lang en 4 cm breed. 7. Stik de schoudernaden van het voorpand en het achterpand 2 . Stik
13 mouwlus (2x schuin knippen): 10 cm lang en 19,5–20–20,5–21–21,5– de zijnaden.
22–22,5–23–24–24,5–25,5 cm breed. Halsboord–binnen en beleg–panden
VOOR JE BEGINT 8. Stik de naad D van de halsboord–binnen 6 en het beleg–linker–
• Knip de uiteinden van patroondeel 13 volgens tekening 1 schuin af, voorpand 1a tot de patroonlijn E . Knip de naad D tot 2 mm vóór het
zie het knipvoorbeeld. stiksel in.
• Leg de patroondelen volgens het knipvoorbeeld op de stof. Let op 9. Stik de schoudernaden van het beleg–voorpand 1a en het beleg–
dat je linker– en rechterdelen knipt. achterpand 2a .
• Verstevig de grijze delen in het knipvoorbeeld. 10. Leg het beleg met halsboord–binnen en de panden met hals-
boord–buiten op elkaar. Stik de halsnaden E en stik aansluitend de
stofbreedte 140 cm
voorrand E van de halsboord–buiten en binnen op elkaar. Knip de
H E
D halsnaad E tot 2 mm vóór het stiksel in. Stik de revers en aansluitend
de voorrand van de voorpanden F. Stik de onderrand van het beleg
G 3 H H
2 1a op de zoomlijn vast.
F 11. Leg de halsnaden E onder het beleg met halsboord–binnen. Stik
4 de halsnaad E zo ver mogelijk smal op de kant op het beleg met
halsboord–binnen door. Keer de halsboord en vouw het beleg naar
zelfkant goede kant stof boven

H E E H binnen.
1a H 12. Zet aan de binnenkant de naden D van de halsboord–buiten en
zelfkant stof enkel

G
F 4 binnen op elkaar vast. Zet het beleg op de schoudernaden vast.
4
F 1 A G
Mouwen en mouwlussen
10 13. Stik de figuurnaden in de bovenmouw 3 .
E 14. Vouw de mouwlus 13 dubbel en stik de lange randen op elkaar.
2a H
Keer de mouwlus.
Material: st

10
D H 15. Leg de mouwlus tussen de tekens op de bovenmouw en speld de
3 G
F A hem op de naad G en de mouwnaad vast.
1
E D 16. Stik de naden G van de bovenmouw en de ondermouw 4 . Stik de
6
11 mouwnaden.
A B C 12
C
A 5 5
C 17. Stik de naad H van de mouw en de panden vanaf en tot de patroon-
13 5
11 11 11 C
D E lijn in hoek. Knip de naad H bij het hoekje schuin naar het stiksel in.
B A B A A B 5
A A A 13 6 Lussen
TEKENING 1 18. Vouw de lusreep 12 dubbel en stik de lange randen op elkaar. Keer
2 cm de lus en zorg dat de naad in het midden van de achterkant komt.
19. Knip de lusreep in 4 gelijke delen. Stik de uiteinden van lus met een
inslag 14 cm aan weerszijden van de zijnaad op taillehoogte op de
13 5 cm panden vast.
vouwlijn Ceintuur
20. Stik de naden van een kort uiteinde van de ceintuurdelen 10 op
Tekening 1
elkaar. Vouw de ceintuur dubbel. Stik de lange randen en de uitein-
5 cm
den van de ceintuur op elkaar, laat in het midden een stukje open
om te keren.
2 cm 21. Keer de ceintuur. Zoom de opengelaten naad dicht.
Afwerking
ZO ZET JE HET MODEL IN ELKAAR 22. Zoom de onderrand van de mouwen en de jas.
Zakken
1. Leg de zak–buiten en binnen op elkaar en stik de naden A en B , laat
de bovenrand open. Keer de zak. Stik een zoom van 1,5 cm breed in
de bovenrand van de zak–buiten en binnen.
2. Geef met een rijgdraad de zakingang B 2 cm vanaf de bovenrand
en 3,5 cm vanaf de onderrand op de zak–binnen aan. Leg de naden
B onder de zakingang. Stik de zakingang B smal op de kant op de
CONTROLE VLAK

10 cm
10 cm

Notities:
Belangrijk!
Voordat u verder gaat, eerstdeze pagina goed lezen!

Voordat u begint met het printen van alle Pas nadat u deze pagina heeft geprint en het Zijn beide vierkanten excact 10 bij 10 cm, dan
pagina’s, print u eerst ALLEEN DEZE PAGINA. vierkant exact 10 bij 10 cm is, print u met is het patroon juist geprint en kunt u beginnen
DEZELFDE INSTELLINGEN (ware grootte op met het knippen en plakken van het patroon.
Als u deze pagina heeft geprint, controleert u A4 papier) de resterende pagina’s.
met behulp van een liniaal of het onderstaande Op één van de pagina’s in het patroon is voor Doet u voorgaande stappen niet, dan bestaat
vierkant exact 10 bij 10 cm is. een laatste controle ook nog eenzelfde vierkant de kans dat het patroon qua maatvoering niet
geplaatst. klopt.
Zo niet, dan print u nogmaals alleen deze Voordat u begint met het knippen en plakken
pagina, waarbij u controleert of u print op ware van het patroon, controleert u ook nog of dit
grootte (100%) en op het juiste papierformaat; vierkant de juiste afmetingen heeft.
A4 (210 x 297 mm).

CONTROLE VLAK
10 cm

10 cm

Copyright © Roularta Media Nederland– KnipMode – Niets uit dit document of patroon mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd,
opgeslagen of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
AG E N
VR

?
Heb je vragen over patronen uit het
blad? Mail onze coupeuse:
coupeuse@newskoolmedia.nl BOVEN
WIJDTE
HOE TE BEGINNEN TAILLE
WIJDTE
HOE MEET JE DE MATEN?
HEUP
WELKE PATROONMAAT • Lichaamslengte Meet van boven op je hoofd tot op WIJDTE
PAST BIJ JOU? de grond.
Let op: onze patronen zijn niet te vergelijken met con - • Bovenwijdte Meet rond de borst op
fectiematen. Het is daarom heel belangrijk om eerst het meest uitstekende gedeelte. Controleer of het
de maten goed te meten voordat je begint. meetlint goed horizontaal ligt.
• Knoop als uitgangspunt een bandje om de taille en • Taillewijdte Meet rond het smalste deel van je
laat dit tijdens het maatnemen zitten. taille, over je navel heen. Reken ± 2 cm extra als je
• Als je de maten genoteerd hebt, kun je vaststellen niet van een strakke taille houdt.
in welke kledingmaat je valt. • Heupwijdte Leg de centimeter over het zwaarste
• Omcirkel in de maattabel de maten die het meest deel van je billen of heupen. Zorg ervoor dat het
met de opgemeten maten overeenkomen. Meestal meetlint horizontaal ligt.
zullen de cirkeltjes in verschillende kolommen • Ruglengte Meet van het knobbeltje in de nek tot op
staan. Dat betekent dat voor verschillende kleding - het bandje in de taille.
stukken andere maten gekozen moeten worden • Bovenarmwijdte Leg het meetlint rondom het
en dat soms de patronen iets aangepast moeten zwaarste deel van de arm.
worden. • Schoudermouwlengte Meet vanaf de hals via je
• Ga voor bovenstukken (bijvoorbeeld een jurk, gebogen elleboog naar 1 cm onder het polsge -
blouse of jasje) uit van de bovenwijdte en voor wricht.
• Zithoogte Ga rechtop op een vlakke stoel zitten.

RUGLENGTE
een broek of rok van de heupwijdte. Vergelijk de
gemeten lichaamsmaten altijd met de maattabel. Meet vanaf de hoogte van de zijkant van je taille in
Meet voor de volledigheid ook het patroon na. een rechte lijn naar de zitting van je stoel.
Let op: afhankelijk van het model is een toegift in Let op: laat het meetlint niet in een bocht om je

LICHAAMSLENGTE
het patroon verwerkt. heupen lopen. Tip: gebruik een liniaal i.p.v. een
• Heb je een andere lichaamslengte dan aangege - meetlint.
ven, dan kun je bij een klein verschil het patroon
aanpassen door het korter of langer te maken. De volgende maten staan niet in de maattabel maar
• Heb je een andere cupmaat dan C? Pas het zijn wel belangrijk.

BINNENBEENLENGTE
patroon dan aan. Kijk voor de uitleg in het hand- • Binnenbeenlengte Meet vanaf het kruis naar de
boek bij 'Patronen aanpassen'. grond.
• Bovenbeenwijdte Meet rondom over het zwaarste
JE MAAT NEMEN deel van het bovenbeen.
Draag tijdens het meten alleen onderkleding en een • Achterlengte Meet van het knobbeltje
goed passende bh. Zorg ervoor dat je het meetlint in de nek tot de zoom.
niet te strak aantrekt, het moet kunnen draaien/ • Roklengte Meet van het bandje in de taille tot de
glijden. zoom. De tailleband wordt niet meegerekend.

PATROONMAAT VROUWEN LICHAAMSLENGTE 172 CM EN CUPMAAT C

Maat 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56
S S M M L L XL XL XXL XXL XXXL

Bovenwijdte 83 87 91 95 99 103 107 113 119 125 131 137

Taillewijdte 67 70 73 77 81 85 89 95 101 107 113 119

Heupwijdte 92 95 98 102 106 110 114 120 126 132 138 144

Ruglengte 41,6 41,8 42 42,2 42,4 42,6 42,8 43 43 43 43 43

Bovenarmwijdte 28 29 30 31,5 33 34,5 36 38 40 42 44 46

Schouder–mouwlengte 70,5 71,5 72,5 73,5 74,5 75,5 76,5 77,5 78,5 79,5 80,5 81,5

Zithoogte 26 26,5 27 27,5 28 28,5 29 29,5 30 30,5 31 31,5

Copyright © Roularta Media Nederland-Knipmode 1


IP TIPS
KN

DE PATROONDELEN OP DE STOF
2 2 2 2 2 LEGGEN

1 Leg de patroondelen in één richting, rekening

middenachter

middenachter

middenachter
doorkniplijn

doorkniplijn

doorkniplijn
doorkniplijn
doorkniplijn
houdend met de vleug of het dessin.

zijnaad

zijnaad
zijnaad
Leg voor het stikken de delen met
de goede kanten op elkaar.

2
afkniplijn

STOFVOUW
afkniplijn afkniplijn afkniplijn afkniplijn

ZELFKANT
DRAAD
RECHT
VAN
3
Werk de naden met een lock- of
zigzagsteek af.

3 Teken de volgende patroondelen zelf


Eenvoudige rechte delen teken je zelf. De maten Patroondelen horen recht van draad uit de stof
Strijk de naden na het stikken open staan bij ‘Teken de volgende patroondelen zelf’ en geknipt te worden. In het patroondeel staat de
en de figuurnaden plat. zijn zonder naad beschreven. De vouwlijn van deze recht-van-draadlijn aangegeven. Zorg dat deze lijn

4 patroondelen is met een stippellijn aangegeven.

30 cm
evenwijdig loopt met de zelfkant van de stof.
Let op: sommige delen liggen meerdere keren op het
Zet eventueel de letters die in het knip- knipvoorbeeld.
4 cm

voorbeeld staan op de patroondelen.

HET KNIPPEN VAN DE STOF


KIES JE STOF BIJ HET PATROON Stofvouw De vouw die ontstaat als de stof wordt
Bij elk model geven we aan of het patroon gemaakt dubbelgevouwen.
HET PATROON is voor rekbare of niet-rekbare stof. Heb je rekbare Zelfkant Is de afgewerkte rand van de stof.
Als op het knipvoorbeeld tussen 2 tekens een rode stof nodig? Dan kun je dat zien aan dit symbooltje: Stof in de breedte dubbel Vouw de stof
lijn staat aangegeven, betekent dit dat de stof tus- Gebruik dan ook altijd een stof met rek/stretch, want dubbel waarbij de goede kant van de stof
sen de tekens moet worden gerimpeld. Sommige daar is in de pasvorm van het patroon rekening mee en de zelfkanten op elkaar liggen.
patroondelen, bijvoorbeeld belegdelen, staan in een gehouden. Staat er geen symbooltje, dan kun je elke Stof enkel Leg de stof open met de goede kant naar
patroondeel getekend en moeten apart overgenomen geweven stof-zonder stretch-kiezen. boven. Let op dat je in dit geval linker- en rechterpa-
worden. Er zijn twee groepen rekbare stoffen: troondelen knipt.
• Geweven stoffen met rek (met een paar procent Twee stofvouwen Vouw de stof naar het midden

GESPIEGELD PATROONDEEL
Spiegelen Soms moet er van een half patroondeel
een heel patroondeel gemaakt worden. Leg het
elastaan of Spandex erin).
• Gebreide stoffen met rek – meestal
dubbel, zodat de zelfkanten in het midden óf op de
gewenste breedte tegen elkaar aan komen te liggen.
overgenomen patroon nog een keer op het papier en tricots/jerseys. We geven aan welke soort het Hierdoor ontstaan twee stofvouwen.
knip het patroondeel uit. Je hebt nu twee delen die je meest geschikt is voor het model; gewone tricot,
STOFBREEDTE 70 CM
op de spiegellijn tegen elkaar plakt. Zo ontstaat een Punta di Roma of andere ‘gebreide stof’.
heel patroondeel. • Let op: gebruik bij stretch-stoffen die je wilt voeren
ook een voering met stretch.
STOFVOUW

STOFVOUW
ZELFKANT
m.a. stofvouw

gespiegeld HOEVEEL STOF HEB JE NODIG?


spiegellijn

patroondeel
patroondeel
Kijk daarvoor naar het knipvoorbeeld dat is
afgebeeld bij de werkbeschrijving.
• B ij onz e k nipvoorb e e ld e n g a a n wij a ltijd uit va n
een standaard stofbreedte van 1,40 m. Heb je een
Aansluitlijnen Sommige patroondelen staan in twee andere stofbreedte? Neem dan de betreffende Let op: Knipmode is niet aansprakelijk voor
of meer delen op het patronenblad. Plak deze delen stofbreedte -bijvoorbeeld door een andere stof neer de gevolgen van foutjes in de stofbereke-
na het uitknippen volgens de aangegeven tekens aan te leggen en deze om te vouwen op deze breedte- ning of de stofkeuze.
elkaar. en leg de patroondelen erop om te kijken hoeveel je Om je patroon mooi passend te maken en
nodig hebt. Je kunt ook de patroondelen mee naar om problemen te voorkomen kun je eerst
de winkel nemen. een proefmodel maken van een goedkope
• G e b ruik je grote dessins , zoals ruiten en strepen, stof, voordat je het model uit een mooie stof
dan is er meer stof nodig: leg de patroondelen zo op gaat knippen.
de ruit, streep of het dessin, dat deze na het stikken
mooi doorlopen.
• Een panel is een grote afbeelding.
Doorknippen/afknippen Sommige patroondelen • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bij het was- NADEN EN ZOMEN AANTEKENEN
moeten vóór het knippen uit de stof doorgeknipt sen. Was, droog en strijk deze stoffen voordat je de In de patroondelen zijn geen naden en zomen verwerkt.
worden. Bijvoorbeeld omdat er een deelnaad in komt. delen gaat knippen. Knip daarom de volgende naadbreedtes aan: 1 cm bij
Of ze moeten vóór het knippen uit de stof afgeknipt • Let op: katoen en linnen kunnen krimpen bij het was- ronde naden en belegranden, 1 cm aan de onderkant
worden. Bijvoorbeeld omdat je het kledingstuk in een sen. Was, droog en strijk deze stoffen voordat je de van de armsgaten, naar de schouderkop verlopend tot
kortere lengte kunt maken. delen gaat knippen. 2 cm, 2 cm bij mouwkoppen, 2 cm bij overige naden,
3 à 6 cm bij zomen. Knip bij rechte delen rondom 1 cm
naad aan.
Copyright © Roularta Media Nederland-Knipmode
2
NAAITECHNIEKEN
NAADBAND 4
NAADBAND

M.V.
2 3
Rijg de plooien op de rand van de panden vast.
Vouw zo ook de andere plooien op elkaar.

BLINDE RITS Stik de linker ritshelft tot de onderkant van het split
vast. Stik de rechter ritshelft vanaf de onderkant van

1 BLINDE
het split. RITS
De naden van rekbare sto en bij hals, schouder
en armsgaten mogen niet rekken. Om daarvoor te 1 4 BLINDE RITS
5
zorgen kun je het beste Naadband gebruiken. Strijk
het midden van het naadband aan de verkeerde kant
over de patroonlijn van de aangeven naden.

KNIPJES IN DE NAAD GEVEN

Stik de naad vanaf het splitteken voor de rits.


Sluit de rits. Maak de rits op lengte door met een

2 3 paar dwarssteken aan de onderkant van het split de


2 3 tandjes van de rits vast te zetten. Knip eventueel aan
de binnenkant het uitstekende uiteinde van de rits af.
Stik de ritslintjes vlak langs de buitenrand smal op
de kant op de naad vast.
Knip de aangegeven naad tot 2 mm vóór het stiksel
in.
GULP
2 cm

HOEKJE INKNIPPEN
Knip de naad bij het hoekje schuin tot de patroonlijn/ Open de rits. Leg één ritshelft met de goede kant
44
het stiksel in. naar beneden op de goede kant van de stof. Leg de
5 5
M.V.

M.V.
tandjes van de rits tegen de patroonlijn op de naad
1 van het split. BLINDE RITS
Rijg het ritslintje op de naad vast.
linker
Sluit de rits om te bepalen dat de bovenkant van de voorbeen
andere ritshelft, op de juiste hoogte, op de andere
naad van het split gespeld kan worden. Knip het linker-gulpbeleg tot 2 cm vóór de midden -
Leg de andere ritshelft op dezelfde manier langs de voorlijn van het linker–voorpand af, dit wordt later
andere naad van het split. Speld en rijg deze ritshelft de onderslag.
op de naad vast.
2 cm

2 3
INGEVOUWEN PLATTE PLOOI
M.V.

M.V.
PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN

PLOOILIJN
M.V.

linker
voorbeen Tek. 5

Geef met een rijgdraad de plooilijnen aan. Houd bij


het invouwen van de plooien de goede kant van de Speld, rijg en stik de kruisnaad vanaf de gulp tot
stof boven. Vouw de plooilijn in de richting van de pijl Open de rits en haal het trekkertje van de rits 3 cm vóór de binnenbeennaad. Vouw de naad van
4
op de andere plooilijn. Speld de plooi vast. 5 Duw de tandjes van
helemaal naar de binnenkant. de linker-onderslag 1 cm vóór de middenvoorlijn
de rits naar buiten. Plaats het ritsvoetje vlak langs naar binnen en strijk hem plat.
de naar buiten geduwde tandjes van de rits.
M.V.

3
MOUW Tek. 1
RIMPELEN
Tek. 2

Zet voor de rimpeldraad de bovenspanning van


de naaimachine iets losser en de steekgrootte iets
Speld de linker ritshelft onder de linker-onderslag. groter. Stik een rimpeldraad 3 mm boven de patroon -
2 cm M.V.

Tek. 5Vouw de splitreep met de verkeerde kant op elkaar Tek. 6


lijn langs de aangegeven rand. Onderbreek hierbij
dubbel. Speld de splitreep onder de rits. Gebruik een Vouw de mouw in de lengte dubbel met de goede het stiksel bij de verticale naden, zodat deze niet
ritsvoetje. Stik de rand van de linker-onderslag smal MOU
kant Wstof
van de INZETTEN
op
Tek.elkaar.
3 Speld, rijg en stik de gerimpeld worden. Laat aan het begin en het einde
Tek. 4
M.V.

op de kant op de rits vast. mouwnaden van boven naar beneden op elkaar. Keer een draad van ± 10 cm loshangen. Stik op dezelfde
M.V.

Tek. 1

de mouw. Tek. 2 wijze een tweede rimpeldraad 3 mm onder de


patroonlijn langs de aangegeven rand.
linker
voorbeen

Hoofdstuk 7 Mouwen
Pofmouwen
tek. 3

Vouw het rechter-gulpbeleg op de middenvoorlijn Zet een speld aan één uiteinde van beide rimpel-
naar binnen. Stik de rechter gulprand eventueel smal Stik voor de rimpeldraad met een grote rijgsteek een draden. Wikkel de draden in een acht-vorm om de
Tek. 6
op de kant door. Leg de rechter gulprand op de split- draad langs de patroonlijn in de kop van de mouw. speld, zodat deze draden tijdelijk vast zitten. Houd de
Tek. 3
reep, tegen de middenvoorlijn van de linker gulprand Tek. 4 losse draden aan het andere uiteinde vast. Schuif de
M.V.

en rijg hem vast. stof over de draden tot de gewenste lengte even lang
zijn. Verdeel de rimpels gelijkmatig.

MOUW INZETTEN
.5 Tek. 6
Tek. 1

Tek. 2

Werk tijdens het spelden en rijgen op de kant van Steek de spelden dwars in de stof. Zet de gerimpelde
Rijg en stik de rechter ritshelft 2 cm vanaf de mouw. Speld de onderkant van de mouw en de rand en de gladde rand met spelden vast. Zet de
middenvoor alleen op het rechter-gulpbeleg. panden, vanaf en tot de inzettekens, in het armsgat bovenspanning en steekgrootte van de naaimachine
op elkaar. Trek de rimpeldraad aan tot de kop van weerDOORSTIKKEN
in de normale stand. Stik tussen de rimpeldra -
de mouw in het armsgat past. Zet de rimpeldraad den de delen op elkaar, haal tijdens het stikken de
Tek. 1
met spelden vast en verdeel de rimpels gelijkmatig. spelden uit de stof.
Tek. 2
Haal de rimpeldraden uit de stof
Tek. 6
Speld het inzetteken in de kop van de mouw op de en strijk de naad.
schoudernaad. Houd het werk rond in de hand. Speld
de kop van de mouw verder in het armsgat. Rijg de
Tek. 3 mouw in het armsgat, zorg dat er geen plooitjes in de PLAT STIKKEN EN IN DE NAAD
Tek. 4
kop van de mouw komen. STIKKEN
Tek. 4
Tek. 3

B E LEG
Stik de rechter gulprand 3 cm vanaf de middenvoor
lijn door, laat het stiksel aan de onderkant van de gulp
rond of schuin naar de kruisnaad lopen. B E LEG O F in de naad
VO E R IN G stikken

Platstikken Knip de naden ongelijk af. Leg de naden


B E LEG onder het beleg of de voering. Stik het beleg of de
Stik op de kant van de mouw. Stik de mouw vanaf de voering smal op de kant door. Het beleg of de voering
onderkant in het armsgat. Knip de naadbreedtes op valt nu beter naar binnen.
1 cm af. Strijk de naden vanaf de inzettekens
in de naad op de
naaien
In de naad stikken Leg de delen met de goede kant
mouw glad. Gebruik eventueel een perskussen. Strijk naar boven. Stik de aangegeven naad op de goede
daarna de naden onder de mouw. kant precies in de naad door.

Copyright © Roularta Media Nederland-Knipmode


4
plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen


CONTROLE VLAK
10 cm

10 cm

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode


plak-/lijmvlak - niet afknippen

plak-/lijmvlak - niet afknippen

Copyright © Roularta Media Nederland - KnipMode

You might also like