Professional Documents
Culture Documents
DDD 010310527
DDD 010310527
HAMER MAANDBLAD 20 cent per nummer APRIL 1941 1e JAARGANG Nummer 7 OPLAGE 20.000 EXEMPLAREN
Wv£ PAdjgCHHAA3
mii - il
HAIMIER
INHOUD VAN DIT NUMMER
Blz.
Voorplaat: „Hei voorjaar zit in de
lucht" 1
Aarde en Vuur, door Nico de Haas 2
Paaschvuren 3
De aarde nam, de aarde gaf 4
Waar onze voorgeschiedenis weer
levend wordt, door E. N 5— 8
De grafheuvels van Bergsham .... 9
Bescherming der bodemschatten,
door Gerda Schaap 10—12
Het meisje van Egtved, door Walter
von Sfokar 13
De voorgeschiedenis van ons dage-
lijksch brood, door Walter von Slo-
or 14—15
Uit de schatkamer van hef verleden,
door Jac. Gazenbeek 16—18
Palmpaschen in Friesland, door Die-
derik van Loo 21—23
Lentehoogtij in Twente, door J. B.
Broekhuis 24—25
Voorjaar in Brabant 26
Hindeloopen, door Bart. C. Els-
kamp 27—29
Palm-palm-paschen 32
REDACTIE:
N/co de Haas
). C. Nachenius
Redactie-adres:
Hekelveld 15, Amsferdam; Tel. 38811,
toestel 53
's Avonds:
Tel. 22960 Leiden (Juffermanssfraat 25,
Oegstgeest)
ADMINISTRATIE:
Uitgeverij „Hamer". Dir. Reinier van
Houten. Frankenslag 111, Den Haag;
Tel. 554934. Postrek. 202522
ABONNEMENTSPRIJS:
f I.— (uitsluitend voor Ie halfjaar) fran-
co per posi bij vooruitbetaling exclusief
inningskosten. Duitschland: RM. 2
LOSSE NUMMERS: 20cent (RM0.40)
„Hamer" wordt voor de Volksche Werk-
gemeenschap uitgegeven door de Uit-
geverij „Hamer" te Den Haag
AARDE enVUUR
r—v it Hamer-nummer slaat voornamelijk in het teeken van onzen Germaanschen voer-
VOLKSCHE I tijd. Zeifs iets meer dan de oppervlakkige beschouwer op het eerste gezicht zou
WERKGEMEENSCHAP | vermoeden. Want niet alleen die bijdragen, welke zich bezighouden met de bodem-
Smidswater I—2, Den Haag; Tel. 115156 '
vondsten getuigen van een oeroud eerbiedwaardig verleden — neen: ook de verschil-
Giro 307867 lende beschouwingen en foto's van de Paaschgebruiken doen dit Zoo ontmoeten in deze
Opmaak van dit nummer: Nico de Haas aflevering nog levend verleden en weer herlevend verleden elkaar.
en Gerda Schaap Het spreekt vanzelf, dat de wijze, waarop wij over deze dingen schrijven, een andere is,
V _J dan die waarop men in onze oudheid er over sprak. Veel, wat ons nu naar den pen doef
grijpen en naar woorden doet zoeken, zal toen woordlooze vanzelfsprekendheid zijn
geweest.
Maar dit zullen wij toch met onze voorvaderen gemeen hebben, dat wij onze wereld
op dezeifde wijze beschouwen. Want door de eeuwen heen, bleef
vingen van lichaam en ziel ten spijt — — alle groote beproe-
onze aard ongebroken en ons gevoel zoeken naa'
dezelfde waarden, die de hoogheid en heiligheid van het leven uitmaken.
En nog steeds vermag onze geest in den boom, in het vuur en in_ tallooze andere ver-
schijningen der bloeiende en doorvoorde aarde de zinnebeelden te ervaren van de
hoogere ordening, die reeds vele duizenden jaren geleden voor ons boeren-voorgeslacht
geen geheim meer was.
Daarom straalt ons uit de eenvoudige versiering van een potscherf of uit Jen gloed van
het lentevuur iets van de eeuwigheid tegemoet. Van de eeuwigheid, die in de lange
keten der geslachten voor ons zichtbaar wordt en zin krijgt. Het brengt on; tot het inzicht,
dai wij met al ons vernuft geen inzicht kunnen krijgen in de eeuwigheid die na ons
komt, dat wij ver boven ons zelf uit kunnen reiken voor de eeuwigheid die vóór ons ligt.
Wij beseffen, dat wij geen eind zijn van de eene beschaving, noch het begin van een
andere, maar dat wij zijn zooals wij zijn door ons verleden en dat de toekomst uit ons
wordt naar onze houding en ons gedrag. Met ciit uitzicht naar twee zijden, willen wij dit
n het Palmpaaschgebak herkennen wij zonder nummer onder de aandacht van ons volk brengen. NICO DE HAAS
moeite het oeroude zormerad.
loto Archief V.VV. opn. Ir. VV. .F. van Heemslcerct-Dülcer
Beker van het Veluwsche type gevonden bij het Uddelermeer. 1800 v. o. j.
De roodachtig gekleurde beker is eenvoudig, maar zeer stijlvol versierd-
DE AARDE NAM-
DE AARDE GAF...
Een tweetal S-vormige bekers, afkomstig uit Drenthe en Limburg van het
z.g. touwbeker-type. Een naam, die te danken is aan de versiering, welke
verkregen werd door horizontale touwindrukken over het geheele opper-
vlak, hetgeen echter bij dit tweetal niet in die mate het geval is als bij
andere vondsten van dit type. Ze zijn afkomstig uit een tijd van omstreeks
1800 v.o.j. De linker beker heeft een vischgraatmotief, die bij uitzondering
bij dit type in verticale richting verloopt. De kleinste beker is ook aan de
binnenzijde versierd. Daar door verschillende onderzoekers deze touwbeker-
cultuur als indo-germaansch wordt beschouwd, is het vraagstuk van
herkomst en verloop van deze cultuur uiterst belangrijk.
Zoo ontstaat het model van een Germaansche hofstede. De afmetingen Met passer en driehoek wordt nauwkeurig het model gemaakt, naar
Koeten nauwkeurig met de gegevens van de mannen der wetenschap teekeningen en oorspronkelijke modellen.
overeenkomen. folos Wolll)il.l
5
Links: Hier ziet men de arbeiders druk bezig
in de modelwerkplaats van den Rijksbond voor
Duitsche Voorgeschiedenis met het samen-
stellen van huismodellen.
6
Nauwkeurig worden met een vergrootglas de verschillende versieringen Zeer moeilijk is vaak het werk van den ciseleur. Hier ziet men hem
°V het oorspronkelijke zwaard bekeken, waarna de figuren op de bezig met het overbrengen van versieringen van het oorspronkelijke
r eproducties worden overgebracht. De zwaarden aan de beide zijden zwaard. Het model wordt in den teer gelegd, waardoor het makkelijker
zijn oorspronkelijke vondsten. De twee in het midden zijn nagemaakt. te bewerken is.
7
In gips gegoten dolken worden afgewerkt. Ook schede en draagriemen worden geheel naar het oorspronkelijke voorbeeld nagemaak
dens zijn gebruik uitgezien moet hebben: delmaker zich ook met de techniek van onze gevoerde modellen ziet, dan staat hü steeds
blauwglimmende ijzeren zwaarden, goudglan- voorvaderen vertrouwd maken. Zeer vele tech- weer verbaasd over de technische volmaakt-
zende bronzen sieraden, balken van eikenhout nische vraagstukken betreffende de navor- heid, waarmede onze voorvaderen met betrek-
en speerschachten van esschenhout. Slechts sching van onze voorgeschiedenis worden daar- kelijk eenvoudige middelen hun huizen bouw-
vuursteengereedschappen, die tegenwoordig om niet aan de schrijftafel van den geleerde, den, of hun van vorm volmaakte gereedschap-
niemand meer in hun natuurlijke grondstof maar door de practische ervaring in de werk- pen vervaardigden. Maar ook: hoe zij deze
kan namaken, worden uit een buitengewoon plaatsen tot klaarheid gebracht. Op deze wij.se met een ongekunstelden schoonheidszin wisten
taaie, harde werkstof vervaardigd. Maar ook wordt de modelwerkplaats van den Rijksbond te versieren!
deze nabootsingen zijn slechts door kenners
en dan nog met de grootste moeite — —
van het
niet alleen een uitstekend middel voor scho-
ling, maar is zij ook tegelijkertijd een onont-
Zoo wordt deze zorgvuldige arbeid in de lichte
werkplaatsen van den Bond tot een levend ge-
origineel te onderscheiden. Door zijn werken beerlijke hulp bij de navorsching. En als de tuigenis van ons oorspronkelijke, ln den dlep-
met de natuurlijke grondstoffen, moet de mo- tentoonstellingsbezoeker dan tenslotte de uit- sten zin oerelgen, wereldbeeld.
Van vele gebruiksvoorwerpen, die door musea en tentoonstellingen Een Noorsche vleugelbijl uit den Steentijd wordt nagemaakt. leden
worden aangevraagd, worden schabionen gemaakt. maat wordt nauwkeurig op de copie overgebracht.
8
DE GRAFHEUVELS VAN BERGSHAM
9
BESCHERMING
DER
met
is niet moeilijk geweest iets van denis van ons ras velerlei gegevens. Maar ook De kunst is natuurlijk, om deze schatten zóó
onze voorouders te weten te komen vóór deze wijze van schrijven gebruikelijk werd, uit den bodem te voorschijn te halen, dat men
naar — tot een bepaald tijdstip, bebouwde ons voorgeslacht de aarde. En men uit de ligging, de vindplaats en vele andere
namelijk vanaf den tijd, dat men is erin geslaagd vele gegevens te verzamelen omstandigheden, de noodige gevolgtrekkingen
!<"ven en werken der menschen op over deze voorgeschiedenis zelfs tot in den kan maken over de oudheid en herkomst
schrift n_rig stellen. Handschriften, die vaak ijstijd: door de bestudeering van allerlei bo- hiervan.
zeer moeilijke studie vereischten, om ontcijferd demvondsten, die aan het licht kwamen bij In Duitschland wordt de laatste jaren zeer
te worden, schonken ons tenslotte belangrijke ontgravingen van grafheuvels, hunnebedden, veel gedaan voor de bescherming van de
gegevens over allerlei vraagstukken. urnenvelden, resten van oude wegen, enz. bodemvondsten. Het ls te begrijpen, dat door
Maar voordat men de kunst van schrijven Het is daarom van groot belang, dat wij de groote grondwerken, die daar de laatste
verstond, heeft men eveneens getracht ver- alle aandacht besteden aan de voorwerpen, jaren zijn verricht, veel belangwekkende vond-
schillende gedachten en levensvormen in beeld dle de bodem voor ons verborgen houdt, want sten zijn gedaan, zooals bij den wegenbouw,
te brengen. Vele rotsteekeningen getuigen hier- da/ardoor kunnen wij de cultuur van onze den aanleg van spoorwegen en het verbeteren
van en verstrekken ons over de voorgeschie- voorouders voor een belangrijk deel benaderen. van den bodem. Vooral de mannen van den
Het verleden spreekt tot ons uit de oude grafheuvels, zooals die te Garderen, waarvan wij hier Beker gevonden bij Ernst, ov de Veluwe. D
een afbeelding geven. kleur is roodachtig, zooals er meerdere op d
Veluwe gevonden zijn.
Arcliiet V.W. —
opn. Ir. W I *'. wan llccmskerci DnL
De Burchtwal van Lossow, bij Frankfort a/d Oder. De wallen worden Eén van de veel voorkomende grafheuvels, begroeid met hooge loof-
juist daar gevonden, waar de natuurlijke ligging gunstig is. Zij getui- boomen, in de omgeving van Aljarn. Niet velen zullen hierin het
gen van den strijd, dien de Germaansche mensch gestreden heeft om graf herkennen van een Sibbe, die onder een dergelijken heuvel
zich van zijn eigen bodem te verzekeren. begraven ligt.
11
Vaak komt het voor, dat den dooden in liet
graf bepaalde voorwerpen zijn meegegeven, die
bij de uitgravingen dan voor den dag komen
en aanwijzingen kunnen geven over de zeden
en gebruiken van het betreffende volk. Het is
dan ook noodzakelijk, dat onbevoegden geen
kans krijgen om zich aan opgravingen op eigen
houtje te buiten te gaan, want juist de kleinig-
heden, waar scherp op gelet moet worden,
worden door dergelijke menschen over het
hoofd gezien. Echter is het met de grafheuvels
al net zoo gegaan als met de hunnebedden:
als men er voordeel bij had om ze om te ploe-
gen of indien men op een of andere manier
er baten ult kon slaan, dan llet men dit niet
na, zoodat het aantal grafheuvels de laatste
eeuw evenzeer hard achteruit gegaan is.
Dan zijn er nog de urnengraven, die in het
geheel geen zichtbaar spoor hebben nagelaten.
Het ontdekken hiervan is dan ook meestal een
toevalligheid en men kan zich voorstellen, wat
hierbij al niet aan waardevolle gegevens ver-
loren zijn gegaan. Evenzoo ging het met de
brandgraven, waarin de resten bewaard worden
van veraschte dooden. In dit graf werden be-
halve de urn met de brandresten ook gebruiks-
voorwerpen of
— -
als het krijgers waren ook
wapens meegegeven. Al lijkt de vondst dan
voor den leek vrij onaanzienlijk, de deskun-
dige weet hieruit niet zelden juist zeer vele
gegevens te putten.
De taak van de bescherming van de bodem-
schatten is dus, in het kort samengevat, om de
nu nog bestaande gedenkteekens uit vroeger
eeuwen in hun oorspronkelijken vorm te laten
voortbestaan en ten tweede, om de schatten,
die neg in den grond verborgen zijn en al of
niet toevallig aan het licht komen, te ver-
zorgen.
En wat is nu het nut van dit alles?
Ult de verschillende vondsten, als urnen,
wapens, gereedschappen, heeft men gegevens
kunnen verzamelen, die aanwijzingen geven
over de leefwijze van onze voorouders. Deze
bodemvondsten zijn de eenige bronnen, die
ons ten dienste staan, om ons bekend te maken
met de wordingsgeschiedenis van onzen cultuur.
Eén van de belangrijkste ontdekkingen, die
bij het verzamelen en sorteeren van vondsten
zijn gedaan, zijn wel de volksverhuizingen, die
in de Germaansche landen hebben plaats ge-
vonden. Door nauwkeurige vorsching heeft men
kunnen vaststellen, waar de Germaansche vol-
keren zich achtereenvolgens hebben gevestigd.
Dit is één van de vele voorbeelden, die er te
noemen zouden zijn, waardoor het belang van
bescherming van bodemvondsten zeer duidelijk
uitkomt.
Hel geweldige Sibbegraf te Oldenburg „Die Visbecker Braut' lolo: Saebens GERDA SCHAAP
Germaansche sieraden uit den bronstijd. Deze Een Wikingschip uit Danzig. De houten boot is bijna geheel bewaard gebleven. Het is van belang,
bronzen voorwerpen worden vrij veel in den dal bij eventuele houtvondsten, alles zooveel mogelijk in denzelfden toestand blijft, daar door middel
bodem gevonden, daar gedurende vele eeuwen van het onderzoek vsn stuifmeel van de verschillende toen groeiende plantensoorten, dat zelfs in
zeer veel sieraden hiervan gemaakt werden. de kleinste bodemresten nog aanwezig is, vastgesteld kan wo den, hoe oud deze grondlaag is, dus
De mooie bewerking getuigt wei van de kunst- hoe oud de vondst dan ook moet zijn. Wt den bouw van dit Wikingschip blijkt wel de hoog ont-
zinnigheid van onze voorvaderen. wikkelde scheepsbouwkunst van dien tijd in het Germaansche Noorden.
12
HET MEISJE VAN EGTVED Foto's: Retzlaff
met
zal ongeveer 3700 jaar geleden heden na te gaan, zonder dat wij hiervan ge-
zijn, toen Germanen in het Noor- gevens missen, die van belang zijn.
den, in Jutland, een zeventienjarig Men denke hierbij slechts aan de kronings-
meisje begraven hebben. De graf- mantels van de Koningen uit de Middeleeuwen
kist was uit een dikken eikenstam en de in steen gebeeldhouwde mantels, die
gehouwen. De eene helft van den stam diende de figuren aan gothlsche kerken dragen.
als laatste rustbed, de andere helft werd als Heden nog behoort deze soort cape tot de
deksel gebruikt. Buiten op de heide, hadden zij drachten van de alpenbewoners en tot de
haar graf gemaakt. Boven de grafkist bouwden uniformen van de Germaansche weermacM
zij eën soort van pyramide van steenen en en van onze strijdgroepen.
daarop stapelden zij waterdichte leem, die van De Germanen uit den ijzertijd kenden pas de
heel ver gehaald moest worden. Daaroverheen broek. Waarschijnlijk werd deze overgenomen
ten slotte welfde zich over de grafkist de oud- van het ruitervolk der Skyten. Een eigenaar-
noordsche grafheuvel van zand en plaggen. dige speling van den dracht is, dat de knievrije
De natuur is echter wisselvallig. Bijna alle broek en de beenwikkels, die thans voorname-
Germanen werden in dien tijd (ongeveer zeven- lijk in de Alpen gedragen worden, vroeger
tienhonderd jaar voor het begin onzer jaar- door Germanen gedragen werden, die aan zee
telling) op deze wijze in kisten van boom- woonden, terwijl toen de berg- en bosehbe-
stammen begraven. Maar die zijn al lang ver- woners daarentegen de lange broek droegen.
gaan. Maar doordat in die heide op de plaats, De Germaansche vrouw uit den ijzertijd droeg
waar het meisje begraven werd, een gesteente nog altijd blouse en rok, met dit verschil
in den grond gevonden werd, dat geen regen- alleen, dat de rok later onder de blouse vast-
water doorliet en doordat de daaroverheen gemaakt werd, en dat de blouse zelf langer
gebouwde grafheuvel, met zijn leemlaag, geen geworden ls. Naast deze mode vinden we
verdamping van het water naar boven toeliet,
bleef er water in den grafheuvel staan. Dit
later
de
—
zeekust
tijdens de volksverhuizingen
— aan
een plaatselijke dracht, waarbij
Zoo was het meisje van Egtved gekleed. Een blouse en rok uit één stuk bestaan. Dat de
■
13
DE VOORGESCHIEDENIS VAN ONS DAGELIJKSCH BROOD
loto: Welll.ild
Op den voorgrond brooden uit voorhistorisch en tijd. daarachter het model van een bak-
oven. Deze brooden zijn veel in paalwoningen en moerasnederzettingen gevonden, waar de
brooden goed betoaard zijn gebleven, zoodal de samenstelling hiervan nauwkeurig kon
worden nagegaan.
denke eens aan vroeger dagen: zooveel weten wij reeds: aan het einde van
Overblijfsel van gierstenbrei uit Friesland Een klein stukje verkoold brood, afkomstig uit Het overblijfsel van een vladebrood uit Lange
Bronstijd. een Zwitsersche paaliooning (Robenhausen) wieher, ten N. van Hamburg (Germaansch)
14
Microscopische opname van het kaf van tarwe uit den bronstijd. Zoo ziel het kaf van gerst uit den voortijd er onder den microscoop uit
gedaante van de „dikke koek" kennen. In den chemische reacties zijn wij toch ln staat ze
regel werden deze baksels warm gegeten. dusdanig te onderzoeken, dat zij onder den
Alleen bij hooge uitzondering dienden zij in microscoop een analyse mogelijk maken.
gedroogden vorm als een soort noodrantsoen Wij kunnen vaststellen, dat de oudste vladen
dat men op jacht of op trektochten meenam, ult zuiver tarwemeel bestaan. Spoedig wordt
om ze op een open vuur weer tot brij te gerst met tarwe vermengd. Ook gierstvladen
koken. De vlade als korenvoedsel beheerschte komen voor. Sedert ongeveer zevenhonderd
lange tijden de keuken. Pas met het ln ge- jaar voor het begin van onze tijdrekening vin-
bruik komen van den draaimolen, tegen het den we voor het eerst bakwerk van rogge-
einde van den Hallstattijd, kwam daar ver- meel en havermeel en wel zeer streng be-
andering in. Het meel werd nu zoo fijn ge- grensd tot Germaansch gebied. Met recht
malen, dat het gisting toeliet en daarmede gelden beide als Germaansche korensoorten.
het noodige rijzen van het brooddeeg. Uit den Hallstattijd en uit den Wikingtijd van
Dit was de geboorte-stonde van het eigen- Zweden hebben wij vladeresten, waarvan de
lijke hulsbrood, dat in den vorm van rond- bestanddeelen naast tarwe en gerst ook lijn-
brood nog heden aan de vlade herinnert, zaad bevatten. In tijden van nood kwam het
Want het is eigenlijk niet anders dan een zelfs voor, dat men IJslandsch mos meebakte.
vlade, waarvan het oppervlak door gisting dat een zetmeelachtige stof, het liohenine, be-
omhoog is gekomen. Het huisbrood werd pas Tarwekorrels uit den jong-steentijd. Gevonden vat. De gewoonte om IJslandsch mos mee te
heel langzaam algemeen gebruikelijk Zelfs in Trebus, Mark Brandenburg. bakken, is ons echter niet alleen ult de voor
——
nu geldt het gegiste brood hoe verder we geschiedenis bekend, maar ook uit de latere
naar het Oosten komen meer als een lek- tijden van nood, tot zelfs in onze dagen. Wij
kernij en des te meer zijn brij en vlade het weten, dat men het in het Zwarte Woud ten
dagelijksch voedsel. Daarom zijn vóór-hlstc- tijde van den Boerenoorlog (1523) eveneens
rische broodvondsten naar verhouding zeld- verzamelde en door broodmeel mengde, even-
zaam. Vladevondsten komen wat meer voor als in de hongerjaren 1817—'18 in Noord-
en brijvondsten aan voor-historische scherf- Frankrijk en in den oorlogswinter 1917—1918
resten zijn zelfs tamelijk alledaagsch. Onzs in Egerland. Wederom een doorslaggevend be-
belangstelling geldt hier slechts de vladen en wijs, hoe na onze voorouders uit voor-
bet brood. Zij bleven meestal in uiterst historische tijden ons staan.
kleine, verkoolde stukjes bewaard, maar door WALTER VON STOKAR.
Nog enkele korenaren uit den ijstijd
Bit
voor-historisch oogpunt behoort
de schoone Veluwe stellig tot de schrijving van een oeroude handeling, een aan dat verhaal. Een simpel voorbeeld, hoe
merkwaardige streken van ons andermaal valt er een lichtstraal op de levens- sage en werkelijkheid elkander de hand
vaderland: daarvan getuigen na- en godsbeschouwing onzer voorvaderen en niet reiken, een voorbeeld, dat met vele andere uit
tuurlijk ln de eerste plaats de tal- zelden zal de oudheidkundige, voordat spade te breiden is.
rijke bodemvondsten, die in heide, bosch en en peilijzer eraan te pas komen, opheldering Voorzichtigheid is bij deze volkskundige naspo-
stuifzanden werden en nog steeds worden ge- krijgen omtrent een of ander punt of ter- rlngen onder de bevolking echter geboden,
daan, maar daarvan spreken ook de sagen rein, waaraan door de eeuwen heen een oud want de boer bewaart vele dingen gaarne in
en de overleveringen, aan vele plaatsen ver- verhaal gekoppeld is. Het bodemonderzoek kan zijn hart" en het schelle licht der openbaar-
bonden, alsmede de beteekenisvolle. oude daardoor soms bepaald en geleid worden en heid is, om het op zijn zachtst uit te drukken,
namen, dle buurten, akkers en wegen tot op zoo mag men in dit opzicht de volkskunde — niet bevorderlijk voor de instandhouding, het
den huidigen dag behouden hebben. dus afgezien van haar verdere groote betee- levend houden van de oude overlevering. Dit
Voor den oudheidkundige is daarom, behalve
een gedegen terrein- en bodemkennis in
kenis voor volksaard en volksleven
schouwen als een zeer te waardeeren gids.
—be- geldt in elk geval voor de Veluwe en haar be-
volking.
den ruimsten zin des woords, inzicht in de Herinneren wij ons niet het verhaal, dat sinds
oude verhalen en eerbiedwaardige veldnamen menschenheugenis ln omloop was omtrent een Rijk is de eerbiedwaardige Veluwe aan ge-
van groot belang, want in de dikwijls simpele heuvel bij een der Noordveluwsche dorpen? wijde, eertijds heilige hoogten; schier elk
en schijnbaar zinlooze vertelsels kan hij kost- Niemand ging daar in den avond gaarne heideveld, elk beekdal bewaart de dikwijls uit-
voorbij, want op dien heuvel had reeds gestrekte urnenvelden en de donkere graf-
bare aanwijzingen vinden omtrent gebeurte-
nissen uit het grijze verleden of vage herin- menige voorbijganger in den loop der jaren, heuvels en al is er veel verloren gegaan door
iets bijzonders gezien: een vrouwtje, dat daar ontginning en bebouwing, waarbij lang niet
neringen opsporen aan de gebruiken, die thans
zwijgend te spinnen zat. altijd de noodige eerbied werd betracht ten
weliswaar vergeten zijn, doch ln het onder-
bewustzijn van het landvolk nog bleven De menschen vertelden elkander dat verhaal opzichte van de „oude potten" en „donder-
voortleven. met ernstige, bedachtzame gezichten, het eene beltels", dle bij graafwerk aan het daglicht
geslacht droeg het over aan het andere en kwamen, van dezen rijkdom ls gelukkig nog
Herhaalde malen bleek reeds, dat de volks-
kunde goede diensten kan bewijzen aan het hoewel nog nooit iemand last of nadeel had heel wat overgebleven.
oudheidkundig bodemonderzoek en wie het ondervonden van het vrouwtje op den heuvel, Wij hebben maar te luisteren naar de sage.
oor te luisteren legt bij de boeren en de meed men zooveel mogelijk de geheimzinnige want over de eenzame heide en het verlaten
boscharbeiders, wie op gemeenzamen voet plek. bosch zingt haar stem als het hooge ruischen
in ontgin- van windharpen... Het voor ons veelszins nog
weet te komen met het volk van de Veluwe, Op zekeren dag werd het terrein
zal van tijd tot tijd ervaren, dat de heugenis ning gebracht en daarbij werd ook het bewuste geheimzinnige leven van den grijzen voortijd
heuveltje afgegraven: er werden onder meer roept zij op en haar beluisterend, gaan aan
aan de oude. heilige dingen niet geheel te loor
een drietal splnsteentjes in gevonden! Ziehier het oog der verbeelding gestalten ult dat verre
ls gegaan.
een merkwaardig, want naar onze overtui- verleden voorbij.
Het komt er overigens natuurlijk op aan, de
vermomming waarin een eenvoudig verhaal ging geenszins toevallig verband tusschen Langs de beken en de donkere, beboschte hel-
zich meestentijds aandient, te onderkennen het tot in de twintigste eeuw voortlevend lingen van Kwadenoord bij Renkum. waar
van den wezenlijken inhoud en slaagt men volksverhaal en den vóór-historischen heuvel. temidden van de weiden een met berken be-
16
zette hoogte de plaats aanduidt van een ver-
dwenen kapel en groote klokbekerheuvels de
herinnering aan een voorbijgegane cultuur
bewaren, spookt het sinds menschenheugenis
in de maanlichte zomernachten, als het water
van de Molenbeek zoo wit is als een witte
looper...
Het landvolk spreekt van de juffer, die een-
maal woonde op het sterke slot Grunsfoort.
maar ontegenzeglijk ouder dan de fundamen-
ten van den verganen burcht, die een jaar of
wat geleden werden blootgelegd, is, de ver-
schijning, die daar langs de beken rondwaart.
In de bosschen tusschen Garderen en Putten
ligt, omringd door rijzige beuken en slanke
lorken, een diepe inzinking. Tegen midder-
nacht lulden daar ln den schoot der aarde de
klokken en ult de diepte stijgen blauwe dam-
Pen op, waardoor gebogen gestalten voort-
schrijden. Zijn het de monniken uit het oude
klooster, dat er volgens de overlevering stond?
De kloosterlingen hadden hun ziel aan den
duivel verkocht en in een grondeloos don-
keren stormnacht brak het oogenblik aan, dat
hun zonden te zwaar geworden waren om te
dragen. Het klooster verzonk ln de aarde en
nog kleppen in duistere winternachten de
klokken de pijn en den angst ult van de god-
delooze broeders, die nimmer rust > zullen
vinden...
Een verzonken klooster en luidende klokken
in het Solsche Gat!
Hoe talrijk ook zijn de verhalen over de witte Bij de Wodanseiken te Wolfshezen, waar zeer oude voorhistorische nederzettingen waren
Wiven, die in den avond en den nacht dwalen
over de heide en langs sommige boschwegen! zii spon immers den draad van het leven!
Wanneer de storm opsteekt, jagen ze mee met Een zwarte hond met vurige oogen doolde ei-
den wilden wind, dan fladderen hun witte
rond en verschillende landlieden, die er mis
baren en tot in de afgelegen hoeven klinkt eerbiedigen schroom in den avond voorbij
soms een snerpende kreet, maar altijd weer gingen, hoorden de spinvrouw met zachte sten"
keeren de witte vrouwen terug naar de plaats, zeggen:
vanwaar zij kwamen.
Aldus vertelt met bedachtzame stem de „Diep ln het Heidens gat
Veiuwsche boer, als ge het voorrecht geniet u begraven ligt een schat.
's wintersavonds naast hem te mogen zetten
Wie hem bij volle maan weet uit te spitten
°P den „heerd". en daarbij zwijgt, zal hem bezitten. ')
Alweer staat het vast, dat de plaatsen, waar
de witte juffers rondgaan, ten nauwste ver- Over de geheele Veluwe weeft de sage zoo haar
band houden met plaatsen van den eeredienst gouden draden: over de donkere wouden en
uit overouden tijd.
En fluistert ook de sage niet het verhaal van de barre verlatenheid der stulfzanden, over
den jufferboom, die daar, omringd door graf- de golvende heuvels en de bochtige beekdalen,
over de hessenwegen en de aloude markt* -
beuvels, gestaan moet hebben in het spren- grenzen, over dorp en buurtschap.
gendal van Pomphul temidden van de don-
Steeds weer verbinden deze draden ons mei
kere wouden bij Hoog Soeren? Daarbinnen in het in den nacht der tijden verzonken bestaan
de holte van den reusachtigen boom huisde onzer voorvaderen, zooals zij bok een band
de witte juffer en altijd door gonsde haar
spinnewiel, dag en nacht, altijd door, want vormen met de historie van den ge wij den
Op den merkwaardigen Drieberg bij Ede bodem, waarop wij en die na ons komen, leven
en zullen leven.
17
Beschermend strekt de machtige eik zijn takken uit.
f n nutte van het dorp in het leven was geroe- ning van den predikant O. G. Heldring, dat
pen. dezen laatsten „berg" zal men tevergeefs zoe-
ten Oosten van den Hessenweg de Heiligen- ken naar een lindeboom en toch zai die daar
Een van de merkwaardige punten in het berg lag met een romeinschU) altaar, gewijd
Buurtbosch is allereerst de Galgenberg. Oude zeker hebben gestaan, want anders zou deze
aan de godin der jacht Luna of Diana, wel indrukwekkende hoogte er zijn naam niet aan
ingezetenen wisten zich nog te herinneren, dat heel onwaarschijnlijk voor, evenals zijn bewe-
op den heuveltop resten van de galgepalen ring door den naam Lunteren, hebben ontleend, evenmin als de vroegere hes
aanwezig waren; op primitieve kaarten staat zijn
die afgeleid zou senpleisterplaats „de Lindeboom", daar bene-
van Lunae-altare... den in het dal.
de galg afgebeeld. Brandstichters of moorde- Den Hessenweg Noordwaarts volgend komen
naars werden in vroeger dagen door het ge- De veronderstelling ligt voor de hand, dat
wij op het bekende punt, waar het Veluwsche op het hoogste punt van den berg, waar thans
richt naar den galg verwezen; schapendieven hoogterras
in Oostelijke richting afbuigt; en nog een met vijf berken begroeid merkwaardig
eveneens en men placht deze op te knoopen, de he.ssensporen afdalen naar het Meu Lun- heuveltje ligt, een lindeboom heeft gestaan
nadat men hen van tevoren gehuld had in., tersche veld.
een schapenvacht. en dat ook déze Veluwsche hoogte een belang-
De hooge, steile rand wordt links verduide- rijke plaats innam in het leven onzer voor
Nochtans is deze fraaie heuvel voor ons niet lijkt door
aantrekkelijk en beteekenisvol als plaats van
den Goudsberg met enkele grafheu- ouders. Stond hier eenmaal de rechtslinde.
vels, rechts ziet men den ronden, met dennen " vragen wij ons af? Bij het plaatsen van de
terechtstellingen, maar veeleer vanwege het begroeiden top van den lindeboomsberg. Op
feit, dat op deze plek hoogstwaarschijnlijk een notarisbank, enkele meters- hiervandaan, werd
heiligdom van onze voorvaderen heeft gelegen "en fraaie steenen bijl gevonden.
Juist omdat deze hoogte later tot galgenberg Zoo rondgaande in de omgeving van het dorp
werd „uitverkoren", ligt deze veronderstelling zouden wij nog wijzen kunnen op meer-
voor de hand, want in vorige eeuwen trachtte dere merkwaardige punten: het Spaansche
men (d.i. voornamelijk de kerk) alle herinne- Zand, waar dr. Bursch het vorige jaar een
ringen aan den vroegeren eeredienst Uit ïe nederzetting opspoorde, de heide brj de Vijf-
bannen en maakte men van een eertijds hei- sprong en de klokbekerheuvels aan de Goor-
lige plek bij voorkeur een afkeer inboezemende steeg, eveneens door dr. Bursch onderzocht,
plaats, waar boeven en misdadigers werden den Paaschberg, den Scheelenberg en den
berecht. Langenberg.
De Galgenberg heeft thans niets griezeligs En zooals wij in Lunteren's omstreken naar alle
meer, een bekoorlijke doolhof van berkensin- zijden de sporen aantreffen van voorhistori-
gels, bedekt de breede hellingen en van sche bewoning, zoo is het schier bij elk dorp
den en in elke buurtschap op de Veluwe. Overal
koepel af, die op het hoogste punt staat, heeft
men een prachtig uitzicht over de West- voelen wij den geweldigen achtergrond van
Veluwe en de Geldersche Vallei. het verleden, overal vinden wij de stille her-
nneringen en daarom ook hebben wij zulk
Verder naar het Oosten vinden wij in het heu
velland den* sporenbundel van den Hessenweg, In het prachtige een groote, innige liefde voor dit „wilt en bijs-
waar ook voorhistorische heuvels te vinden beekdal van Kwadenoord. ter landt" met zrjn donkere heidevelden, rui-
Midden in de weide de oeroude kapelheuvel. schende wouden en blinkende zandverstui-
zijn en in welks omgeving volgens sommigen hoogstwaarschijnlijk van vöörhistorischen vingen.
de Heiligenberg gezocht moet worden. Wij zijn oorsprong.
eerder de meening toegedaan, dat de boven- JAC. GAZENBEEK.
Beschermend strekt de machtige eik zijn
genoemde Galgenberg overeenkomt
met den takken uit boven de ,^even bergjes" bij '■) Ontleend aan Gust. van
Heiligenberg en daarom ook komt ons de mee- Voorthuyzen.
de Wall Perne-
Veluwsche sagen.
18
b\\
\
\\ Bi.
Blv>
\'<r /iH
l\
/ H ml
Kar /
fl/-
/
,-w
m
\
’
J\\ 4&
■
'«T; #
— *L
Ja
waar
—wij binnenkort
op
om onzefoto's terug te komen:
wel eenswat
hebben al heel aardige dingen ontvangen,
we
zullen laten zien. Maar moet veel
van er te makenmeer
zijn. Daarom hebben wij het volgende voor elkaar gebracht:
DE VOLKSCHE WERKGEMEENSCHAP
I ! zal de foto's, die wij ontvangen, in haar archief onderbrengen, opdat ook andere belang-
stellenden er iets aan hebben. Verder kan de Werkgemeenschap alle aanwijzingen
I j gebruiken, die tot het fotografeeren van voorwerpen of gebeurtenissen op volksch gebied
kunnen leiden, zooals adressen, data enz.
Afdrukken en vergrootingen (13X18 cm.), die voor ons werk van belang zijn, worden
vergoed. Het is dus de moeite waard om er eens een paar filmpjes aan te wagen! De
aard van het door ons gezochte materiaal blijkt voldoende uit de tot heden verschenen I
nummers van „Hamer". Tevens zal daaruit kunnen blijken, welke eischen aan kwaliteit
wij minstens stellen.
I . Wie iets te sturen, te leenen, te reproduceeren, te vermelden of aan te wijzen heeft,
richfe zich tot:
FOTO-ARCHIEF VOLKSCHE WERKGEMEENSCHAP —
SMIDSWATER 1 EN 2, DEN HAAG
Hm KT' -s^mMS m
IB* m^
.-^fl B 11
ÈT
j/^ &flr liftiin
Jk
iiiffi
W Jk
L^fl I
IT fl Ir
I A» fl■ Ir ■1 Ir Wr
B^
lr -$9
20
Palm
Dgschen in Friesland.
nn vele opzichten blijkt langzamerhand,
dat de bekende boeken van Waling
Dykstra „Uit Friesland's Volksleven"
verre van volledig zijn en er noodig een
nieuw boek over de Friesche volkskunde
nioet verschijnen. En dan liefst niet één boek,
°iaar meerdere. Immers het reeds thans door
verschillende Friesche volkskundigen, als S. J.
van der Molen, dr. O. Postma, Klaes Sierksma
professor Johan Winkler, die aldaar geboren
werd en zijn jeugd doorbracht.
„In mijn jeugd, dat ik mij herinneren kan
(dus zoo van 't jaar (18)45 af — ik ben ln '40
geboren)," aldus Winkler, „liepen de kinderen
te Leeuwarden omstreeks den Palmzondag,
met „palmen". Slechtweg „palmen" anders—
heette 't niet. Niet alle kinderen. Roomsch en
Do 't de boer in 't water lach
Ik der bij en jou der bij,
Is dat gyn moalje skllderlj?
21
.Pzülem, pallem Sondach " Akkrumer „Palmsondach", naar een waterverf „Üs pake en beppe binn de hjerst
iAkkrum > teekening in het Friesch museum van De iere Maitiid binne wij".
Ids Wiersma.
:.ti, leze beschrijving is een primitief schetsje Evenwel, van Grou en Aldeboarn is gelukkig sondach", zooals men de tak noemt, door cci;
■
i n den palmtak gevoegd. Nu is het opmerke- meer bekend gebleven. Zoo schijnt het uiter- commissie, bestaande ult het bestuur van
.i,k dat juist deze geschetste palmvorm, mon- lijk gelijk geweest te zijn aan den „palmson- Volksvermaak en eenige onderwijzers, gekeurd.
e.ing overgeleverd, nog bekend en gebruikt
'i<-lijnt dach" van Akkrum, waarover aanstonds meer. De mooiste, d.w.z. de oorspronkelijkste palmen
te zijn tot omstreeks 1914, terwijl deze In Grou, waar het gebruik verdween met het krijgen een prijsje. Men denke zich de moei-
afwijkt van de door dr. v. d. Graft overlijden van den ouden man, dle de palmen lijkheid eens in om van zoon 200
„Friesche vorm", zooals Johan volkomen
maakte en verkocht, bestond -+- o wonder! —- juist gemaakte takken, de „mooiste"
uit te
Winkler die beschrijft en die we hierna nog een Friesch liedje. De kleine kinderen begon- zoeken!
voor het verdere Friesche land zullen ont- nen te zingen:
moeten.
Hjoed is 't Pallemsnein. DE AKKRUMER „PALMSONDACH"
OP SCHIERMONNIKOOG. Pallemsneln is 't hjoed.
Hoe ziet nu de ..palmsondach" er uit? Ais
kerst wijzen wij nog op een „niet-
evenwel
Vervolgens de grooteren: toelichting diene een waterverfteekening uit
Friesche" palmpaaschtak, n.l. dle waarmee de
kinderen op Schiermüntsaich (Schiermonnik het Friesch Museum van den bekenden
oog) ln kleine groepjes nog tot voor een zestal Moarn is 't itersdei, Frieschen teekenaar en schilder Ids Wiersma,
Itersdel is 't moarn. gemaakt in 1922. En onze beschrijver is de
jaren het kleine dorp doortrokken. Zij gingen
langs de huizen der voornaamste eilandbewo- Oaremoarn is 't skitersdei, „Palmzondagijveraar" bij uitstek, de oude
Skltersdel ls 't oaremoarn. Akkrumer W. J. Koopmans, die in een aar-
ners (burgemeester, hotelhouder, veldwachter, dig rijmpje, waarin de plaatselijke sfeer zoo
enz.) om lekkers in ontvangst te nemen. Bij
Ook van Aldeboarn is het liedje nog bekend. juist is getroffen door de historische namen
elke deur aangekomen zongen zij:
Men vergelijke het eens met dat van van omstreeks 1880, een kleine Akkrumer laat
Ljouwert: vertellen hoe hij zijn palmtak maakt. Terloops
Pallem, pallem Paschen, zij er op gewezen, dat de volgorde der ingre-
Pallem, pallem ei,
Pallem, pallem Sondach, diënten op de teekening niet overgeleverd
Wacht je wy 'nen Sondach, juist is. Luister maar:
Krijgen wy in ei.
Toen de boer in 't water lach.
Ik er bij en jou er bij,
De „palm", die de kinderen meedroegen, was 't Was so 'n moalje skllderrj DE PALMSONDACH.
wel een eigen eilander palm! Aan een met ge- Oan in lange kliene prikke
kleurd papier omwoelde stok waren ln waaier- AKKRUM. Üt Doedes küperij,
vorm groote bossen duinhelm bevestigd. Hier- It spil torjuchte skikke
om- en doorheen strikte men gekleurde lintjes Wijden wij thans onze aandacht echter
niet Is noflik wirk for my.
en strikjes, waaraan soms koekjes, vijgen en meer aan deze overblijfselen van wat eens
eierdoppen geregen waren. een bloeiende volkscultuur was, doch zien wij
hi swaen fen Geeske Bakker.
Ook sneed men wel eenvoudig een flinke tak wat er nog springlevend in Akkrom gebeurt. In swaentsje for in sint;
van een conifeer met lange naalden en sierde
die op dezelfde wijze op. Dit zal wel oorspron- —
Op den morgen van Palmzondag Palmsneln,
in goed Friesch — onmiddellijk na kerktrjd.
Dat beestke sjucht net wakker,
't Hat eagen fen in krlnt.
kelijker vorm zijn dan die van helm, zooals komen uit alle hoeken en gaten, boerderijen
men ze in het laatst bijna uitsluitend aantrof. en burgerhuisjes blijde kinderen tevoorschijn, In fiich fen Sytse Visser,
die trots hun palmtakken voor zich uit Ljeafst great en taei en tin,
VERGETEN GEBRUIKEN dragen. Steeds meer sluiten zich bij hen aan San bak jeflich, dy 'k wisser
en tenslotte verzamelen zich wel een 200 kin- Om 't
Behalve in Ljouwert en op Schiermüntsaich
stokje riuwe kin.
deren bij de school. Nu en dan uit zich hun
bestond, voorloopig nawijsbaar, het gebruik van voorjaarsvreugde in het spontaan gedreunde In brok Akkrommer-Dimter,
de kinder-ommegang op Palmzondag zou— liedje:
Ef 'n timpe keallepoat
het niet in de lijn liggen deze naam thans te
vervangen Fen Folkert Ages; dat hindert
door Groenzondag of iets der- Pallem, pallem Sondach.
gelijks?
(Warga, — nog ln Tietjerksteradeel, Wergea
Hepkema 1931, 3 Apr.), Grou en
Toen de boer in 't water lach.
En ik er bij en jou der bij.
(seit Mem)
En as ik nei in skoftke
ek net san soad.
Aldeboarn (Oldeboorn). Met. opzet zeggen wij It was in moaije skllderij. Wer in füch torjuchte trluw,
„voorloopig nawijsbaar", aangezien het geheel De skllderij was stukken, Den krij "k in krintepofke,
niet uitgesloten lijkt, dat uit archivalia het ge- Pallem, pallem plukken, Det 'k ek nei boppen skou.
bruik voor andere Friesche dorpen wordt aan- Der is geen een in Engelland,
getoond. Die sukke palmen maken kan. Nou 'n fiich noch: nümer trrje
Van het Wergeaster en Tletjerksteradeelster
pulmpaaschfeest is ons niets meer bekend, dan En 'n apel. giel en glèd.
Op het schoolplein ontvangen de kinderen elk Fen pas der ünder flije;
aat het. eenmaal geweest is. een reep chocolade en wordt de „palm En alles is sa 't heart.
22
Een groepje Akkrumer kinderen met hun palmpaaschtakk
Allinne om palmtükjes Linde, ln de Scheene, kent men dit gebruik. dat beestje kijkt niet helder,
Noch nel Jan-tünman ta: En toch vindt men het nergens ln de volks- 't heeft oogen van een krent.
Hwent grien yn alle hoekjes. kundige boeken vermeld!
Dat tucht de palmbeam sa! De meest voorkomende hoofdvorm is een stok Een vijg van Sytse Visser,
met een horizontaal kruis. Vaak rust op dle liefst groot en taal en dun,
Mei flach jes, reade en griene, krulslatten een broodkrans. Op de vier hoeken Zoon „bakje-vijg", die lk gemakkelijker
En franjes der om gear, staan broodhaantjes, meestal met als voetstuk om het stokje kan rijgen.
Is siker, scoe ik miene, een sinaasappel. Van de vier hoeken hangen
De „pallemsondach" klear. dan slingers van eitjes en koekjes of gedroogde
vruchten. Ook een andere, waarschijnlijk Een brok Akkrumer „Deventer"
oudere vorm is bekend, die vrijwel de of een stuk „kalverpoot" (koeksoorti
Wet zulke takken nu trekken de op het Ljouwerter „palm" nabij komt. De jongens
van Folkert Ages; dat hindert
schoolplein verzamelde kinderen in optocht snijden een tak met vier op dezelfde hoogte
(zegt moeder) ook niet zoo erg.
ntet de dorpsharmonie voorop de „bürren" ontsproten zijtakken, welker uiteinden een
(buurt) en „Kleef" (een afzonderlijke wijk) En als ik na een poosje
horizontalen hoek, rechthoek, vormen, waar-
door. Het is natuurlijk niet wel doenlijk het boven uit in het midden de hoofdtak steekt ' weereen vijg op zijn plaats breng,
oude palmzondagdeuntje door de muziek te dan krijg lk een krentenbol,
De vier zijtakken krijgen dan de broodkrans
laten spelen, doch Akkrum bezit nog een te dragen met de haantjes. De verslering is die 'k ook omhoog schuif.
eigen „Palmsneinsang", eveneens van W. J.
verder als bij de eerste vorm. En het liedje?
Koopmans en getoonzet door den Frieschen
Nu nog een vijg: nummer drie.
ondichter P. E. Folkertsma van Aldeboarn. Palm, palm. paosel, En 'n appel, geel en glad,
Dit waarlijk volksche lied op een fleurige en Doeke frijt mit Klaoslen, op juiste wijze er onder aanbrengen:
vlotte wijze zingt heel Akkrum, oud en jong, El koekerei, en alles is zooals 't behoort.
en op school ls gezorgd, dat de kinderen Dit is myn leste Paosei.
öe woorden en wijze vlot en juist kunnen
2tagen. Zoo klinkt dan op deze Zondag
want na de optocht gaan de kleinen nog naar
— En ondanks al deze palmpaaschvierlngen.
zoowel vroeger als nu, ondanks deze overvloed
Slechts voor palmtak jes
nog naar Jan tuinman:
Pake en beppe, omke en moeike toe om een want groen rondom,
van interessante gegevens, lazen wij nog on-
fractatie op te halen
frissche klnderkeeltjes:
—nu en dan uit langs :
Maar dat sprookje is hiermede ook de wereld
maakt de palmboom zoo mooi!
23
Op sommige plaatsen houden jongens op Palm-
zondag voorbijgangers aan om een paar centen
..vuur 't poaschveur".
Lentehoogtÿ.
Het
is lente geworden in het oude
Saksenland. Bleek geel tot rood-
ornin bloeit de gagel rond de heldere
aeideplassen. Kievit en wulp duikelen
en het oude doodenieest, waarin zij — de altijd
groene — een plaats heeft als symbool van
het onvergankelijke, zich altijd weer ver-
nieuwende 'leven. Hoe zou zij gemist kunnen
over de vennen en hun roep doortrilt worden ook bij het voorjaarsfestijn, waar toch
de lucht, In de walheggen pronken de haze- nog geen der andere boomen nieuw blad heeit
laars en de elzen met hun katjes en langs gemaakt? Bij het oude Meifeest was zij ver-
de weiden wuiven wilgen met witte hoofden. dwenen. Want daarbij getuigde de groen ge-
Waar bosch en wei elkaar ontmoeten, op stille worden berk van de overwinning van het
verloren plekjes, bloeit de primula veris, in de jonge leven. Op den feestdag der dag-en-
ruige randen langs de akkers blinken de oogjes nachtevenlng kon de lebe alleen nog de ver-
der viooltjes, en de boschgrond is wit van de wachting van dezen ontwikkelingsgang uit-
klaverzuring en de anemonen. drukking verleenen en dat doet zij nu op
Hoog in de boomen hamert en schatert de Palmzondag nog in haar gekerstenden vorm.
specht. Op de bovenste plek van den groven lebengroen en dennetakken versieren vaak de
den juicht de fitis met trillend keeltje en palmpaschens der kinderen, maar meestal
tjlftjaf en koekoek roepen alom lulde hun 7,ijn deze in onzen tijd opgetuigd met buxus.
naam. Werkelijk, het is lente geworden in het die later hier te lande ls ingevoerd, ook „im-
oude Saksenland en ook het hart der Sakser.s mergroen" is en dus best de lebe kan vervan-
in Twente is opengegaan. De drang is in hen gen, vooral voor het gebruik door kinderen,
ontwaakt, om op de wijze der vaderen hun omdat hij de vergiftige eigenschappen der lebe
vreugde te betoonen over het ontwaken dei- mist. Doch hoe dan ook opgetuigd, de volksche.
natuur en om m hun oude gebruiken de bin- thans kinderlijke palmpaasch heeft aan het
ding te beleven van mensch en Al. begin van het lentehoogtij zijn karakter ge-
Des middags komen te Denekamp eerst Judas Het oude voorjaarrgebruik is nergens in den geven, al moge zijn naam dan ook Christelijk
en Cariot samen. Judas draagt een touw- lande rijker en plechtiger gebleven dan in zijn.
Twente. Het is thans saamgetrokken rondom De Twentsche palmpaasch is niet ln elke
het Christelijke Paaschfeest, het heeft ook plaats van het gewest gelijk, Integendeel, haast
verschillende Christelijke trekken aangenomen, iedere nederzetting heeft haar eigen vorm,
maar de oude Germaansche elementen zijn er doch overal zit hij vol oude zinnebeelden. Ner-
volcp ln bewaard gebleven. Zonder eenige gens ontbreekt bijv. het radkruls, het vler-
moeite is te tien, dat in de Twentsche Palm- spakige zonnerad, dat mede het jaar aanduidt
zondag- en Paaschgebrulken de oude viering in zijn vier deelen. Het jaar, dat voor den
van de lente-dag-en-nachtevening en van den natuur- en bodemverbonden mensch een beeld
Hoogen Mei voortleeft, dat zich onder Chris- is van het groote gebeuren in den komos.
telijk gewaad het oude Germaansche volks- evenals van zijn eigen levensloop. Oeroud is
geloof heeft gehandhaafd in een grooten rijk- dit zonne- en jaarzinnebeeld. Het werd reeds
dom van zinnebeelden. in den jongsteentijd in Zweedsche rotsen ge-
beiteld en getuigt daar reeds van het diep
religieuze leven onzer voorouders. Eindeloos
PALMPASCHEN ls het leven en het Al, maar in dle eindeloos-
heid wentelt het wiel der tijden, met zijn vier
Op den Zondag voor de „goede week", op spaken.
Palmzondag, begint in Twente het lentehoogty. Het zich steeds verjongende leven wordt aan
Op dien dag herdenkt het Christendom de den palmpaasch gesymboliseerd door de
intocht van Jezus in Jeruzalem en schijnbaar zwaantjes-kukelhaantjes, welke op zijn vier
Hz'pers trekken
— daar gaat de boom. is hPt Palinfeest een echt Christelijk feest:
insesteld. en met palm gevierd, om de her-
zijtakken worden gestoken en vooral door den
grooten zwaan met drie jongen op den rug.
nnering levendig te houden aan de grootsche welke den hoofdstak siert.
(waarvan de bijbel gewaagd) gebracht Als geheel is de palmpaasch een rudimentaire
aan den God-mensch vóór het begin zijner Meiboom, die nog als weleer gekroond wordt
lijriensperiode. In de Roomsche kerken wordt door den zwaan, den zonnevogel, dle in zijn
voor ieder gezin nog een bosje „palm" gewijd,, suikerkransjes nog meer zonnesymboliek
waardoor nadruk wordt gelegd op die Jeruza- draagt en in zijn snoeren vijgen, rozijnen,
lemsche palmenhulde, maar zelfs bij die vol- koekjes, enz., de vruchtbaarheid beeldt, die in
slagen kerkelijke handeling komt in Twente de lente tot ontluiking komt. Helaas, zal de
een volkoch element naar voren. Lang niet Palmpaasch dit jaar wel zeldzaam zijn, wan-
ieder komt n.l. In de kerk met wat men ln neer hij "tenminste niet heelemaal ontbreekt.
Nederland „palm" noemt, met buxus. Velen
laten ln plaats daarvan takken wijden van de
iebe (taxus baccata), hoewel die giftig is en IE DENEKAMP
terecht den naam van „venijnboom" draagt.
Wie geheel de traditie wil volgen, moet die Niet ontbreken echter zullen op Palmzondag
takken zelfs halen van bepaalde, daarvoor de Denekamper jongens. Zij hebben in den
aangewezen lebenboomen. De Twentsche volks- vorigen herfst reeds eiketakken gesneden en
kundige J. J. van Deinse vertelt, dat soms wel geschild. Zij hebben één eind daarvan rond
door honderden personen takjes worden ge- gebogen tot een handvat en dat den winter
naald, ter wijding in de kerk, van den mooien over vast laten staan, zoodat het nu voor den
De boom wordt handig van de zware takken iebenboom, die op het erve Koekoek bij Olden- dag gehaald zijn boogvorm behoudt. We laten
ontdaan en dan weggesleept. zaal staat. het den lezer over in dit gebogen handvat
Onder: Wie geen tak kan te pakken krijgen Misschien heeft dit erve, met zijn lentelij ken den oerboog te zien, het oudste zonne-zinne-
naam, vroeger een bijzondere rol gespeeld bij beeld. Wij willen alleen letten op de versiering
neemt een trekker bij de hand. iebengroen of buxus
de Germaansche voorjaarsviering. In elk geval van dit handvat met
is het zeer merkwaardig, dat men juist daal- en vroolijk gekleurde linten, die op de jassen
de iebentakjes haalt, want, men kan ze bij der jongens wederkeeren en zoo aan den troep,
elke oude boerderij vinden. Overal in Twente die uitrukt naar de wegen, welke Denekamp
staan ze „op zied van 't hoes", of „veur de bereiken, een lentelljk aspect geven. Bij die
baovendeur". De zwaarste ieben, welke we tot toegangswegen vatten de jongens post en
nu toe ontdekten, staan bij den Diekboer op niemand komt het dorp binnen, die niet een
het „Hof te Boekelo"; deze zijn zeker 600 oi kleinigheid heeft geofferd „veur het paosch-
700 iaar oud. veur". Ook in het dorp trekken de jongens van
Van ouds is de iebe den Germanen heilig deur tot deur om een gave en daar staat de
geweest. Wij kennen haar uit het Midwinter- aanvoerder: „Judas" aan het hoofd van den
24
in Twente.
Uoep. Judas, die bij het Paaschstaak-slepen
op Paaschzondag ook een belangrijke rol zal
spelen, totdat hij op dien dag wordt afgedankt
om plaats te maken voor „Karloth", dle het
volgend jaar „Judas" zal zijn.
In deze beide figuren herkennen we de ver-
persoonlijking van het oude en van het nieuwe
iaar, die niet uit dlt stuk volksleven uitgeban-
den boom bij opbod te verkoopen. Het wordt
h.-m niet gemakkelijk gemaakt. Hij staat bloot
aan allerlei plagerijen, welke we ook kennen
van ander voorjaarsgebrulk, vooral wanneer
het daarbij geldt het oude jaar weg te jagen.
Judas wordt zelfs van de ladder getrok-
ken en dan neemt Karloth zijn plaats in.
De boom wordt tenslotte werkelijk verkocht
Op de Paaschweide wordt de boom opgericht en
onder veel grappen door Judas en Cariot
verkocht.
nen konden worden en daarom ln hun naam en later door den kooper, die meestal geen
verachtelijk moesten worden gemaakt, bij de koopje heeft, weggehaald.
kerstening. Dat men daarbij er zelfs toe is
overgegaan den „Judas Iskarloth" ult den TE OOTMARSUM
bijbel tot twee personen te maken, is typisch Een ander hoogtepunt van volksch leven vindt
voor den geest van dien tijd. Vroeger gingen beide Paaschdagen te Ootmarsum plaats, een
Judas en zijn troep met groote manden door gebeurtenis, waaraan heel het stadje meedoet
het dorp en zamelden zij eieren in, die ver- en waaraan, evenals in Denekamp, de man-
kocht werden om geld voor het hout van het nelijke jeugd leiding geeft. In Ootmarsum is
paaschvuur te krijgen, maar tegenwoordig laat
er een Paaschcommissle van negen jonge
men dezen tusschenschakel voor het grootste mannen, dle drie aan drie aftreden. In drie
deel weg. jaar wordt dus de commissie geheel vernieuwd
Op Paaschzondagmlddag om twee uur begint en dat gaat geheel „van zelf", zonder ver-
in Denekamp het beroemde Paaschstaak- kiezing, op oud-volksche wijze. Deze commis-
slepen. Op den weg naar het kasteel Sln- sie zorgt voor het Paaschvuur en gaat bij het
graven ontmoeten Judas, Karioth en de hout- „Vlöggelen", het typische Paaschgebruik van
hakker elkaar. De laatste voorzien van een het stadje, voorop. Dlt Vlöggelen begint op de Links:
goed gescherpten bijl. Judas voorzien van een de Paaschtaak van Denekamp en rechts
lang trektouw om den boom om te trekken. Paaschweide, gelegen op de helling van den die van Tilligte.
Kuiperberg. De bevolking spreekt van Kuper-
Naast elkaar wandelen ze voort en weldra berg. Op deze Paaschweide dan gaat tegen vijf
krijgen zij gezelschap van de jongens en man-
uur de commissie heen en weer loopen en ter-
nen van het dorp. Plechtig is hun gang en stond sluiten zich de aanwezigen aan.
zij zingen oude Paaschllederen, vooral: Hier zingt men vooral het „Christus is opge-
..Heden is de groote dag, dat Christus opstond standen al van de joden hun handen" en
ult het graf". Karioth en de houthakker
„Hallelujah den blijden toon". Zijn het in
wachten bij den weg naar de rentmeesters- Denekamp gezongen lied en het „Christus is
woning, terwijl Judas daar heen gaat om te
vragen om een boom, die, volgens oud recht, opgestanden" naar toon en rhythme heel oude
liederen, „Hallelujah den blijden toon" is
door den eigenaar van de havezathe „Bögels- merkbaar jonger en het komt in Ootmarsum
camp" gegeven moet worden. Wanneer Judas
dan ook werkelijk slechts in de tweede plaats
met den rentmeester terug is, hebben zich heel in aanmerking. Geopend en gesloten wordt de
het dorp en meestal honderden toeristen op plechtigheid met het oudere lied.
den Singraverweg verzameld en in plechtigen
tocht gaat het zingend naar den boom, welke De Paaschcommissie en de verdere aanwezi-
de rentmeester aanwijst om geveld te worden, gen verlaten weldra de Paaschweide en gaan,
ïs de boom zoover gehakt, dat hij omgetrok- in een troep loopend, al zingende naar den
ingang van het stadje. Daar vatten allen
ken kan worden, dan moet Judas naar boven
°ni het trektouw te bevestigen. De gekapte elkaar bij de hand en vormen één lange
keten, die zingend rondtrekt door het stadje.
boom wordt van zijn grootste takken ontdaan Men neemt steeds denzelfden weg, loopt in de In Oldenzaal draagt de Paaschbaken steeds drie
en zoo behakt, dat hij gesleept kan worden. teertonnen.
Dit slepen geschiedt echter niet met een touw, eene straat aan den linkerkant in een andere
aan de rechterzijde. Soms slingert de lange
doch aan de eraan gelaten levende takken,
waaraan de bottende knoppen zitten. Honder- menschenketen zich om een stiepel (de lange
den menschen, oud en jong, nemen aan dit verticale paal, welke de oogstdeuren door mid-
den deelt en die in het Saksische gebied oud-
i-rekken deel en wie geen tak kan pakken, tijds als onheilafwerend gold) en ook gaat hij
vat iemand aan de hand, die wel zoo geluk-
kig is, en zoo vervolgens. Er ontstaan heele door enkele huizen heen. Daar staan dan op
ketens van trekkers en de oude gedachte is de gedoofde kachel enkele glaasjes jenever
voor de commissieleden, welke in 'n gaank"
natuurlijk, dat door al die trekkers de sap-
stroom gaat, die in den boom is ontwaakt,
die den boom tot nieuw leven zou brengen
— al doorloopend— worden verschalkt. Daar-
in is de oude „Heil" of „Minnedronk" bewaard
en die dat ook de menschen zal doen, die met gebleven. Dat dit Vlöggelen als een heilbren-
gende zonne-omgang moet worden aangezien,
die bottende takken verbonden zijn. Het is
een echt volksche lentebeleving. wordt nog duidelijker door het feit, dat de
Daaraan doet niet af het feit, dat de boom menschenketen onderweg meermalen echte
spiralen vormt en zich aan het slot als een
eerst slechts tot bij de kerk wordt gesleept spiraal oprol. Wanneer dat is gebeurd, komen
en de dorpelingen de Vespers bijwonen. Wan-
neer de dienst geëindigd is, gaat het trekken de kinderen van het stadje voor hun vaders of
voort en wordt uiteindelijk de boom geplant ooms staan en wanneer nog eens de vele
strophen van het „Christus is opgestanden"
°P de weide, waar reeds de stapel is opgetast,
die des avond Paaschvuur zal worden. Maar gezongen zijn, worden de kinderen vastgepakt
de boom wordt niet bij dien „baoken", zooals en driemaal omhoog gegooid en op die wijze Paaschvuren vlammen op in den voorjaarsnacht
de Twentenaren tegen een Paaschvuur zeg- aan de herboren zon gewijd.
den, geplant en nog minder verbrand, zooals Na afloop der beschreven plechtigheden gaat Het vlöggelen te Ootmarsum
nven in „folkloristische" boeken kan lezen. Hij men in Denekamp en Ootmarsum eiereneten,
wordt een heel eind van het vuur opgericht, maar tegen dat het donker wordt, gaat men
nadat hij van zijn takken geheel is ontdaan weer naar de verschillende Paaschweiden.
en slechts boven een gaffel is overgebleven, Overal in Twenthe doet men dat en tegen den
waarin een teerton wordt bevestigd. Opge- avondhemel schijnt weldra de rosse gloed der
richt vertoont de Paaschstaak het beeld der Paaschvuren. Hoog slaan de vlammen uit de
groote baokens. Vreugde is er in elk dorp, in
■^ïan-rune, het zinnebeeld van het verjongde
leven. elke buurtschap. De Paaschvuren branden, de
winter is overwonnen: het is lentehoogtij in
Jladder,
8 de staak opgericht, dan klimt Judas op de
welke er tegenaan staat, en tracht het oude Saksenland! j B BROEKHUIS.
IH
mcl eieren onder de deelnemers aan den rondoang __WW I Iflfi ■<■ ' LPw IH^^k. KB
*^Sk S~\ verdeeld. —'
"
Ifmï \___ 1 I
a-'
I^_<
JL x^ xlV» 9P |!L' *.., HH Hr TJaEBIM
"41 BL ""-^JI Bs
*
I /) (Jt/ r-5 /- "-r»H .'.*%» jPBPI^ i.-» ■aTjE
Ci r r^sT '"rlllrJ^B. t-BB^-jB bb ,'' I f iitl ■!
i / ■
**"
II
f. -^k^B
i/
I I \
*
flM^ik. *
SBw
zWm.
tm '
-*>**.^
fc
_ ' ""'^üJ^^^H
p^. ---w%!^'^)'* JB) cJfcÉL
aHHBHH^
"?* w
*r
/ / V 2^Br^ %B Jl o^^^^^^**^^
. I L± , Bbw B ,w t _j |^f |V iC 't- aS rmS&MIÊffcmÊUÈ BHH^'^B 4
3^ JK Bt T^nflfl____,
// //*
Ë*^^m___l ________-__2I
/ /
*
-^ *
-**■*
Bl i -w B
*B^^
Bk B J-BftJ^fl Bv o_____\ Mi B Bji 8888
/^ 88l H> I I
' 1.- "^B&^^vl^^^B Br f -_*___j__MÊm. *k^*B r-^^. BBf J^F r
JH] " BR ■Ji ■ /.'WJ
i
Jy BP^ ■* > i^^^^^SiA z^Ê HrulwH 1 Htfß
1
m^^^^^^^ *X
-— r-^n^-m^^^^ B- .^H Imi. * §___m M\ Bffl I 1h
. fl / i^B J fl W\__,sk
z^^L j d B|^ / _\_^___W BV^^l J^^^l ï Bb
B I CTB>^i!^Wj*ißP^ jctßt^^^ I
JH flflkjk
'■'
P J B^ /
"^IWJWIW^ BH^
88, H^ i BV /
HINDEItoPEN
INLEIDING in één
geven.
enkel opstel een volledig beeld te ONTSTAAN
Hielepen, die likje stéé, Hindeloopen is reeds in de Middeleeuwen
In een reeks van bijdragen hopen wij u nader
Oeen trèè kaanten ien 'e séé, ontstaan, nog vóór het ontstaan van de
tot Hindeloopen te brengen.
Allónnig oeen 'e Suuderkddnt Hoe dan is het mogelijk, dat een stadje, dan Zuiderzee. Toen. kwam de Vliestroom uit in
't Boente féé ien 't klaiwerldand thans 893 inwoners telt. en steeds, zelfs in het Almari of Flevomeer, en liep ten westen
den tijd van zijn hoogsten bloei, de elfde en van de tegenwoordige Friesche kust in de
mindeloopen,
is het wel gewenscht laatste in rang onder de elf Friesche steden Noordzee.
en goed, u te gaan beschrijven? Is was, een zoo bij uitstek merkwaardige Het was den tijd van de machtige Friesche
het wel verantwoord, aan duizen- koningen, die te Stavoren resideerden en op
evolutie heeft doorgemaakt?
den te gaan vertellen, hoe belang- jacht gingen in het nabijgelegen bosch van
Laat ons daarvoor eens terugtasten in de ge-
wekkend uw verleden was, hos schiedenis, die zeer belangwekkend is en een Kreil. Hier, in dit bosch, waar herten in over-
e®Qig jw cultuur, hoe ongemeen uw kleeder- vloed woonden, hadden zij hun jachthuis.
dracht, hoe stoer uw volk? Kunnen uw mooie nadere beschouwing overwaard.
Dit jachthuis nu moet de oorsprong van
hoekjes, uw interessante gebouwen, wel onder Hindeloopen zijn geworden.
zooveler aandacht worden gebracht, zonder De naam Hindeloopen herinnert ook aan dit
dat ge gevaar zult loopen, een „bezienswaardig jachtvermaak. Volgens Ocko Scarlensis, v/iens
heid" te worden? Als het zoover met u zou verklaringen men overigens met een korreltje
komen, dat ge „geëxploiteerd" wordt, zooals zout moet nemen, zouden de „etlicke wilde
r eeds gebeurt met verschillende plaatsen in beesten, welcke men hinden noemde, ende
°hs vaderland, dan ware het beter, u te die uyt het bosch van de Creyl aldaer haren
'aten voortsluimeren in uw rust. ganck ende loep hadden", hun naam aan de
Maar neen, te weinig weet ons volk, welkeen plaats gegeven hebben, welke naam dus zou
schat van volkskunst gij hebt voortgebracht, beteekenen „loopplaats der hinden". Andere
en hoe uw cultuur invloed heeft gehad op die geleerden echter bestrijden deze naamsaflei-
111 andere deelen van ons vaderland. ding en achten de zaak niet uit te maken.
Hindeloopen, gij zijt een wereld op uzelf. Aardig is in dit verband het rijmpje boven
den ingang der Groote Kerk:
Ja- een wereld op zichzelf is Hindeloopen.
°mdat het heeft voortgebracht, gekweekt on „Des Heeren Woord Met aandacht hoort.
°nderhouden een eigen kunst en cultuur, zich Komt daartoe met hoopen Als Hinden loopen
uitende zoowel in den bouw der woningen als
lri de meubelen, het huisraad en de gebruiks- De kleine nederzetting groeide langzamerhand
voorwerpen, zoowel in de kleederdracht als aan en de bewoners hielden zich aanvankelijk
ln de taal. alleen bezig met vischvangst, later ook met
ter wereld vindt men dat? veeteelt. We vinden tenminste in het Ost-
Het thans tot museum verstilde stadje biedt friesisches Urkundenbuch een schenking aan
den geschiedvorscher, zoowel als den bouw- het St. Bonifaciusklooster te Fulda, waar-
meester, den taalgeleerde en den schilder, eeuw.
Z.W. Friesland in de 8e schijnlijk uit de 8e eeuw. Aan dit klooster
zooveel te genieten,' dat het niet mogelijk is, f -f tochten der Noormannen werd in het land Westrahe (Westergo) bij de
27
van branden, oorlogsrampen,overstroomingen,
wisselen elkaar af. Het is daarom te meer een
bewijs voor de geestkracht der oude Hinde-
loopers, dat ze hun stad, ondanks die tegen-
slagen, steeds uitbreidden.
De. strijd tusschen Schieringers en Vetkoopers
ging niet ongemerkt voorbij: oude kronieken
vertellen ons van den slag bij Palesloot,
tusschen Hindeloopen en Molkwerum in 1418,
waarin wel 300 Schieringers sneuvelden en
200 gevangen werden genomen, en van den
slag bij het Oude Hof, ten Oosten der stad,
in 1420, waarin brj de 200 sneuvelden, en
even zoovele werden gevangen genomen.
„Synde het geenszins te verwonderen, dat er,
in de eerste woede eenighe dier ghevanghenen
syn opgecnoopt". De naam „Galgepölle" her-
innert ons hieraan.
Behalve deze onlusten werd er een verbitterde
strijd gestreden op het gebied van den han-
del. Daar was de nog machtige Hanze, die
zich met hand en tand verdedigde tegen de
zoo fel concurreerende Hollanders en Zeeuwen.
De strijd eindigde met een overwinning voor
de laatsten, terwijl de Hanze ten onder ging.
En nu zien we iets heel bijzonders gebeuren:
de IJsel- en Zuiderzeesteden verloren hun
handel, Stavoren ging zelfs ten onder, alle
handel verplaatste zich langzamerhand naar
Holland, maar Hindeloopen leefde op tot
nieuwen bloei, grooter zelfs dan tevoren.
De verklaring hiervoor moeten we geheel
zoeken in de bovengenoemde innige verbon-
denheid met Amsterdam. De vooruitgang van
Plattegrond van Hindeloopen van Schotanus uit 1664. de Amstelstad werd de bloei van Hinde-
loopen.
en Stavoren vrijdom van tol door de Sont.
Eigenaardig is het, dat een plaats met een
zoo uitgebreide handelsvloot geen haven had.
dle groot genoeg was om de groote fluit-
schépen ligplaats te verschaffen. Op de
oudste plattegronden (Van Deventer 1588,
Schotanus 1664), komt nergens een opening
voor, waardoor de schepen vanuit de zee de
stad konden binnenvaren. De sluis was klein
en alleen geschikt voor wateruitlaat en om
kleine schepen te schutten. De sahepen
konden alleen buitendijks op de teëd,)* voor
anker liggen. Voor de lange wintermaanden
was deze ligplaats ten eenenmale onvol-
doende. Daarom bleven de schepen niet voor
Hindeloopen liggen, maar hielden hun win-
terslaap in Amsterdam, met welke stad
Hindeloopen gedurende haar bloeitijd steeds
zeer nauwe relaties heeft onderhouden.
ONTWIKKELING VAN DE
SCHEEPVAART
In de Middeleeuwen sloeg de zee telkensmeer
land weg, zoodat Hindeloopen aan zee kwam
te liggen, en zelfs zoo. dat het aan drie kanten
door water werd omspoeld, en alleen aan den
oostkant met het vasteland verbonden bleef.
Deze geïsoleerde ligging is een der voor-
naamste oorzaken geworden van het eigene
in de cultuur, die, zooals we later zullen zlen,
zeer weinig punten van uiterlijke overeen-
komst vertoont met die van andere streken.
Deze ligging was ook oorzaak, dat de be-
woners zich meer gingen toeleggen op de zee
vaart. Steeds meer breidde de plaats zich uit
en werd zoo belangrijk, dat reeds in 1225
stedelijke rechten werden verkregen Toen
werd ook een haven aangelegd.
De handel werd eerst gericht op Engeland,
later op de Oostzee, en in het bijzonder deze
handel bracht Hindeloopen welvaart. Van
groote beteekenis werd de opneming in het
machtige Hanze-verbond, ln 1368, en in het-
zelfde jaar verleende koning Albrecht van
Zweden aan de schippers van Hindeloopen Plattegrond van Hindeloopen volgens Van Deventer 1588
28
haven van Hindeloopen.
behalve van de oorlogsrampen, waarbij nog hoorden. Deze was de grootste van Friesland. was, zooals in 1632 en 1661, en dat men de
kan worden gewezen op „Groote Pier", die Het bestuur der stad bestond uit vijf, later macht in handen legde van één oud-burge-
ll} 1520 Hindeloopen innam, en daarna aan zes Burgemeesteren, die ieder jaar door de meester, die dus schepper en schrijver was!
?Ün vele titels nog die van „Vrijheer van achttien vroedslieden werden gekozen De De historie bewaart de herinnering aan Auke
Hindeloopen" toevoegde, had de stad te lijden leden der vroedschap hadden voor hun leven Wybes, die in 1703 als eerste de Newa opvoer,
van diverse branden, waardoor het te ver- zitting in dit college en benoemden bij over- waar Czaar Peter de Groote zijn nieuwe
klaren is, dat er van de oudste archieven zoo lijden zelf de nieuwe leden. Het gebeurde hoofdstad bouwde. De schipper we*d door den
Weinig bewaard is gebleven. echter wel. dat het heele stadsbestuur op zee Czaar zelf binnengeloodst en kreeg rijke ge-
Ook watervloeden en stormen teisterden de schenken en voorrechten: vrijdom van tol in
stad: ln 1570 verdronken tijdens den Aller- alle havens van het Russische rijk en het
«eiligenvloed dertig vrouwen, in 1598 ver recht van 't eerst gelost te worden, zoolang
nielde een hevige storm wel honderd schepen de kiel van het schip de zee bevoer.
voor de kust, in 1643 volgde een doorbraak, Zijn zoon Wybe Aukes en zijn kleinzoon Peter
"ie de sluis wegscheurde en twaalf huizen Wybes, (genoemd naar den Czaar en gunste-
Wegspoelde. ling van Katharina II) hebben hiervan nog
de voordcelen genoten. Toen is het schip af-
gebroken.
GROEI
Hindeloopen groeide echter tegen de verdruk- NEERGANG
king in. De stad werd te klein voor het toe- De bloeiperiode der stad duurde nog tot na
nemend inwonertal. De grond, gelegen aan den 1775. De vierde Engelsche oorlog bracht Hin-
overkant der stadsgracht, de Zijlroede, werd deloopen den grooten slag toe: alle schepen
"ebouwd (1638 en later)' en kreeg den naam gingen verloren en de handel ging achteruit.
van Nieuwstad. Ze verraadt door haar regel- In den Franschen tijd verzandde de haven
bouw haar jeugd. Menige mooie gevel en nieuwe schepen werden niet gebouwd.
Valt hier te bewonderen. Ten overvloede teisterde in 1825 een over-
°°k de kerk werd vergroot (1658). De toren strooming de stad. Aan drie kanten sloegen
Werd in haar tegenwoordigen fraaien vorm de golven door de straten.
eerst opgetrokken in 1734. Na dien tijd ging het snel bergafwaarts, velen
Er was echter nog geen ruimte genoeg. Een verlieten de stad, hoewel toch nog verschei-
s^k land, gelegen in het verlengde van de denen de oude traditie der zeevaart voort-
Nieuwstad, werd bebouwd en kreeg den naam zetten en zich voor stuurman lieten opleiden.
Van Nieuwe Weide. De rogge- en oliemolen Vooral omstreeks 1860 werden vele jonge-
stond nu in den weg en werd daarom ver- lieden rr goed gevolg opgeleid door het
Waatst van het eind van de Nieuwstad naar toenmalig hoofd der Openbare School.
5fe*i Oosterdij k, waartoe de bewoners van Het huidige Hindeloopen, waarover later
ortimerts verlof moesten geven. Op de vrij- meer, is een sluimerend stadje. De bewoners
gekomen plaats werd een kerkhof voor aan- noemen zich geen Friezen, spreken een eigen
gespoelde lijken aangelegd: het Drenkelin- taal en hebben een zeer bijzondere kunst-
Kenkerkhof.
n
nijverheid.
Een reden te meer. om in eenige volgende
die dagen
er °otsehippers, waren
er honderd Oostzee- of
prachtige huizen be-
die artikelen dieper in te gaan op het ontstaan
woonden, waarover later. Hindeloopen telde dezer cultuur, die ons zooveel te zeggen heeft.
v"en pl.m. inwoners, waarvan er meer De straten van Hindeloopen vertoonen
aan 1000 tot1900
de Doopsgezinde Gemeente be- mooie oude geveltjes.
vele Bart C. ELSKAMP.
(Hindeloopen).
l„lo \r.hi.-l VW
29
VREUGDE EN ««AARREID
I twee begrippen, J
onafscheidelijk /^ Aft
B -—«^--j^^ .jf ■ i
b 9^. -^*v. B " '^. I *«i^*^£ ■^^BSiMflli
JUpic S
j* H
—■ .
' -£9B t-
' _____t__^^
BB H
,„—**
f
B '
B a .^^^EÊ^Êr .^
f
UITGEVERIJ ..HAMER"
FRANKENSLAG 111, DEN HAAG
! -» POSTGIRO 202522
/zoeken ZINNEBEELDEN
IN NEDERLAND
Gireert het verschuldigde op Gironummer 202522 van BIJ UITGEVERIJ „HAMER' VERKRIJGBAAR,
Uitgeverij „Hamer", Den Haag, tel. 554934, Frankenslag 111 BOEKEN VAN