Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 1

STUDIEVRAAG 3:

Het doel van deze studievraag is om greep te krijgen op de concepten van intermodale perceptie,
perceptueel leren en perceptuele vernauwing (intermodal perception, perceptual learning,
perceptual narrowing). Geef je eigen voorbeelden van deze drie termen en pas ze toe op één kind.
Merk op dat 'intermodal perception' en 'perceptual narrowing' key terms zijn. Perceptual learning is
geen key term, maar het is een kop in het boek, en daarom ook belangrijk. Geef je kind een leeftijd.
Schrijf in totaal 120-360 woorden. Geef de drie uitdrukkingen vet weer (boldface print) en voeg je
word count toe.

ANTWOORD:

Mateo, van inmiddels vier maanden oud, zit te spelen met zijn blokken op een kleedje in de tuin. Hij
kruipt rond op het zachte kleedje, tot hij opeengegeven moment op het gras eindigd. Het gras prikt
aan zijn benen en handen, waarna hij besluit terug te gaan naar het kleedje. Dit is een voorbeeld van
affordances als onderdeel van perceptueel leren. Mateo heeft geleerd dat door aandacht te geven
aan zijn omgeving, op het gras kruipen minder fijn aanvoelt dan op het kleedje.

De volgende dag zit Mateo weer in de tuin te spelen. Deze keer blijft hij de hele middag op zijn
kleedje. Hij ziet het gras en herinnert zich hoe het gras vorige keer voelde. Hij combineert de
zintuigen van zien en voelen om op te maken dat het gras niet aangenaam was. Dit is een voorbeeld
van intermodale perceptie.

Mateo wordt opgevoed in een Spaans-Nederlands gezin. Zijn vader praat altijd Nederlands tegen het
hem, terwijl zijn moeder altijd in haar eigen taal met haar zoon praat. Mateo’s ouders weten
namelijk dat hij nu de leeftijd heeft waarbij hij nog makkelijk onderscheid kan maken tussen de twee
verschillende talen. Over een aantal maanden zal hij dit vermogen verliezen en moeite hebben om te
achterhalen in welke taal zijn ouders tegen hem praten. Dit proces heet perceptuele vernauwing.

Aantal woorden: 219

You might also like