STUDIEVRAAG WEEK 5:

Het doel van deze studievraag is om de key terms voor emotionele ontwikkeling (pp. 418-444) toe te
passen op een eigen voorbeeld. Denk aan iets waar je als kind bang voor was. Pas minstens vijf van
de volgende acht key terms toe op jouw angst: co-regulation, discrete emotions theory, display rule,
emotion, emotion regulation, functionalist perspective, self-comforting behavior, self-distraction.
Als je bijvoorbeeld bang was voor het donker, pas dan de key terms op die angst toe. Schrijf in totaal
100-300 woorden, toon de key terms vetgedrukt en voeg je word count toe.

ANTWOORD:
Als vier jarig meisje was ik heel bang in het donker, vooral als ik ‘s avonds in mijn bedje lag. Wanneer
ik het huis hoorde kraken, werden mijn angstische emoties opgewekt; mijn hart begon sneller te
kloppen, ik voelde me niet veilig en dacht dat er onbekend iemand in het huis rondliep. Als reactie op
deze angst, begon ik gelijk met emotie regulatie. Mijn eerste stap was om gelijk te gaan duimen en al
mijn knuffels erbij te pakken om die stevig vast te houden voor een gevoel van veiligheid en rust. Dit
is een voorbeeld van self-comforting behaviour. Wanneer dit niet hielp draaide ik mijn weg van mijn
kamer, zodat ik het probleem, het donker, niet hoefde te aanschouwen. Ik was bezig met self-
distraction; mezelf afleiden van hetgeen dat mij bang maakte. Wanneer ik de vloer nogmaals hoorde
kraken, werden mijn emoties daadwerkelijk zo angstig dat ik begon te huilen. Ik wist dat mijn vader
dan naar mijn kamer zou komen om het lichtje aan te doen en met me zou knuffelen, waarbij hij zou
uitleggen dat er niemand geks in het huis rondliep. Dit fenomeen noemt met co-regulatie.

Aantal woorden: 190