Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 17

ILEOND10 (Onderzoeksvaardigheden) -

Samenvatting H1, H2, H4, H9 en §7.4 en


§8.2 tm §8.4

geschreven door

STvanLE

www.stuvia.com

Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar


Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

H1, H2, H4 (4.1 t/m


4.10) H9, - §7.4 - §8.2 -
§8.3 – §8.4

1
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: praktijkgericht onderzoek ............................................................................. 3
1.1 Wat is praktijkgericht onderzoek? ....................................................................................... 3
1.2 De handelingscyclus ............................................................................................................ 3
1.3 De onderzoekscyclus ........................................................................................................... 4
1.4 Kwaliteitseisen aan praktijkgericht onderzoek ..................................................................... 4
1.5 Het Integraal Model voor Praktijkgericht Onderzoek ............................................................ 5
1.6 Onderzoekscompetenties .................................................................................................... 5
Hoofdstuk 2: Typen van praktijkgericht onderzoek ............................................................ 6
2.1 Probleemanalytisch onderzoek ............................................................................................ 6
2.2 Diagnostisch onderzoek....................................................................................................... 6
2.3 Ontwerpgericht onderzoek .................................................................................................. 7
2.4 Verandergericht onderzoek ................................................................................................. 7
Prescriptief verandergericht onderzoek .......................................................................................... 8
Evaluatief verandergericht onderzoek ............................................................................................. 8
2.5 Evaluatieonderzoek ............................................................................................................. 8
Hoofdstuk 4: onderzoeksvoorbereiding ............................................................................. 9
4.1 Probleemanalyse ................................................................................................................ 9
Systeembenadering .......................................................................................................................... 9
Open benadering.............................................................................................................................. 9
4.2 De centrale vraagstelling ................................................................................................... 10
4.3 De doelstelling .................................................................................................................. 10
4.4 Het theoretisch kader........................................................................................................ 10
4.5 Informatievaardigheden .................................................................................................... 11
4.6 Het conceptueel model ..................................................................................................... 11
4.7 De deelvragen ................................................................................................................... 12
4.8 Het onderzoeksontwerp .................................................................................................... 12
4.9 Lineair en cyclisch onderzoek............................................................................................. 13
Hoofdstuk 7: Bevindingen, conclusies en aanbevelingen .................................................. 13
7.4 Aanbevelingen .................................................................................................................. 13
Hoofdstuk 8: Rapporteren en presenteren....................................................................... 14
8.2 Structuur aanbrengen ....................................................................................................... 14
8.3 Schrijven en herschrijven................................................................................................... 14
8.4 Afwerking en vormgeving .................................................................................................. 14
Hoofdstuk 9: Verantwoording ......................................................................................... 14
9.1 Productevaluatie ............................................................................................................... 14
9.2 Procesevaluatie................................................................................................................. 15
9.3 Planevaluatie .................................................................................................................... 15
9.4 Eigen ontwikkeling en verantwoordingsverslag .................................................................. 15

2
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

Hoofdstuk 1: praktijkgericht onderzoek


1.1 Wat is praktijkgericht
onderzoek?
• Methodisch: een vaste, weldoordachte
manier van handelen om een zeker
doel te bereiken
• Het domein van praktijk wordt
verbonden met het domein van
praktijkgericht onderzoek door de
handelingscyclus te koppelen aan de
onderzoekscyclus.

1.2 De handelingscyclus
• De methodische wijze bestaat eruit dat je eerst moet weten waar het probleem zit
(probleemidentificatie), om vervolgens te kunnen achterhalen wat de oorzaken zijn van het
probleem (diagnose) om dan pas een goede oplossing te bedenken (ontwerp) die uiteindelijk tot
de gewenste situatie (verandering)
moet leiden. Om te beoordelen of
de verandering ook inderdaad tot
het gewenste resultaat heeft
geleid, moet er geëvalueerd
worden (evaluatie)
• Dit heet ook wel de handelingscyclus
• Om in deze (praktische) methodologische behoefte te voorzien, ontwikkelde Van Strien de
regulatieve cyclus (1986).
• De regulatieve cyclus van Van Strien verloopt volgens 5 fasen:
o Probleemstelling
o Diagnose
o Plan
o Ingreep
o Evaluatie
• De DOVE-cyclus (interventiecyclus) van Vennix (1997) bestaat uit 4 fasen:
o Diagnose
o Ontwerp
o Veranderen
o Evalueren
• Het boek houdt zich aan de DOVE-cyclus, maar dan ook met probleemidentificatie.
• Probleemidentificatie: er moet een duidelijke probleemkeuze worden gemakt.
• Diagnose: het onderwerp wordt in deze fase volledig onderzocht. Er wordt geprobeerd de
achtergronden en de oorzaken vast te stellen.
o Kenmerkend hiervan: er wordt een analyse gemaakt van de bestaande situatie
• Ontwerp: er wordt onderzoek gedaan naar de oplossing van het praktijkprobleem
o Er moeten keuzes worden gemaakt om tot de gewenste (verbeterde) situatie te komen
o Als een keuze is gemaakt tussen meerdere opties, kan men naar de volgende fase

• Verandering: er is sprake van implementatie.


o Kenmerkend: er is sprake van een (organisatie)verandering: de gewenste situatie moet
gecreëerd worden. Er zullen indicatoren vastgesteld moeten worden waarmee het
proces van invoering kan worden gemonitord.
• Evaluatie: er wordt gekeken of het probleem is opgelost door het geïmplementeerde ontwerp.

3
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar


Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

o Er kan onderzocht worden of de juiste probleemkeuze is gemaakt, of er een juiste


diagnose is gesteld, of er voor en juiste oplossing is gekomen, ofwel of de verandering
juist is verlopen.

1.3 De onderzoekscyclus
• Ook bij de onderzoekscyclus gaat het om het doorlopen van fasen.
• Van de onderzoekscyclus bestaan er twee varianten:
• Wetenschappelijk onderzoek: men tracht algemeen bruikbare theorieën te ontwikkelen. Het
gaat hierbij om het begrijpen van de werkelijkheid (ook wel empirische cyclus)
• Praktijkgericht onderzoek: het gaat hierbij om ingrijpen, men wil de bestaande situatie
verbeteren. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de onderzoekscyclus.
• Deze cyclus bestaat uit 6 fasen:
o Probleemanalyse: vooronderzoek en vaststellen van de probleemstelling, vraagstelling,
doelstelling en afbakening
o Onderzoeksontwerp: keuze van onderzoeksstrategie
en de onderzoeksmethoden
o Dataverzameling: verzamelen van data/informatie
die je nodig hebt om je onderzoeksvragen te
beantwoorden
o Data-analyse: analyseren van de verkregen
date/informatie om conclusies te trekken
o Conclusies en aanbevelingen: geven een antwoord
(conclusie) op de vraagstelling op basis van de data-
analyse en de tussenconclusies en meegeven van
aanbevelingen aan de opdrachtgever
o Rapportage en presentatie: schrijven van onderzoeksrapport en geven van een
presentatie aan de belanghebbenden.

1.4 Kwaliteitseisen aan praktijkgericht onderzoek


• Onderzoeksresultaten zijn bruikbaar wanneer deze verbonden zijn met de concrete
problematiek van de klant of opdrachtgever en wanneer erop kan worden vertrouwd
• Die twee aspecten worden aangeduid met relevantie en deugdelijkheid:
o Relevantie: de onderzoeksresultaten moeten nuttig zijn voor de opdrachtgever
o Deugdelijkheid: de opdrachtgever moet kunnen vertrouwen op de kwaliteit van het
onderzoek
• Een onderzoek is deugdelijk als het voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid en validiteit
• Betrouwbaarheid: uitsluiten van toeval (het gaat om de wijze waarop je het onderzoek uitvoert)
• Validiteit: kiezen van de juiste indicatoren die je onderzoek
Deugdelijk Ondeugdelijk
Niet relevant Niet bruikbaar Kan geen kwaad
Relevant Bruikbaar Gevaarlijk
• Tussen deugdelijk en ondeugdelijk zit nog een gebied waarbinnen je met de juiste methoden en
theorieën uit het vakgebied toch ‘bruikbare’ resultaten kan leveren.
o Dat is het gebied van het meer operationele, routinematige niveau
o Dit niveau zou je het praktijkgericht handelen kunnen noemen
Praktijkgericht Praktijkgericht Wetenschapelijk
handelen onderzoeken onderzoeken

(Zeer) bescheiden  mate van grondigheid  uitgebreid

• Praktijkgericht handelen kunnen we niet echt zien als onderzoek

4
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

• Het is belangrijk dat je een goed beeld hebt van de mate van grondigheid die bij een bepaalde
(onderzoeks)opdracht wordt gevraagd, omdat:
o Je moet kunne aansluiten bij de verwachtingen van de belanghebbenden
o Je efficiënt te werk moet gaan (en dus niet met een (methodisch) kanon op een mug
moet schieten wanneer uitzoeken volstaat)
o Je je niet op ‘gevaarlijk terrein’ moet begeven (en je dus moet weten wanneer je
betrouwbare en valide conclusies moet trekken en daarom grondiger te werk moet gaan)

1.5 Het Integraal Model voor Praktijkgericht Onderzoek


• Het Integraal Model voor
Praktijkgericht Onderzoek laat
een duidelijke koppeling zien
tussen de handelingscyclus en
de onderzoekscyclus. Je stapt
over van de handelingsyclus
naar de onderzoekscyclus
wanneer uitzoeken niet meer
volstaat en er zwaardere eisen
worden gesteld aan de
grondigheid
• Om het model goed toe te
passen, is het belangrijk dat je
onderscheid maakt tussen het ‘eigenaarschap’ van de handelingscyclus en het ‘eigenaarschap’
van de onderzoekscyclus.
• Het eigenaarschap van de handelingscyclus ligt altijd bij (het management van) de organisatie
• De organisatie is ook wel de probleemeigenaar.
• De handelingsvragen kunnen betrekking hebben op:
o Probleemidentificatie: waar zit het probleem precies?
o Diagnose: wat is het probleem en hoe komen we achter de oorzaak?
o Ontwerp: welke oplossing is het meest geschikt voor het probleem?
o Verandering: wat moet er in de organisatie veranderen om de gewenste situatie te
bereiken?
o Evaluatie: is de gewenste situatie bereikt of moeten we nog bijsturen?
• Het eigenaarschap van de onderzoekscyclus ligt bij degene die het onderzoek uitvoert.

1.6 Onderzoekscompetenties
• Je moet competenties ontwikkelen op het gebied van onderzoek
• Er zijn hierbij 3 aspecten van belang:
o Informatie: in staat tot het effectief en efficiënt vinden, beoordelen en gebruiken van
data en informatie
o Interactie: in staat zijn te onderhandelen, een dialoog te voegen en integer om te gaan
met mensen
o Intellect: in staat zijn om analytisch en conceptueel te denken, creatief te zijn en te
reflecteren op het eigen gedrag en de gemaakte keuzes.

5
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

Hoofdstuk 2: Typen van praktijkgericht onderzoek


• Er zijn 5 typen praktijkgericht onderzoek;

Fase Type onderzoek Ondersteunende kennissoort


Probleemidentificatie Probleemanalytisch Beschrijvend
Diagnose Diagnostisch Verklarend
Ontwerp Ontwerpgericht Prescriptief
Verandering Verandergericht Prescriptief en evaluatief
Evaluatie Evaluatie Evaluatief

2.1 Probleemanalytisch onderzoek


• Bij probleemanalytisch onderzoek gaat het om het vaststellen van het kernprobleem dat
invloed heeft op de effectiviteit of efficiëntie van de organisatie.
• Bij dit type onderzoek lever je beschrijvende kennis. Je weergeeft welke situatie je aantreft en
welke verbanden er zijn tussen de zaken die je hebt gevonden.
• Het is belangrijk om met ‘verschillende brillen’ naar de werkelijkheid te kijken
o Dat noemen we meervoudig of pluriform kijken.
• Integrale diagnosemodellen kunnen hierbij handig zijn. Een aantal voorbeelden zijn:
o INK-model
o 7s-model van McKinsey
o Organisatiediagnosemodel van Cummings en Worley
o Aandachtspuntenmatrix van Camp.
• Een goed model om uiteindelijk te komen tot het
kernprobleem is het relatiediagram.
o Het is een hulpmiddel om verbanden tussen
diverse problemen duidelijk te maken.
• In het voorbeeld zijn 3 kernproblemen genoemd:
o Onvoldoende kennis internet
o Marketingfocus pushmarketing
o Aandacht internet beperkt

2.2 Diagnostisch onderzoek


• Bij diagnostisch onderzoek probeer je inzicht te krijgen in achtergronden en oorzaken van het
gevonden kernprobleem
• Bij dit type onderzoek lever je verklarende kennis. Dat betekent dat je aangeeft waarom iets op
een bepaalde manier in elkaar zit en wat de reden is van de probleemsituatie
• Een veel toegepaste methode is het vergelijken van de aspecten van de probleemsituatie.
o Je kijkt dan of de organisatie functioneert ‘volgens het boekje’.
o Je verklaart het verschil tussen de gewenste (theoretische) situatie en de huidige situatie
• Een vorm van onderzoek die meer recht doet aan de feitelijke situatie is opinieonderzoek.
Daarbij wil je inzicht krijgen in hoe de betrokkenen zelf tegen de betreffende probleemsituatie
aankijken, wat hun meningen en belangen zijn, en wat zij als mogelijke oorzaken zien.

6
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

• Een goed hulpmiddel bij diagnostisch onderzoek is het


Ishikawa-diagram (visgraatdiagram).
o Aan de rechterkant zet je het kernprobleem
o In de diagonale pijlen benoem je de mogelijke
hoofdoorzaken
o Bij elk daarvan kijk je in hoeverre een benoemde
oorzaak de problematiek kan hebben veroorzaakt

• Een ander hulpmiddel is het oorzaak-gevolgschema.
OORZAAK GEVOLG
? omzet -
verlies
? kosten +

2.3 Ontwerpgericht onderzoek


• Bij bedrijfskundige opleidingen staat probleemoplossing centraal.
• In hbo gaat het daarbij niet primair om het exact begrijpen van de wereld, maar om het ingrijpen
in dagelijkse praktijk om deze doelgericht te veranderen
• Bij ontwerpgericht onderzoek gaat het vooral om het vinden van oplossingen of mogelijkheden
om de gewenste toekomstige situatie te creëren.
• De kennis die je gebruikt is prescriptieve kennis: je geeft met een ontwerp een voorschrift voor
het bereiken van de gewenste situatie
• Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen ontwerpen en herontwerpen.
o Ontwerpen: bedenken van iets nieuws
o Herontwerpen: aanpassen van het bestaande
• Het ontwerpproces bestaat uit 3 fasen:
o Specificatie: wat wil je maken, aan welke eisen moet het voldoen. De fase bestaat uit:
▪ Bepalen van het doel
▪ Vaststellen van randvoorwaarden
▪ Vaststellen van prestatiecriteria (noodzakelijk voor de evaluatie)
o Ontwerpen: wat kun je maken dat past bij de specificatie. De fase bestaat uit:
▪ Generenen van alternatieve oplossingen
▪ Kiezen van een oplossing(srichting)
o Testen: werkt de gekozen oplossing?
• De ex ante evaluatie moet je zien als een (onafhankelijke) toets op het (beleids)ontwerp.
o Er wordt zo afhankelijk beoordeeld op aannames, redeneringen, haalbaarheid etc.
• “Een optimale oplossing is mooi, maar een haalbare oplossing is beter”
o De volgende formule geeft dat weer  E = K x A
o E = effectiviteit, K = kwaliteit, A = acceptatie
o Je bent dus effectief als jouw kwalitatief goede oplossing ook geaccepteerd wordt
• Transdisciplinair wil zeggen dat je werkt vanuit denk- en werkwijze van een andere dan eigen
discipline. Je maakt gebruik van kennis, kunde, modellen, technieken etc.

2.4 Verandergericht onderzoek


• Het verandergericht onderzoek moet duidelijk maken wat de impact is van het invoeren van de
oplossing op de organisatie en op de mensen.
• De vragen die hierbij centraal staan zijn: Wat moet er veranderen? Hoe moet de verandering
vormgegeven worden?
• Er zijn twee ondersteunende kennissoorten: prescriptief en evaluatief

7
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

Prescriptief verandergericht onderzoek


• De resultaten van een prescriptief verandergericht onderzoek worden doorgaans verwerkt in een
veranderplan. Dit plan kun je als ‘voorschrift’ beschouwen.
• Voor het doelgericht veranderen zijn twee vormen van kennis en vaardigheden vereist:
• Ontwerpkundige: als ontwerpkundige moet je verstand hebben van (de werking van)
organisaties
• Veranderkundige: als veranderkundige moet je verstand hebben van mensen
• Verandergericht onderzoek is doorgaans gericht op:
o De organisatie en de eerdere ervaringen met veranderingen
o De verandercapaciteit (het vermogen om te veranderen)
o De betrokkenen, hun rollen en belangen (stakeholdersanalyse)
o De veranderstrategie (het kiezen van een aanpak die past bij de situatie)
o Het bepalen van interventies (activiteiten die de verandering vormgeven)
o De communicatie (wie wordt over wat op welke manier geïnformeerd)
o De wijze van monitoring (het volgen en bijsturen van verandering)

Evaluatief verandergericht onderzoek


• Op het moment dat de verandering werkelijk van start gaat, kan er behoefte bestaan om het
veranderproces nauwkeurig te volgen en de informatie te verkrijgen over de ingeslagen weg.
o Hierbij gaat het om continue evaluatie (ook wel ex-durante evaluatie of monitoring)
• Monitoring kan een afzonderlijk onderzoek zijn, gericht op effectmetingen.
• Bij monitoring gaat het om effectmetingen tijdens het veranderproces, niet achteraf!
o De vragen die centraal staan zijn:
▪ Verloopt de verandering zoals bedacht?
▪ Worden de gewenste (tussen)resultaten behaald?
▪ Verloopt het proces volgende de planning?
▪ Worden de afspraken nagekomen?
o De antwoorden op deze vragen leveren evaluatieve kennis op waarmee bijgestuurd kan
worden

2.5 Evaluatieonderzoek
• Tichy benoemt 4 disfunctionele patronen (van het management) die een mogelijke verklaring zijn
voor het feit dat dit type onderzoek te weinig in bedrijven wordt uitgevoerd.
• We noemen hierna de belangrijkste:
o Unconflicted change: men is geneigd te geloven dat ‘meer van hetzelfde’ volstaat om de
problemen te lijf te gaan, ondanks dat dat niet werkt. Dit om weerstand te vermijden
o Hypervigilance: men gelooft dat andere zaken allemaal zo urgent en belangrijk zijn, dat
er geen tijd is om te evalueren.
• Ex port evaluatieonderzoek is het onderzoek dat betrekking heeft op de situatie na de invoering
van de oplossing
• Verschuren en Doordewaard onderscheiden 3 typen van ex post evaluatieonderzoek:
o Productevaluatie: zijn de resultaten bevredigend?
o Procesevaluatie: is het veranderplan goed uitgevoerd?
o Planevaluatie: waren de probleemkeuze, de diagnose en het ontwerp correct.
Probleem-identificatie Diagnose Ontwerp Verandering Ex post situatie

Evaluatie
Probleem
Probleem
niet
opgelost
opgelost

8
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

• Evaluatief onderzoek kan een organisatie uit het ‘enkelslag leren’ halen (hetzelfde (nog) beter
doen) en naar het ‘dubbelslag leren’ leiden door bestaande praktijken en inzichten tegen het
licht te houden of zelfs naar het ‘drieslag leren’.
• ‘Drieslag leren’ richt zich op ‘t niveau van principes en waarden en is gericht op de totale context
Principes Inzichten Regels Gedrag Resultaten

Enkelslag
Dubbelslag
Drieslag

Hoofdstuk 4: onderzoeksvoorbereiding
4.1 Probleemanalyse
• Belangrijk is dat je je realiseert dat je nu overstapt van de handelingscyclus naar de
onderzoekscyclus en dat je aan de slag gaat met een kennisvraag.
• De fase van probleemanalyse van de onderzoekscyclus is niet hetzelfde als het
probleemanalytisch of diagnostisch onderzoek in hoofdstuk 2!!
• Elk onderzoek begint met de fase van probleemanalyse van de onderzoekscyclus
• Het doel van probleemanalyse is de problematiek duidelijk in beeld te brengen, zodat je een
probleemstelling, een doelstelling en een vraagstelling kunt formuleren.

Systeembenadering
• Volgens De Leeuw wordt een systeem gedefinieerd als een verzameling objecten die onderling
zodanig zijn gerelateerd dat er geen elementen zijn geïsoleerd van de overige.
• De systeembenadering is in praktijk ieder vakgebied verder uitgewerkt.
• Voor het bepalen van de grens van een systeem hanteren we 4 criteria:
o De zaken die het systeem en de omgeving met elkaar uitwisselen zijn binnen het systeem
intensiever dan erbuiten
o De onderlinge relaties binnen het systeem zijn talrijker dan de relaties met de omgeving
o Er gebeurt meer binnen het systeem dan tussen het systeem en de omgeving
o De functie van het systeem is binnen het systeem duidelijker dan erbuiten.
• Om het systeem van je onderzoeksobject aan de criteria te toetsen, kun je de criteria toepassen
op stakeholders, dus op alle externe personen die er belang bij hebben.

Open benadering
• Bij de open benadering benader je het probleem niet als systeem maar ga je uit van de
problematiek, zonder onderscheid tussen interne en externe betrokkenen.
• Een handig hulpmiddel bij de probleemanalyse is de 6W-formule
o Wat is het probleem/de kans? (aspecten)
▪ Wat zijn de aspecten die je graag wilt aanpakken
o Wie heeft het probleem/de kans, of kan bijdragen aan de oplossing? (stakeholders)
▪ Wie zijn de veroorzakers
▪ Wie ondervindt last van het probleem
o Wanneer begon het probleem/de kans? (tijdlijn)
o Waarom is het probleem/een kans? (relevantie)
o Waar ontstaat het probleem/de kans? (eerste analyse proces)
o Wat zijn mogelijk de directe oorzaken van het probleem/de kans?

9
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

• Als afsluiting van de probleemanalyse formuleer je de probleemstelling


• De probleemstelling is een korte duidelijke beschrijving van het kernprobleem.

4.2 De centrale vraagstelling


• De centrale vraagstelling is het belangrijkste onderdeel van je onderzoek.
• De formulering van de centrale vraagstelling is cruciaal en zeker niet gemakkelijk.
• De centrale vraagstelling mag geen gesloten vraag zijn, het moet een open vraag zijn.
• Er zijn verschillende vraagtypen, in de tabel staan ook voorbeelden.
• De 5 typen onderzoek kunnen direct gekoppeld worden aan vraagtype.

Vraagtype Voorbeeldvragen Ondersteunende kennissoort


Beschrijvend Wat zijn de kenmerken? Beschrijven
Welke eigenschapen heeft het?
Verklarend Waarom is het zo? Verklaren
Hoe komt dat zo?
Voorschrijvend Hoe kan het verbeterd worden? Voorschrijven
(prescriptief) Wat zijn geschikte maatregelen?
Evaluerend Hoe werkt het? Evalueren
Wat is de waarde van?
Wat zijn voor- en nadelen
Vergelijkend Wat zijn de verschillen? -
Wat zijn de overeenkomsten?
Definiërend Hoe omschrijf je het? -
Wat is de plaats in het grotere
geheel?
Hoe kan het getypeerd worden?

• Bij het formuleren van de centrale vraagstelling en de externe en interne doelstelling kun je de
volgende formule gebruiken en invullen:
o Ik ga een onderzoek doen naar … (onderzoeksontwerp);
o Omdat ik wil weten … (centrale vraagstelling);
o Zodat ik een beschrijving/verklaring/prescriptie kan geven (intern doel);
o Zodat de opdrachtgeven … kan doen (extern doel)

4.3 De doelstelling
• Met de doelstelling geef je aan wat er met het onderzoek bereikt moet worden.
• De doelstelling bestaat uit twee onderdelen:
o Extern doel: welke bijdrage wil je leveren aan de oplossing van het handelingsprobleem.
Dit is ook wel het doel van je onderzoek
o Intern doel: je geeft aan welk soort kennis jouw onderzoek gaat opleveren, zodat
daarmee een bijdrage geleverd kan worden aan het oplossen van het
handelingsprobleem. De kennissoort moet uiteraard aansluiten bij het type onderzoek.
Dit is ook wel het doel in het onderzoek
• De doelstelling moet SMART geformuleerd

4.4 Het theoretisch kader


• Wat kun je allemaal gebruiken voor het theoretisch kader?
• Vakliteratuur: hierbij horen studieboeken, databanken, vakbibliotheken brancheorganisaties,
onderzoeksinstellingen en de overheid. Zoek bij de betreffende branche of sector naar gegevens
in het vakgebied

10
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

• Documentatie: schriftelijke en digitale materialen met informatie over je onderwerp.


Vindplaatsen zijn het archief, databases, documentatiecentrum en de administratie van je
opdrachtgever
• Internet: het is hierbij belangrijk om te letten op betrouwbaarheid van informatie op internet.
• De media: artikelen, kranten, algemene tijdschriften, tv-programma’s etc.
• Het onderzoeksveld: je kunt mensen vragen wat zij weten van het onderwerk, wat ze van de
situatie vinden, welke afspraken of protocollen er gelden.
• Andere onderzoeken over het onderwerp: vaak is er al eerder onderzoek gedaan. Je kunt deze
verslagen in je theoretisch kader benoemen.
• De ervaringen van onderzoekers en experts: je kunt mensen die heel veel van je onderwerp
afweten interviewen.
• Verplichte onderdelen in het theoretisch kader:
o Welke theoretische inzichten zijn er over jouw onderzoeksontwerp
▪ Je moet de lezer introduceren met de algemene informatie over het onderwerp
• Verschillende formats, er zijn allerlei lay-outs enz.… (meest relevante
noemen)
o Welke modellen ken je en/of heb je weleens gebruikt
▪ Hoe kun je die modellen kunnen categoriseren op een handige (bruikbare)
manier?
▪ Je beschrijft het model
▪ Uitleggen waarom je een model gaat gebruiken
o Casuïstiek
▪ Informatie over hoe hetzelfde probleem bij een ander bedrijf is opgelost.
o Begrippen uitleggen
▪ Dit is niet verplicht maar is wel een goede toevoeging
o Conceptueel model
▪ Geeft verbanden tussen de eenheden van je project weer

4.5 Informatievaardigheden
• Verhoeven (2010) heeft 6 regels voor het zoeken naar informatie:
o Definieer het probleem. Stel vast welke informatie je hebt en welke nog ontbreekt
o Kies de juiste zoekstrategie: informatie zit vaak verborgen in grotere documenten
o Bepaal waar je gaat zoeken
o Bestudeer de informatie en selecteer wat je echt nodig hebt
o Organiseerde informatie
• Een systematische methode is een mindmap.

4.6 Het conceptueel model


• Het conceptueel model is een visuele weergave van het theoretisch kader en geeft schematisch
overzicht van de eenheden, eigenschappen en kenmerken die je gaat onderzoeken
• Wat je met het conceptueel model doet, is de validiteit van je onderzoek transparant maken,
zodat voor iedereen duidelijk is welke kenmerken of indicatoren je gaat onderzoeken.
• Ook is het conceptueel een handig hulpmiddel om je onderzoek te operationaliseren.
o Het vertalen van een begrip in meetbare kenmerken
• Operationaliseren doe je door begrippen te beschrijven die je in de centrale vraagstelling
gebruikt

11
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

4.7 De deelvragen
• De formulering van de centrale vraagstelling en de deelvragen moeten voldoen aan eisen:
o Het antwoord op de centrale vraagstelling moet voldoende zijn om de externe
doelstelling van je onderzoek te helpen bereiken
o De antwoorden op de deelvragen geven bij elkaar een voldoende antwoord op de
centrale vraagstelling waaruit je ze hebt afgeleid.
• Een aantal criteria voor een goede deelvraag:
o Hij moet specifiek zijn: formuleer precies waarop je antwoord wilt hebben
o Het moet een kennisvraag zijn
o Hij moet verband houden met de hoofdvraag
o Hij moet onderzoekbaar zijn

4.8 Het onderzoeksontwerp


• Antwoord geven op de volgende vragen
• Waarover gaat het onderzoek?
o Welke afdeling?
o Welk proces?
o Welke klanten?
o Welke producten?
o Welke afdeling/klant/proces/product
o Antwoord geven op bovenstaande vragen voor zover mogelijk
• Hoe ga je onderzoeken?
o Onderzoeksstrategie: Kwantitatief vs kwalitatief
▪ Kwantitatief: cijfermatig. Komt voor bij problemen en vraagstukken die concreet
en afgebakend zijn. Verzamelen van cijfermatige gegevens die met statistische
technieken worden geanalyseerd. Probeer regelmaat te vinden. Perspectief van
de onderzoeker.
▪ Kwalitatief: geen cijfers, maar juist achtergronden en verhalen die je verzamelt.
Komt voor bij problemen die niet concreet en in getallen uit te drukken zijn.
Perspectief van de deelnemer.
o Dataverzamelingsmethoden (voor kwalitatief onderzoek)
▪ Interview
▪ Observatie (je kunt ook participerend observeren, door mee te doen met
werknemers)
▪ Documentenonderzoek
▪ Groepsgesprekken
o Dataverzamelingsmethoden (voor kwantitatief onderzoek)
▪ Enquête
▪ ABC-analyse
• Waar/wie ga je onderzoeken?
o Bronnen is NIET gelijk aan literatuur
o Welke personen?
o Welke locaties?
o Databases
• Hoeveel ga je onderzoeken?
• Wanneer doe je het onderzoek?
o Tijdsplanning

12
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

4.9 Lineair en cyclisch onderzoek


• Lineair onderzoek: je gaat opzoek naar harde conclusies om daarmee de stakeholders te
overtuigen. Het onderzoek is in grote mate gestandaardiseerd.
• Er wordt hierbij meer gebruikgemaakt van kwantitatieve dan kwalitatieve onderzoeksmethodes
• Er wordt gewerkt met een onderzoeksmodel en een concreet onderzoeksplan
• De onderzoekscyclus is onlosmakelijk met het lineair onderzoek verbonden
• Cyclisch onderzoek: het onderzoek heeft als onderwerp: het beter functioneren van de
onderzoeker zelf, van de groep of het team, of van de organisatie waar de onderzoeker
werkzaam is.
• Er wordt hierbij meer gebruikgemaakt van kwantitatieve dan kwalitatieve onderzoeksmethodes
• Cyclisch onderzoek komt vaak vorm in de vorm van actieonderoek
• De verschillen van lineair en cyclisch onderzoek staan in de tabel
Lineair onderzoek Cyclisch onderzoek
Gericht op kennis Gericht op verandering
Gestandaardiseerd en volgens wetmatigheden Niet gestandaardiseerd en minder strakke
regels
Onafhankelijke diagnose Zelfdiagnose
Onderzoeker buiten het onderzoeksveld Onderzoeker binnen het onderzoeksveld
Theorie en modellen als uitgangspunt De situatie en de context als uitgangspunt
Gebruik van onderzoeksmethoden Gebruik van interventiemethoden
Harde conclusies Geen harde conclusies
Conclusies door denken Conclusies door doen
Gebruik van onderzoekscyclus Gebruik van handelingscyclus

• Cyclisch onderzoek vraagt veel van de onderzoeker, onder andere:


o Over goede communicatieve vaardigheden beschikken
o Een goed inzicht hebben in hoe een organisatie feitelijk werkt; hoe de verhoudingen zijn
en hoe de formele lijnen lopen
o Vertrouwd zijn met interventietechnieken
o Een procesbegeleider kunnen zijn
o Een balans vinden tussen betrokkenheid en onafhankelijkheid

Hoofdstuk 7: Bevindingen, conclusies en aanbevelingen


7.4 Aanbevelingen
• Aanbevelingen zijn adviezen aan de opdrachtgever om een bepaalde actie te ondernemen
• Een aanbeveling is vaak een praktische toevoeging aan de conclusie; daarom worden
aanbevelingen direct na de conclusies gegeven.
• Er zijn een aantal verschillen tussen aanbevelingen en conclusies
o Aanbevelingen moeten een directe uitwerking van de conclusies zijn
o Aanbevelingen moeten uitvoerbaar zijn: wat je in je aanbevelingen adviseert, moet
binnen de beïnvloedingsfeer van de opdrachtgever liggen
o De aanbevelingen moeten concreet zijn: ze moeten bestaan uit maatregelen en
handelingen waar de opdrachtgever meteen mee uit de voeten kan
• Aanbevelingen in praktijkonderzoeken kun je zien als tips
o Meestal zijn die gericht op de externe doelstelling van het onderzoek

13
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

Hoofdstuk 8: Rapporteren en presenteren


8.2 Structuur aanbrengen
• Het onderwerp van je rapport kun je al in de titel opnemen en valt samen met de centrale
vraagstelling van je onderzoek.
• De doelgroep van je rapport bestaat uit: de opdrachtgever, studiebegeleider en beoordelaars
• Een rapport schrijven doe je planmatig.
o Je neemt de centrale vraagstelling als uitgangspunt en vervolgens stel je een schrijfplan
op. Je schrijft een eerste versie, dan herschrijf je die tot een definitieve versie.
o Je eerste versie schrijf je in een stevig tempo
o Bij je definitieve versie moet je nadenken over de omvang ofwel het aantal woorden
o Je eerste versie moet je herschrijven en vooral ook inkorten
• De managementsamenvatting schrijf je pas achteraf
o Je beschrijft hierin beknopt het hoofdonderzoek, de terugkoppeling en je adviezen.
o Ook de verantwoording van het onderzoek is hierin opgenomen.
o Denk bij het schrijven: wat wil de opdrachtgever in het kort willen weten?
• In je rapport mag je ook een gewone samenvatting hebben.
o Daarin ga je uitgebreider in op aspecten die je in de managementsamenvatting hebt
weggelaten, omdat ze de opdrachtgever bekend zijn.
o Je beschrijft kort in welke organisatie je je onderzoek hebt gedaan, je vat n het kort de
problematiek samen, de probleemstelling en de antwoorden die je hebt gevonden.
o Je beschrijft ook hoe je het onderzoek hebt uitgevoerd.
o Tot slot geef je conclusies en aanbevelingen

8.3 Schrijven en herschrijven


• Wees bij het schrijven van je eerste versie niet al te kritisch.
• Alle informatie en gegevens moeten aan twee eisen voldoen
o Ze moeten passen binnen de (centrale) vraagstelling
o Ze moeten bijdragen aan betrouwbare conclusies

8.4 Afwerking en vormgeving


• Aanvullende aanwijzingen voor het rapporteren zijn:
o Gebruik ruimte marges
o Houd de (hoofdstuk)titels kort, eventueel met ondertitel.
o Houd je aan de voorkeurspelling
o Geef alle tabellen, figuren een titel, een nummer en een bijschrift
o Zorg binnen de hoofdstukken voor een evenwichtige verdeling in paragrafen
o Schrijf waar mogelijk onder iedere hoofdstuk- en paragraaftitel een inleidende tekst
o Zet paginanummers midden onder, links- of rechtsonder op de pagina

Hoofdstuk 9: Verantwoording
9.1 Productevaluatie
• Een onderzoeksopdracht kun je evalueren aan de hand van het bereikte onderzoeksresultaat
o Heb je het probleem van de opdrachtgever opgelost?
o Heb je het kennistekort van de opdrachtgever kunnen aanvullen?
• Het resultaat van het onderzoek is afhankelijk van de kwaliteit van het onderzoek
• De criteria hiervan zijn: betrouwbaarheid, validiteit, bruikbaarheid en etnische verantwoording
• Bij productevaluatie gaat het erom een oordeel uit te spreken over het resultaat
o Komt er wel of geen vervolgonderzoek?
o Verantwoording van het resultaat tegenover de opdrachtgever en/of onderzochten

14
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen

STvanLE

9.2 Procesevaluatie
• Als het probleem van de opdrachtgever is opgelost, hoeft dat nog niet te betekenen dat het een
probleemloos onderzoeksproces was.
• Bij procesevaluatie kijk je naar het onderzoeksproces en hoe dat verlopen is.
• Ook de keuzes die hierin gemaakt zijn, moet je kunnen verantwoorden.
• Je schenk je aandacht je aan de dynamische aspecten van een onderzoeksproces, zoals
medewerking en weerstand, creativiteit en conflict, het geven van stimulansen en uitoefenen
van macht.
• Je geef antwoord op de volgende vragen:
o Is het onderzoek goed voorbereid, hoe liep de introductie?
o Heb je gebruikgemaakt van de resultaten van de stakeholdersanalyse
o Hoe werden weerstanden overwonnen?
o Wat hebben anderen bijgedragen aan het resultaat van het onderzoek?
o Waren er bijzonderheden?
o Wat zou je met de kennis van nu anders gedaan hebben?

9.3 Planevaluatie
• Als je verantwoording moet afleggen over het behaalde onderzoeksresultaat en over het
onderzoeksproces, dan is het verstandig daarbij ook een evaluatie mee te nemen van het
onderzoeksplan.
• Daarbij kun je je de volgende vragen stellen:
o Was de probleemstelling correct?
o Waren de doelstellingen juist geformuleerd?
o Was het theoretisch kader goed geformuleerd?
o Is de juiste afbakening gekozen?
o Is de planning haalbaar gebleken?

9.4 Eigen ontwikkeling en verantwoordingsverslag


• Elk onderzoek is een leerproces. Dat betekent dat je ook fouten kan en mag maken.
• In het verantwoordingsverslag geef je aan welke keuzes je hebt gemaakt en waarom, hoe je met
de problemen en knelpunten bent opgegaan etc.
o Betrek bij het schrijven voorbeelden uit je logboek
o Noteer adviezen, feedback of hints die je gekregen hebt van je bedrijfsleider, de
studiebegeleider, de opdrachtgever, de onderzochten en andere betrokkenen.
o Beschrijf ook wat je met je adviezen hebt gedaan

15
Gedownload door: Florianhaak | florianhaak@icloud.com € 912 per jaar
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. extra verdienen?
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)

You might also like