Verticale slinger

Fedde Kiès & Adham Ouled Khlaf

Inhoud :
1) Onderzoeksvraag
2) Theorie en/of hypothese
3) Experimentele aspecten
4) Onderzoeksresultaten
5) Conclussie
6) Discussie
7) Literatuurlijst
8) Appedix

1) Onderzoeksvraag :
Wat is het kwantitatieve verband tussen de slingerlengte 𝒍 en de trillingstijd 𝑻 van de slinger bij een
kleine bewegingsuitslag?

2) Theorie en/of hypothese :

We vermoeden dat het verband tussen de slingerlengte en de trillingstijd is dat als de slingerlengte
toeneemt, dat de trillingstijd dan ook toeneemt. De slingerlengte moet de lengte voorstellen vanaf
het aangrijpingspunt tot het massamiddelpunt van het gewichtje, en de trillingstijd is tijd die de slinger
nodig heeft om 1 keer heen en weer te bewegen.

3) Experimentele aspecten :
De metingen zijn uitgevoerd met de volgende apparatuur:

- Gewichtje, met daar gekleurd papier over heen getapet.

- Papieren strookje
- A3 blad
- Laptop (‘’Tracker’’ app)
- Telefoon (om mee te filmen)
- Statief

Overige gegevens die van belang zijn :

- Uitwijking = 8 cm
- A3 blad is als achtergrond gebruikt, zodat ‘’Tracker’’ het filmpje beter kon analyseren.
- Hetzelfde geldt ook voor het stukje gekleurd papier, dat om het gewichtje is geplakt.
4) Onderzoeksresultaten :
Slingerlengte Trillingstijd
Trendlijn
42.5 1.307 1
1
38.5 1.245

Trillingstijd (s)
1
34.5 1.178 1
1
30.5 1.108 0
26.5 1.033 0
0
22.5 0.952 0 10 20 30 40 50
Slingerlengte (cm)
18.5 0.863

Wortellengte Trillingstijd
Coordinatentransformatie / Trendlijn
6.519 1.307 7

6.204 1.245 6
Wortellengte (cm)

5.874 1.178 5

5.523 1.108 4

5.148 1.033 3

4.743 0.952 2

4.301 0.863 1

0
0 0 0 1 1 1 1 1
Trillingstijd (s)

5) Conclusie :
𝑙
We kunnen concluderen dat het een wortelverband is. De formule voor trillingstijd T = 2π √ . Dit is
𝑔
te vinden aan de hand van BiNaS T.35B.

Aangezien 2π en g constanten zijn, geldt dus dat T alleen afhankelijk is van l. De formule is dan T=√𝑙,
oftewel l=𝑇 2 . Dit wordt ook wel een wortelverband genoemd. We kunnen hieruit concluderen dat des
de groter de slingerlengte is, des de groter de trillingstijd is. Het gewichtje zal dus langzamer heen en
weer bewegen bij een lange slinger. Zo zie je in de resultaten in de appendix dat de trillingstijd telkens
afneemt wanneer de slingerlengte korter wordt. Ook kun je in de diagrammen zien dat het een
wortelverband is. Dit is te zien aan de trendlijn.
6) Discussie :
De dag dat het practicum eigenlijk gefilmt moest worden was Fedde naar de tandarts en bleek tracker
niet te werken, hierdoor hebben we het moeten inhalen op een andere dag. Toen we het voor het
eerst het practicum inhaalde hebben we zeven keer met dezelfde slingerlengte gemeten. Hierdoor
moesten we het nog een keer inhalen dit keer ging het wel goed met het meten. Toen we alles in
tracker hadden gezecht en de diagrammen moesten maken in excel ging dit eerst fout. Na een half
uur internet afstruinen kwamen we erachter dat er ipv een komma een punt moest worden gebruikt.
Daarna verliep het afronden van het document soepel.

7) Literatuurlijst :
1) BiNaS, T.35 B

2) Tracker

3) Office (Specifiek Excel & Word)

8) Appendix

Slingerlengte l = 42,5 cm

42,5
Trilingstijd T= 2π√9,81 = 13,07 seconden
Slingerlengte l = 38,5 cm

38,5
Trillingstijd T = 2π√ = 12,45 seconden
9,81

Slingerlengte l = 34,5 cm

34,5
Trillingstijd T = 2π√9,81 = 11,78 seconden
Slingerlengte l = 30,5 cm

30,5
Trillingstijd T = 2π√9,81 = 11,08 seconden

Slingerlengte l = 26,5 cm

26,5
Trillingstijd T = 2π√9,81 = 10,33 seconden
Slingerlengte l = 22,5 cm

22,5
Trillingstijd T = 2π√9,81 = 9,52 seconden

Slingerlengte l = 18,5 cm

18,5
Trillingstijd T = 2π√9,81 = 8,63 seconden