Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

Demonstratiepracticum histologie (LBT103)

In het college “Dier” van de module LBT103 zijn de verschillende weefseltypes aan bod
gekomen:
- Epitheelweefsel
- Bindweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel

In dit werkcollege gaan jullie zelf een aantal preparaten bekijken om de verschillende
weefsels te leren herkennen. Jullie gaan een aantal organen op microscopisch niveau
onderzoeken, zodat je een goed beeld krijgt van de verschillende weefsel- en celtypen
binnen een orgaan. We gaan hiervoor niet echt achter de microscoop zitten. Er zijn
tegenwoordige prachtige websites beschikbaar die het mogelijk maken om van achter je
computer door microscopische preparaten heen te scrollen en deze met verschillende
vergrotingen te bekijken. Wij maken gebruik van de website: histologyguide.com.

Wanneer je hier een kijkje gaat nemen, kan je op de homepage zien hoe de preparaten
allemaal zijn ingescand en waarom ze deze website hebben gemaakt. Je kunt plaatjes van
histologische preparaten in een boek bekijken, maar wanneer je er zelf doorheen kunt
bewegen en kunt inzoomen wanneer je iets interessants ziet, leer je er veel meer van!

In deze handleiding staan een aantal vragen die je moet beantwoorden. Soms lukt dat door
naar het preparaat te kijken, soms moet je iets opzoeken op internet. Overleggen met
medestudenten mag.

Microscopie
Het snijden van coupes
Bij dit practicum verdiepen jullie je in de histologie van het menselijk/dierlijk lichaam.
Histologie betekent letterlijk weefselleer (Histos = weefsel en logos (of logie) = leer).

Je kunt natuurlijk niet zomaar een stuk van een orgaan onder de microscoop leggen. Dan zie
je alleen een dikke zwarte vlek. Om weefsel geschikt te maken voor microscopie, moet het
een aantal stappen ondergaan. Allereerst moet het weefsel gesneden worden in dunne
plakjes (coupes). De meest gebruikte techniek hiervoor is de paraffine inbedding. Paraffine is
kaarsvet. Eerst wordt het weefsel behandeld met een fixatief. Dit zorgt ervoor dat
dwarsverbindingen worden gemaakt tussen eiwitten en dat eiwitten niet afgebroken
worden. Daarna wordt het weefsel ingebed in een stevig medium, waardoor er gemakkelijk
dunne coupes kunnen worden gesneden. Vaak wordt hier paraffine voor gebruikt. Met een
speciaal snij-apparaat (een microtoom) worden vervolgens weefselcoupes gesneden van 5
tot 8 µm dikte.
Vraag 1: hoe groot is een dierlijke cel? En hoeveel cellagen zitten er dus ongeveer in een
coupe van 5-8 µm dikte?
De grootte van een dierlijke cel verschilt, vaak zit dit tussen de 10-100 µm. In een coupe
van 5-8 µm dikte zal dus ongeveer 1 cellaag zitten.

Het aankleuren van coupes


De coupes die verkregen zijn met de microtoom worden op een objectglas gebracht en in
principe kun je ze dan bekijken onder de microscoop. Helaas valt er dan weinig te zien, want
cellen zijn kleurloos. Om details te kunnen zien in de coupes en om verschillende cel- en
weefseltypen van elkaar te kunnen onderscheiden, moeten de coupes gekleurd worden.
Hiervoor zijn speciale histochemische kleuringstechnieken beschikbaar. Een van de
bekendste en meest gebruikte kleuringen is de hematoxyline-eosine (HE) kleuring.

Vraag 2: Wat wordt precies aangekleurd met de HE-kleuring?


Met de HE-kleuring wordt zoveel de kern als de cytoplasmatische componenten
aangekleurd.

Hoe ga je te werk?
Jullie gaan preparaten bekijken die afkomstig zijn van verschillende organen. Binnen 1
preparaat zul je verschillende weefsels aantreffen. Een weefsel is een groep cellen met een
gelijke of gelijksoortige functie. Deze weefsels hebben elk een eigen functie binnen het
orgaan. Elk weefsel is opgebouwd uit cellen. Aan de hand van het uiterlijk van een cel en de
plek waar deze cel ligt binnen het weefsel kun je vaak al een idee krijgen over de functie van
deze cel.

Probeer voor jezelf de verschillende typen weefsel te herkennen en te bedenken welke


functie ze zouden kunnen hebben in het orgaan. Bij elk preparaat staan een aantal vragen
om je hiermee op weg te helpen. Het is slim om met de kleinste vergroting te beginnen. Op
deze manier krijg je een overzicht van het preparaat en kun je de verschillende
structuren/lagen/weefsels goed zien. Herken je de structuren op het eerste oog? Zie je
bijvoorbeeld bloedvaten? Of spierlagen? Of bindweefsel? Kijk goed welke histochemische
techniek is gebruikt om te achterhalen welk type weefsel welke kleur heeft. Wanneer je het
preparaat meer in detail wilt bekijken, gebruik dan het 20x of het 40x objectief. Je kunt de
vergroting linksonder in je scherm aanpassen. Je kunt nu de cellen binnen de verschillende
weefsels goed zien. Kijk eens of je de celkernen ziet. Verschillen de cellen en celkernen
bijvoorbeeld in grootte?

Eerste preparaat: Het ileum


https://histologyguide.com/slideview/MH-119-ileum/14-slide-1.html
Wanneer je op het vierkantje met puntjes klikt (linksboven, naast de tekst “chapter 14”) kan
je kiezen voor “microscope slide information” en dan zie je van welk dier het preparaat
afkomstig is (in dit geval van de mens) en welke kleuring is gebruikt (in dit geval HE-kleuring).

Het ileum wordt ook wel de kronkeldarm genoemd. Het is het laatste stukje van de dunne
darm.
Vraag 3: Bij welk orgaansysteem hoort de dunne darm?
De dunne darm behoort tot het gastro-intestinaal systeem.

Vraag 4: Om zoveel mogelijk voedingsstoffen te kunnen opnemen uit het voedsel is het
oppervlak van de dunne darm sterk vergroot. Op welke 2 manieren? Zie je dit terug in je
preparaat?
Het oppervlakte van de dunne darm wordt sterk vergroot door slijmvliesplooien en
‘vlokken’, een soort vingervormige uitsteeksels. Dit kun je wel zien in het preparaat, aan
de zijkanten.

Vraag 5: In de darm worden verteringsenzymen zoals lipasen, peptidasen, lactase en


sucrase geproduceerd.
a. Waar in de darm worden deze enzymen geproduceerd? Hoe heten deze
cellen?
De enzymen worden geproduceerd in de alvleesklier, de cellen waarin deze
enzymen worden geproduceerd worden acini genoemd.

b. Zijn de cellen die verteringsenzymen maken endocriene of exocriene cellen?


Waarom?
Dit zijn exocriene cellen, deze cellen zijn exocrien om de afbraak van de
alvleesklier door zijn eigen enzymen te voorkomen

Vraag 6: Hoe komen voedingsstoffen die zijn opgenomen door de cellen in de rest van het
lichaam? Zie je deze structuren terug in je preparaat?
De voedingsstoffen kunnen door de darmwanden worden opgenomen zodat de
voedingsstoffen op die manier in de bloedbaan terecht kunnen komen. Je kunt de
zuilvormige structuren terug zien in het preparaat.

Vraag 7: Hoe wordt het voedsel voortgestuwd door de darm? Noem tenminste 2 typen
weefsel die hierbij van belang zijn. Zie je dit terug in je preparaat?
Spierweefsel is zeer belangrijk voor het voortstuwen van voedsel door de darm, de spieren
zorgen namelijk voor samentrekkingen die het voedsel naar de rest van de darm duwen.
Ook mesotheelcellen op een dun laagje bindweefsel zijn van belang, dit zorgt ervoor dat
de darmen een glad oppervlak hebben en hierdoor gemakkelijke langs elkaar heen kunnen
bewegen. In het preparaat zie je een dun laagje over het bindweefsel liggen.
Vraag 8: De dunne darm speelt ook een rol bij afweer. Waar kun je logischerwijs de
celtypen die hiermee te maken hebben vinden? Zie je celtypen die hiermee te maken
kunnen hebben?
De celtypen die voor afweer zorgen in de dunne darm kun je logischerwijs vinden aan de
binnen en buitenkant van de darmwand. Een dikke laag weefsel zou hiermee te maken
kunnen hebben, zodat er niet zomaar dingen in en uit de darm kunnen gaan.

In het menu aan de rechterkant kun je klikken op de blauwe woorden en dan wordt het
betreffende gebied/celtype zichtbaar in het preparaat.
Hier: https://histologyguide.com/slideview/MHS-248-jejunum/14-slide-1.html vind je een
preparaat van het jejunum, het middenstuk van de dunne darm. Er is hierbij een andere
kleuringstechniek gebruikt. In principe zijn dezelfde structuren zichtbaar, maar het oogt
anders. Neem hier ook eens een kijkje!
Tweede preparaat: de pancreas (alvleesklier)
1) https://histologyguide.com/slideview/MH-131-pancreas/13-slide-1.html
2) https://histologyguide.com/slideview/MH-131-pancreas/12-slide-1.html

Dit zijn dezelfde preparaten. Bij de eerste ligt de nadruk op de endocriene delen, bij de
tweede op de exocriene delen.

Vraag 9: Bij welk orgaansysteem/welke orgaansystemen hoort de pancreas?


Bij het spijsverteringsstelsel en hormoonstelsel.

Vraag 10: De pancreas heeft zowel een endocriene als een exocriene functie. Kun je
endocrien en exocrien weefsel terugvinden in je preparaat? Hoe zie je het verschil? Is er
meer exocrien of meer endocrien weefsel?
Endocrien weefsel is lichter van kleur dan exocrien weefsel. Er is dus veel meer exocrien
weefsel dan endocrien weefsel.

Vraag 11: Hoe heten de endocriene structuren in de pancreas?


Eilandjes van Langerhans.

Vraag 12: Is het endocriene of het exocriene weefsel beter doorbloed? Waarom? Zie je dat
ook in je preparaat?
Endocrien weefsel geeft af aan het bloed waardoor er dus meer bloed in en uit het weefsel
gaat. Endocrien weefsel is dus beter doorbloed. Dit is ook te zien in het preparaat, want je
ziet meer ruimtes waar het bloed door kan gaan.

Vraag 13: Hoe worden de producten die geproduceerd worden door de exocriene cellen
afgegeven aan de omgeving? Zie je dit terug in je preparaat? Waar komen de producten
van de exocriene pancreas uiteindelijk terecht? Wat voor rol spelen ze daar?
De producten die geproduceerd worden door de exocriene cellen worden aan de
omgeving afgegeven door afvoerbuizen. Je kunt deze afvoerbuizen terug zien in het
preparaat. De producten van de exocriene pancreas worden afgegeven aan de darmen,
daar zorgen de producten voor het verteren van voedsel.

Bekijk ook eens dit preparaat: https://histologyguide.com/slideview/MH-133-pancreas/13-


slide-1.html
Insuline is hier paars van kleur, wat de endocriene structuren beter zichtbaar maakt.

In dit preparaat: https://histologyguide.com/slideview/MH-132-pancreas/12-slide-1.html,


met weer een andere kleuring, zijn de lobjes van de pancreas en de afvoerbuizen juist goed
zichtbaar.
Ga nu zelf nog eens wat rondneuzen op de site. Via de homepage kan je van alles zoeken
in de slidebox. Interessante preparaten zijn bijvoorbeeld:
- De eierstok: https://histologyguide.com/slideview/MHS-259-ovary/18-slide-1.html
- Het rattenbrein: https://histologyguide.com/slideview/MHS-284-brain/06-slide-
1.html
- Skeletspier: https://histologyguide.com/slideview/MH-055a-skeletal-muscle/04-
slide-1.html
- Bot: https://histologyguide.com/slideview/MHS-202-ground-bone/05-slide-1.html

You might also like