Statistiek

Soorten steekproeven

Populatie N: De groep waarover het onderzoek een uitspraak wil doen

- Bv. ‘de Amerikaanse mannen’ (60 miljoen mensen)

Steekproef n (sample): Een selectie uit de totale populatie, waarop je het onderzoek uitvoert
- Bv. 5.300 Amerikaanse mannen die geïnterviewd werden

Populatie-onderzoek (bv. volkstellingen) is duur en lijdt vaal aan vertekeningen (later meer)

George Gallup:
- Representatieve groep formulier laten invullen i.p.v. 10miljoen rijke mannen
- “Miniatuurversie van de bevolking”  betere en betrouwbaardere resultaten
,dus representativiteit is belangrijker dan steekproefgrootte.

Imperfectie van steekproeven zal altijd een uitdaging blijven (bv. niet verwacht dat Trump
zou winnen in 2016).

Problemen bij dataverzameling

The good: De enkelvoudige aselecte steekproef (EAS)

- Elke lid van de populatie heeft even veel kans om in de steekproef terecht te komen
- Varianten
o Clustersteekproef (tweetrapssteekproef)
o Gestratificeerde steekproef (voorkennis gebruiken)

The bad: Convenience steekproef

- Probleem van selectiebalans

The ugly: Quotasteekproef

Kinsey seksonderzoek (hoeveel mannen gaan vreemd?):

- Selectiebias: vertekening in wie hij benaderde
o Convenience sample: homobars, universiteiten, gevangenissen…
- Non-responsebias: vertekening in wie uiteindelijk deelnam
o Wie wil over zo’n delicaat onderwerp praten
- Responsebias: vertekening in de antwoorden van de deelnemers
o Bv. sociale wenselijkheid? Suggestieve vraagstelling?

Populatie (selectiebias)  steekproef (non-responsbias)  deelnemers/respondenten

(responsbias)
Problemen bij de presentatie van data

Voorbeeld 1
- Job aanbod in een kleine startup (bedrijfje)
o Gemiddeld inkomen: 3454 euro netto/maand
o Realiteit: 10 werknemers verdienen 1800 euro; manager verdient 20.000 euro
- Populariteit van “het gemiddelde” is riskant
- Het gemiddelde is gevoelig voor uitschieters

Voorbeeld 2
- Misleidende grafieken
o “The only climatechange cart you need to see” (national review)  Een
rechte lijn zonder veranderingen, komt de conservatieve organisatie goed uit.
 Y-as kan misleidend zijn.
o Te erg inzoomen, zodat het verschil heel groot lijkt (staaftabel).

Begrippen:
- Selectiebias
- Non-responsbias
- Clusterstreekproef
- Gestratificeerde steekproef
- Responsebias