Leerlijn-Muziek 5

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

LEERLIJN MUZIEK

Competenties groep 1-2 Competenties groep 3-4 Competenties groep 5-6 Competenties groep 7-8 Streefcompetenties muziek
als groep 1-2 plus: als groep 1-4 plus: als groep 1-6 plus:

De leerling kan actief luisteren naar korte De leerling kan actief luisteren naar (live) De leerling kan (binnen een inspirerende  De leerling kan betekenis geven aan
stukken (live) muziek(-theater) uit een breed muziek uit een breed muziek(-theater) werkvorm) met aandacht luisteren naar (live) muziek uit verschillende tijden,
1
ORIËNTEREN

repertoire, aansluitend bij zijn belevings- repertoire, aansluitend bij zijn belevings- muziek van buiten zijn belevingswereld. stijlen en culturen , kan kennis nemen
wereld. wereld. van betekenissen die anderen daar aan
geven (waaronder de componist of
De leerling kan met taal, beweging of beeld De leerling kan kennisnemen van De leerling kan objectief kennisnemen van De leerling kan de eigen betekenisgeving uitvoerder) en kan deze aan die van
zijn eigen betekenis geven aan muziek in betekenissen die anderen aan muziek betekenissen die anderen aan muziek aan muziek spiegelen aan die van anderen, hemzelf spiegelen.
binnen- en buitenschoolse situaties. geven, waaronder de componist. geven, waaronder de componist. en staat daarbij open voor andere ideeën.

De leerling kan betekenissen en De leerling kan verschillen in klank en de De leerling kan muzikale thema’s in muziek De leerling kan variaties op thema’s in  De leerling kan gericht luisteren naar
klanktegenstellingen in muziek van een vormaspecten herhaling en contrast in een van een breed repertoire herkennen en muziek herkennen en analyseren. muziek uit verschillende tijden, stijlen en
breed repertoire onderscheiden en vertalen breed repertoire van muziek herkennen en benoemen. culturen, en kan daarin de klank-, vorm-
naar beweging en beeld. benoemen. en betekenisaspecten herkennen en
benoemen.
De leerling ontdekt, door manipuleren en De leerling kan muziekstukjes ontwerpen De leerling kan met gebruikmaking van De leerling kan variatie als vormprincipe  De leerling kan klank-, vorm- en/of
experimenteren, klankaspecten van diverse met (willekeurige) gebruikmaking van klank- en vormaspecten van muziek bewust toepassen in zijn composities. betekenisaspecten van muziek in zijn
ONDERZOEKEN

klankbronnen. muzikale tegenstellingen, herhaling en structuur aanbrengen in zijn composities. composities verwerken en daarbij de
contrast. vormprincipes herhaling, contrast en
variatie toepassen.
De leerling kan zelfstandig een situatie, De leerling kan zijn muzikale ideeën  De leerling kan zijn muzikale ideeën
REFLECTEREN

sfeer of muzikale tegenstelling verwerken in vormgeven en eventueel verklanken met vormgeven en uitvoeren met behulp van
kleine vocaal/instrumentaal geïmproviseerde gebruikmaking van (muziek)technologie. zijn stem, (school)instrumentarium,
klankstukjes. (muziek)technologie en beweging .
 De leerling kan zijn composities noteren
De leerling kan zijn muzikale ideeën globaal De leerling kan zijn muzikale ideeën De leerling kan specifieke klankaspecten en reproduceren met behulp van
weergeven in beeld (picturaal, basaal picturaal en grafisch weergeven en onderscheiden en die weergeven in picturale en grafische notatievormen.
grafisch). reproduceren. passende grafische symbolen.

De leerling kan in groepsverband De leerling kan zuiver, helder gearticuleerd De leerling kan een lied zelfstandig correct  De leerling kan (zelfstandig, zuiver,
eenstemmige liedjes, zowel 2- als 3-delig, en met expressie zingen in een omvang van zingen. helder gearticuleerd en met expressie)
binnen een omvang van c’-b’, met de c’-c’’. liederen en canons zingen, al dan niet
leerkracht meezingen. met begeleiding.
 De leerling kan zelfstandig, ritmisch en
De leerling kan meezingen met een De leerling kan in canon zingen. De leerling kent meerdere canons. in de maat, eenvoudige ritmische en
begeleiding. melodische (begeleidings)patronen en
UITVOEREN

speelstukken uitvoeren, zowel een- als


De leerling kent een breed repertoire liedjes De leerling kent liedjes in meerdere talen en meerstemmig, en kan daarbij reageren
en versjes, passend bij zijn directe van diverse culturen. op (lied)leidingsgebaren.
belevingswereld.  De leerling kan alleen en in
groepsverband bestaande, eenvoudig
De leerling kan volgens de vorm van het lied grafisch en traditioneel genoteerde
fraseren. composities zowel auditief volgen als
uitvoeren.
De leerling kan maat en tempo van muziek
 De leerling kent de namen en
in beweging weergeven.

1
Muziek uit verschillende tijden, stijlen en culturen is van toepassing op alle hierna te noemen: 'te beluisteren muziek'

Bron: www.kunstzinnigeorientatie.slo.nl Leerplankader kunstzinnige oriëntatie primair onderwijs


De leerling kan (in groepsverband) De leerling kan de maat en eenvoudige De leerling kan eenvoudige ritmische en De leerling kan eenvoudige ritmische en speelwijzen van het schoolinstrumen-
eenvoudige ritmische patronen uitvoeren. ritmische (begeleidings-) patronen uitvoeren. melodische (begeleidings)patronen melodische (begeleidings)patronen spelen tarium en die van het pop- en
uitvoeren. binnen meerstemmigheid. (Westerse) klassieke instrumentarium.
 De leerling kan (alleen en in
De leerling kan bij het musiceren in De leerling kan adequaat reageren op De leerling kan adequaat reageren op een groepsverband) een eigen idee of
groepsverband gelijk beginnen en eindigen eenvoudige (lied)leidingsgebaren voor inzetgebaar bij canonzingen. bestaande compositie uitvoeren en
aan de hand van een (lied)leidingsgebaar. maat/puls. presenteren aan anderen en doet dat
met overtuiging.
De leerling (her)kent de relatie De leerling kan in groepsverband picturaal De leerling kan bestaande grafisch- en
symbool/klank en kan onder leiding van de en eenvoudig grafisch genoteerde traditioneel genoteerde composities auditief
leerkracht picturale en grafische notaties composities uitvoeren. volgen en uitvoeren .
verklanken.

De leerling kent de namen en speelwijzen De leerling kent de namen en speelwijzen De leerling kent de namen en speelwijzen
van het in de onderbouw (van het primair van het schoolinstrumentarium en van van het schoolinstrumentarium en die van
onderwijs) meest gebruikte enkele veelvoorkomende instrumenten van het pop- en (Westerse) klassieke
schoolinstrumentarium. het pop- en (Westerse) klassieke instrumentarium.
instrumentarium.
REFLECTEREN

De leerling kan zich tijdens het musiceren De leerling heeft bij het musiceren in De leerling kan tijdens het musiceren
qua tempo en volume aanpassen aan dat groepsverband aandacht voor het samen luisteren naar anderen en een kwalitatieve
van de groep. zingen en spelen. bijdrage leveren aan het gezamenlijke
muzikale resultaat.

De leerling kan (alleen en in groepsverband) De leerling kan (alleen en in groepsverband) De leerling kan (alleen en in groepsverband) De leerling kan presenteren met overtuiging.
een kort muziekstukje onder leiding van de een kort muziekstukje aan anderen een eigen idee of bestaande compositie aan
leerkracht aan anderen presenteren. presenteren. anderen presenteren.

De leerling kan over zijn muzikale ideeën De leerling kan (in overleg) muzikale keuzes De leerling kan de gemaakte keuzes uit zijn De leerling kan ontvangen suggesties  De leerling kan overwogen keuzes
vertellen, met gebruikmaking van basale maken en daarover vertellen. muzikale ideeën en alternatieven toelichten. verwerken in zijn werk(proces). maken voor zijn composities en die
muzikale begrippen. communiceren met anderen.
 De leerling kan constructieve feedback
De leerling kan met aandacht luisteren naar De leerling kan feedback geven op het De leerling kan constructieve feedback
EVALUEREN

geven.
de ideeën van anderen. werk(proces) van anderen. geven en van anderen ontvangen.
 De leerling staat open voor feedback en
De leerling herkent de betekenis van muziek De leerling heeft enige kennis van de plaats De leerling heeft enig inzicht in de invloed De leerling heeft enig inzicht in de manier kan die eventueel verwerken in het
in voor hem relevante jaarfeesten, situaties van muziek in het leven van mensen van van muziek op mensen door middel van waarop muziek het gedrag van mensen kan eigen werk(proces).
en emoties. vroeger en nu. massamedia. beïnvloeden.  De leerling heeft enige kennis van en
inzicht in de betekenis die muziek heeft
voor het dagelijks leven van mensen
van vroeger en nu, zoals feesten,
verdriet, massamedia en beïnvloeding
van gedrag.

Bron: www.kunstzinnigeorientatie.slo.nl Leerplankader kunstzinnige oriëntatie primair onderwijs

You might also like