Vriendschap

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Lerarenopleiding Thomas More Kempen

Campus Turnhout Campus Vorselaar


Campus Blairon 800 Lepelstraat 2
2300 Turnhout 2290 Vorselaar
Tel: 014 80 61 01 Tel: 014 50 81 60

Ontwerp leeractiviteit
Naam student(en): Michael Meiners
Opleiding: Educatieve Bachelor Lager Onderwijs Niveau 1☐ 2☒ 3☐
Stageschool: Sint – Ludgardis Schilde Mentor(en) Gitte Speltincx
Leerlingen: Leerjaar/groep 6B Aantal leerlingen 24
Leergebied(en): RK-Godsdienst
Kies
Kies
Onderwerp Thema: Vriendschap
activiteit: ☒ Nieuwe leerstof ☐ Herhaling ☐ Andere:
Timing: Datum Begin- en einduur
Doelen: Situering in het leerplan (ca. 4 leerplandoelen)

RKlg3 In Bijbelverhalen, geloofsverhalen, geloofsbeelden en rituelen


op het spoor komen wat christenen beluisteren als Gods woord
voor mensen vandaag. Het eigen verhaal hiermee verbinden
• Verdiepen:  > Jezelf confronteren met wat figuren uit verhalen denken,
voelen en beleven en stilstaan bij de eigen beleving
• Verdiepen:  > Gevoelens en behoeften associëren bij de figuren van een
Bijbel- of geloofsverhaal 
• Verdiepen:  > Zich inleven in de figuren van een Bijbel- of geloofsverhaal
RKvm1 Zich bemind weten zoals men is, vertrouwvol openstaan voor
de toekomst, in ontmoeting treden met het christelijk geloven in
een liefhebbende God
• Derde cyclus: Wat maakt mij gelukkig? Wie wil ik worden? > Op weg
gaan om stilaan zelf vorm te geven aan hun eigen leven met bouwstenen die
ze als zinvol en waardevol ontdekken
RKve2 Zich gedragen weten door, verbonden voelen met en
aangesproken door de andere. Zich laten inspireren door de
wijze waarop Jezus met anderen omgaat en oproept tot ‘ver-
ander-ing’
• Derde cyclus: groeien in liefde en tederheid > Een taal vinden om de
waarden van een vriendschapsrelatie te bespreken
SErv1 Zich engageren in relaties, daar deugd aan beleven en zich
daarover uitdrukken

Verloop :

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 1


Focusdoel
De leerlingen kunnen de waarde van vriendschap exploreren en verwoorden wat vriendschap voor hen
betekent. Ze kunnen bouwstenen voor echte vriendschap beoordelen op hun waarde en dit uitwisselen met
medeleerlingen.
Concretisering focusdoel (ca. 4 doelen)
1. De leerlingen kunnen het begrip vriendschap exploreren en een aantal stellingen innemen over
vriendschap
2. De leerlingen kunnen zich inleven in de personages van het Bijbelverhaal van Jonatan en David
3. De leerlingen kunnen verwoorden wat vriendschap voor hen betekent
Beginsituatie: Inhoudelijke beginsituatie

Leefwereld van de leerlingen


Vrienden maken. Voor sommige heel gemakkelijk, voor andere weer moeilijk. In een tijd van digitalisatie
hebben we veel FB vrienden, maar zijn dit echte vrienden? Wat is echte vriendschap?
Organisatorische beginsituatie
Kringopstelling

Gedifferentieerde beginsituatie van de leerlingen


Er is een veilige klassfeer in onze klas. Leerlingen weten dat ze respectvol met elkaar moeten omgaan.
Indien er toch iemand ongepast reageert, zet je hem/haar maar uit de kring.

Benyamin en Noah zijn moslims.

11 leerlingen van de klas doen hun vormsel.


Andere

Teamteaching:

Inhoudsanalyse:

Gebruikte bronnen: Bijbel in 1000 seconden | David en Jonatan


Vriendschap - Jij en ik - Thomas - Godsdienstonderwijs.be (kuleuven.be)
Bijlagen:

Materiaal: Materiaal voor stoelenvertelling


Babbelklevers
Terugblik Hebben alle leerlingen het focusdoel/lesdoelen bereikt?
leeractiviteit:
Wat liep goed?

Wat kon beter?

Feedback van mentor op voorbereiding:


Prima in orde!

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 2


VERLOOP LEERACTIVITEIT

Oriëntatiefase
Timing: De leraar start deze les met een gedicht van Kolet Janssen, een kinderboekenschrijfster.

Vriendschap is hebben en zijn …

Een vriend hebben is: weten dat je er nooit alleen voorstaat, een sms’je krijgen dat je blij maakt, voelen dat iemand
het voor jou opneemt, samen lachen om dezelfde dingen.

Een vriend zijn is: oog hebben voor wie dichtbij je leeft, er niet op uit zijn om zelf te scoren, maar graag de ander
gelukkig zien. Weten dat mensen bij elkaar horen zoals de parels van een snoer. Elkaar nooit loslaten, wat er ook
gebeurt.

Leerfase 1 (verwervings- / verwerkingsfase)


Timing: De leerkracht heeft babbelklevers over vriendschap gemaakt en legt deze in het midden van de kring.
De leerlingen kiezen een vraag uit de babbelklevers die hen aanspreekt. Sommige vragen zijn dezelfde. Meerdere
leerlingen kunnen dus eenzelfde vraag kiezen. De leerlingen kleven de gekozen vraag op de borst.

De leerlingen krijgen een drietal minuten de tijd om over de gekozen vraag na te denken. Wat roept deze vraag bij hen
op? Welke antwoorden formuleren zij op deze vraag?

Nadien doet de leerkracht volgende werkvorm:

Speeddate: de leerlingen maken een binnenkring en een buitenkring. De leerlingen in de binnenkring brengen verslag
uit gedurende 2 minuten. De leerlingen in de buitenkring luisteren en stellen vragen. De leerkracht schuift de
buitenkring regelmatig twee plekken door. De leerlingen wisselen ook van kring .
Leerfase 2 (verwervings- / verwerkingsfase)
Timing: Het Bijbelverhaal David en Jonathan.
De leerkracht schetst eerst even kort de periode wanneer dit verhaal zich heeft afgespeeld + korte opfrissing
voorkennis.

Als ik mij niet vergis hebben jullie reeds geleerd over de aartsvaders Abraham, Isaak en Jacob.
Misschien zegt het verhaal jullie nog iets over Jozef en zijn 12 broers? We zitten dan in 1650 voor Christus. Heel
kenmerkend tijdens die periode zijn die volkeren toen, meestal nomaden/herdersvolk die continu door Israël trokken
op zoek naar voedsel, vruchtbare gronden. Zij hadden toen nog niet 1 vaste locatie. Soms gebeurde het wel eens dat er
een hongersnood was, een oogst die mislukte bijvoorbeeld en dan moesten zij naar Egypte om graan te gaan halen.
Egypte was heel vruchtbaar, denk maar aan de Nijl en zijn gronden daarrond. En dit was toen ook gebeurd. Dikwijls
bleven die joden dan een tijdje in Egypte en voordat je het weet begint die gemeenschap van joden te groeien. Nu, die
Egyptische farao die vond dat niet zo leuk. Altijd maar meer en meer joden, die farao bekijkt die joden een beetje als
een bedreiging en wat gebeurt er. De farao begint die joden uit te buiten en te behandelen als slaven. Je weet wel,
Egypte, piramides, veel bouwwerken… Dan komen we in 1250 voor Christus. En dit kennen jullie ongetwijfeld wel.
Mozes. Ik ga jullie niet heel het verhaal van Mozes opnieuw vertellen. Heel kort, wat heeft Mozes gedaan? Inderdaad,
Mozes heeft dat volk bevrijd uit Egypte en teruggevoerd naar het “Beloofde Land”.

En waarom vertel ik jullie dit jongens en meisjes? Omdat het Bijbelverhaal van David en Jonathan zich hier afspeelt.
Het volk is eindelijk in het Beloofde Land, zij hoeven niet meer rond te trekken zoals nomaden/herders, er leven
verschillende stammen met elkaar en om alles in goede banen te leiden heeft dit land een koning nodig. Net zoals vele
landen nu hadden ze in 1000 v. Christus ook een koning, Koning Saul.

Koning Saul heeft meerdere kinderen, zijn oudste zoon heeft Jonathan, zijn jongste dochter Mikal.
En David? Wie was David? David was een herder. Wie van jullie kent het verhaal van David & Goliath?
Toen het volk in het Beloofde Land aankwam, zat daar al een andere stam, de Filistijnen en die werden niet echt
vriendjes. David heeft toen als jongeling gevochten tegen de reus Goliath en verslagen met een slinger een en steen,
want herders toen, die gebruikten een slinger om hun kudde bijeen te houden en wilde dieren op afstand te houden.

En zo leren Jonathan (zoon koning) en David elkaar kennen. David wordt als een held ontvangen door de koning.
Jonatan was al eerder bij de koning geweest om hem te “ontspannen” en kwade geesten uit zijn hoofd te verbannen.
Jonatan was een harpspeler. In het begin was alles koek en ei tussen hen. David mocht zelfs trouwen met de jongste
dochter Mikal.

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 3


Vanaf hier gaat de leerkracht het verhaal vertellen in de vorm van een stoelenvertelling.

‘Ik wil David laten doden’, zegt koning Saul.

Jonatan verwittigt David: ‘Mijn vader wil je laten doden. Zoek een schuilplaats en houd je verborgen. Ik zal met mijn
vader over jou spreken. Ik zal je laten weten wat hij me zegt.’

Jonatan gaat naar zijn vader Saul en vraagt: ‘Wat heeft David toch verkeerd gedaan? Hij heeft zelfs zijn leven voor u op
het spel gezet. Hij heeft Israël bevrijd. U was daar toch blij om. Waarom zou u hem dan nu willen doden?’

Saul luistert naar Jonatan en zweert: ‘Zowaar God leeft, ik zal David niet doden!’

En Jonatan gaat naar David. Hij zegt wat koning Saul gezegd heeft. Zo komt David opnieuw bij Saul en blijft hij verder
voor hem werken. Maar de belofte van Saul duurt niet lang. Hij wordt meer en meer jaloers op de successen van David
in de oorlog en probeert hem verschillende keren te doden.

Zoef, een pijl vloog net voorbij David toen hij op zijn harp aan het spelen was. David komt hijgend aan in de kamer en
vertelt wat er net is gebeurd aan zijn vrouw Mikal. Mikal kent de driftbuien van haar vader en helpt David te laten
ontsnappen uit het paleis want de soldaten komen je snel halen.

Jonathan zoekt hem op.


‘Waarom wil jouw vader mij vermoorden?’, vraagt David.
‘Dit kan niet’, zegt Jonatan. ‘Ik heb het al eerder met hem besproken, hij zou nooit iets doen zonder dit aan mij te
vertellen.’
‘Hij weet dat wij heel goede vrienden zijn’, zegt David. ‘Hij gaat dit niet aan jou vertellen omdat hij weet dat jij het me
toch zou zeggen en dan is het geen geheim meer.’

‘Wat wil je dat ik doe?’, vraagt Jonatan.


‘Morgen begint een nieuwe maand.
Dus morgen is het dan groot feest bij jullie. Ik ga niet komen. Als jouw vader iets vraagt, dan zeg je maar dat ik
dringend naar familie moest. Als je vader normaal reageert, dan is het OK, als hij woedend wordt, dan weet jij ook
genoeg.’

‘OK’, zegt Jonatan. ‘Verstop je op de plaats die we kennen. Als mijn vader jou echt wil doden, laat ik het je weten.
Overmorgen kom ik in de buurt van die rots daar. Ik zal doen alsof ik op een doel mik en er drie pijlen langs schieten.
Dan stuur ik een jongen om ze op te rapen. Als ik zeg: 'De pijlen liggen vlakbij, raap ze maar op', dan ben je veilig. Maar
als ik hem zeg: 'De pijlen liggen verderop', dan loop je gevaar.’ ‘Ok’, zegt David. ‘Laat ons zo maar afspreken.’ David
gaat naar zijn schuilplaats.

Iedereen gaat op zijn vaste plaats zitten tijdens het avondfeest. Saul ziet dat de plaats van David leeg is: ‘Waar is
David?’ ‘Die moest naar zijn familie in Bethlehem’, vertelde Jonatan. ‘Zijn broer vroeg om naar het offerfeest te
komen.’ En toen werd Saul heel boos: ‘Jij waardeloze zoon, ik wist wel dat jij kiest voor David. Zolang David leeft moet
je maar niet denken dat jij later koning mag worden. Jij bent een schande voor onze familie. Ik zorg ervoor dat hij niet
in leven blijft.’

Jonatan was boos, verdrietig, zoveel pijn heeft hij. De volgende morgen gaat die de stad uit, samen met een kleine
jongen. ‘Vlug, ren, ren… raap de pijlen op die ik afschiet’, zegt Jonatan tegen de jongen. De jongen komt bij de plek
komt waar de afgeschoten pijl moest liggen. ‘De pijl ligt verderop!’, roept Jonatan. Zo weet David waar hij aan toe is.

Maar Jonathan wil zijn vriend niet laten gaan zonder hem vaarwel te zeggen. ‘Breng mijn wapens terug naar de stad’,
zegt Jonatan en hij stuurt de jongen weg met zijn wapens. Dan komt David uit zijn schuilplaats. David buigt voor
Jonatan en valt op zijn knieën. De vrienden kussen elkaar en wenen om elkaar. ‘Ik blijf je trouw’, zegt Jonatan, ‘ook al
wordt jij koning in mijn plaats en ga ik in tegen de wil van mijn vader.’ ‘En ook ik blijf je trouw’, zegt David, ‘ook al ben
je familie van mijn vijand. God is onze getuige.’ Met veel pijn vertrokken ze. David richting woestijn en Jonatan naar
het paleis…

Later worden Jonathan en Saül gedood tijdens een strijd tegen de Filistijnen. Als David dit verneemt, wordt hij heel
verdrietig. Hij schrijft: 'Jonatan, jouw dood maakt mij wanhopig. Ik had je heel graag, mijn broer. Jij was mijn beste
vriend. Onze vriendschap was de mooiste ter wereld.' Nog veel later, wanneer David de grote koning van Israël is, blijft
hij trouw aan zijn eed. Hij laat de zoon van Jonathan, Mefiboset, bij hem komen. Die is kreupel aan beide benen. David
zorgt er goed voor omdat hij een zoon is van Jonatan, zijn beste vriend.

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 4


Leerfase 3 (verwervings- / verwerkingsfase)
Timing: Nadien volgt er een levensbeschouwelijk gesprek via volgende vraagsequens.

Eerst stelt de leerkracht enkele verhelderingsvragen over het verhaal zelf.

IK VRAAG ME AF….

 Zijn koning Saul en David vrienden denk je?


 Waarom is koning Saul jaloers op David?
 Waarom gaat David naar Jonatan?
 Waaraan merk je dat David en Jonatan vrienden zijn?
 Waarom zeggen David en Jonatan elkaar trouw zullen blijven?

Nadien volgen de betekenisvragen over het thema vriendschap.

 Hoort trouw zijn bij vriendschap?


 Vind jij David en Jonatan goede vrienden? Waarom wel/niet?
 Heb jij een beste vriend(in)? Hoe laten jullie dat zien aan elkaar?
 Waarom is het soms moeilijk om vrienden te maken?
 Wat doe je meestal als je iemand nog niet zo goed kent?
 Waarom is het soms moeilijk om vrienden te houden?
 Heb je daar soms moeite mee?
 Wat kan je hierbij helpen?

Slotfase
Timing: Om af te sluiten stelt de leerkracht deze onthoudvraag:

 Welke gedachte/standpunt van een medeleerling blijft je het meeste bij?

Thomas More Kempen – Lerarenopleiding Pagina 5

You might also like