Professional Documents
Culture Documents
Vriendschap
Vriendschap
Vriendschap
Ontwerp leeractiviteit
Naam student(en): Michael Meiners
Opleiding: Educatieve Bachelor Lager Onderwijs Niveau 1☐ 2☒ 3☐
Stageschool: Sint – Ludgardis Schilde Mentor(en) Gitte Speltincx
Leerlingen: Leerjaar/groep 6B Aantal leerlingen 24
Leergebied(en): RK-Godsdienst
Kies
Kies
Onderwerp Thema: Vriendschap
activiteit: ☒ Nieuwe leerstof ☐ Herhaling ☐ Andere:
Timing: Datum Begin- en einduur
Doelen: Situering in het leerplan (ca. 4 leerplandoelen)
Verloop :
Teamteaching:
Inhoudsanalyse:
Oriëntatiefase
Timing: De leraar start deze les met een gedicht van Kolet Janssen, een kinderboekenschrijfster.
Een vriend hebben is: weten dat je er nooit alleen voorstaat, een sms’je krijgen dat je blij maakt, voelen dat iemand
het voor jou opneemt, samen lachen om dezelfde dingen.
Een vriend zijn is: oog hebben voor wie dichtbij je leeft, er niet op uit zijn om zelf te scoren, maar graag de ander
gelukkig zien. Weten dat mensen bij elkaar horen zoals de parels van een snoer. Elkaar nooit loslaten, wat er ook
gebeurt.
De leerlingen krijgen een drietal minuten de tijd om over de gekozen vraag na te denken. Wat roept deze vraag bij hen
op? Welke antwoorden formuleren zij op deze vraag?
Speeddate: de leerlingen maken een binnenkring en een buitenkring. De leerlingen in de binnenkring brengen verslag
uit gedurende 2 minuten. De leerlingen in de buitenkring luisteren en stellen vragen. De leerkracht schuift de
buitenkring regelmatig twee plekken door. De leerlingen wisselen ook van kring .
Leerfase 2 (verwervings- / verwerkingsfase)
Timing: Het Bijbelverhaal David en Jonathan.
De leerkracht schetst eerst even kort de periode wanneer dit verhaal zich heeft afgespeeld + korte opfrissing
voorkennis.
Als ik mij niet vergis hebben jullie reeds geleerd over de aartsvaders Abraham, Isaak en Jacob.
Misschien zegt het verhaal jullie nog iets over Jozef en zijn 12 broers? We zitten dan in 1650 voor Christus. Heel
kenmerkend tijdens die periode zijn die volkeren toen, meestal nomaden/herdersvolk die continu door Israël trokken
op zoek naar voedsel, vruchtbare gronden. Zij hadden toen nog niet 1 vaste locatie. Soms gebeurde het wel eens dat er
een hongersnood was, een oogst die mislukte bijvoorbeeld en dan moesten zij naar Egypte om graan te gaan halen.
Egypte was heel vruchtbaar, denk maar aan de Nijl en zijn gronden daarrond. En dit was toen ook gebeurd. Dikwijls
bleven die joden dan een tijdje in Egypte en voordat je het weet begint die gemeenschap van joden te groeien. Nu, die
Egyptische farao die vond dat niet zo leuk. Altijd maar meer en meer joden, die farao bekijkt die joden een beetje als
een bedreiging en wat gebeurt er. De farao begint die joden uit te buiten en te behandelen als slaven. Je weet wel,
Egypte, piramides, veel bouwwerken… Dan komen we in 1250 voor Christus. En dit kennen jullie ongetwijfeld wel.
Mozes. Ik ga jullie niet heel het verhaal van Mozes opnieuw vertellen. Heel kort, wat heeft Mozes gedaan? Inderdaad,
Mozes heeft dat volk bevrijd uit Egypte en teruggevoerd naar het “Beloofde Land”.
En waarom vertel ik jullie dit jongens en meisjes? Omdat het Bijbelverhaal van David en Jonathan zich hier afspeelt.
Het volk is eindelijk in het Beloofde Land, zij hoeven niet meer rond te trekken zoals nomaden/herders, er leven
verschillende stammen met elkaar en om alles in goede banen te leiden heeft dit land een koning nodig. Net zoals vele
landen nu hadden ze in 1000 v. Christus ook een koning, Koning Saul.
Koning Saul heeft meerdere kinderen, zijn oudste zoon heeft Jonathan, zijn jongste dochter Mikal.
En David? Wie was David? David was een herder. Wie van jullie kent het verhaal van David & Goliath?
Toen het volk in het Beloofde Land aankwam, zat daar al een andere stam, de Filistijnen en die werden niet echt
vriendjes. David heeft toen als jongeling gevochten tegen de reus Goliath en verslagen met een slinger een en steen,
want herders toen, die gebruikten een slinger om hun kudde bijeen te houden en wilde dieren op afstand te houden.
En zo leren Jonathan (zoon koning) en David elkaar kennen. David wordt als een held ontvangen door de koning.
Jonatan was al eerder bij de koning geweest om hem te “ontspannen” en kwade geesten uit zijn hoofd te verbannen.
Jonatan was een harpspeler. In het begin was alles koek en ei tussen hen. David mocht zelfs trouwen met de jongste
dochter Mikal.
Jonatan verwittigt David: ‘Mijn vader wil je laten doden. Zoek een schuilplaats en houd je verborgen. Ik zal met mijn
vader over jou spreken. Ik zal je laten weten wat hij me zegt.’
Jonatan gaat naar zijn vader Saul en vraagt: ‘Wat heeft David toch verkeerd gedaan? Hij heeft zelfs zijn leven voor u op
het spel gezet. Hij heeft Israël bevrijd. U was daar toch blij om. Waarom zou u hem dan nu willen doden?’
Saul luistert naar Jonatan en zweert: ‘Zowaar God leeft, ik zal David niet doden!’
En Jonatan gaat naar David. Hij zegt wat koning Saul gezegd heeft. Zo komt David opnieuw bij Saul en blijft hij verder
voor hem werken. Maar de belofte van Saul duurt niet lang. Hij wordt meer en meer jaloers op de successen van David
in de oorlog en probeert hem verschillende keren te doden.
Zoef, een pijl vloog net voorbij David toen hij op zijn harp aan het spelen was. David komt hijgend aan in de kamer en
vertelt wat er net is gebeurd aan zijn vrouw Mikal. Mikal kent de driftbuien van haar vader en helpt David te laten
ontsnappen uit het paleis want de soldaten komen je snel halen.
‘OK’, zegt Jonatan. ‘Verstop je op de plaats die we kennen. Als mijn vader jou echt wil doden, laat ik het je weten.
Overmorgen kom ik in de buurt van die rots daar. Ik zal doen alsof ik op een doel mik en er drie pijlen langs schieten.
Dan stuur ik een jongen om ze op te rapen. Als ik zeg: 'De pijlen liggen vlakbij, raap ze maar op', dan ben je veilig. Maar
als ik hem zeg: 'De pijlen liggen verderop', dan loop je gevaar.’ ‘Ok’, zegt David. ‘Laat ons zo maar afspreken.’ David
gaat naar zijn schuilplaats.
Iedereen gaat op zijn vaste plaats zitten tijdens het avondfeest. Saul ziet dat de plaats van David leeg is: ‘Waar is
David?’ ‘Die moest naar zijn familie in Bethlehem’, vertelde Jonatan. ‘Zijn broer vroeg om naar het offerfeest te
komen.’ En toen werd Saul heel boos: ‘Jij waardeloze zoon, ik wist wel dat jij kiest voor David. Zolang David leeft moet
je maar niet denken dat jij later koning mag worden. Jij bent een schande voor onze familie. Ik zorg ervoor dat hij niet
in leven blijft.’
Jonatan was boos, verdrietig, zoveel pijn heeft hij. De volgende morgen gaat die de stad uit, samen met een kleine
jongen. ‘Vlug, ren, ren… raap de pijlen op die ik afschiet’, zegt Jonatan tegen de jongen. De jongen komt bij de plek
komt waar de afgeschoten pijl moest liggen. ‘De pijl ligt verderop!’, roept Jonatan. Zo weet David waar hij aan toe is.
Maar Jonathan wil zijn vriend niet laten gaan zonder hem vaarwel te zeggen. ‘Breng mijn wapens terug naar de stad’,
zegt Jonatan en hij stuurt de jongen weg met zijn wapens. Dan komt David uit zijn schuilplaats. David buigt voor
Jonatan en valt op zijn knieën. De vrienden kussen elkaar en wenen om elkaar. ‘Ik blijf je trouw’, zegt Jonatan, ‘ook al
wordt jij koning in mijn plaats en ga ik in tegen de wil van mijn vader.’ ‘En ook ik blijf je trouw’, zegt David, ‘ook al ben
je familie van mijn vijand. God is onze getuige.’ Met veel pijn vertrokken ze. David richting woestijn en Jonatan naar
het paleis…
Later worden Jonathan en Saül gedood tijdens een strijd tegen de Filistijnen. Als David dit verneemt, wordt hij heel
verdrietig. Hij schrijft: 'Jonatan, jouw dood maakt mij wanhopig. Ik had je heel graag, mijn broer. Jij was mijn beste
vriend. Onze vriendschap was de mooiste ter wereld.' Nog veel later, wanneer David de grote koning van Israël is, blijft
hij trouw aan zijn eed. Hij laat de zoon van Jonathan, Mefiboset, bij hem komen. Die is kreupel aan beide benen. David
zorgt er goed voor omdat hij een zoon is van Jonatan, zijn beste vriend.
IK VRAAG ME AF….
Slotfase
Timing: Om af te sluiten stelt de leerkracht deze onthoudvraag: