Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Kunst Algemeen (KUA) – klas 5 2022

PO1 – Kunstbeschouwing

Bij dit eerste PO ga je een beeldbeschouwing maken van een schilderij. Je onderzoekt inhoud,
vorm en functie (het wat, hoe en waarom) van een kunstwerk.

Het PO bestaat uit drie delen:

Deel 1 – Beschrijving
Een zo volledig mogelijke beschrijving van een schilderij. Je beschrijft inhoud, vorm en functie van
een schilderij puur op wat je ziet. Je beschikt over geen enkele achtergrond informatie ten aanzien
van het schilderij en je hebt eveneens geen beschikking over hulpmiddelen.
N.B. Dit onderdeel kun je inhoudelijk niet fout doen!! Het gaat hier om jou beschrijving en jou
interpretatie (voorwaarde is natuurlijk wel dat je zo volledig mogelijk bent).

Deel 2 – Beeldbeschouwing
Je maakt een beeldbeschouwing van het(zelfde) schilderij waarbij je beschikt over enkele
gegevens t.a.v. het schilderij. Je mag hiernaast gebruik maken van hulpmiddelen. Door het
verzamelen van gegevens m.b.t. het schilderij; wanneer is het gemaakt, wat is de betekenis van
bepaalde attributen, wie zijn de personages die afgebeeld zijn etc. zul je inhoud, vorm en functie
specifieker kunnen duiden.

Deel 3 - Conclusie In hoeverre komt jouw interpretatie overeen dan wel wijkt af van de
daadwerkelijke betekenis. Schrijf een conclusie met jouw mening over het werk adhv de
voorgaande stappen.

Praktische eisen:

Onderstaande elementen moeten terug te vinden zijn in je PO: Een voorblad met het gekozen
kunstwerk, inhoudsopgave, bronvermelding

Je PO bestaat uit minimaal 4 tot maximaal 6 pagina’s (dit is exclusief voorblad, inhoud, bronnen)

Lettertype: 12, regelafstand 1 / 1,5

Deel 1 Beschrijving
- Geef een zo levendig mogelijke beschrijving van het kunstwerk, denk daarbij aan inhoud vorm en
functie. Realiseer je goed dat het canvas/paneel, de muur eerst leeg was en dat de kunstenaar
overal over nagedacht heeft.

- Wat zou op grond van wat jij allemaal waargenomen hebt de betekenis van het kunstwerk
kunnen zijn?

Deel 2 Beeldbeschouwing
2.1 Algemeen:
- Door wie is het gemaakt?
- Wanneer is het gemaakt?
- Wat is de titel?
- Was er een opdrachtgever?
- Waar is het nu te vinden?
- Vertel iets over de kunstenaar en de tijd waarin hij leefde.

2.2 Inhoud (wat?)

- Wat wordt er afgebeeld, wat is de betekenis van het schilderij? Zie de 5 W’s in het beeldanalyse
schema van examenblad (dit wordt ook gebruikt voor drama)

Wie - Wie zijn de personages in het stuk?

Wat - Wat zijn de personages aan het doen, wat gebeurt er?

Waar- Waar speelt het stuk of de scène zich af? Het gaat om de plaats, ruimte, locatie waar het
zich afspeelt.

Wanneer - Wanneer speelt het zich af, in welke tijd? Het gaat over oa plaatsing in de historische
tijd.

Waarom - Kun je iets zeggen over wat mogelijk het motief is van de personages? Het gaat over de
beweegreden van de handeling.

Deel 2.3 Vorm (hoe?) - de beeldaspecten, materiaal en techniek.


I Beeldaspecten
Hoe wordt het kunstwerk vormgegeven door middel van beeld? Aspecten van beeldende
vormgeving zijn vorm, ruimte, licht, kleur en compositie. Voor meer uitleg, zie de kijkwijzer van
examenblad/ KPC model (deel beeldaspecten).

Vorm

Denk daarbij aan tweedimensionale (vlak, plat) en driedimensionale vormen (ruimtelijk, plastisch),
realistische, abstracte of figuratieve vormen, schematische, gestileerde, organische, geometrische
vormen etc.

Ruimte

Dit gaat over ruimtelijkheid en plasticiteit bij driedimensionale vormen en de suggestie van
dieptewerking of plasticiteit in tweedimensionale werken.
Suggestie van dieptewerking ontstaat vooral door overlapping, groot-klein, afsnijding en pers-
pectief (lijnperspectief, atmosferisch perspectief). Suggestie van plasticiteit ontstaat door licht en
schaduw.

Licht

Dit gaat over de werking van licht op driedimensionale vormen en de effecten van licht bij
architectuur (glas) en over de suggestie van licht in tweedimensionale werken: natuurlijk licht,
kunstlicht; licht- donkercontrasten (clair-obscur). Is het licht fel/ getemperd? Wat voor effect heeft
het licht in het werk?

Kleur

Omschrijf het kleurgebruik. Is het kleurgebruik realistisch? Heldere kleuren, donkere kleuren?
Primaire, secundaire, tertiaire kleuren? Zijn er opvallende kleurcontrasten? bv. warm-koud
contrast, complementair-contrast, kwaliteitscontrast, kwantiteitscontrast en wat is het effect
hiervan?

Compositie

Omschrijf de compositie. Dit is de ordening/plaatsing/groepering van vormgevingsaspecten tot


een beeldend geheel. Bijvoorbeeld een symmetrische, asymmetrische, dynamische, statische
compositie. s er sprake van een duidelijke grondvorm, bv. een driehoekscompositie of een
diagonaalcompositie? Is er een duidelijk aandachtspunt in de compositie?

II Materiaal en techniek

Materiaal

Met welke materialen is het schilderij/ de sculptuur/het gebouw/het object gemaakt?


De kunstenaar/architect of vormgever heeft gewerkt met bijvoorbeeld: verf, hout, klei, marmer,
metaal, glas, (bak)steen, drukinkt, texCel.

Techniek en hanteringswijze

Met welke technieken is het schilderij/ de sculptuur/het gebouw/het object (bijvoorbeeld servies
of kledingstuk) vormgegeven?
De techniek is de manier waarop (met gereedschap) het materiaal wordt verwerkt. Bijvoorbeeld:
schilderen, tekenen, hakken, boetseren, metselen, drukken, naaien of breien.

De hanteringswijze is de manier waarop de kunstenaar zijn gereedschap en materiaal gebruikt,


bijvoorbeeld: grof of fijn, glad of ruw.

Deel 2.4 Functie (waarom?)

Met welk doel is het kunstwerk gemaakt? Wat wil de maker ermee bereiken? bv. Dient het een
politiek doel, wordt er een bepaalde visie mee verbeeld? Kun je iets vinden over een
opdrachtgever? Heeft het werk een educatieve functie of dient het puur ter vermaak? Of anders?

Deel 2.5 Plaatsing in de tijd

Op welke wijze kan je het kunstwerk verbinden met de periode waarin het gemaakt is? Bevat het
kunstwerk inhoudelijke aspecten of stijlkenmerken die juist aan deze periode gekoppeld zijn? Laat
het kunstwerk op een bepaalde manier zien wat men in die tijd belangrijk vond ten aanzien van
kunst?

Deel 3 Conclusie - Eigen interpretatie


In hoeverre komt jouw interpretatie overeen dan wel wijkt af van de daadwerkelijke betekenis, leg
uit. Schrijf een conclusie met jouw mening over het werk adhv de voorgaande stappen.

You might also like